NIE U
H. Van den Berg
MVl.Bn.Van Lijnden.
Zondag 16 Jail 1893.
18de Jaargang.
Veniecnteraads-vcrklezing.
H. Van den Berg
F. M. Baron Van Lijnden,
ÏÏ6n-
School en hulsgezin.
K» 2008
7 "lil
die
FEUILLETON.
s houthakker van Faubois.
Kies
URIEMSCHK!
ABONNEMENTSPBIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,0s
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BüBEAD: St. Janstraat Haarlem.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
AGITE MA HON AGITATE.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Aavertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en Vrflda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgev er, W. P P B R 8.
vestigen de aaodaeht vandaKatho-
Kiezers op de advertentie in dit num-
Igeplaatst door 24 Heeren, voornaamste
ketenen der stad, die recht en billjjk-
,7 handhaven, na zjj ons verdienstelpk
l0enteraadslid den heer
i's Zodanig op Dinsdag 18 Juli a. s. willen
6fWen zieD.
i Dit bigde verschijnsel van verdraagzaam-
P® 'au andersdenkenden tegenover ons
koliek Raadslid gegeven, mogen en kan
dij niet onopgemerkt laten voorbijgaan.
Deze 24 Heeren stellen bovendien voor
opea zetel in den Haarlemsehen Ge-
^teraad den heer
®ls een man van godsdienst, orde en
aanbevelenswaardig mag genoemd
4, al
doen een beroep op de Katholieke
,.'ezera van Haarlem om toe te zien en
üiet te laten misleiden, noch door de
l'^'ereeniging Vooruitgangwaarin een
0(!'hal-democratisch element den toon heeft
^."gegeven, noch door eene z. g. Katholieke
^3vereenigijig,vraar een beginselloosBestuur
^0cht op eigen verheffing, de Katholiekeu
^Haarlem, wil doen koers zetten naar
democratie.
^atholiekenKomt Dinsdag a. s. allen
^embus en kiest vooral, de Heeren:
N EN
L, Is nauwelijks eene vraag, die voor het
dj^oordig oogenblik en nog meer voor
»t °6komst van grooter gewicht is, als de
betreffende de opvoeding en ontwik-
{j(log der jeugd. Wie de school be&it, be-
H|j c-e toekomstDeze stelling wordt door
W Partijen in hare geheel e beteeken is ge
oreerd. Daarom is de groote massa van
{Vervolg.)
Ham de acte tusschen de tan?, om die te
Ij).'®»den, toen er tegen de deur werd geklopt;
7^8 verborg hjj het papier bij zich.
bjjt Wie is daar? vroeg de oude man, er stil
°e?ende: als men het maar niet gezien heeft.
«H ^ader, sluit gij de deur op helderen dag
^^thergt gij hel licht, dat door het raam
y.' riep Lodewijk van buiten.
opende en trad verbaasd eene schrede
lijn de graaf de Sulgies, Gustaaf, Catharina en
xZ°On s'onden voor hem.
v Wat beteikent dat? vroeg hjj toornig.
l) Wauwel, deze heeren kwamen ons tegen;
hjj i'Q?gen om hen naar onze woning te brengen;
v0bben dat gedaan.
0Üte sprak Feillé, zich op de nagels
en niet wetende wat te zeggen; hg wilde
\>Wgderen; want hoewel het gezicht van zjjn
Wo|# hem altijd vertoornde, bracht deszelfs
Ï0tv, 89 verschijning in zjjne woning hem in
^rin8-
ik Hola, Feillériep de graaf, ga niet loopen,
J) °6t u spreken.
"0Uthakker stond stil.
8cbj„ Het verwondert n, mg hier te zien: mis
let kent gjj de reden, misschien niet; ik zal
2eggeo; maar nader, man, mjjn mond is
i)e °®pet, ik kan niet hard schreeuwen.
grijsaard kwam dichter bij.
uw goed te koop?
tla* "ft» Tbflflr vnnr u ui
maar voor u niet, mijnheer de Sul-
het christen-volk, zoowel als het joodsche
volk, steeds met alle kracht voor de gods
dienstige volksschool opgetreden, voor die
school waarin de godsdienstige en de we-
reldscbe kennis getrouw hand aan hand
gaan. Slechts de Vrijmetselarij, het nieuwe
heidendom, de ongeloovigen en vrijzinni
gen vorderen eene «verwereldlijking» van
de school, d, i. zij willen den godsdienst en
de Kerk uit de school werpen. Zjj ontrol
len in de school de banier van atheïsme
en goddeloosheid; de jeugd moet zonder
God worden opgevoed, zonder geloof aan
de onsterfelijkheid der ziel of aan eene
vergelding hiernamaals opgroeien.
