NIEUWE büTt eiland. No 1969 Zondag 9 April 1893 18de Jaargang. ftuttelooze besprekingen. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers 0,85 1,10 1,80 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUSEAn: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag on Yr ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KÜPP1E8. Een belangrijk deel der beraadslagingen, Welke op de in bet begin dezer week te Amsterdam gehouden jaarljjksche vergade ring van het Algemeen Nederlandsch Werk lieden-Verbond plaats hadden, was gewijd aan de ingediende Kieswet. Zoo hield de Voorzitter van het Hoofd bestuur, het Kamerlid H e 1 d t, eene lang durige openingsrede, waarin hij in hoofd zaak er op wees, dat de Nederlandsche Werkman over het ingediende Kieswet-ont- Werp dankbaar en voldaan kan zijn. Ook bet eerste punt der agenda handelde over de nieuwe Kieswet en betrof de voorwaar den van kiesbevoegdheid, uitsluitingen, stemdag en tijd van stemmen, terwijl eene motie werd aangenomen van de afdeeling Haarlem, waarin de wensch is uitgespro ken, dat, nu de grondwet algemeen kies- ®n stemrecht niet toelaat, de uitsluitingen tot een miuimum mogen worden beperkt en dat de stembus ook des avonds geopend bljjftt. Voorts werd besloten om bij gele genheid der behandeling van het ontwerp in de Kamer eene meeting te houden, hoe- Wel niet in vereeniging met de sociaal democraten. Ook werd op den tweeden dag der vergadering eeue motie aangenomen, waarbij werd uitgesproken, dat elke afdee ling als kiesvereeniging moet optreden en zooveel mogeljjk caudidaten, leden van den Bond, voor het lidmaatschap der Kamer zal stellen. Cit al deze beraadslagingen en besluiten zou men bjjua gaan opmaken, dat het Ne derlandsch Werklieden-Verbond eene poli tieke vereeniging is, die invloed moet trach ten te verkrijgen op den gang van 's lands zaken. Natuurlijk wenschen wjj hier geen oordeel °it te spreken over hetgeen het Werklieden verbond op zijne vergaderingen al of niet wenscht te behandelen. Wij staan daar ge heel buiten en hebben dus volstrekt niet het recht om aanmerkingen te maken op de handelingen dier Vereeniging. Maar toch gelooven wjj, dat het de aan dacht verdient, hoe het Werklieden-Ver hond naar onze meening in 't geheel Diet den weg inslaat, waardoor hjj zijn eigenljjk doel, de behartiging der belangen van de werklieden, kan bevorderen. Deze Vereeniging gaat toch, bljjkens de gevoerde discussiën, uit vaa de meening, dat de invoering van het algemeen stem recht tot een der voorwaarden van verbete ring der toestandenvaD den werkman geacht moet worden. feuilleton. De Familie Reydel. 10.) (Vervolg.) Den dag, die op de begrafenisplechtigheid volgde, verzocht mevrouw Eeydel haar stiefzoon haar een onderhoud toe te staan; zjj geleidde hem in haar kabinet, waar de familie-notaris wachtte. Maxime, hjj heeft het me zelf gezegd, was een weinig verrast over de plechtigheid vaa deze bjjeenkomst, en hjj vroeg zichzelven af wat *jj elkander toch te zeggen mochten hebben in de tegenwoordigheid van een notaris, menschen die onder een dak leefden moesten naar het hem voorkwam geen geheimen voor elkaar hebben. z/Mjjn waarde Maxime, zeide zjj, ik wenschte n een weinig te spreken over onze zaken, de uwen en die mjjner kinderen ik hoopte altijd dat de tijd nog verre daar ware om over zoo'n pjjnlijk onderwerp te moeten spreken." //Ik begrjjp niet goed, antwoordde Maxime Bet openhartigheid, waarom men er nu over Boet spreken op den dag na de begrafenis mijns vaders. Wat is er eenvocdiger dan die zaken? We zijn met ons drieën kinderen en gij moeder hebt zeker zooals de wet veroorlooft een kinds gedeelte; bovendien de verdeeliDg zal dus niet moeieljjk te maken zjjn, want de nalatenechap mjjns vaders is in orde en duideljjken door ons allen bekend." Mevrouw Eeydel «loeg de oogen neer, de no- Wij verklaren oprecht, dat deze