NIEUWE
Jhr. C.HARTSEN,
No. 1996
Zondag 18 Jan! 1893
18de Jaargang.
Een Manifest.
Jhr. C. HARTS EN,
Een algemeen kiezer.
Aan de lt> K, Kiezers van het
Kiesdistrict Beverwijk
0,0£
Wij willen geen algemeen stem
recht ea dus ook geen Caudidaat, die het
algemeen stemrecht verdedigt.
«De bezittters zullen betalen»
«de niet-bezitters zullen regeeren!»
De Familie Reydel.
als tegenstander van de groote uit
breiding van het stemrecht zal hij
meewerken om de kieswet van
Minister TAX te laten vallen.
Kiezers van het district Beverwijk
indien gij het algemeen kiesrecht niet
Wilt, kiest dau
Oud-Minister.
tegenstander van de kieswet-TAK
van hetzelfde houtje als wij: en dat
Oud-Minister.
Heemskerk: C. DAM, J. Jz. DUIN,
J. FERRU, J. DE WIT.
Zand voort: A. H. PETERS, W. VER-
STEEGE.
Spaarnw. a/Lie: S. VAN DER AAR,
V. VRIESEKOOP.
Vogelenzang: A. v. d. HULST, R.
VERDEGAAL, J. van LIEROP Cz., G.
HEEMSKERK.
Assendelft: C. SCHAVEMAKER, E.E.
v. d. LAAN, I. Jz. DEKKER, G. S. GAAL,
P. VAN DER LAAN Cz.
Limmen: M. KUIJS, S. ADMIRAAL,
C. BREEDVELD, P. KUIJS, R. SWART.
Egmonden: J. de WIT Pz., J. NOORT,
K. ZUURBIER, S. APELDOORN, Gt.
VALKERING.
Schoten: H. J. TER BURG, P. Van
SCHIE.
Krommenie: P. J. v. GELDEREN,
P. HAZENBERG.
HüiiiisiHninRttT.
ABONNEMENTSPRIJS
Poi 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor hel buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschgnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels 30 Cent»
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden uiterlgk Maandag-, Woensd ag-
en Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever, W. KUPPEH8.
Onderstaand openbaar geschrift is aan de
R. K. Kiezers in het district «Beverwijk»
gezonden.
Wij vertrouwen dat de Kiezers den ïd-
hond in ernstige overweging zullen nemen
en dat de Duinstreek een Vertegenwoordiger
naar de Tweede Kamer der Staten Geeeraal
te 's Graveuhage zal atvaardigeo, die de
werkelijke belangen van het volk zal be
hartigen.
Wg wezen reeds bp herhaling op de
candidatuur van Jhr. C. H a r t s e n, oud
minister van Buiteulaudsche Zaken en beve
len deze nogmaals den Kiezers dringend aan.
Aan het verzoek tot opname van het
Manifest in ouze kolommen, voldoen wij
gaarne en laten het hier volgen:
De onderget eekendeu,onaf kan kelijkeR K.
Kiezers van het district Beverwijk, heb
ben met leedwezen kennis genomen van de
Caodidatuur van Mr. Tij. BORRET.
Ofschoon ondergeteekenden niets willen
afdingen op de achtenswaardigheid van
Mr. Th. BORRET als katholiek,als Staats
man kan hij onze vertegenwoordiger NIET
zijn. Het grieft ons dat wij hem don ka
tholiek moeten afwijzen, wiens staatkundige
dankbeelden niet overeenstemmen met de
onzeD,en door duizenden met ons beschouwd
moet worden als roekeloos ea verderfelijk
voor de maatschappij.
Mr. Th. BORRET heeft zich openlijk
verklaard voor eeue ruime uitbreiding van
het kiesrecht, die geljjk zal staan met al
gemeen stemrecht.
Dit algemeen stimreckt, gepaard met de
belastingen op het vermogen eu op alles,
wat nog volgen zal, staat gelijk met deze
uitkomst:
Met andere woorden: gij zult uwen knechts
werk, voedsel, loon gevenmaar zij. zullen den
baas spelen
Zjj die niets te verliezen hebben kunnen
alles wagen, zij die bezitten zullen de lij
dende pat tij wezen, machteloos zwichtend
onder eene verpletterende meerderheid, die
door enkele leiders zeggen we liever mislei
ders van het volk worden aangevoerd.
F E U ILL ET ON.
37.
{Vervolg.)
