N I E U W E m 2005 Zondag 9 Juli 1893 18de Jaargang. Laster. Een tegenstander der Kieswet-Tak. Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschgnt elkeu DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BÏÏBEATT: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensdag en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgaver, W. EÜPPEE8. Da laster ia eene misdaad even laag als afschuwelijk, even monsterachtig als mis dadig, waartegen men zich niet wapenen kan, waartegen eik middel tevergeefs wordt aangewend. Hij brengt geen ander zinge not aan hem, dia den laster pleegt, dan de dierljjke voldoening een broeder zjjn eer te hebben ontnomen en iu ellende te hebben gestort. De laster randt bjj voorkeur het heiligst aan, over de bloemen met de zoetste geu ren laat bij bi/onder zijn verpestenden adem vallen. Hg werkt iD het verborgen, in het duister, in den donkeren nacht. Als een adder schuilt hg soms onder bloemen en planten, om te zekerder te zgn van zjjn üoodeljjken beet. Hij aast niet op het geld of het leven, de eer van zgn slachtoffer is zgn doelwit. Wie met hem in aanraking kwam moge gekleed geweest zgn in het witte kleod der onschuld, een eerlaurier moge zjjn hoofd versieren, in de oogen der mecschen is het wit besmeurd, de bladeren der kroon zgn verflenst, op zgn voorhoofd rust het teeken der vervloeking, en men oatwjjkt den be lasterde, dien men vroeger in eere hield. Terwijl de onschuldig veroordeelde zich bukt onder de zwaarte van het naamloos leed, gaat de lasteraar met opgeheven hoofd, vertoont hij zich als een eerljjk man, hoewel zijne misdaad met zwarte letters geschre ven staat in het boek der Goddelijke Ge rechtigheid. Een lasteraar, een onbekende nataurlgk, verspreidt een leuuen. De booswicht wil zich wreken en is daarbjj te lafhartig om in het openbaar tegen zgn tegenstander op te treden, wel wetende, dat bij alsdan zgn schaamteloos bedrgf niet kan voortzetten. De lasteraar heeft zgn trawantenzij bien- geu zgn lastertaal ouder het volk en een storm van verontwaardiging breekt los over het hoofd van den zich geen kwaad bewus- t#n belasterden. V De lasteraar heeft genot van zgn arbeid. Immers hij heeft zjjn slachtoffer iu 't hart getroffen. Hoevele jaren van arbeid zgn tenietgedaan, boevele zelfopofferingen, hoe- vele weldaden vergeten, de laster overwon alles. Smaad en hoon waren de dank voor zooveel goed, zooveel arbied. En al wordt de lasteraar ontmaskerd, is dan hersteld de eer eu goede naam, de schade in het maatschappelijk samenzijn toegebiacht? Werpt een ieder den steen weg, dien hjj had opgeraapt? Hoe velen staan als lasteraars bjj God FEUILLETON. De houthakker van Faubois. 5. {Vervolg.) Wat is het? vroegen de houthakker en zijne vrouw nieuwsgierig. Valaix de kuiper, waar gij borg voor zjjt gebleven, kan niet betalen, overmorgen is het de verechjjndagmen dreigt ons goed te vorkoopen, indien het geld er dan niet voor twaalf ure is. Gerechte Hemel! riep Taille, terwjjl Ca- tharina de handen vouwde eu treurig opwaarts zag. Het is zoo, luister, ik zal u alles zeggen: nadat ik mijae zaken verricht had, liep ik even bij den Kuiper in, om goeden dag te zeggen, hij is anders altijd vroolijk, maar nu vond ik hem, met het hoofd op de hand leunende, in de keuken zitten; verschrikt vroeg ik, wat het was, en nu vertelde hjj mjj de zaak, er bijvoegende.