NIEUWE
No. 2007,
Vrijdag 14»Jnli 1893,
18de Jaargang.
Zondagsrust
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B U R E A tl: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
en Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever, W. KüPPEKS.
Het houden van een rnstdag, eens per
week, na volbrachten arbeid, is een overoud
gebruik, zoo oud ja als de wereld is. Het
is een gewoonte, die dagteekent van de
schepping der wereld af en hierin haren
grondslag vindt: omdat de Schepper zelf,
na hemel en aarde en al wat bestaat ge
schapen te hebben, gerust heeft van Zjjn
arbeid.
Daarenboven is de rust na volbrachten
arbeid iets noodzakelijks voor den mensch
niet altijd, niet voortdurend kan de boog
gespannen zijn. De rast wordt gevorderd
zoowel voor den geest als voor het lichRam
des meuschen. Vandaar dat het houden van
een rustdag, eeus per week, als eene na
tuurwet is, den mensch ingeschapenen
al wie zich aan deze wet onttrekt, hjj zal
vroeg of laat de ongunstige gevolgen daar
van moeten ondervinden.
In later tgd werd deze natuurwet openlijk
en op plechtige wjjze afgekondigd door God
op de hooge bergkruin van Sinai", fep het
dreunen des donders en het schitteren des
bliksems. Die wet werd gegrift in onvergan
kelijk marmer, door den vinger Gods daarop
neergeschrevenen zóó is die wet, den
mensch als van nature ingeschapen, hoven-
dien wezenlijk eene goddelijke, door Gods
gezag geopenbaarde en afgekondigde wet.
Wjj weten, waarom de rustdag, oorspron
kelijk op Zaterdag gesteld,in hetCbristendom
verschoven is op den eersten dag der week, op
denZondag. Maar toch is het houden van een
rnstdag, na volbrachten arbeid, eens per
week blijven bestaan, zoowel om het gebod
des Scheppers te onderhouden als om te
voldoen aan een wezenlijk gevoelde behoefte
van de menschelgke natuur.
Zonder na in bijzonderheden te gaan
over de wijze, waarop de Zondag moet wor
den gevierd als een dag des Heeren, toe
gewijd aan Zgnen dieust; zonder er op te
wijzen hoe de Zondag moet worden gehei
ligd door werken van godsdienstigen aard
stellen wg hier alleen dit punt op den
voorgrond, dat de Zondagsrust noodzakelijk
is om te voldoen aan een wezenljjk gevoelde
behoefte der menschelgke natnur.
En hiervoor levert het volgend voorbeeld
een doorslaand bewijs. Toen de oproerige
geest van teugelloosheid en revolutie, voor
honderd jaren geleden, binnengedrongen
was in Frankrijk en daar geeselende strie
men nêsrsloeg op hen, die als zjjne slacht-
t E UILLETON.
De houthakker van Faubois.
7. {Vervolg.)
Bij wien hebt gjj gastvrjjheid genoten?
Bij den houthakker Feillé; dit zeggende,
zag bij zjjn vader aan om te zien, welke uitwerking
dit op hem maakte.
De Solgies fronste zjjne wenkbrauwen en nam
de tang, waarmede hjj in het vuur roerde;
er volgde geen antwoord.
Gisteren, zoo verhaalde de jjverige jager,
heb ik een vermoeienden dag gehad, maar de
boaschen zullen ten naastenbij van roofgedierte
gezuiverd, of beter gezegd, het pluimgedierte van
hunne vjjanden bevrijd zijn; wjj hebben niet min
der of meer dan zeven vossen geschoten.
Bravo! viel de Sulgies hem in de rede,
mjjne lieyelingen zullen feest vieren en u in eere
houden.
Ik had bij na een ongeluk gehad, en het
zou geeno kleinigheid geweest zjjn, het gold geen
arm of been, maar mjjn leven.
Mjjn hemel! Gustaaf, wat was het? brave
jongeD, wees toch voorzichtiger, gjj gaat inderdaad
al te wild to werk, de jjver voor de jacht doet u
onnoodige gevarea trotseeren.
