NIEUWE No 2016 Vrijdag 4 Angnstns 1893 18de Jaargang. Het Socialisme en het Kind. BUITENLAMP. ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,08 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels .30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag- en Vrflda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KüPPEBS. Daar bestaat in het huiselpk leven iets, waarop de echtgenooten, indien zjj door God er mede gezegend zjjn, steeds het oog moe ten houden, zjj mogen niets verzuimen om het kind aan hunne hoede toevertrouwd eene goede opvoeding te geven. De wederzjjdsche liefde, welke tusschen de echtgenooten moet bestaan, neemt in de kinderen been en vleesih aan. Baiden, vader en moeder, kunnen met recht, en waarheid zeggendat is bloed van mjjn bloed, leven van mijn leven. Door het kind gevoelt de man zich vader, en, indien wjj ons zoo mogen uitdrukken, meer mensch, meer lid der maatschappij dan vroeger, tcmn hjj slechts als persoonljjk wezen deel uitmaakte van de menschheid. Door het kind ook krjjgt hg meer besef van den ernst d6s levens, een ernst, welke nochtans eene gepaste opgeruimdheid van geest en gemoed niet uitsluit, integendeel, de vreugde des levens verhoogt, het huiselijk geluk vermeerdert. Het kind spoort den vader aan tot stipte plichtsbetrachting, tot noesten vlijt in het behartigen zjjner zaken, tot omzichtigheid in spreken en haudeien. Het kind is een nieuwe band, die hem met zjjne gade in liefde vereenigd en^zoo innig hecht aan huis en haard, dat hjj er toe bereid wordt gevonden, met de liefste gewoonten van zgn jonggezellen-leven voor goed te breken. Koitomdoor het kind stjjgt de man in waarde voor Gud, voor de menschen en voor zich-zelve. Wat zallen wg zeggen van de betrekking, welke er ontstaat tusschen de moeder en dat wezen, dat deel van haar-zelve, waarin zjj zich en haren echtvrieud terugvindt en als het ware ten eenenmale opgaat? Wat eene verandering brengt de geboorte van een kind niet te weeg in haar leven! Aanhoudend roept in haar binnenste eene stem haar toe: Vrouw, gij zjjt moederAan n beeft God de verpleging opgedragen van een onsterfelijk, innig geliefd wezen, naar Zjjn evenbeeld geschapen. Als bjj tooverslag is die anders wellicht min ernstige, die tot dusver behaagzieke 'FEUILLETON. Een familie-tafereel. 5. (Vervolg.) Da heeran Podginds en Broekman waren zwa gers; de eerste had de eenige zuster van laatstge noemde gehuwd, en aanvankelijk zelf waren er sporen van eenigen omgang tusschen de beide manufacturers te ontdekken geweest; naarmate de zaak van Podginds een hooger vlucht had genomen en die van Broekman meer en meer achteruitging, waren ook de minachting van de eene, jaloezie van de andere zijde gestegen, en nu zagen de zwagers elkander bjjna nooit dan in de woning van den ouden heer Broekman, waar zij zelden met elkander spraken,^ of, waren zjj er toe gedwongen liever het wter dan de manufacturen tot onderwerp namen. Lij elkear kwamen zjj nooit dan bjj zeer gewichtige gele genheden, geboorten of sterfgevallen. Toen kon de wereld niet zeggen, dat zij gebrouilleerd wa ren, ofschoon bij beiden op den bodem des harten de wenscli school, liever geslagen vijanden o volkomen vreemdelingen voor elkaar te zijn, dan tegenover elkander te staan in die gedwongen positie, die te weinig vjjandig was om te verzoenen en te weinig vriendschappelijk om voor goed te brouilleeren. Terwijl Broekman op weg was naar zijq zwager en nadacht over hetgeen hij hem zeggen zou, was ook dezen door den loop zijner gedachten n8ar den ouderwetschen winkel en diens eigenaar gevoerd. Zijne bedienden, waren vertrokken: ook Heinrich was, volgens zijne gewone verdeeling van den Zaterdag en Zondag, waardoor baiden ineen smolten, nog eens «even uitgegaan," en de patroon zat alleen in het erge kantoortje, dat zich aan het einde van den winkel bevond, en door welks stukgestooten ruiten hjj juist het uitzicht had op de dubbele glazen deuren daar tegenover. Zg waren thans geheel opengezet: juffrouw Podginds vrouw herschapen in een geheel ander mensch, die geen levensdoel meer voor de oogen heeft dan het welzijn van den lieve ling. Zij acht zich nog alleen gelukkig in het bjjzjjn van haar kind; niet dan ge dwongen verlaat zjj de wieg en de woning, die voor haar een heiligdom is geworden. Daar