NIEUWE No 2004 Vrijdag 7 Jail 1893. 18de Jaargang. Woorden en daden. d? ïa %E! k°» l""s X BUITENLAND, Pei 8 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers t 0,85 1,10 1,80 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG B U R E A IT: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiên worden uiterljjk Maandag-, Woenad ag- en Yrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KÜPPER8. Als in koor gaan er tegenwoordig klaag tonen en jammerklachten op, schier onder alle rangen en standen der maatschappij, over den min gunstigen, ja, zelfs siechten stand der zaken. Allerwegen hoort men klagen over malaise. Malaise in den handel en nijverheid, hoofdzakelijk het gevolg van de geduchte concurrentie. Malaise in de werkzaamheden, welke zich vooral hieriu openbaart dat er een gering werkloon wordt uitgereikt en wat nog erger is dat er zoo weinig werk is. Ook het verkrijgen van eene vaste be trekking is allermoeilijkstwant zoo er eene enkele betrekking vacant is, treden de sollicitanten naar die opengevallen betrek king vaak bij honderdtallen op. Behoeft het gezegd, dat men, wegens het groot ge tal van solliciteerenden, van overheidswege lichtelijk geneigd is om de jaarwedde, het saiaris aan de vacante betrekking voorheen verbondeD, aanmerkelijk te verminderen? In één woord, op allerlei gebied en onder veelvoudig opzicht hoort men klachten uiten over den jammerlijken staat der za ken over de groote malaise dezer tgden. En 'inderdaad, al zegt een aloud Hollandsch spreekwoord: klagers hebben geen nood wü moeten het volmondig bekennen, de velerlei klachten, waarvan hierboven enkele slechts opgenoemd, zjjn geenszins onrecht- matig, missen den grond van bestaan niet. Ja, de handel is geknakt, vooral door over- matige concurrentie; de werkzaamheden zyn slap en wat als onvermijdelijk gevolg mt de schaarschheid van werk voortvloeit het Icon, dat voor den verrichten arbeid wordt uitgereikt, is veel minder overvloe dig dan zulks het geval is in drukke tijden, wanneer de patroon als het ware arbeiders moet koopen. «Klagers hebben geennoou:* dit spreek woord is, evenmin als zoovele andere echt Hollandsche aloude spreskwgzeD, te ver- geefscb. Want woorden der menschen over de malaise der tegenwoordige zaken, «ie woorden, getoonzet op de droevige zang wijzen van jammerklachten en allerhande jeremiaden, stemmen allesbehalve met hunne daden overeen. Men jeremieert over slechte tijden, over te weinig verdiensten, enz. enz. en slaat uwe blikken eens paar de open bare vermakelijkheden, die in onze dagen van koortsachtig genotzucht meer dan overvloedig, voorkomen! Des zomers mu ziekuitvoering op muziekuitvoering in die rentuinen, in bosschages, in parken, op markten des zomers harddraverg op hard- l EU ILL ET ON. De houthakker van Faubois. 4. {Vervolg.) Gisteren-avond heb ik u gezegd, dat het mij aangenaam zou zijn, n pleizier te kunnen doen; heden herhaal ik het, verlangt gij dus iets waarmede ik u kan helpen, zeg het dan, ik zal mjj altijd herinneren, dat gij de hongerigen ge spijzigd en mijn leven gered hebt, sprak de Graaf hem vriendelijk op den schouder kloppende en daarna weder te paard stijgende. Mocht het gebeuren, dat ik iet3 noodig had, dan zal ik de vrijheid nemen, mij tot u te wenden, antwoordde de jongeling, zijne mu.s af nemende. Doe het gerust. De Sulgies reed voort en ook Lodewjjk ver volgde zijn weg; de Graaf zag nog eens om, groette met de rijzweep en verdween achter het ho»t- Het begon reeds avond te worden; ongeduldig wachtten de houthakker eu zijne vrouw op de terugkomst van hunnen zooe: de zorgvuldige moeder had, om het eten warm te houden, den rot op de gloeiende houtkolen gezet, zq zou he hem dus recht smakelijk kunnen voorzetten. Waar zou hij toch zoo lang blqven. sprak Panwel, zijne pijp uil dtn mond nemende