NIEUWE
No 2013.
Vrijdag 28 Jail 1893.
18de Jaargang,
Het Socialisme en de Vrouw.
8 U I T E L A 1).
Een familie-tafereel.
Frankrijk.
4111LÏ
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,08
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
AG-ITS MA NON AGITATE.
roim üT.
PBIJS DEE ADVERTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
ea Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Uitgev er, W. KüPPEB 8.
Waar de heiligheid van het Haweljjk
wordt aangerand, is doorgaans de vrouw de
ljjdende party.
Wanneer de echtverbintenis niet meer telt
dan eene gewone overeenkomst, die door
een der verbondenen naar willekeur kan
worden opgelost,oin meteen ander opnieaw
te worden aangegaan, waar blijft dan de
waardigheid van cle vrouw
De socialistische schrijvers pochen op de
vrjjheid, welke zjj der vrouwaijjke kunne
trachten te verschaffen, doch een ongere
gelde vrijheid verdient geen anderen naam
dau losbandigheid, en die zich aan teugel
loosheid overgeeft, is er het slachtoffer van.
In de socialistische maatschappij zou de
vrouw niets meer zijn dan het slachtoffer
van de wispelturigheid des mans, de speslbal
van haar eigen grillen, een diep vernederd
en verachtelijk wezen.
En ziedaar dan nu den afgrond, waarop
de zoo hoog geroemde beschaving eener
Godloochenende eeuw onvermijdelijk moest
uitloopen
Geven wij nu het woord aan Bebel, den
Duitschen sociaal-democraat«In de nieuwe
maatschappij schrgft hg is da vrouw
geheel en al onafhankelijk, zelfs aan geen
schijn van heerschappij meer onderworpen,
maar vrjj, gelgk aan den man en meesteres
van haar eigen lot. Zij legt zich toe op de
studie, smaakt genoegens en uitspanningen
in gezelschap van baars gelgken of van
mannen, geheel zooals zg het verkiest en de
gelegenheid daartoe heeft. In hare liefdes-
keuze is zg vrg en ongehinderd. Zij huwt
of laat zich huwen en sluit deü echtbond
uit geene andere beweegreden dan haar
neiging.»
De vrouw ecbtgenoote is dus vrg;
zoolang de huweljjksboud uit zjjdeen fluweel
is geweven, zal zij hem dragen als sieraad,
zou hg echter beginnen te knellen, dan heelt
zg recht hem te verbreken.
Een «eiadeeuwsch» vrouwmensch zou dit
misschien aanlokkeljjk toeschijnen, doch zij
vergete niet, dat de man hetzelfde recht
heeft als de vrouw.
En zoo konde het gebeuren, dat hg het
juk des huweljjks ondraagljjk achtte jaist
op het oogenblik, dat zijne lieve gemalin
vermaak begon te scheppen in haar pan
toffel-heerschappij.
En indien men er goed over nadenkt,
zou het trouwen en «onttrouwen» aan de
orde, beter gezegd, aan de wanorde van den
dag komen.
Zoodra aan de onschendbaarheid der
t E U ILL ET ON~
2. {Vervolg.)
Lotte lette niet op hst vreeseljjkeEtansch van
haren patroon, en zij had geen recht om zich
beleedigd te achten; Podginds wist er meer van;
zjj begreep alleen, dat haar vrjje Zondag op het
spel stond. Vijf minuten later was hjj verloren,
wam sorteeren moet bjj daglicht geschieden, en
vóór Maandag-morgen dienden de kragen ge
sorteerd te zijn. Heinrich zou ook komen
Heimich was in zoo verre het evenbeeld van zjjn
patroon, dat er voor hem slechts twee zaken op
de wereld bestonden: zijn eigen persoon en zjjn
vak en master Williams werd ook vriendelijk
verzocht, als het hem gelegen kwam, zoo goed
te willen zjjn, een paar uren aan de zaak te wil
len geven. De beleefdheid der uitnoodiging was
slechts eene der geestige wijzen van Podginds om
zjjn bediende diens afhankelijkheid onder het oog
te brengen.
Het sloeg tien ure: koopers zouden er wel met
tteer komen; de toonbanken waren opgeruimd,
alles geborgen, en op een wank van den patroon
zetten de jongste bedienden de luiken voor; de
winkel was gesloten. Een voor een kwam thans
het geheele personeel in het afgeschoten hokje,
dat Podginds zijn kantoor dnrfde noemen, en zoo
heperkt was, dat alles er opzettelijk voor was
Vervaardigd en er maar juist in paste.