Het was mjjne schuld niet, papa; de schimmel
was aan het hollen, eD hoe ik mijn best ook deed,
kon ik hem echter niet tot stilstand brengen;
hij snelde voort als een locomotief, de boomen
schenen voorbjj te vliegen: zoo kwam ik aan den
weg van Lisieux en hier ging het in vollen ren
op de waterkolk aan; Stenelus zou er niet over
gekomen, en zeer waarschjjnlijk met mjj naar
beneden gerold zjjn, ware er niet iemand tot
mjjne hulp toegeschoten; deze greep het paard bjj
offers bezweken in den geduchten strgd,
toen werd niet alleen de wetgeving des
lands van alle kanten ondermgnd, niet al
leen den aardschen vorst werden lagen en
valstrikken gelegd, niet alleen werd er ge
poogd den troon des lands omver te halen,
neenook de eeuwige wetten Gods werden
verkracht door de oproerige heethoofden
der revolutieook de eerbied, aan den Ko
ning der koningen verschuldigd, werd door
de verwaten oproerlingen hardnekkig ge
weigerd ook de altaren werden omverge
haald. In ééa woord goddelijke noch men
schelgke wetten werden ontzien.
Was bet wonder, dat nu ook de aloude
gewoonte of liever de onveranderlgke wet
van Zondagsrust bedreigd werd met alge-
heele vernietiging? En inderdaad, het kwam
er eindelgk toe dat de lang bestaande in
deeling van jaar en maand en week werd
vernietigd. Een geheel andere orde werd
opgesteld, zoodat in plaats van om de zeven
dagen een rustdag te hebben, men besloot
de decaden in te voerend. i. elke tiende
dag zou een dag van rust zjjn.
Het resultaat van deze instelling was
echter, na eene korte proefneming, weinig
bevredigend. Al spoedig bleek het, dat zoo
min meuschen als lastdieren dezen omge
keerden toestand konden verdragen. Beider
krachten schoten blijkbaar tekort om aan
houdend tien dagen achtereen te arbeiden,
op den zeyenden dag te rusten. Vandaar
wa9 men gedwongen terug te keeren tot
de oude orde, van den beginne at inge
steld vandaar werd in Frankrijk wederom
de vroegere tijdorde in het leven geroepen.
Wel een bewgs, een doorslaand bewjjs,
dat 's meuschen natuur noodzakelijk be
hoefte heeft om elke wesk een rustdag te
hebben. Een doorslaand bewgs tevens, dat
de primitieve instelling: zes dagen te ar
beiden en op den zevenden dag te rnsteD,
niet eene regeling is op goed geluk af,
naar willekeur of in den blinde gemaakt;
maar eene instelling is die getuigt van de
ondoorgrondelijke wjjsheid des Scheppers.
Want ook hier zien wjj de ondervinding
leert het ons eene onveranderlgke regel
matigheid, eene onomstootbare orde, geljjk
in alles, wat God doet, orde en regelma
tigheid uitschitteren.
Vraagt men nu, hoe in ons vaderland
de Zondagsrust onderhouden wordt, dan
moeten we bjj ons antwoord eene distinctie
maken. Van den eenen kant zien wjj door
den toom, viel, stond op, pakte net op nieuw
met een ijzeren vuist en hield het dermate bjj
den neus geklemd, dat het dier eindelijk stil
hield; nog twee sprongen verder en Gastaaf de
Sulgies zou nimmer meer gejaagd hebben.
Hoe gelukkig, antwoordde de vader, zjjne
hsnden in elkander leggende, het was als of de
hemel u een engel toegezonden had.
Zoo was het ook.
Hoe is de naam van uwen redder.
Feillé.
Altjjd Feillé, Feillé, bromde de grjjsaard
op voldanen toon tnsschen zjjne tanden.
Gustaaf, de liefde kennende, welke zjjn vader
hem toedroeg, vervolgde: het is eene bewezen
waarheid, dat ik het behoud van mjjn leven aan
den jongen houthakker verschuldigd ben: twee
weldaden heb ik ontvangen, gastvrjjheid en red
ding; kunt gjj nog meerdere bewjjzen van goed
heid verlangen?
Gjj zjjt hem de grootste dankbaarheid ver
schuldigd, maar ik merk u op, dat het de zoon, en
niet de vader is, die u redde.
Dat is waar; maar het was toch in de woning
van den ouden Feillé, dat ik eene schuilplaats
had; het was zjjn hout dat mjj verwarmde, zjjne
spijs die ik gebruikte; als hij mjj de deur gewezen
had, wat had ik er legen kunnen doen? daaren
boven zal men toch den zoon, die ons den grootsten
dienst heelt bewezen, Diet weigeren hetgeen hjj
vcor zjjn vader vraagt? Wanneer hjj u om werk
vroeg, zoudt gij het geven?
Ja.
Wanneer hjj om redding vroeg, zoudt gij
die verleenen?
De Graaf sprak niet.