Reeds eene nuchtere beschouwing van de
geschiedenis der eeuweD kan hen hierom
trent leeren, dat de volken bg zulke om
standigheden tot jammerijjke ellende ver
vallen moeten: immers de geschiedenis ge
tuigt, dat alle volken, te beginnen met de
Israëlieten tot den nieuweren tijd toe, zoo
dikwjjls zjj zich van God afkeerden, al
dieper en dieper zonken en ook op staat
kundig gebied machteloos werden. Toen bet
razend geworden Pranscbe volk, vóór hon
derd jaren geleden, God afdankte en eene
veile deern als godin der rede verheerlijkte
en huldigde, toen kwam het gericht des
Hemels over de met misdaden overdekte
Republiek, en in bloed en kruitkamp zonk
zij ineen.
«In Cruce SaluslIn bet Kruis alleen
is heilDeze stelling geldt zoowel voor elk
mensch in 't bjjzonder, als voor Staten en
volken in 't algemeen. De beste sebutse van
Staat en Maatschappij tegen omwenteling
en verderf, de zekerste waarborg van vreed-
zamen vooruitgang is eene echt christelijke,
eene goede godsdienstige opvoeding van het
opkomend geslacht. Daarom moet de volks
school immer een godsdienstig onderwijs
geven.
De Staat heeft voor zijne vreedzame wel
vaart goede, getrouwe, aan de wet gehoor
zame burgers noodig, wil de maatschappij
niet tot pninhoopen vervallen of de open
bare rust en veiligheid niet immer aau
krampachtige schokken blootgesteld zijn.
Den grondslag voor dit zedelijk goed, voor
deugd en getrouwheid en redelijke gehoor
zaamheid te leggen, hiertoe moet de volks
school medewerken, doordat zij het kind
onderricht, en zjjn hart en geest nader
breDgt bjj die grondstellingen, waarop bo
vengenoemde deugden rusten. Op die wijze
is het alleen mogelijk, dat het bind toe
neemt in bereidvaardigheid en deze deugd
Gustaaf en Lodewjjk zagen elkander aan, terwjjl
Catharioa verlegen naar den grond staarde.
Dat vraag ik niet, Feillé, ik wil slechts
weten of het te koop is?
Ik heb het u gezegd... Wilt gij misschien
edelmoedig schjjnen en mij het geld tot betaling
van den borgtocht schenken? neen, graaf, gij
bedriegt u, wmneer gij denkt, dat ik het zou aan
nemen; mgn erf verkoopende zal ik de som bjjeen
hebben; mjjne handen zijn nog sterk genoeg, om
verder in de behoefte mijes levens, dat zoo lang
niet meer zal duren, ta voorzien; met werken
zal ik mgn onderhoud vinden en behoef geen
onderstand van uwe handen, waaraan het bloed
van mgnen vader kleeft, aan te nemen.
Feillé, ik wil u niets scheuken: verre zjj
deze gedachte van mg: neen, daarvoor kennen wij
elkander te goed; antwoord kort en bondig: hoe
veel vraagt gij?
Gjj kunt het tot geen prjjs krijgen; een ander
vraag ik zestienhonderd franks.
Het is verkocht.
Aan wien zeg mg den naam van den kooper.
Dit is hetzelfde; het accoord is gesloten.
Den naam; zoo het iemand van uwe familie
is, geef ik het niet, sprak de houthakker, hem
den rug toekeerende.
Feillé, u blijven twee keuzen over, die van
redding of die van schande; geloof niet, dat ik
als vriend tot u spreek; o neen, gg hnat mg en ik
bemin u niet: maar ik zeg de zaken zoo als die
zijn. Gij zjjt gered, wanneer gg de goederen voor
de gezegde som geeft: dan betaalt gg den borg
tocht, en houdt nog iets over; niemand zal zoo
veel voor uw erf geven; want hoogstens is het
dertien honderd franks waard: doch schande,
groote schande is het voor u, wanneer gij, het
om wille van God io zijne burgerlijke en
maatschappelijke betrekking uitoefent.
Ia deze richting kan echter alleen de
godsdienstige volksschool werkzaam zjjn.
