NIEUWE No. 2002 Zondag 2 Jail 1893. 18de Jaargang. Onthouding Met den stroom mede? ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland >1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AG-ITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterljjb Maandag-, Woensd ag- en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KüPPERS. Eet Jcwaad blijft kwaad al wordt het ook aangeboden door een Katholiek. In den geest van onderstaand artikel is aan de katholieke bladen die de candidatuur van Jhr. C. Hartsen, hebben verdedigd, een schrijven ter opname gazonden. Wjj meenen, dat ook aan ons gericht schrjjven, wat uitvoeriger te moeten bespreken. De onafhankelijke R. K. Kiezers van het district Beverwijk, zijn bp de herstemming op Dinsdag dea 4n Juli a. s. geplaatst voor een pijnlijke keuze tusscben twee onmo gelijke candidaten: Mr. Th. Borret, voorstander van de kieswet-Tak en Ds. Van Loenen Martinet, een man van radi cale beginselen. Aan hen, die een zeer groot gedeelte der Katholieke Kiezers in dezen pjjnijjben staat gebracht hebben, de verantwoording. De onafhankelijke R. K. Kiezers behooren echter in dit beslissend oogenblik met vast heid van karakter, aan hunne beginselen getrouw te bljjven. Zjj hebben Mr. Borret niet gewild, omdat hij voorstander is van de kieswet-Tak: maar de beer Borret is en blijft voorstander van die wei: bijgevolg is en blijft hij onaannemelijk. Men zegt; den katholiek moeten wij bo ven den radicaal stellen, waDt de eerste zal minder kwaad doen dan de laatste. Hierop antwoorden wij: van twee kwaden mag het minste kwade gekozen worden, wanneer de onverbiddelijke noodzakelijkheid daartoe dwingt hst een of ander te doen, b. v. als ons huis in brand staat en wij heb ben de keus om te verbrandea of met een levensgevaarlijken sprong het brandende huis te ontvluchten, dan mogen wij het minst kwade kiezen en mag den sprong gewaagd worden, om niet levend te ver branden. Maar op 4 Juli, op a. s. Dinsdag, zijn de Kiezers in het Beverw jjksche district niet in die onverbiddelijke noodzakelijkheid. Zij bljjven eenvoudig t'huis en onthouden zich van stemming. Zóó zullen zjj noch ver branden, noch gevaar loopeu hals of beenen te breken. Geheel anders is het nog in zedelijken zin. Hier mogen zp nooit direct meewerken tot het kwaad zelfs niet tot het minste kwaad. Indien onze heilige overtuiging is, dat de wet van den minister Tak een verderf is voor troon en maatschappij dan mogen wjj niet meewerken aan de verkiezing van een man, die deze wet helpt maken. FEUILLETON. De houthakker van Faubois. 2. (Vervolg.) Vader, luister toch naar rede: gij weet im mers, dat de Graaf in den afgeloopen winter ons het werk in zijne bosschen deed aanbieden en daarmede was goed wat te verdienen. Dat weet ik, Lodewjjk, ik heb het geweigerd, nimmer wil ik aan hom verplichting hebben; eergisteren van mijn werk terugkeerende, wilde ik, om eenen grooten omweg te spaten, door de beek, die aan het kruispad loopt, waden; zjj is er breed cd diep en op sommige plaatsen ge vaarlek; iemand van het kasteel was aan het vis- schen, hij zag mjjn voornemen en riep mij toe, in zjjne schuit te komen, doch ik antwoordde niet en ging mijn gang; liever ware ik verdronken, dan mjjn leven aan den.Graaf verschuldigd te zjju! Lodewjjk en zjjne moeder zuchtten bij bet hooren dezer hardvochtigheid; de jongeling wilde antwoorden, maar zjjn vader wierp eenen zoo gestrengen blik op hem, dat hjj niet durfde spreken en voor zich zag: Intusschen had de vrouw gedekt, nam den pot met aardappelen van het vuur en schudde die op een schotel. Het is reeds acht ure geslagen en het eien is klaar, zeide zjj, verheugd zijnde eene andere wending aan het gesprek te kunnen geven. De zoon zette zich aan tafel naast sjjne moeder. Pauwel, het is tjjd, sprak Catharina. Ik heb geen honger. De beide etenden gebruikten hun avondmaal De Kiezers zjju dus verplicht zich te ont houden van kiezingop 4 Juli as.: Ie. Omdat zij hun steun niet mogen geven aan hetgeen hun kwaad voorkomt, zelfs niet aan het minste kwaad. 