Zeker ja, zeide Gustaaf, op zjjne eigene vraag
antwoordende.
zeer velen den Zondag als een rustdag ge
houden: de lichamelijke slavelijke arbeid
wordt gestaakt; velen wjjden dien dag aan
het bijwonen van godsdienstoefeningen. Een
verblgdend verschijnsel voorwaar!
Maar van den anderen kant, hoe treurig
is het gesteld met hen, die in plaats van
op den Zondag allen lichamelgkon arbeid
te staken, hunne onderdanen en onderhoori-
gen zedelijkerwijze dwingen den dag des
Heeren door te brengen met arbeid en slave-
lgk werk, juist als op de gewone werk
dagen Hoe tröurig is het gesteld met de
eigenaars van groote fabrieken vooral, voor
wie de aloude wet van Zondagsrust een
jjdele klauk is. Daar zien we, evenals op de
gewone dagen der week, den rook omhoog
stggendaar hooren we de machine dreu
nen daar zien we de arbeiders in het zweet
huns aanschgns werken juist zooals op de
gewone werkdagendaar is geen onder
scheid, geen verschil hoegenaamd waar te
nemen tusschen werkdagen en den Zondag,
geen spoor waar te nemen van de eeuwen
oude wet: zes dagen zult gij arbeiden en
op den zeyenden dag rnsteD.
En als men dan bovendien nog moet
vernemen, hoe zulks zelfs geschiedea moet,
al is er geen sprake van buitengewone en
overvloedige drukte, zoodat de bezigheden
gemakkelijk in de week kunnen verrichten
afgewerkt worden, dan mogen wij wel vragen
of het hier louter te doen is om op te
staan tegen Gods wetten, om op te staan
tegen den Koning der koningen, Wiens
wil het is zes dagen te arbeiden, maar op
den zevenden dag te rusten
Stilzwijgend gaan wij voorbjj, hoe vaak
de Zondagsrust gestoord wordt door velen,
die in brasserij, in dronkenschap, zedeloos
heid en ontucht dien plechtigen dag door
brengen. Maar wjj wjjzen hier vooral op
een hedendaagsch verscbgnsel, op een mis
bruik onzer zóózeer verlichte eeuw: n. I.
dat de Zondag gebruikt, of liever misbruikt
wordt om te voldoen aan de overdreven
zucht naar genot, naar genoegens en ver
maken.
Juist de Zondag wordt misbruikt om
allerlei vermakelijkheden te organiseeren
en wie zal durven verklaren, zoo hjj althans
zjjn gezond verstand raadpleegt, dat de
Zondag aan allerlei soort van vermaken en
publieke genoegens mag worden overgele
verd. Neenzjj die tegen dit misbruik op
treden en zich beg veren om dat misbruik
zooveel doenljjk tegen te gaan, behoeven
Wjj zullen zien; maak u niet ongerust;
laat het aan mjj over: als de oude knorrepot maar
door mjj wil geholpen worden, dan zal de zaak
zich wel schikken. Laat ons verder ontbjjten en
daarna door het park wandelen, dan kunnen wjj
over het gansche geval eens spreken.
In de woning van Feillé heerschte droefheid;
des voormiddags was er een deurwaarder ver
schenen, had met de hem eigene deftigheid eene
aanmaning voorgelezen tot betalen van vjjftien
honderd franks, binnen den tjjd van veertien
dagen, en was toen vertrokkken; de houthakker
vouwde treurig het afschrift, dat op de tafel lag,
tusschen zjjne handen en wierp het van zich; de
vrouw schreide en was ontroostbaar; Lodewjjk, die
tot nu toe goeden moed had gehouden, begon
ook aan de toegezegde hulp te twijfelen.
De boel zal dan verkocht worden, sprak
Catharina weenende.
Nog korten tjjd en dan komt er een ander
bewoner in het hui»; wjj zjjn zonder dak en
moeten een goed heenkomen zoeken, daarmede is
het geëindigd, en dan zal bet zjjn, alsof Feillé
hier nimmer gewoond had; geen mensch zal meer
om ons denken.
Verlies alle hoop niet, vader....
Hoop maar, als er geen vooruitzicht is;
hoop maar binnen veertien dagen het geld te
bezitten, als men vooruit weet, dat het zoo niet zal
zjjn. Lodewjjk, ga naar den alker; zoolang hjj mjj
nog bahoort, wil ik hem in orde doen houden;
spoedig zal deze zorg niet meer noodig zijn.
Pauwel, ik zal helpen, sprak de vrouw.
De zoon nam de schop, die tegen den muur
stond, en ging met zjjne moeder naar buiten.