zienswjjze onze sympathie niet kan hebben, om de eenvoudige reden, dat van den Staat in dit opzicht weinig kau en mag worden ver wacht. Wat zal toch het gevolg zijn derinvoe ring van het algemeen stemrecht? Wij on derstellen voor een oogenblik, dat een flink aantal vertegenwoordigers van den hand- werkstand in de Tweede Kamer zal plaats nemen. Deze werklieden-afgevaardigden zullen natuurlijk ia de allereerste plaats voor hunne standgenooten optreden. Om andere gewichtige aangelegenheden beko m meren zij zich weinig, daar zij de beteeke- nis er van uit deu aard der zaak geringer schatten. Deze werklieden-afgevaardigden moeten zich dus ten taak stellen om na ta gaan op welke wijze de Staat het lot der werkliedea kan verbeteren, en, indien zij den weg daartoe meenen te hebben gevon den, moeten zij hunne plannen in voorstel len belichamen. Die voorstellen evenwel zullen in hooga mate aan eenzijdigheid mank gaan. Dit kan niet anders, omdat een werkman, hoe bekend ook met de omstandigheden in eigen kring, gewoonlijk den blik mist om de door hem voorgestelde maatregelen te toet sen aan de andere belangen van den Staat. Hg zal aan den Staat eischea stellen, die schade moeten toebrengen aan de belangen van het algemeen. Indien de meerderheid der Vertegenwoordiging zich met die maat regelen vereenigt, dan is natuurlijk het evenwicht in den Staat verbroken. De Staat kan en mag zich niet tenzjj men den socialistischen Staat wenscht inlaten met deu maatschappelijken toestand van ieder werkman in 't bjjzonder. Slechts in algemeens trekken kan hij enkele be palingen vaststellen, waardoor de rechten van den werkman even goed als die van ieder ander, worden beschermd, doch tot zorg voor de stoffelijke belangen van den werkman mag die bescherming zich Diet uitstrekken. Met evenveel recht zou dan ieder, die niet juist tot den arbeidersstand behoort, van den Staat kunnen verlangen, dat deze hem waarborgt tegen mogelijkeu achteruitgang. De Staatsbemoeiing ten opzichte van den werkman dreigt allerbedenkelijfeste propor- tiën aau te nemeD, indien men gevolg gaat geven aan de zucht van velen in deze da gen om den invloed van den werkman op de samenstelling der Vertegenwoordiging uit te breiden. Juist, omdat wij den werkman, de kern taris stond op met twee bundels papier in de hand en Maxime groetend, ving hjj aan: «Vergeving, mijnheer, er is een contract tus- schen mijnheer Eeydel en mevrouw Augusta von Wittmunster, zijne tweede echtgenoote dat rechten oterdraagt aan den langstlevende, bovendien mijnheer heeft uw vader testamentaire beschik kingen gemaakl.// Maxime antwoordde niet; de verrassing en het respect onderdrukten zjjne woorden, de notaris nam een der papieren ter hand en las een contract of liever de vertaling van het contract opgesteld in de Duiteche taal, voor de vereeniging van den heer Eeydel en zjjne tweede vrouw samengesteld; nu bleek uit dat contract duideljjk, dat volgens een gebruik te Keulen en in het Eijnland de overlevende echtgenoot aanspraak had op al de mobile goederen der gemeenschap. Ik hoop, beste Esther, dat gjj deze procureurstaai begrjjpf, en dat gjj dit niet zult verwarren met meubelun, met tafels en kasten." //Neen oom, ik weet," zeide «jj glimlachend, //dat onroerend goed de fondsgoederen zjjn, de weiden, de huizen, de bosschen en dat roerende goederen bestaan in geld, muntbiljetten, aandee- len in spoorwegen. //Zeer goed, en ook mjjn kind, worden in de Daitsche rechtsbepalingen het roerende indus- trieele bezit, dat, bijvoorbeeld behoort tot de za gerijen, de werkplaatsen, de vereehillende ontgin ningen hieronder begrepen door uw gruot/ader aan uwe grootmoeder nagelaten. Deze enkele be paling alleen, voorkomend in het contract, wees onmiddelljjk aan uwe grootmoeder, een zeer aan merkelijk deel aan van het vermogen haars mans, van onze natie, een goed hart