an naar Ik begrijp het niet, hij is altijd zoo prompt in het terugkomen, het is al zes uren en om drie uren kon hij al te huis zijn geweest. De postmeester heeft gezegd, dat er op een xjjner hoeven ook iets te verrichten was, de dicht te draverij. Het geheele jaar door, soirêes, schouwburgvoorstellingenmaar ge noeg andere, waaronder allicht van zeer ongunstig allooi, zulleu we maar niet eens opnoemen. Zjjo deze publieke vermakelijkheden wer- keljjk niet druk bezocht? Bp honderden en duizenden stroomen de menschen er telkens heeD, en allicht zult ge onder die bonte menigte vele klagers ontmoeten, die thans, in plaats van hunne allerdroevigst gecom poneerde jeremiaden aan te heffen, instem men met de algemeene feestvreugde, ja zelfs losbreken in lnid-galmende jubelzangen. Droevig zjjn de woorden, bigde eu vreug devol de daden Hierbjj komt nog, wanneer men voor pleizier aan openbare vermake lijkheden deelneemt, dan bljjft men gewoon lijk niet op een droogje zitten; en alles kost geld. De verteringen, die men maakt, moeten betaald wordenen dat in zoo'n slechten naren tjjd Last not leastslaat uwe blikken eens naar het publiek verkeer op spoortreinen en in tramwaysWe spreken niet van men schen, die voor zaken op reis gaan. Maar ziet enkel des Zondags eens: als gepakte haring zit men in de waggons, men is voor zijn pleizier uit! Des avonds moe en mat naar huishet geld is verreisd en ver teerd, en dat in zoo'n slechten, naren tjjd Waarljjk, als de tjjden dan zóó slecht en naar zijn, als de zaken dan zóó gruwelijk slecht gaan, dan diende men op de aller eerste plaats die ounoodige uitgaven te ver- mjjden. Zeker, een mensch mag uitspanning en vermaak genieten, maar cp den voor grond moet er rekeuing gehouden worden met de geldbeurs: de uitgaven moeten ge- evenredigd zjjn naar de inkomsten en in geen geval mogen de inkomsten door de uitgaven worden overtroffen. Want waar loopen dergeljjke dwaze handelingen anders op uit dan onrechtvaardigheid, op schul den makeD, op bankroets en faillissement e tutti quanti. Aan verstandige lieden past het voor waar, dat hunne woorden met hunne daden overeenstemmen. Het is een kenmerk van verregaande dwaasheid zóó te spreken en zus te handelen, d. i. op geheel andere wjjze, ljjurecht in strjjd dikwjjls met onze woorden te doen. Maar dan bevat de spreuk Pene infnitus est stultorum numerus, d. w. z. het getal dwazen is schier eindeloos! in derdaad veel waarheid. Want naar de woor den van de tegenwoordige menschen te oordeelen, vervallen de meesten hunner hoe langer hoe meer tot armoede; en naar hunne daden te oordeelen zou men zeggen, licht drie kwartier van de stad, misschien is Lode- wjjk er naar toe. Het is mogelijk, anders kan ik mij geen denkbeeld over zijn uitbljjven vormen. Buiten zijne aanneming had hij slechts twee boodschappen, en hiermede kan hjj zich niet lang ophouden; Yalaix woont naast de posterij en het huis van den heer Chasois is in zjjn weg. Als hem maar geen ongeluk is overkomen. It hoop het niet, maar intusschen wenschte ik van harte, dat hjj wel en behouden te huis was. De oude man stond op en ging naar buiten. Moeder, zeide hij terugkomende, ik zie niets, ik begin ongerust te worden. Als hij maar geen ongenoegen over de pa- trjjzen heeft gehad, dit zeggende, zag Cathariua Pauwel aan, vreezende, dat deze woorden, die haar ontsnapt waren, hem in een kwaden laim zonden brengen. De houthakker antwoordde met, maar wreef met de hand over zijn voorhoofd, als wilde hij eene pijnlijke gedachte onderdrukken. Gjj hadt beter gehandeld, deze malle bood schap niet te laten doen, en waart gij er op gesteld, waarom dan zelf niet naar het kasteel gegaan; maar een onschuld igen jongen zendt gij er naar toe, foei! het is schande. Vrouw, gedane zaken hebben geen keer. Stilzeide h|j na verloop van