Hij nam zijn lorgnet en las snel:
//Weergasch, diantrel" zeide hij, //ziedaar iets
wat erg treurig is! Arme geliefde Max! wat moet
er gedaan worden?//
»Oom,// antwoordde Albine, „gjj alleen slechts
knnt hem en mjj helpen, want ik ljjd er onder
te weten, dat mjjue naaste verwanten van alle
geldelijke middelen ontbloot en ongelukkig zjjn.//
„Wilt gij mij geld voorschieten, eene groote som
en die aan hen zenden, niet als eene leening of
eene gave maar als ren voorschot op de recht
vaardige harstelling, die men hun verschuldigd is?"
//Wilt gij dat, Albine?"
„Ja, oom, en ik zou wanhopig worden, indien
gjj zoudt weigeren."
//Ik weiger het n niet, lieve kleine, Gid be
ware er mjj voor, ik ondervroeg u alleen. Hoe
veel wildet gjj zenden?"
Zjj dacht na.
//Zes duizend franks, zou dat genoeg zjjn?"
„Ja, zeide hij, zij zouden kunnen wachten op
eene nieuwe betrekking, zonder zich al te veel
te bekommeren voor den dag van morgen en
zich van de noodigste behoeften kunnen, voor
zien. Gij kunt de zaak als gedaan beschouwen,
Albine."
Zjj drukte hem met tranen in da oogen de hand.
„Geld alleen is echter niet genoeg, zeide zij,
gij moet Max aanbevelen, hem steunen; gij kent
veel menscheu, oom."
Wjj weten wèl wat de voorstanders vau
het algemeen stemrecht hierop zeggen: «Wg
vertrouwen ons volk, het is verstandiger.»
Maar tegenover deze gewaagde veronderstel
ling stellen wij liever het degelijk woord
van Paus Pius IX z. g.: het alge-
meene stemrecht, is de algemeene
leugen.
BORRET kan onze Candidaat NIET
zijn.
lo. Omdat hij het stemrecht uit wil
breiden tot een zoo goed als algemeen
stemrecht.
2o. Omdat hij voorstander van algemeen
stemrecht ook verdediger is van algemeenen
dienstplicht.
3o. Omdat wij de politiek van ouze ka
tholieke medebroeders in Noord-Brabaot, die
den katholieken BORRET geweerd hebben in
Oosterhout eu Zevenbergen, niet willen ver
oor deelen, maar goedkeuren.
Maar wie moet dau onze Candidaat
zjj.,?
Jhr. C. HART SEN, oud-minister,
wiens naam reeds genoemd werd vóór BOR
RET, om aaa alle katholieke kiezers ge
legenheid te geveD, met eensgezindheid een
mau tot candidaat te stelleu, die voor alhn
aannemelijk kon zjjn.
Jhr. C. H A R T S E N, oud-minister,
met een edel ridderljjk karakter, van wieu
de katholieken in velerlei opzicht de dui
delijkste bewijzen ondervonden van waar
deering en behartiging hunner belangen.
Jnr. C. tl A R TS E Nzal ooze be
langen ook in de toekomst behartigen, en
Laat u niet verschalken door de zoute-
looze aardigheid «dat hij oiet van 't boutje
is.» Jhr. C. HARTS EN is in de
brandende kwestie van het oogeublik, als
i3 voor ons in dit geval voldoende.
Kiezers kiest dan eenparig:
„En indien ik van mijn krediet gebruik maak,
wie zal het mjj dan teruggeven?" antwoordde
hij lachend.
//Ach! oom, het zal nooit beter gebruikt kun
nen worden!//
„Toegestaan. Ik zal uwe wensohen inwilligen
tot dat Max eene goede betrekking heeft.
Maar, kleine, hebt gij over dit alles niet met
mevrouw Reydel gesproken?//
„Neen oom," zeide zjj rood wordend.
„Dat zou haar toch mitsehiea ook aangaan,
hernam bij op ernstigen toon. Zjj komt mjj sadert
eenigen tijd treurig voor, en ik verbeeld mij,
misschien ten onrechte dat de oude geschiedenis
haar vervolgt. Gij zoudt eenigea invloed op haren
geest kunnen uitoefenen, Albine?//
//Maar oom, om invloed uit te oefenen, moet er
dan geen wederzjjdsche sympathie bestaan?//
„Welnu?"