Wanneer de school enkel het verstand on-
derwjjst, maar niet het hart en den wil
bearbeidt, dan mogen er balve geleerden
uit haar te voorschijn treden; maar tus-
schen weten en doen is een wondergroot
onderscheid. Zijn er niet duizenden, die
alles weten, maar het niet doen? Het is
eene bekende waarheid, dat het bloote we
ten niet noodzakelijk het doen ten gevolge
heeft; en het is waarschijnlijk, ja zeker, en
door de ondervinding bevestigd, dat nog zoo
voortreffelijk onderwezen lieden, wanneer
de school louter hun verstand, maar niet
hun hart gevormd heeft, in de praktijk
des levens uit vrjjen wil noch zedelijk goed,
noch getrouw, noch gehoorzaam zijn. Ea
mochten zij het soms zijn, dan zjjn ze het
alleen door uiterljjken dwang, uit volstrekte
noodzakelijk beid, uit trotscbe grondbegin
selen, maar nooit met volkomen zekerheid.
Is die dwang enz. uit den weg geruimd, dan
storten zeer dikwijls de ontkluisterde lage
hartstochten, als verwoestende golven, over
alles heen wat hun in den weg staat.
Vorming zonder opvoeding is een mensch
zonder hoofd, een ros zonder ruiter, rook
zonder vuur. Vorming voedt niet op, maar
opvoeding vormt. Da opvoeding berust op
de grondstellingen, door den godsdienst be
waarheid, welke, terwijl het onderricht het
verstand met wetenschap en kennis ver
rijkt, het hart en den wil en bet gevoel
onder den invloed der goddelijke genade
omvormen en aan den innerljjken mensch
de hoogere richting naar God en hiermede
de ware vorming geven. Op dezen bodem
alleen wassen, evenals de goede zeden en
de tucht, ook de vaderlandsliefde, burger
trouw en gehoorzaamheid. Daarom kan
men met recht de zeggingswijze: «Gerech
tigheid is de grobdslag van den Staat,»
aldus omwerken: «De christelijke opvoe
ding der jeugd is de grondslag vau den
Staat.» Wie trouw is aan zijnen God, is
ook tronw aan den Staat en het huisgezin.
De getrouwheid aau buisgezin en Staat
kan alleen in de getrouwheid aan God
haar wortel hebben, indien zjj ten minste
waarachtig en proefhoudend wezen wil.
Geljjk dus het goed begrepen belang van
den Staat vordert de godsdienstige volks
school hoog te houden en te handhaven,
zoo hebben ook van den auderen kant de
christelijke ouders de verplichting en het
kunnende voorkomen, dit huis en deze goederen,
de vrucht vau vele jaren arbeids uws vaders,
door rechterlijken aanslag laat verkoopen; wanneer
een deurwaarder u zal bevelen uit dit e'gendom
te vertrekkeu, zult gg duizendmaal weuschen,
het uit eigen wil verkocht te hebben; wanneer
gij' uw woord gestand wilbnde bljjven, de ver
schuldigde som wilt betalen en het geld ontbreekt,
dan zult gg de handen wringen en vergeefs zeg
gen.- waarom heb ik het niet tot hoogeren prijs
gegeven Ik ken uw karakter, gij zoudt al het
mogelijke doen, om uwe belofte te vervullen; kies
dus, wilt. ge nu afstand doeD, of door de openbare
macht worden verjaagd van. het goed, dat met hot
zweet uwer onders is bevochtigd, dat door hunne
vljjt is gewonnen, waar zij woonden, waar zjj
stierven: kies, cr blijft u niets anders over.
De houthakker was bij deze redevoering tamelijk
onverschillig gebleven: maar toen de Graaf over
zjjne ouders sprak, duwde hij met de hand tegen
zjjne oogen, als wilde hij een traan bedwingen.
Het zal lukken, fluisterde Lodewgk zijne
moeder toe.
Deze ruwe weg is de eenigste, die ons tot
het doel zal biengen, voor zachte middelen is hij
niet vatbaar, sprak Gustaaf in zich-zelven.
De Sulgies vervolgde: Wat wilt gjj doen, FeilléP
beslis, ik laat u vijf minuten tjjds; bezin u dus wel,
want denkt niet dat ik terug zal komen: wilt gij
het huis en de goederen geven, of u-zeiven, uwe
brave vrouw, uw zoon aan de schande van niet-
betaling blootstellenspreek, ik vertrek.