toedragen, gelooven wij, dat het verkeerd zou wezen aau hem het lot van ons Vaderland in handen te geven. Voor het volk, wil nog niet zeggen: door het voik. Ging men nu aan den handwerkstaud het heft in handen geven, dan zou men al lengs komen tot een ongewenschten toestand. Ons staatsbestuur zou den arbeider schgn- baar bevoordeelen, doch groot nadeel aaa de andere groepen der natie berokkenen, die daardoor niet meer in staat zouden zijn om aau hunne verplichtingen ten opzichte vau den werkman te voldoen. Ten slotte zou dan de arbeider nog in ongunstiger conditie komen dan thans en weder zijne toevlucht tot deu Staat moetan nemen. Om zulke conflicten te voorkomen, die tot niets goeds kunnen leiden, meenen wij, dat thans geen gevolg behoort gegeven te worden aan deu aandrang tot invoering van het algemeen stemrecht, want de eenige bedoeling er van is toch om den werkman een aandeel in de samenleving der Verte gen woordiging en dus invloed op de wet geving te verzekeren. Nattiger zou het dan ook zeker geweest zjjn, indien het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond meer het oog gevestigd hield op de werkmansbelangen zonder op dei. slaat te willen steunen. Ook hier geldt de waarheid, dat het par ticulier initiatief veel krachtiger kan werk zaam wezen dan de strengste bepalingen van Overheidswege. Wenscht het Werklie denverbond dus in waarlijk nattige richting te arbeiden, dan moest het meer de aandacht vestigen op zaken, die meer practisch resul taat voor den werkman opleveren dan the- ore'ische beschouwingen over bet kiesrecht, zaken, die meer rechtstreeks met de positie van den handwerker verband houden. De kiesrechtbesprekingen zullen zeker de bezoekers van bedoelde vergadering niets wjjzer hebben gemaakt. Alleen zullen er waarschijnlijk weder enkele ontevredenen meer door zijn ontstaan, die hnn minder gunstige maatschappelijke omstandigheden wijten aan den Staat en de Regeering. Engeland. Eene werkstaking is uitgebroken onder de dok-arbeiders te Hall, omdat de reeders weigeren zich aan den eisch der arbeiders te onderwerpen; die geene andere werk lieden dan die lid der >Union« zijn, ge bruikt willen zien. Het testament, dat hjj had nagelaten, bszat alle mogelijke voordeelen voor zjjne tweede vrouw en kinderen uit zjjn huweljjk met haar, ten koste van nw oom Maxime.// z/De notaris las vervolgens het testament voor. De gijjiaard vei maakte aan zjjn oudsten zoon eene som van honderd en tienduizend fraoks.achtend dat deze som sjjn deel in de nalatenschap zjjns vaders ver tegenwoordigde; de kinderen geboren uit het tweede huweljjk kregen op die wjjze alle onroerende goederen, zonder de roerende goederen te tellen, die reeds aan hunne moeder waren toegekend. Deze goederen waren bjj massa in het testament vermeld, zonder eenige aanduiding van verdere taxatie of waarde. Maxime had een sterk mannelijk gemoed; hjj was doordrongen van vereering voor zjjn vader, en de omarteljjke plechtigheid, die hjj den vorigen dag nog persoonlijk had bestuurd, bewoog nog te v<el zjjne geheele ziel en zijn gevoelig bart. Hjj verzette zich niet, hjj beklaagde zich even min, hij misprees noch den laatsten wil zjjns vaders, noch den invloed van zulk e9n besluit. Hjj wende de oogen naar zjjne stiefmoeder en vroeg eenvoudig: „Waaraan heb ik misdaan en zoo iets verdiend?" „Met mets! met niets!// zeide zjj aanstonds. //Waarvoor dan dat testament, dat mjj een deel toekent veel minder in waarde dan dat van mjjne z'.ster en mijn broeder?// Do notaris nam met bizonderen jjver het woord en bewees met spitsvondige haarkloverjjen, dat de goedereu der minderjarigen geen hoogere som be droegen dan die de oudste zoon in zijn bezit kreeg.