- voor mij is het erg, het is mijne ruïne; maar het slimste is, dat mijn ongeluk ook mijn vriend ongelukkig maakt. Ik had modelijden met den man, hjj was schier radeloos en rukte zich de haren uit het hoofd: ik heb hem zoo goed mogeljjk getroost en ben toen naar hier geloopen, om dit droevig bericht bekend te maken. Ach God! heb medeljjden met ons, sprak de vrouw. Moeder, neem het ergste niet, miescliien kan alles nog geschikt worden. Mijn huis! zuchtte de grjjsaard in het rond ziende, mijn huis! mjjn al! Vader, wees zoo treurig niet, als het water aan de lippen staat, is de redding nabij. geboekt, die al heel vroom daar heen wan delen en in hun eigen oogen meenen al heel braaf te zijn. Zij verschuilen zich ge woonlijk achter anderen, zjj vertellen iets, en bljjven ougenoemdeD. De lasteraar werpt het vergift van den laster over zgn slachtoffer, hij liegt of ver draait althans de waarheid en zgn verdacht makingen gaan rond, zjj doen dienst bij allerhande gelegenheid, zg maken indruk eu er is een kwaad geschiedt, dat niet te be rekenen valt. Wat de belasterde voor goeds verrichtte, is vergeten, al wat hjj in het belang van anderen heeft gedaan komt niet meer in tel, de leugen alleen maakt nog indruk en de lasteraar schijnt niet eens te weten, hoeveel kwaad hg stichtte, welke verschrikkelijke rekening hg zal moeten geven bjj den rechtvaardigen God. De ongodsdienstige pers, die verre boven de godsdienstige pera den stenn der menschen heeft, profiteerd van den lasteraar. Zjj weet wat laster is en haar voorgevende neutra liteit dient om de menschen op een dwaal spoor te breDgen. Da lasteraar gaat rustig zgn weg, de eer'ooze, bg weet, dat onze hedeDdaagsche menschen lichtgeloovig zgn. Zg schudden, zoodra er iets wordt ver telt het hoofd, want: daar moet toch wel iets van waar zijn.> Het woord van Voltaire is in zjjue goddeloosheid een dier waarheden, die soms opwellen uit het hart van den vader der leugentaal: Liegt er maar op los, er bljjffc altjjdiets van hangen.» Overdenken wjj dit somtijds iu de hevig heid van eiken strjju? Onzen broeders is de laster nog afschuwelijker. Al denkt de lasteraar zich verborgen voor de menschen, zgn naam is bekend bij den al wetenden God. Door liberalen en radicalen wordt het dikwerf voorgesteld, of alleen de achter blijvers op politiek gebied, de stumperde die slechts aan zich zeiven denken en geen blik hebben op den vooruitgang en de ont wikkeling van het staatkundig leven van ons volk, tegenstanders zgn van de Kies wet-Tak. Zij vergissen zich daarin echter zeer, of liever, zg spreken een onwaarheid uit, want het is toch in den jongsten tijd gebleken, dat ook onder hun eigen geestverwanten er velen zgn, die zich volstrekt niet veree- nigen kunnen met de door de Regeering voorgestelde kiesrechtuitbreiding. Indien men ten minste acht geeft op Het kasteel van Taubois met zijne aanhoorige bosscken, vjjvars en uitgestrekte landerijen, was de geliefkoosde verbljjfplaats van den graaf de Sulgies; zijn zoon Gustaaf, een hartstochtelijk lief hebber der jacht, vond hier alles wat dit, zjjn yermaak, kon begunstigen, daar de ligging als met opzet tot dit tijdverdrijf wa» gekozen en de omtrek overvloed van wild opleverde; hadden hunne zaken het toegelaten, dan zouden zij er ook den winter hebben doorgebracht. De oude graaf bevond zich in eene mime zaal, welke uitzicht op het park had; nu en dan ver toonde zien een pauw of faisaut voor de ramen, stiet met den bok tegen de ruiten en ontving als gewoon morgengift eenige broodkruimelen. De Sulgies ging, nadat hij zjjue lievelingen, sooals hjj die noemde, had verzorgd, naar het vuur en plaatste zich voor eene tafel, waarop zich een uitgezocht ontbjjt en vele papieren bevonden; hij was meer met de laatste dan met het eerete bezig, zoodat de thee koud werd en hij niet eens merkte, dat eene kool op don grond was gevallen en de rook door het vertrek werd verspreid. Een bediende kwam binnen en overhandigde den graaf een brief, welken deze haastig openbrak, terwijl de knecht de kool, die gelukkig op de marmeren plaat was terecht gtkomen, zonder het smyrnazch» tapjjt te beschadigen, met de tang op het vuur legde en zich wilde verwijderen. Gérard, zeg aan Gustaaf, dat ik hem met het ontbjjt wacht, zeide de heer de Sulgies, van uit den brief opziende en zjjn bril afnemende, om de glazen te wrjjven. Da bediende verwjjderde zich buigende. Altjjd dezelfde onzekerheid, sprak hij zacht, hetgeen door een der corypheeën van de liberale partjj, het bekende