De boekhouder, een Hollander, die aan voor-
beeldelooze nauwgezetheid volstrekte smakeloos
heid paarde, zoodat hjj in de zaak van Podginds
echtverbintenis wordt getornd, gandde waar
digheid,het levensgeluk der vrouw verloren.
Waar op zulk een toon over de vrouw,
als echtgsnoote, wordt gesproken, kan zg,
iu haar verheven roeping als moeder, niet
worden behandeld met den eerbied, dien zg
verdient.
Een eDgel van toewjjding gelgk, zit de
moeder aan de wieg van het kind, wieos
levensdraad zoo innig met den haren is
samengevlochten.
Wie onzer beschouwt zjjne moeder niet als
een buitengewoon,als een heilig wezen,gelijk
er op aarde geen tweede wordt gevonden?
Wie onzer stuift niet op, met veront
waardiging in de ziel en het vuur des toorns
in de oogen, wanneer de eer zijner moeder
wordt aangerand?
Zij heeft van den Schepper eene hooge
roeping ontvangen.
Is zij niet dat wezen, vol heldenmoed,
lgdenskraeht en zelfverloochening, waaraan
God het voortbestaan, de verpleging en de
eerste opvoeding van het meuschelijk ge
slacht heeft toevertrouwd?
Daar zijn vrouwen, die met recht en reden
klagen over den schier ontilbaren last van
lijden en zorgen, waaronder zjj gebukt gaan.
Armoede, ziekte en beproeving zijn de
schamele woning binnengeslopen; een talrjjk
kroost heeft meer voedsel en kieeding noodig
dan de vader verdienen, de moeder verschaf
fen kan; op haar eigen levensonderhoud
zal zij uitsparen wat zij echtvriend en kin
deren aanbiedt.
De engel des doods verschijnt op den
drempel; een der kinderen, wellicht een
kreupel, verminkt wichtje, voor wien het
een geluk mocht heeten, in eene betere we
reld te worden opgenomen, is ziek.
Sla nu die moeder eens gade. Alle eet
lust is haar vergaan, de slaap uit de oogen
geweken; in koortsige spanning volgt zij
het verloop der ziektebespiedt zg het ge
laat, de gebaren van den geneesheer, om
daaruit te spellen wat haar te duchten staat,
of te hopen overbljjft.
Hare liefde worstelt met de macht van
den dood, tegen wiens adem zjj de wieg
van den kleinen leider als met beschermende
vleagelen bedekt.
Van al hare kinderen heeft zjj geen enkele
te missen, daar zjj aan elk dier kleinen
geheel haar hart heeft geschonken.
Ziedaar slechts een enkelen trek, uit de
vele, waarmede het beeld der moeder getee-
kend moet worden!
Verlangt gjj nu te wet6n wat de socia-
tot niets anders geschikt was dan om als cjjfer-
zettenda controleur gebezigd te worden, verscheen
het eerst. Zjjne audiëntie dunrde wat langer dan
gewoonlijk; want het was de laatste dag van het
kwartaal; en Nolsen gaf een uitgebreider verslag
dan gewoouljjk omtrent den stand van zaken. Die
stand was gunstig, en de bedienden ondervonden
het: aan den boekhouder en de twee oudsten werd
eene verhooging van salaris toegekend, en aan de
overigen, ook aan Williams en Lotte, eene grati
ficatie. Podginds wist dat men zjjne bedienden
zoo streng kon behandelen als men verkoos; maar
om hen te behouden en voor de zaak niet
voor den patroon hart te doen hebben, moest
men nooit aan hun loon komen.
Liefde voor den patroon placht hij te zeggen,
is eene ziekeljjka eigenschap van bedienden;
bedienden believen den patroon toch niet, al be
handelt hjj hen ook als zjjne kinderen; maar als
hun belang er in betrokken is, zorgen zij voor de
zaak, en daardoor bloeit zjj, niet door da
liefde.
Terwijl de bedienden op elkander waehtten,
werd er aan den Knop der winkeldeur gedraaid,
en toen da jongste de deur opende, schoof er een
lang mager man binnen, die blijkbaar bjj allen
bekend was, ofschoon geen hnnner het wenscheljjk
achtte eenige intimiteit aan den dag te leggen.
Hij bleef dan ook op eenigen afst-md tegen do
toonbank leunen, totdat allen, op Heinrich na,
vertrokken waren, en Podginds hem bij zich riep.
Drie-en-dertig gulden zeven-en-dertig en
een halve cent, mjjnheer Dalberg! zeide de pa
troon zonder eenige inleiding. Wat er in den pot
staat, zal Heinrich u ter hand stellen. Uw Balaris
iistische leer van dat engelachtig, hemelsch
wezen gemaakt heeft?