immers ligt de schat haars harten, het voorwerp barer liefdevolle zorgentoa- wjjding, daar ligt haar vreugde en trots terneer gevljjd. Men spreke haar van niets anders meerhaar kind is het middenpunt van de gedachte haars geestes, van de ver langens harer ziel. Al hetgeen haar om geeft, neemt voor haar andere verhoudingen aan: wat haar weleer verdroot of zwaar viel, scbgnt haar nu gemakkelijk toe. Yoor het welzgn van haar kind is zij tot de held haftigste opofferingen in staat, en die dui zend kleine zorgen, welke zg tot dasverre hare aandacht onwaardig achtte, beschouwt zg nu als zaken van het hoogste gewicht, omdat zg strekken tot het groote doel haars levens: de welvaart van haar kind. Op zekeren dag waren ten huize van eene achtenswaardige vrouw,in het oude heidonsche Rome eenige voorname dames vergaderd, zoo'u«theevisietje»van dien tjjd.Wat bjj der- geljjke plechtige gelegenheid in zulk ge zelschap niet kan uitbljjven, geschiedde: het gesprek kwam terecht op de «mode,» elk harer gewaagde met onverholen zelfbehagen van de edelgesteenten, armbanden en andere kleiuoodiëo, welke zjj het voorrecht had te bezitten. Alleen de vriendeljjke gastvrouw zweeg. «Lieve mevrouwvroeg een der dames van het gezelschap waar zijn dan nwe schat ten t De aangesprokene verzocht de gasten, haar te volgen. Zjj opende de deur der kin derkamer, wees met moederljjken trots op een tweetal bloeiende knapen, hare beide zoons, en zeide: «ziet daar mjjne juweelen, mjjne sieraden, mjjue schatten!» Die waardige edelvrouw was de moeder der beide Gracchussen, met eere bekend in de geschiedenis van hun vaderland. Het kind is inderdaad een kostbaar klei nood, dat door eene goede opvoeding in gond wordt gevat. Donose Cortes noemt het kind zoo hield van luchtverve schiug, na den gauschen dag opgesloten te hebben gezeten in die bionenkamer, die naast den winkel gelegen was. Zjj zat daar aan de ronde tafel met hare twee dochtertjes, die, terwjjl mama hare stichtelijke overpeinzin gen voortzette, met haakwerk bezig waren. Hare blonde kopjes werden verlicht door het heldere schijnsel der gaspit, dat aan die binnenkamer, uit het kantoor gezien, ie's van een vijiosn des huiseljjken levens gaf. Podginds kon er de oogen niet van afwenden. Toch, gicg hjj er niet heen; toch liet hjj tusschen die huiskamer en zjjn kan toortje den somberen afstand, gevormd door den winkel met zijne toonbanken, stapels manufacturen en gedrapeerde stoffen. Het was of hjj die kloof niet kon overschrijden, die hem verwjjderd hield van zjjne vrouw. Die toonbanken schenen on overkomelijke sluitboomen: zij werdtn thans hoe langer hoe hooger en steiler, en de stapels doozen en de pakken, die er op lageD, maakten er als 't waren rotsen van, die elkander hoe langer hoe meer naderden. En toen was het of de shawls en uitgehangen stukkeu vormen aannamen, vor men van gevleugde reuzen, die zich tusschen hem en de woonkamer plaatsten, en met hunne wjjd uitgestrekte armen terugdreven en beletten aan dien kleinen gezelligen kring deel te nemen. Hjj zag het bleeks, nog schoone gelaat zjjner vrouw en de blondgelokte hoofdjes zijner kiu- derenZjjne vrouw? zjjne kinderen? De reuzen op hunne rotsen, maakten dien eigendom tot eene illusie. Neen, het was zijne gade niet, slecht eene vrouw, die door een maatschappe lijk verbond zjjne echtgenoote heette,maar wier hart niet voor hem klopte, aan wie bjj, op zjjn zachtst genomen, onverschillig was; en die kleine Agathe en Nelly zjj waren bang voor hem; ze ver meden hem, waar zo konden. Welk recht had hij ook op hunne liefde? Hij had zich om hen even - min bekommerd als om zjjne gade: hjj had slechts geleefd voor die reuzen op hunne rotsen, die hjj zelf in het leven had geroepen. En hoe had hjj schoon, een vat van zegening, nog geheel en al doorgeurd van den balsem der onschuld Ook die parel moet door de socialistische leer van haren luister beroofd, ook die koning van zjjnsn troon geworpen, ook die bloem in het slijk vertreden worden. Wg betoogden het reeds, dat, volgens de leer van den Dnitschen socialist B e b e 1, de moeder niet het minte recht heeft op haar kind. Ieder kind wordt beschouwd als eene volkome aanwinst voor den Staat, op wien dan ook de verplichting rust, voor dat arme wezen te zorgen. Het recht van de moeder op haar kind is slechts