Toen de houthakker alleen was, schoof hjj zorg
vuldig de grendels op de deur en plaatste iets voor
het kleine raam, zoodat dit het naar binnen zien
daarom niet van pessimisme beschuldigd te
worden. Want in alles behoort maat ge
houden te wordenalles wat overdreven is
moet worden geweerd; hoeveel te meer bjj
belangrijke zaken, zooals de Zondagsrust,
wanneer deze door overdreven genotzucht
dreigt verstoord te worden. Est modus in
rebus.
Ten slottede Regeering, die zoo nanw-
gezet is in het opletten op den arbeid
vau vrouwen en kinderen, opdat die ar
beid niet al te lang gerekt worde, (het
geen wjj geenszins afkeuren) mocht wel
grooter nauwgezetheid aan den dag leggen,
waar het geldt de eeuwenoude wet van
Zondagsrust. Want het is ergerniswekkend,
hoe weinig men zich in ons vaderland, van
den kant der regeering, bekreunt over het
vieren van den Zondag.
Amerika.
Volgens de laatste opgave zjjn bjj den
brand te Chicago in het entrepot, nabjj
het Tentoonstellingsterrein, 30 spuitgasten,
2 vronweljjfee bedienden en 4 andere vrou
wen om het leven gekomen. Veertig men-
schen bekwamen verwondingen.
Het schouwspel van de spuitgasten, die
op den koepel stonden en door de vlammen
van den grond afgesneden waren, moet voor
de duizenden toeschouwers vreeseljjk zjju
geweest. ToeD het gevaar bemerkt werd,
lieten een vijftal van de ruim 30 mannen
op den koepel zich langs touwen neer. Maar
de touwen war6n spoedig ook verbrand.
Een van de overgeblevene waagde eeDen
sprong, maar viel te pletter. Eindeljjk
stortte de koepel met de mannen in.
Zondag heeft een hevige storm op het
Mich'gan-meer gewoed, waarbij naar men
vreest dertig personen verdronken zjjn. O.a.
werd een klein jacht met tien jongens ver
mist, waren vier opvarenden van een jacht
Chesapeake omgekomen, enz.
Te An tanamalaza,(Madagascar, werden
onlangs vjjf misdadigers ter dood gebracht.
Twee waren gouverneurs eener provincie,
een was burgemeester en twee waren me
deplichtigen van deze hooggeplaatste amb
tenaren,die,verblind door godsdienstwaanzin,
kinderen hadden gestolen en ze het Lart uit
het lichaam hadden gerukt. Het volvoeren
van de doodstraf op Madagascar is waarlijk
ontzettend. De beul Jicht den aan handen
belette; vervolgens nam hij een lang en breed
jjzer, ging op zjjne knieën in een hoek van het
vertrek zitten en begon eene plavuis op te lichten.
Die is goed vast, sprak hij bij zich-zelven;
het schijnt, dat zjj de papieren wil bljjven bewaren;
als de steen hem zoo haat als ik, zal hjj het
nimmer hebben; eindeljjk was de plavnis omhoog,
hjj nam een blikken koker, welke er onder ver
borgen was, en beschouwde dien aandachtig; toen
herstelde hjj spoedig den vloer in zjjn vorigen
toestand.
Zie, zeide Hij op grijnzanden toon, dit bewaar
ik reeds eenige jaren; een gedeelte der fortuin
van den Graaf hangt er van af. Ha! hal de
Salgies, ik verlies mjjn huis, maar gjj zult de ver
langde goederen üiet bezitten; ik zal ongelukkig
zijn, maar tot troost de overtuiging hebben, dat
ook uw wensch niet vervuld is, hjj nam het papier
uit de bus, deed het open en vervolgde: ik weet
welke waarde hjj er aan hecht, maar mjjne wraak
zal het hem onthouden; ik zal zorg dragen, dat
deze acte niet in de handen valle van den toe
komenden eigenaar mjjner woning.
Een plotselinge gedachte kwam bij hem op.-
er was duizend franks aan den terugbezorger be
loofd; wanneer bij het eens gaf: maar dan zou hij
zjjn vijand eene weldaad bewjjzeD: zou men niet
onderzoeken, waarom het papier niet vroeger
werd gegeten daarbjj was de beloofde som niet
toereikende voor de betaling; hjj zou er zich niet
mede redden; als hjj het ontbrekende er bjj vroeg,
zon men het weigeren misschien ja. Ter prooi
aan deze denkbeelden, riep Feillé op luiden toon:
ik zou bjj hem bedelen! neen, nooit, dan liever
alles verloren.
{Wordt vervolgd.)
HURLEHSfHE (0IK11T.