kamerlid Van Houten, als zgn meeuiug omtrent de uitbreiding van het kiesrecht, geljjk die door den minister Tak wordt gewild, wordt verkondigd, dan zal men ons toegaven, dat het niet uitsluitend anti-liberalen zgn, die zich tegen de Kieswet-T a k verzetten. Mr. Van Houten mag gerekend wor den tot die liberalen, die niet zonder na denken wenschen mede te juichen in het koor, dat den lof van de tegenwoordige Regtering bezingt, maar die e6rst Dagaat of de voorgestelde maatregelen van dit Mi nisterie werkeljjk zgn overeen te brengen met 's Lauds belang. Daarom mag wel gelet worden op het geen Mr. Van Houten in de gewichtige Kiesrecht-quaestie heeft te zeggen. In een artikel, door hem geschreven m het tijd schrift Vragen des Tijds, yestigt hij aller eerst de aandacht er op, dat de Kieswet- T a k geen rekening heeft gehouden met de eischen der Grondwet, ten minste wat deu vorm aangaat. Hij betoogt, dat zonder noodzakelijkheid een afzonderlijk kenmerk van welstand is aangenomen, dat in het geheel geen kenmerk is. Dan zegt hij, dat hot voorgestelde ken merk van den minister Tak ons het pro- letamats-kiesreeht zal bezorgen. Hij meent, dat het er nog bij door kau om den vier den stand bij de stembus toe te laten, maar dat men ten minste deu vijfden stand zich van het lijf moet honden. Wij gelooven, dat Mr. Van Houten hieriu slechts gedeeltelijk gelijk hteft en dat ook de vierde stand niet bg de stembus moet optreden, om da eenvoudige reden, dat, wanneor die vierde stand wordt toegelateu, men ook weldra aan den door Mr. Van Houten geuoetndeu vijfden stand het kiesrecht moet schenken. Het is hiermede zoo gesteld, dat hoe geringer de uitz nde- ringen worden, hoe spoediger het algemeen kiesrecht in zgn vollen om vaug zal worden toegepast. Doch wg begrijpen, dat de heer Van Houten zijn geestverwanten niet geheel zal willen afvallen. Al toont hg zich nu en dan onafhankelijk eu al moet het ge zegd worden, dat hij meer daa de meeste liberalen eeu open oog hoeft voor de be zwaren tegen de kieswet-T a k, kjj is en bljjft een voorstander van kiesrechtuitbrei ding. Het grootste verschil tusschea hem en zijne medestanders ten opzichte van de kieswetquaestie licht echter in de kiesbe voegdheid. Mr, Van Houten heeft als hei papier weder inziende, telkens dicht bjj den wal eu nimmer kunnen landen; aandachtig las hij voort, vouwde toen deu brief iu elkander en stak dien tusschen (ie ljjst an een grooten spiegel voor den schoorsteen. Nauwelijks had hjj een kop thee genomen of Gustaaf trad binnen. Goeden morgen, vlogge jager en luie slaper riep de oude man op goedbaitigen toon. Goeden morgen, papa; met recht kunt gjj mjj zoo noemen, maar de bazen, patrjjzen en vossen vermoeien mjj zoodanig, dat de veêran 's avoada welkom zjjn, vooral wanneer men reeds een paar dagen op pad is geweest. Gjj voert een hardnekkiger, oorlog met het wild; weldra zal Rejjnaard onze bosschen verlaten: ik zal er niet over klagen, wat het kippenhok staat ook aan hunne strooperjjen bloot. Gustaaf, ik ben reeds aan hbt ontbot bezig, zooals gjj ziet; dit zeggende schoof hij het brood en de boter, welke op een schoteltje vaa Japansch porcelein was, zijn zoon toe. De graaf bediende zich. Ik zie, sprak hg, thee in zijn kopje schen kende, dat er weder een brief gekomen ie: wordt de zaak nog niet opgehelderd? Ik vrees, dat alles op niets zal nitloopen, de notaris Valdé maldt van Grenoble, dat hij ver meende de acte ontdekt ta hebben; dadeljjk had hjj het onderzocht, doch nu bleek het, dat de naam niet de Sulgies, maar enkel Sulgies was; daaren boven was het ook geene acte van afstand. Ik heb reeds handen vol geld aan advertentiëu uit gegeven, de Univers, het Journal des Debats, de Moniteur, de Gazette de France en eene menigte zgae meedog aangegeven, dat het census- stslsel de eenige oplossing van het kiesrecht- vraagstuk kan geven. Vo'gens hem is de belastingplichtige woning de voornaamste grondslag