//Ik vereer mjjne grootmoeder, ik gevoel, dat
het mjj niets zou kosteD, zoo ik haar maar nuttig
kon zjjn maar de liefde die men voor zjjne moeder
ondervind, ondervind ik ook voor haar, ofschoon
zjj mjj niet zooals Genovava liefheeft. Ik beklaag er
mjj niet over, het is rechtvaardig."
Hjj antwoordde niet onmiddellijk, hjj hervatte.-
//Albine, gij hebt mij op een goeden dag ge
zegd, dat gjj slechts met Max zoudt trouwen;
denkt gij daar nog aan of is dit plan onmo-
geljjk?//
„Ik denk er niet meer aan," zeide zij blozend,
„dat voornemen, dat idee waren niets dan een
schaduwbeeld. Hjj heeft mjj gezien, ik heb hem
niet behaagd: ziedaar de waarheid, maar dit moet
noch de rechtvaardigheid, noch de vriendschap
Wpj hebben een stembiljet en dat is een
kracht, waarvan wjj eeumaal rekenschap
moeten afleggen.
Dus allen ter stembus op 20 Juni, dat
niemand Vhuis blijve
De naam is wel niet mooi; het is alsof
men spreekt vau een middelbaar ouderwij
zer, doch wij zijn nog, hier in Nederlaod,
niet ver genoeg geavanceerd om zelfs de
nieuwe kiezers met eene generale benaming
comme il faut aan te duiden.
Toch wenscben wjj het woord te geven
aau den algemeeuen kiezer Jan Verlem,
woordvoeder der werklieden ofschoon
hij zelf haast nooit werkte toen de agi
tatie voor bet algemeen stemrecht nog
gaaude was, en nu natuurlijk woordvoer
der af.
Hier sta ik, ik kan niet anders, ik moet
stemmee, zegt Jan Verlem, de algemeene
kiezer der toekomst, en is met de zaak ver-
legee. Gelukkig heeft tngubeer van der
K r e 1 e n hem gezegd, dat hjj nog wel een
paar jaar wachten kou, eer er eene ver
kiezing kwam, waaraan hij kon deelnemen,
Als ik dat geweten had, hernam J au
Verlem, dau bad ik er nooit aan mee
gedaan; wie weet wat er iu die twee jaar
gebeurt! Eu bovendien, wat ik verlaug, dat
moest morgen, dat moest op zjju laatst de
andere week gebeureo; ik heb al lang ge-
noeg gewacht in deze verouderde, of hoe
zeggen ze ook weer, ja verouderde maat
schappij.
Iutusschen moest Jan geduld hebbeo,
jegens bloedverwanten, die denzelfden naam
dragen niet beletten."
Zij had deze woorden met aandoening ge
sproken; mijnheer de la Ferté drukte nu op zjjn
beurt haar de hand en zeide, terwijl hij haar
naar huis terug vergezelde:
//Uwe wenschen zullen vervuld worden; nog
dezen avond sehrijf ik aan Max, morgen neem
ik geld op ta Maqon en ik schrijf brieven aan
verschillende vriendeD, die hen kunnen helpen.
Wjj zullen slagen.
XXIV.
PlombiIres.
Eenige dagen na het gesprek tusschen oom en
Albine, na een regen- en storrcachtigen dag, kreeg
mevrouw Reydel eene ongesteldheid, duizelin-
geo, eene kleine flauwte, waaruit zij opstond met
beving in de handen en in de armen. Albine,
zeer ontsteld, raadpleegde den dokter.
„Het is, zeide hjj, eene lichte congestie, met
een begin van beroerte. Da badan zullen haar
veel goed doen en ik beveel haar die teD zeerste aan."
Mevrouw Reydel onderwierp zich aan het gebod.
//Het is nog zoo noodig dat ik voor deze arme
kleine bljjf leveD," zeide zij, Genoreva tooaend.
Zij herstelde spoedig en tegen het midden van
de maand Augustus, kwam zjj ve'gezeld van haar
kleindochters te Plombières aan. Mijnheer Horace
zou bij haar komen tegen het einde van het
badseizoen.
Albine wilde zelf voor grootmoeders behande
ling zorgen; zjj vergezelde iederen morgen haar
grootmoeder naar de Romeinsche Baden, naast
den draagstoel wandelend; zjj hield haar gezel-
en deze twee jaren, gelijk andere jaren
streken voorbij.
Eindeljjk werden er algemeene verkiezin
gen uitgeschreven en had er in zjjn district
eene kiezersvergadering plaats, die wjjl ieder
gebouw te klein was voor de massa, ge
houden werd op een dar pleinen, en daar
het juist regende, onder bescherming van
een aantal parapluies.