eenige minutep, ik hoor een hond blaften; het is Caro, ja, ik herken hem. Voor dat de oude lieden den tjjd hadden, om naar de deur te gaan, werd die geopend; Lodewijk trad binnen, gevolgd door zjjn trouwen Cerberus, dat zij over schatten en rijkdommen te be schikken hadden. We hebben in deze regelen slechts be knopt enkele woorden en enkele daden van het tegenwoordig levend menschengeslacht onderling vergeleken. In veel ruimer om vang zon deze vergeljjking kunnen worden voortgezel; en dan, wat droevige tegenspraak zouden we vernemen uit die woorden en uit die daden 1 Engeland. Zaterdag-avond heeft de heer Glad stone bp het afgaan van eene trap een val gedaan, die gelukkig door mevrouw Gladstone gebroken werd. Met eene lichte verstuiking van den enkel kwam Gladstone van het ongeval vrjj. Hg heeft echter den geheelen dag hij lord Dussart te Petersham, waar hij te gast was, zijne kamer moeten houden, doch het ongeval baart verder niet de minste onge rustheid. Sir Arthur Gordon, jongste zoon van Lord Aberdeen, nit den Krimoor- log bekend, is door de Koningin tot peer verheven. De Londensche sociaal-democraten ergeren zich aan de schitterende feesten die bij gelegenheid van het huweljjk van den Hertog van York, waardoor zeer veel menschen veel geld verdienen gege ven worden. Zij hebben Zondag op Tra falgar Square eene bjjeenkomst van werke- loozen samengeroepen om te protesteeren tegen wat zjj de geldverspilling voor het huwelijk van den Hertog van York met de Prinses van Teek, noemen. Een spreker kon digde aan, dat op den dag van bet huweljjk de werkeloozen zich op Tower-Hill zullen vereenigen, om «aan de menschen, die zich vermaken de groote ellende te toonen, die om hen heen. heescht.» Eenzelfde bijeen komst heeft in Hyde Park plaats gehad. Die kerels zijn nooit tevreden. Het man keert er nog maar aan, dat zjj zich belee- digd achten nu ze niet ter bgwoning van de feesten zjjn uitgenoodigd. Naar uit Kaïro aan de Times gemeld wordt, gelooft men aldaar dat de Khedive den Sultan verzocht heeft Turkeche troepen te zenden ter vervanging van de Engelsche bezetting eu de terugroeping van lord Cro mer uit te lokken. Aan hetzelfde blad wordt uit Kaïro getelegrapheerd, dat de provinciale gouverneurs adressen aan den Saltan in circulatie hebben gebracht, waarin tevreden- die vrooljjk naar den houthakker liep en zjjue handen likte. Hier ben ik, begon de jongeling; zeker zjjt gij ongerust geweest. GeradeD, beste vriend, het is zoo lang over den tjjd, waar zijt gij toch geweest? De President der Republiek is opreisnaar Caen, vandaag passeerde hij te Lisisux.... Wat waren er schoone rij'uigen; zeker was er veel gevolg bjj? viel de vrouw hem in de rede. Er waren drie koetsen met vier paarden, en eene calèche voor iemand die vooraii reed.... Ik dacht, dat de groote heeren altjjd met wagens, met acht paarden bespannen, reisden? Neen, vader; toen ik hoorde, dat de Presi dent moest komen, vormde ik mjj ook een ander denkbeeld, iK meende veel pracht te zien, maar zoo was het niet. De stad was versierd en vlaggen wapperden van alle huizen, de nationale garde was op de been en het volk riep.- leve de republiek 1 en wel zoo hard, dat de grond er als het ware van dreunde; of nu al deze kreten gemeend waren, weet ik niet, maar men schreeuwde zoo hard men kon; iemand, ik geloof dat het een wever was, bulkte uit alle macht: //leve Robespierre!' Kortheidshalve namen twee hem bij den kraag en gaven hem wat oorpeuters, hjj sloeg terug en daarmede was de grap uit; om half elf kwam de President te Lisieux, de maire hield eene aan spraak, men verwisselde van paarden en een kwa*- tier later was aile3 afgeloopen. De postmeester kon door dit geval niet vroeg van huis, en daar hjj-zelf met mjj naar de bo3sehen wilde gaan zien, was het laat eer wjj gedaan hadden; ik