2e. Omdat zp door hunne onthouding pro test moeten aanteekenen tegen het on waardig drpven van sommigen, die met opzet den vrede onder ons komen verstoren. En ofschoon kiesrecht kiesplicht is mo gen de Kiezers zich in geweten onthouden. Al ban Stolz zegt: «wanneer gjj te voren weet dat uwe stem zal vallsn als sen sneeuwvlok in een modderplas blijf dan t'huis. t'Huis bljjven Diasdag a. s. of ah gjj wilt, blanco stemmen als protest tegen de verderfelijke en heillooza kieswet is het wachtwoord. Onafhankelijke kiezers! lezers van ons blad, gij hebt het recht ons te doen spre ken, gp hebt geluisterd naar onze roepstem om Jhr. C. Hartsen, den edelman zon der vlek, uw vertrouwen te schenken; wp hebben tegen den gemeenschappelpkeu vij and van Kerk en Maatschappij gestreden, wij zpu geslagen, niet overwonnen. Onze Priesters worden in den strjjd voor het algemeen stemrecht beleedigd en met minachting besproken in bijeenkomsten eu in het openbaar, leeken worden al dreigend gehoond en benadeeld in hnn maatschap pelijk bestaan, het is betreurenswaardig wp constateeren dit, maar die daden vermogen ons niet te doen wpken in den glorievollen strijd ter verdediging onzer dierbaarste en heiligste rechten. Handhaven wij onze onaantastbare be ginselen op het gebied van den godsdienst, maar ook in het maatschappelijke tot wel zijn van Kerk en Staat. Als de democraat maar even van jas ver wisseld, is hjj een sociaal-democraat; laat u daarom, gedachtig het gepleegd schan daal te Gouda, waar calvinisten en katho lieken-democraten den afvalligen katholiek voorstander van het algemeen stemrecht naar de Tweede Kamer hebbea gezonden, niet misleiden, noch door krokodillentranen die geschreid worden ter bereiking van eon doel, noch door den sirenenzang die ter wille van den algemeen-stemrecht-candidaat, wordt aangeheven. Zegt het voort! en gaat de argelooze en eenvoudige Kiezers voor met inlichtingen zegt het overal rond: T'HUIS BLIJ VEN! Dinsdag a. e. - of - BLANCO STEMMEN! schier zonder smaak. De hond, die zjjn kop op de knie van Lodewijk had gelegd, spitste zjjne ooren, als luisterde hjj aandachtig, ea liet een dof ge brom hooren. Stil, Caro! riep de jongeling. Dan deze begon te blaffen, en *an buiten vernam men de haastige treden van eenige personen; weldra werd er tegen de deur geklopt. Doe spoedig open, sprak de vrouw; het zullen menschen wezen, die of verdwaald zjjn, of eene schuilplaats tegen den regvn zoeken. Nauwelijks volgde de zoon dit bevel, ot drie penonen traden bit.nen, het water droop uit hunne kleederen; zjj zetten hunne jachtgeweren in een hoek en gingen bjj het vuur, om zich te droogen. Wjj storen n nog laat, goede lieden, sprak een man van omstreeks dertig jaren, maar het is onze schuld niet, waut hing het van mij af, dan zou het zulk weder niet zijn; de avond heeft ons overvallen, de weg naar het kasteel is door de menigte slingerpaden moeieljjk te vinden; wjj ver zoeken eene sehnilplaats tot den regen vooibij i«; Bjj het hooren, dat deze lieden naar den graaf de Sulgies gingen, sidderden Lodewjjk en zjjne moeder. De grjjsasrd, die tot nu toe peinzend in de vlam had gestaard, zag den sprekende sterk aan, zjjn voorhoofd werd nog meer gerimpeld in zich-zelven mompelende, deed hjj de deur open, die in de schuur uitkwam, en vertrok. Bjj het zien van den ouden man werd het open hartige gelaat van den jager met een somberen blik beneveld, want hjj bemerkte nu, dat hjj zich in het huis van den houthakker Feillé bevond en zou, zoo hjj geweten had, dat het diens woning Als een schip