De candidaat, van de meest vooruitstre
vende richting, allerradicaalst, maar toch
niet socialistisch a la Rienzi, hal onder
eene parapluie, door een welwiilenden alge
meeuen kiezer boven zjju achtbaar hoofd ge
houden, zijn program ontwikkeld, dat weinig
indruk maakte, wjjl er haast niemand iets
van begreep. Aller oogen vest'gden zich
daarop naar Jan Verlem, den beproef
den woordvoerder. Hg scheen niet van plan
veel te zeggen, want nadat hij een paar
malen de tabaksproim van de eene wang
naar de andere verschoven had, keek hjj
eerst eens in het rond, als om stilte te ge
bieden, en zeide toen:
Ik stem op mjjnheer K a 1 i r s; op
mijnheer K a 1 i r s, zeg ik, hoezee!
Er ontstond na eene pauze, en daar de
spreker, niet voornemens scheen er iets bjj
te voegen, riepen verscheidene stemmen:
dat is onze candidaat, dat (aaar de estrade
wjjzande) en mjjnheer K a 1 i r s daar kan
niets van komen.
Dan stem ik in het geheel niet, her
nam Jan Verlem; wanneer ik niet kan
kiezen dien ik wil, wat heb ik dan aan
mijn stemrecht? Waarom zou ik stemmen
op dien mijnheer daar, wiens gezicht ik
wegens de parapluie niet eens goed kan
onderscheiden, wiens portret ik niet ken,
(dat van Ssquah, dat ken ik), en die mij
nog nooit een bittertje of eene sigaar ge
presenteerd In eft. Die mijnheer Kalirs, dat
is eerst een man, die weet wat een mensch
toekomt. Hij heeft me, zoo waar als ik hier
sta, eens een he6l kistje sigaren gegeven;
mijue kameraden zeideu wel dat hij ze zelf
niet. rookeu kon, maar ze waren toch goed.
Eu op een anderen keer gaf hg mjj eene
halve karaf echte klare en voegde er bij:
ge staat daar met u twintigen al zoo laug
iu de kou en in den wiud; dat is eene hart
versterking voor u allen. Het toeval wilde
dat al mjjne kameraden juist naar huis wa
ren gegaan, zoodat ik de halve karaf voor
mij had. Dat is iets anders dau dat gezeur
over communisme, algemeen bezit van den
giond, algemeen bezit van de werktuigen
enz. Ik heb geen grond en geen werktuigen
noodig. Ik loop en sta waar het mg goed
dunkt, meestal aan de kaai of op de brug,
schap, haar helpend bij het aaakLeden, dekte haar
zorgvuldig toe, bracht haar weer naar huis terug,
en diende haar bjj het déjeuner. lederen morgen
giug Genoveva onder de hoede van eene gouver
nante naar de kerk en ademde de morgenlucht
in, de lucht der bergen en der boaschen, de rondte
makend van de //Wandeling dar Dames;// over
dag lazen en werkten zij bjj grootmoeder; tegen
den avond, wandelden zjj alle drie, genietend van
de verlevendigende en heerljjke zuiverheid van
de atmodeer en van de schoonheid der landschap
pen, waarin de bevalligheid en de kracht bij zoo'n
juiste maat ineensmolten; overal volop natuurge
not: weilanden van smaragdgroen, stugge bergen,
spattende beekjes, stille bosschen, duivennesten
en holen voor wilde zwijnen, eenzame plekjes en
menige oase voor dichters.
Zij waren verrokt, en mevrouw Reydel vergeleek
dit schoone land der Vogezen met baar Rjjalaud.
Zjj zeide soms:
„Ik ben er verrukt over, nog eens voor mjjn
sterven, zulke schoone rotsen en wouden te zien.//
Haar gezondheid werd beter, zjj herkreeg de
volle vrjjheid harer bewegingen; er bleef haar
van dit ongeval, zoo licht in schjjn, maar in wer
kelijkheid zoo ernstig, niets over dan eene zekere
droefheid, die zich bjj hare gewone bezigheden
kwam voegen; zij ontveinsde het zich, zoo goed zjj
kon, Genoveva met haar gelukkig optimisme der
jeugd merkte die droefheid niet op, maar Albine,
veel scherpzinniger, durfde haar hierover niet
ondervragen.
Wordt vervolgd.)