heb het werk aangenomen voor den afgesproken prijs; het heid wordt betuigd met het bewind van den tegenwoordigen Khedive en geprotesteerd wordt tegen de vreemde interventie. Duitschland. Keizer VY i 1 h e 1 m heeft den Rjjksdag geopend. Uit de rede des Keizers, met welke hjj den Rijksdag opende, bleek dui delijk, dat de Regeering de Legerwet hand haaft. Met klem deed de Keizer uitkomen, dat de omstandigheden in Enropa sedert het tjjdstip der verwerping niet zjjn veranderd. Dnitschland mag, zeide hjj, niet minder sterk wezen dan Frankrjjk. Keizer Wilhelm noemde de verhouding tusschen Duitschlanda militaire kracht en die van zijne naburen nog ongunstiger dan in het afgeloopen jaar. Eme verdere ont wikkeling der weerbaarheid achtte hij met het oog op den vooruitgang in het buiten land, eene dringende noodzakelijkheid. Ter vervulling der grondwettig op mij rustende verplichtingen,zeide de Keizer, acht ik het onvermjjdelijk dat er met alle mid delen worde gestreefd naar totstandkoming eeuer meer toereikende, meer afdoende ver dediging van den vaderlaudschen bodem. Iu het nieuwe ontwerp zjjn de eischen om trent geschiktheid voor persoonlijken dienst en belastingkracht verminderd. Eene spoe dige afdoening van het ontwerp is noodig, opdat de indeeling van recroten reeds dit jaar op den nienwen grondslag kan plaats heb ben. Het vraagstuk betreffende de dekking der uitgaven is een onderwerp van voort gezette overwegingen. De troonrede eindigt met de uitdrukking van den wensch, dat het den Keizer en den bondsvorsten niet zal ontbreken aan patriotische offervaardige oodersteuuii g vaa den Rjjksdag. Verder behelst de troonrede door den Keizer uitgesproken nog deze woorden: «Gaat heen, Mjjae Heeren, en ons aller God Vcrleene n zijnen zegen tot het tot stand brengen van een eer ol werk voor het wel- zjjn vaa ons vaderland. Amen 1» Dit maakte op de vergadering diepen indrnk. Omtrent de wjjzigingen, d e in de nieuwe Legerwtt zullen worden voorgesteld, deelt de Köln. Ztg. onder voorbehoud mede: De afwjjkiugen der nieuwe wet van het voorstel- Huene zjjn, wat artikel 1 beti eft, slechts van redactioneelen aar J. In art. 1 2 leest men daarentegen In plaats van 24, zullen slechts 23 pionnier-bataljons worden gefor meerd. Deze wjjziging steunt op de volgende overweging: Beieren heeft tot na toe 2 pionnier-bataljons, ieder van 5 compagnieën, en wilde een bataljonsstaf en eene nieuwe compagnie formeeren, zoodat het dan 2 is uog al niet zwaar: als het weer wat ongunstig is, kunt gjj gerust te huis bljjven, vader, ik zal het wel klaar krjjgeo; later zjjn wij nog naar eene hoeve geweest, hierover zjjn wjj het niet eens geworden, ik scheel nog vijftien franks; aan staanden Vrjjdag komt mijnheer Aialeau in onze buurf, hjj zal mij dan verder spreken. Goed, Lodewijk; maar vriend, hebt gjj geen honger? Niet veel. Iutusacben had de vrouw het eten op de tafel gezet en zag met eene soort van zelfvoldoening op de rookende spjjs. Eet, zeide zij, ik heb de aardappelen zoo warm gehouden, als wjj die van middag zeiven hadden; maar gij ziet bleek, wat scheelt u Misschien komt het, moeder, omdat ik gauw gegaan ben, ik wilde gaarne yóor den duister terng zjjn. Lodewijk proes de lekkere kost, maar gebruikte weioig; om het niet te doen merken, gaf hjj nu en dan, zonder dat zjjne ouders het zagen, iets aan zjjnen hond, die het gretig aanvatte. Lodewijk, gij eet weinig. Ik heb onder weg iets genomen. Jongeling, sprak de oude man, u scheelt iets, ik zie het. Hij antwoordde niet maar zag voor zich. Z-g het mjj, wat deert u? ontveins het niet langer. Een traan pirelde uit het oog van den jongeling; gaarne zou ik u deze tjjding sparen, zeide hjj eindeljjk, maar het moet gezegd worden.... Wordt vervolgd yMEMSfllIECO[RAJT. ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1