de haven verlaat, goed uitgerust, van eene flinke bemanning en bovenal van een degel jjk kapitein voorzien, dan klieft het fin- de baren en is het op gewassen tegen den storm en audere geva ren, welke het op de groote watervlakte kunnen bedreigen. Indien geen buitenge wone tegenspoeden zich voordoeD, dan be reikt het de plaats zjjrier bestemming en kan met voldoening op den afgelegden tocht worden teruggezien. Doch indien het vaartuig, reeds voor het de haven verliet, wrak was en toevertrouwd wordt aaa leidslieden, die moedwillig de oogen voor het gevaar sluiten, dan drjjft het weldra op de waterplas rond, overge- geleverd aaa de wisselende winden eu aan den stroom. Zulk eea toestand is verschrikkelijk voor de schepelingen. Zij moeten zich overgeven aan den stroom, en 't zjj deze hen van het doel verwijdert of niet, zij kunnen zich niet verzetten eu zjju een speelbal vau de golven. Zoo is het ook op politiek terrein ge steld. Verschillende stroomingen doen zich daar voor. Nu eens doet deze, dan weder geue zich het krachtigst gelden. Tuaus schjjut het, alsof de politieke wateren in beroering zjjn gebracht door een stroom, welke ouder den naam: algemeen stemrecht bekend is. Voor een oogenblik zjjn alle andere stroomingen opgelost in die eene, welke met bjjua onweerstaanbaar geweld voortbruist en alles met zich tracht mede te voeren, dat gewillig of niet er mede in aanraking komt. Natuurlijk zjjn het politiek-zwakken, die iu de allereerste plaats zich gewonnen moe ten geven. De radicalen hebbea eenmaal door de ieuze: het algemeen stemrecht zit in de 1 ucht, het bestaan van deze politieke strooming geconstateerd en weldra wordt door hen, wier staatkundige overtuiging op zwakke gronden ïust, deze leuze herhaald en geloofd. Meenden zij eerst nog eenigen weerstand te moeten en te kunnen bieden, binnen kort ziet men hier vau at en geeft men zich op genade of ongenade over. Waagt meu zich in den algemeen-stem recht stroom, dan is trouwens iedere tegeu- stani vruchteloos. Zonder mededoogeu sleurt deze stroom eea ieder mede, die er zich niet buiteu weet te houden, eu het einde er vau is, dat men wordt gesleurd naar het bekende doel: de heerschappij van de democratie. Gelijk wjj reeds zeiden, moet thans door ODze staatslieden gekozen worden tusschen was, die zeker vormeden hebben. Lodewijk, vree- zende dat zjjn vader iets kwaads in den zin had, was hom gevolgd, doch kwam spoedig terog. Zjjt gerust, moeder, fluisterde hij tot de vrouw; hjj wil niet in dit gezelschap zjjn en is in het hooi gaan liggen,om er te slapen. Mijne heeren, vervolgde de jongeling op luiden toon, gaat zit ten, wjj hebben wel niet veel, maar het weinige is tot uwen dienst; roggebrood en aardappelen zjjn grove kost, doch den hongerigen magen van jagers misschien welkom. Verheugd over dere vriendelijke taal, welke hjj niet verwacht had, noodigde de jonge graaf de Sulgies zjjne makkers uit, lot het nuitigen der aangeboden spijzen; zjj aten met graagte en smaak, tevens hunne vermoeide honden verzadigende. Intusschen verminderde de regen en ook de wind bedaarde. Het weêr werd gunstiger, zeide een der jagers, wij zullen nu wel kannen vertrekken. Wil men ons eeoe lantaarn geve, voegd e de Graaf er bij; want, hoewel ik den weg weet, zou de duisternis ons wel eens van het pad doen dwa len, het zou dubbel onaangenaam zijo, in een nat pak de bosschen als een doolhof te doorkruisen, telkens vreezende,. van over eon struile te vallen, of door de glibberigheid een modderdoop te ont vangen. Lodewjjk stak de stallantaarn aan en gaf die aan eenen der jagers. Houdt nu den weg aan de linkerhand, draait aan het eerste witte hek rechts af, volgt de eiken dreef, dan komt gjj aan het kasteel, sprak hjj. Wjj zullen uwen raad volgen, antwoordde de Salgies; mjju vriend, wat ben