Nu kwam den grijsaard voor den geest, dat hjj
altijd zijn woord had gehouden; hoe hij, ofschoon
arm zijnde, steeds gezorgd had zjjoe schulden te
betaleo, en nu, nu zou hg de gedane belofte
niet kunnen volbrengen, men zou hem met vingers
recht om de godsdienstige volksschool voor
hanue kinderen te eischen. Want het eerste,
natuurlijkste eu meest stellige recht op
opvoeding en vorming der kinderen hebben
uitsluitend de onders. Aan hen heeft God
dezen zegen geschonken; zjj voeden en
kleeden, bewaken en beschermen het kind,
en zjjn voor het kind verantwoordelijk voor
tjjd en eeuwigheid.
De school is, in haar waren grond be
zien, vau oudsher slechts een hulpmiddel
der ouders geweest. Daarom mogen en
moeten ook de christelijke ouders deu meest
vollen waarborg hiervoor vorderen dat de
kindereu in de school en door de school
christeljj'k, in het geloof der ouders opge
voed en gevormd worden, en dat hua niet
in plaats van het brood des levens de steen
des oogeloofs worde voorgezet.
Maar do Katholieke school is voor de
opvoeding der kinderen niet geaoeg. Wijl
de ouders de plaatsbekleders van God zjju
ten opzichte der kinderen rust op hen op
de eerste plaats en vóór alle andere men-
schen de plicht: voor eene goede ka
tholieke opvoeding hunner kiuderen te
zorgen. De school is bp deze taak slechts
een medehelpster. Alleen die ouders kunnen
hunne plichten jegens de kinderen vervullen,
die van deze waarheid levendig overtuigd
zijn. Er bestaat daaromtrent geen verder
felijker ^dwaling dau wanneer ouders zich
geruststellen met de gedachte, dat de op
voeding hunner kinderen hoofdzakelijk van
de school afhangt. Zij zeiven zijn veel meer
de door God aangestelde opvoeders en leer
meesters hunner kiuderen op hun gewe
ten rust de hoofd-verantwoording voor de
kiuderen.
De invloed der schooi op de kinderen,
op hun karakter, op het zedeljjk godsdienstig
leven, op hunne latere levensrichting is
weliswaar zeer grootwe kunnen dieo in
vloed bijua niet te hoog aanslaan. Maar
nog veel grooter is de invloed der onders
en van het ouderlijk huis. De toekomst der
kiudereD, hun zedeljjk-godadienstige bescha
ving hangt grootendeels vau de ouders af.
Aldus heeft God zelf dit io de natuur des
meuschen neergelegd. De school kan bjj de
godsdienstige opvoeding der kinderen eene
krachtige medehelpster der ouders zjju, maar
zjj kau aan de ouders de plichten der op
voeding voor God niet ontnemeD.
Eene ware ebristeijjke opvoe ling moet
haar taak hierin zoekenhet kind du3 te
leideo, dat het later zjju eeuwig doel zelf
standig vindt. Maar zulke opvoeding moet
nawijzen; daarbjj had hg door den verkoop geene
verplichting aan den graaf, want deze ontving het
goed voor zgn geld; hjj stond ia twijfeling.
Geeft gjj het, ja of neen? vroeg de Sulgies
naar de deur gaande.
Da houthakker antwoordde niet.
Uw laatste woord? zeide de Graaf, de klink
in de hand houdende.
Ik geef het, sprak Feillé, zuchtende.
Lodewijk en Catharina wilden een luidea vreug
dekreet aanheffen; Gustaaf legde dan vinger op
zijn mond, en beiden zwegen.
Het is dan verkocht, ging de Graaf voort;
misschien hadt gij u wel verbeeld, dat ik het
gratis terug zou geven, doch denk daar niet aan,
ik weet dat gij aan mg niet verplicht wilt zjju;
ik zal het hais laten herstellen, want het wordt
slecht, en bij het land nog eenige akkers en een
paar beemden voegen, dan ie het eene kleine
boerderij en het zal voor mij ook interest geven:
wist ik slechts een goeden huurder.
De vrouw wende zich tot Pauwel en zelde
zachtjes: vraag het voor u.
Catharian, ik kan niet, mompelde hjj tegen
den muur leunende.
De Graaf bewjjst er u geen dienst mede, gjj
betaalt de huur, dan is het vereffend.
Ik durf niet.
Vraag het uit liefde voor mjj en Lodewgk;
Pauwel, vraag het iu 's hamels naam.
De oude man stond lang besluiteloos en deed
eindeljjt eene poging, om zich zeiven te over
winnen.
Mjjnheer de Sulgies, sprak hjj, wilt gij het
goed verhuren?
{Wordt vervolgd.)