Verneemt dan wat Bebel verder u
zeggen zal«Het lot der vroaw zal in de
toekomstige maatschappij geheel anders
wezen dan thans. Zij zal het niet langer
meer als hare roeping beschouwen, het leven
te schenken aan een groot aantal kinderen,
haar, gelgk het heet, door God gezonden;
zjj zal treden in het genot harer vrjjheid
en zelfstandigheid, en niet me^r de helft
of het drie vierde van hare beste levens
jaren doortobben met al dat gedoente van
kinderen.»
Wjj hebban Uier naar eene zachtere uit
drukking moeten zoeken dan genoemd heer
schap zich veroorlooft.
Waar blijft de innige verhouding, welke
er bestaat tusschen mosder en kind, in eene
maatschappij, waar alles aan den Staat, dat
wil zeggen, aan de Gemeenschap toebehoort?
De nieuwgeborene bljjft bjj zjjne moeder
zoolaeg hg hare zorgen behoeft, en komt
daarna terecht in eene staatsinrichting,
waar hij verder tot een zelfstandig wereld
burger wordt gevormd en opgeleid.
Het recht van de moeder op haar kind
wordt, natuurljjk, een doode letter, want
zg is voor haar kroost niets meer dan de
vrouw, die het ter wereld bracht.
«Ieder kind, dat geboren wordt schrgft
Bebel is een der Gemeenschap wel
kome aanwinst, wjjl zg daarin de moge-
Ijjkheid van haar voortbestaan en verdere
ontwikkeling ziet. Op haar (de Gemeen
schap, want het kind behoort der moeder
niet toerust alzoo van meet af de verplich
ting, naar beat vermogen voor dat nieuws
wezen ta zorgen, alsmede voor demoeder.»
Dat heet men dan vrjjheid voor de vrouw
en da moeder! Zjj en haar kind worden
doodeenvoudig beschouwd, niet meer als
zelfstandige menschen, met re :ht:-n en ver
plichtingen, maar als nummer zoo reel en
zooveel in de Gemeenschap
Geen wonder! De mensch is immers niets
anders dan een ontwikkeld dier
Waarom zou men nu ook niet misvormde
kinderen, van welke de Gemeenschap geen
voordeel heelt te verwachten, van kant ma
ken, evenals men zulks doet met schadeljjke
dieren
Zeer zeker heeten in de socialistische leer
geoorloofd, ja,worden zelfs aangeprezen eene
menigte zaken, die niet minder barbaarsch
zijn dan een stelselmatige kindermoord.
Wij zien er van af, ia verdere beschou
wingen over dit ouverkwikkelgk onderwerp
te treden. De geachte lezer zal er zjjn be
loopt tot Woensdag voor acht dagen. Ziet ge? Hjj
telde hem geldstukken voor en begon in een
zijner boekeu te bladeren. Patroon 1begon
Dalberg.Ik ben uw patroon niet meer, mjjnheer,
en ik ben het misschien nooit geweest, voegde
hij er Earkastisch bjj. Wij waren concurrenten,
mjjnheer Dalberg! U deed uw eigen zaken
maar met mjjne klanten. Ik beken, mijnheer....
Niet noodig, mijnheer Dalberggjj hebt reeds
alles bekend, en ook zonder dat wist ik de gansehe
zaak. Wjj zjjn nu van elkander af, manheer Dal
berg! Podginds boog zich weder voorover en
scheen zjjn vooimaligen bediende te hebben ver
geten. Zou ik u een getuigschrift mogen ver
zoeken? vroeg deze, na een oogenblik zwijgen.
Een testimonium? Wel neen, gewis niet.
Maar zonder dat kom ik nergens terecht.
Podginds haalde de schouders op. Ik mag mjjne
confraters niet bedriegen; zoo ik u een testimoniam
gaf, zou het zjjn om ze te waarschuwen voor den
bediende, die zijn patroon onderkruipt.
Ik heb toch vjjf jaren bjj u eerlijk gediend.
Eerlijk dat weet ik niet; dat gjj vijf jaren mijn
brood gegeten hebt maakt uwe handelwjjze nog
erger. Mijuheer Podginds, zeide Dalberg met
eenige verheffing van stem, ik heb voor het brood
mijne diensten geleverd. Gjj kunt mij niet wei
geren daarvan schriftelijk bewijs af te geven.