ik voor het onthaal het medegaan met dien stroom en het er zich buiten houdea, de keuze moet een be sliste wezen. Elke halfheid is buitengeslo ten, daar geen tegenstreven kan baten. Da stroom laat zich ook niet leiden of in een andere bedding voeren, maar zij leidt zelve en is oppermachtig. Het is nu maar de vraag, of men wenscht mede te gaan met den stroom, ja dan neen. De politiek-zwakken zullen antwoorden, dat er niet tegen valt op te werken. Zij hebben de hoop opgegeven, omdat zij geen kracht in hun eigen beginselen vinden, en maehteloos drjjven zij mede, zich zei ven nog wijs trachtende te maken, dat door hen niet beter gehacdeld kon worden. Anders is het gesteld met hen, die zich op de politieke wateren bewegen in een vaartuig, dat de stormen kan braveeren en met een Hinken gids aan boord. Dat vaartuig zjju de beginselen, waarvan men uitgaat en de gids is de houding, welke door die beginselen wordt voorgeschreven. Yoor zjj den stroom, door hen opgemerkt, volgen, vragen zjj naar het einddoel. Zjj zien uit, waarheen zij gevoerd zullen worden en zeggeu dan, dat het volgen van den stroom tot hun verderf en dat van het vaderland moet leiden. Hiervan vast overtuigd, ont waken zjj den stroom, en waar zjj eea en kele maal er mede in aanraking bomen, daar wordt met dubbele kracht gewerkt om het gevaarljjke water te ontvlieden. Men zou ons kunnen opmerken, dat die beginselen dan niet zoo heel vast gegrond zpu, als men niet bestand is om des noods tegen den stroom op te roeieD. Zjj, die het algemeen stemrecht niet schromen en mee nen, dat hun beginselen er hen wel van zullen terughouden om in de consequentie van het algemeen stemrecht, de heerschappjj van de groote menigte, te vervallen, zien evenwel voorbij, dat hnn beginselen door het volgen van bedoelde strooming lang zamerhand hun kracht en bsteekenis geheel verliezen. Zjj vergeten, dat het onmogeljjk is om twee machten te erkennen, namelijk die van hun bsginsel en die van het ra dicalisme. Indien men zich geworpen heeft in den stroom van het algemeen stemrechtdan heeft men tegelijkertijd afstand gedaan van die beginselen welke gegrond zijn op den godsdienst en het gezag. Men mag een korten tijd meenen, dat deze beide machten wel kunnen samen gaan en men zal aanvankoljjk aan beide richtingen zjjn hulde kunnen aanbieden, doch daar komt spoedig een eind aan en dan mist men wellicht het vermogen of schuldig? het eten heeft lekker gesmaakt en de brandende takkenboseen hebben ons weêr gansch verwarmd. Niets mijnheer, eene schuilplaats tegen den regen mag men niemand weigeren; komt men om aardappelen te koopen, zoo zal ik tot aanprjjzing zeggen, dat de Graaf die overheerlijk heeft ge vonden. Nog bleven de jagers aandringen, maar Lodewijk weigerde. Ziedaar, sprak de heer de Salgies tot de vrouw, wanneer men geen geld voor het genotene wil nemeD, dan zal een present voor de keuken toeh niet geweigerd worden; dit zeggende, nam hij twee patrjjzen uit de weitasch, en eer men iets kon antwoorden, grepen de aanwezigen hnnne ge weren, floten de honden en waren reeds bjj de deur. Wanneer ik u van dienst kan zjjn, beschik dan over mjj, riep de Graaf. Een air neuriende; sloegen de jagers den weg in naar het kasteel. Eoep vader toch spoedig, zeide de vrouw, nadat zjj vertrokken waren, het is koud in de schunr en het hooi zal hem niet verwarmen. Spoedig daarna keerde Lodewjjk met den grijs aard in de woning terug. De houthakker nam weder plaats in den hoek en hield zjjne handen bjj de flikkerende vlam. Het wss mjj onmogeljjk, bij deje menschen te blijven, sprak hjj. Catharina nam de borden van de tafel, een derzelve opbeurende, gaf zjj een vrooljjken gil en en lichtte met de lamp dichter bjj. Wordt vervolgd.) HllMM^IiyODRMT TJlNfl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1