// Maxime luisterde met gelatenheid en xeide Aan de haven heerscht eene groote op schudding, de werkstakers zoeken op aller lei wjjze den arbeid te beletten van de 400 werklieden, die de reeders uit Londen heb ben doen overkomen om het werk te ver richten. Heftige redevoeringen worden ge houden tegen de werkgevers en verschei dene gevechten hebben door de opruiende taal daar gesproken reeds plaats gehad,waar door de toestand zeer ernstig is geworden en escadrons huzaren uit de stad York zjjn ontboden. Da heer Gladstone heeft in het Lagerhuis de tweede lezing van zjjn Home- rule-ontwerp voorgesteld, als zjjnde dit de oplossing van het Iersche vraagstuk. Drie deelen van het Vereenigd Koninkrijk hadden zich reeds vroeger voor deze oplossing ver klaard, en thans was ook Engeland in groote mate op weg om zjjne vjjandige beslissing van 1886 te wjjzigen. Onder de massa van het Iersche volk heerscht eane voortdurende beweging ten gunste van intrekking of wjjziging der Acte van Unie, en dit volk is vast besloten om niet te rusten alvorens de verandering, welke het verlangt, zal toegestaan zjjn. Eene geheel be vredigende oplossing van het financieel vraag stuk is niet mogeljjk; doch in ge /al bui tengewone omstandigheden de uitgaven des Rjjks mochten doen stijgen; zou er baat kunnen gezocht worden bij eene verhoogiüg van de accjjns op gedistilleerd en van de inkomstenbelasting, dan zou Ierlaud zjj a deel dragen in dien last. Het Iersche vraag stuk is thans eene quaestie tusschen eene sterke en eene zwakke natie. Niets is verne derender,dus luidde de treffende peroratie van Gladstone, dan onderdrukking van eene zwakke door eene sterke natie; niets edeler dan het schouwspel hoe eene natie zich laat leiden door eer en plicht, vast besloten om uit vrjje beweging een onrecht nit de we reld te helpen. De woede der unionisten kent geen grenzen. In eene vergadering te Liverpool gehoudeo, heeft Lord Randolph Chur chill, het woord gevoerd en G1 a s t o- ne's Home-rule-ontwerpschurkachtig, dief achtig, en e8ne dwingelandjj genoemd, vol gens hetwelk de Ieren niet alleen ïd Ier land, maar ook in Engeland mederegeeren louden. Ten spjjt echter van al het oorver- doovende tromgeroffel, dat de tegenstanders doen hooren, voorspe len de vrienden van het groene Erin, dat de liome-rule-bill, dezen zomer zal worden aangenomen. Frankrijk De heer D u p u y, voorzitter van het *en slotte den draad van zjjn betoog afbrekend:" //Ik onderwerp mjj! Ik zal er niet over rede twisten, met de voeten op het versch gedolven graf mijns vaders. Ik onderteeken wat hjj heeft goedgevonden, ik ontlast zjjne nagedachtenis van elk verwijt en ik wensch mevrouw, dat dit fortuin ge,luk zal brengea aaa n en uwe kinderen.// „Hjj ging heen, en weinige dagen later vertrok hij van de //Pêeherie," waar hij nooit meer terug- keardo." «Wat is er van hem geworden? oom, weet gjj het,// vrotg Esther, wier gelaat met een waas van somberheid was overtogen. //Ik heb dit vernomen. Hg ontving zjjn erf deel, en met deze som, vereenigd met een tien duizend franks, die zjjne moeder hem had nage laten, beproefde hjj eene industrieele onderneming, die in het begin tameljjk goed slaagde. Hjj trouwde de zuster van een zjjner college-vrienden en hjj had zich een gelukkig te huis geschapen, dat hem zonder twjjfel vertroostte iu zjjne vermindering van vermogen; maar ook hierin werd hjj door zijne slechte ster vervolgd. Hjj ondervond groote geld verliezen en de laatste maal waarop ik tjjding van hem ontving ('t is reeds lang geleden) vernam ik, dat hjj te Parjjs leefde met vrouw en kinderen, en eene nederige betrekking bekleedd :.Hjj had een zoon en die zoon, ik kan er niet aan twijfelen, isde brave, moedige jonge man, die ons heeft gerei van een vreeseljjfcen dood!" //Hjj is arm, hjj wil niets van ons aannemen, van ons, die zoo rjjk zjjn!//zeide Esther op smar- teljjken toon. //Ach! oom, wat is dat eene treurige gedachte!* (Wordt vervolgd.) II li RIM ft (IK ICOO ROT. üïêumDJtTf:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1