vaa het kiesrecht, omdat daarbg afdoende bewijslevering mogeljjk is. De heer Van Houten is niet tevreden met de kenmerken van geschiktheid en maatschappelgkea welstand, die de voorge stelde kieswet bevat. Nu dit is licht te b8- grjjpen. Het zjjn eigenljjk geene kenmerken, daar bijna een ieder tot de stembus zal worden geroepen. De kenmerken, die de kieswet aangeeft, moetea dau ook naar onze meening beschouwd worden als mid delen om de instemming te vorkrijgen van hen, die wel kiesrechtuitbreiding willen, maar in ieder geval zich zoudou verzetten tegen de invoering van het algemeen stem recht. Zij leveren volstrekt geen waarborg, dat van de uitoefening van het kiesrecht zui len worden uitgesloten degenen, die er niet toe geschikt zijn of die door hun maat schappelijke positie er zoo gemakkeljjk toe gebracht worden om den Staat dienstbaar te maken aan hunne persoonlijke belangen. De minister Tak schijnt te denken, dat hjj met zgu kenmerken van geschiktheid en welstand alle voorstanders van kiesrecht- uitbreiding wel zal kunnen tevreden stellen. Doch daarin schgut hij zich te vergissen. Mr. Van Houten eindigt zgu artikel zolfs met de waarschuwing, om bg twjjfel liever niet met de uitbreiding mede te gaan, maar liever den veiligsn kaut te houden, omdat inkrimping van het kiesrecht later niot meer mogeljjk zal zjjo. Hieruit mag men dus afleiden, dat indien de heer Van Houten, wat de kiesbe- voegheid betreft, zgu wenschen niet bevre digd krjjgt, tegen de Kieswet-Tak zal stemmen, hoewel het zaer goed mogeljjk is, dat de minister T a k op andere wijze aan de bezwaren van den heer Van Houten tegemoet komt. Wat hiervan echter zij, de raadgeving van Mr. Van Houten moge door velen worden opgevolgd, In dubio abstine geldt in hooge mate bjj kiesrechtuitbreiding, vooral omdat het bjjua onmogelijk is om cp dtn eens gedaneu stap terug te keeren. Wel ver namen wjj dezer dagen, dat in enkele Staten van de Noord-Amsrikaansche Rspuhliek reeds voorstellen aanhangig zgn om het al gemeen stemrecht te beperken,tnaar hef moet toch volgens onze meening eeu zeer ver keerden weg genoemd worden om eerst het kiesrecht schrikbarend uit te breidsn en dau weer aan het beperken te gaan. couranten en courantjes hebben dia opgenomen: na spreek ik nog niet v&n de buitenlandsche bladen, want ook naar België, Holland en Duitsch- land heb ik geschreven; ik heb duizend franks voor do terugbezorging beloofd, maar alles heeft niets geholpen; het papier zai nimmer terecht komen en dan is mijne pretentie op hot kasteel van Herbé van geene waarde; in achttien hon derd zeventien teekendo mjjn oom do Pongères, uit dankbaarheid voor eenige aan ham bewezene diensteD, eene acte, waarin, na zijn dood, dit verbljjf met alle aanhoorigheden aan mjj overging; het papier is verloren geraakt, en nu houden do erfgenamen en ook ik de aanspraak vol; de mjjne zsl vervallen, want ik kan niets bewjjzen; het spjjt mij ontzettend, niet zoo zeer om de inkomsten, schoon ik die ook niet gaarne mis, als wel om de aan de woning verbonden familie-herinnerin gen; een mjjner voorvaderen vertrok van daar naar de vergadering te Clermont en werd kruisridder; een groote twist, welke de Sulgies sedert laDg verdeelde, werd hier bijgelegd; in achttien hon derd dertien stierf er mjjn vader: bjj deze woorden sloeg de graaf een trenrigen blik ten hemel Gustaaf, vervolgde hij, deze herinneringen, dia voor elk ander bezitter geene waarde hebben, zjjn voor mij vaa het grootste belang: het kasteel van Herbé is als het ware het geschiedboek onzer familie. Zonderling is het, dat men niat het minste spoor van de acte ontdekt. Voor een jaar of vier bestond die nog, dit is mjj goed bekend; na dien tjjd echter is zij vermist, en nimmer heeft men er iets meer van vernomen; ik vermoed dat die ontvreemd is {Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS .ruTTTuninf: AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1