Toch weiger ik dat, mjjnheer Dalberg. Ik heb
eene oude moader, die in mij haar eenigen steun
heeft, hernam de voormalige badiende op zaehten
toon. Een fraaie steun I als ik voor alle ouders
moest zorgen, zon mjjne zaak even spoedig vallen,
als zjj door de mèeées van zulke steunen te gronde
zou gaan. Die oude moeder had u maar wat betei
komst reeds van hebben. Hg zal duidelijk
genoeg hebben iagezieu, dat de socialistische
leer volstrekt geene rekening houdt met de
waardigheid, die der vrouwelijke kunne
toekomt, noch met de hooge roeping door
God aan de moeder gegeven.
De vroaw, naar deze monsterachtige
leering gevormd, is geene vrouw meer, sa
mengesteld uit liefde en zelfopoffering, maar
een verdierlijkt wezen, dat genot en zelf-
zacht als hoogste wet erkent. Weg met
den stralenkrans, dien de liefde en de smart
om den schedel dier heldin hebben ge
vlochten De vrouw is geen koninginne
meer, bestomd om dan gouden schepter der
liefje te zwaaien, maar de vuige slaviD,
hetzjj van de luimen des mans, hetzij van
haar eigenen hartstocht.
Als ecbtgenoote is zij door geen band van
liefde, als moeder door geen band van bloed
meer vereenigi met man noch met kind.
Het is voortaan haar taak niet meer, de
engeling de3 vredes te zjju in den van God
geheiligden haard, de engelin dar toewgling
aau de wieg van haar kind.
Vrouwendeugd, echteljjke tronw, moeder
liefde, zelfopoffering zijn slechts gdsle klan
ken, dwaasheid en niets meer!
Wat dunkt u, vau zulk eene leer? Zult
gjj niet met ons moeten bekennen, dat het
eerste en laatste woord van het socialisme
isverwoesting, niet alleen van de be
staande maatschappelijke orde, maar ook
van de waardigheid der vrouw en van het
huiseljjk geluk?
Leven wjj te midden der orkanen ea
verdelgende golven in den sociaal-demo-
cratischen stroom, de haven des behonds
vinden wjj in onzen H. godsdienst.
Waken wjj dag en nacht en vermanen
en waarschuwen wjj,wat er ook van kome
opdat de mensch zijne vrijheid behoude en
den valstrik outkome, waariu de democra
tische leer hem brengen wil.
Wacht n voor de valsche profeten, die
in schaapskleederen tot n komen.
Eene gezellige club telt Pargs, die geheel
bestaat uit doove en stomme menschen. In
deze vreemdsoortige vereeniging gaat alles
naar wensch, niettegenstaande ook de be
dienden noch hooren noch spreken kannen.
Wanneer ze noodig zjjn, worden ze gewaar
schuwd door een klein electrisch toestel,
uitgevonden door een lid van de clnb, dat
hun een lichten schok geeft. Het clubge
bouw is in eeu van de korte Btraten nabjj
begrippen vaD eerljjkheid moeten inboezemen.
Mjjn laatste woord, mijnheer Dalberg: een tes
timonium ge8f ik niet, en het beste voor u zou
zgn, een ander vak te kiezen. Heinrich
Heinrich verscheen, en de patroon begon met
dezen over geheel andere zaken te spreken, zonder
in het minst meer acht te slaan op zjjn voormali-
gen bediende en huisgenoot, die nu eens dreigde,
dan smeekte totdat hjj plotseling op zijn patroon
aanviel en hem bjj de keel wilde grijpen. Maar
Podginds ontsprong den greep: Heinrich schoot
tusschenbeideD, en er ontstond in het enge ver
trekje eene worsieling, die echter ras geëin
digd was. Dalberg was spoedig de dear uitgewor
pen, en het voorval had geen andere gevolgen,
dan dat een paar der matglazen rniten van de
kantoordeur ingestooten werden.
Zal ik het aangeven vroeg Heinrich. Wel
neen, wel neen.- houdt het bedrag der ruiten maar
af van zijn aandeel in den pot, en laat Eoos zorgen
dat da glazenmaker morgen voor kerktijd hier
is. Zulke dingen, mjjnheer Heinrich, moeten niet
pubiek worden. Het publiek, heeft er niets mede
te maken; men zou mijn winkel voor een moordhol
gasn houden, en de dear zon eene curiositeit
worden. Zorg slechts dat die man niet meer bjj
mjj wordt toegelaten: zulke menschen kunnen
gevaarljjk worden, zeer gevaarlijk Och niets,
nitts! vervolgde Podginds op wreveligen toon,
toen door de zacht geopende deur een kinder
hoofdje naar binnen werd gestoken, en de vraag
klonk: Wat is er, pa?
Wordt vervolgd.)