een doode letter, en zg-zelve voor haar kroost niets meer dan de vrouw, die den Staat deze «welkome aanwinst» ver schafte. De Staat, zoo zeggeu de socialisten, moet zorgen voor de opvoeding van het kind. Het «Communistische manifest» van M a r x en Engels eischt: de openbare en kostelooze opvoeding aller kinderen. Het «Program van Gotha» vordert: de algemeene en voor allen gelgke volksop voeding door den Staat. «Het is eene uitgemaakte zaak schrijft B e b e 1 dat da kinderen zich het liefst bevinden te midden van huns gelgken; zg spelen te zamen, leven te zamen en voeden zoo eikander op! Van deze «onderlinge opvoeding» kan men zich het best een begrip vormen, wanneer men op een zomer-middag eau kjjkja neemt in de achterbuurten onzer steden. «Onze tegenstanders orakelt Be bel voort bewereo, dat de ouders geen groo- ter genoegen smaken dan wanneer zjj hunne kinderen bij zich hebben en zeiven kannen onderrichten. In de werkelijkheid echter is dit geheel anders. Worden de kindaren groot vervolgt hg dan worden zg geoefend in alle soorten van geestes en lichaams- arbeid, in turnzaal en zwembad, op ijsbaan en kampplaats. Daarbg sluiten zich, ter afwisseling aan, voettochten, worstdlkam- pen en lichaamsoefeningen voor beide ge slachten. Want zg «worden gelijkelijk en gemeenschappelijk opgevoed,» tot dat hnune meerderjarigheids-verklaring door den Staat plaats heeft. Dan weet de maatschappij met algeheele zekerheid, dat zg slechts degelijk en alzijdig ontwikkelde leden beeft aange- ze in het leven geroepenZie, daar kwamen zij weder voor zijnen geest, die jongelingsjaren van ouverpoosden arbeid, van onbegrensde spaarzaam heid- daar zag hjj zjjne kleiue achterkamer weder, waar' bij slechts den nacht doorbracht, en waar zeidon eene lamp ontstoken, nooit een haard aan gelegd werd. Daar zag hjj weder dien somberen winkel van Broekman, waar hjj met den zoou en de dochter des huizes zijne dagen achter de toonbank doorbracht, en des avonds, niet zelden ook des middags, de gastvrije tafel deelde, totdat hij als zoon van den huize werd aangenomen, om zich weinig tjjds later als een «tak// van de firma te vestigen. Maar de tak had zich weldra van den stam losgerukt; langzaam en met beleid, eu trok nu zelf de sappen, die den ouden boom eenmaal voedden. Broekman on Zoon was eene vergetsn firma geworden; hare klanten evenwel hadden den eersten stoot gegeven aan de bloeiende zaak van Podginds. Daar stond weder de oude Broekman voor hem, en het klonk hem nog in de ooren: George, ik heb u het liefste ge geven, dat ik op aarde had, mjjno eenige doch ter ik heb u in eene zaak gezet is dit nu mijn loon? En toen namen de reuzen op hunne rotsen eene dreigende houding aan; zj| schenen hem te naderen en te herhalen: Is dit nu zjjn loon? Toen werden de rotsen nog steiler en hooger, en zij drongen zich om hem heneD, en de reu zen breidden hunne armen uit om hem te ver pletteren; en eea hunner nam het gelaat aan van Dalberg, en vroeg: Mjj hebt gij broodeloos gemaakt en hebt gjj niet hetzelfde gedaaD, ja meer nog dau ik deed En een ander vroeg hem met de stem van Agathe: Hebt gjj niet alles aan mjj te danken? Zoo niet uit liefde, dan toch uit bevredigde hebzucht,moest gjj mjj niet geven wat der vrouw toekomt! En zijne kin deren riepen: Weet gg nog, vader, wat groot vader u toevoegde, toen hjj het laatst hier was: Mjjne dochter maakt gjj ongelukkig en mjjne worven, menschen, wien niets, dat meosche- lijk en natuurlijk heet, vreemd is, geheel en al op de hoogte van kan eigen natuur en eigen wezen. Gg hebt het gehoord? geachte lezer. Ver plaatst u nu bij de wieg van uw kiod. Uit zija schalken blik straalt de onschuld als een weerglans van meer dan aardschen luister u toe. Over dit engelachtig wezen spreekt de socialistische learaar even als een vetweider over zjjn rundvee, even als de eigenaar van een beestenspel over een nest jonge apen, uiet anders! En dat is dan de leer, die de menschheid gelukkig moet maken't Is schandeljjk! België. Io Antwerpen zullen op de dagen van 12, 13 en 14 Augustus e. k. gedurende de Groote Kermis, feesten gegeven worden, waarvan de feestcommissie ons heeft verzacht mel ding te willen maken. Prgsvaren voor roei- en zeilbooten op de Schelde,Paardenloopea en wielrgden,Fakkel optochten en een Stoet der MaatschappgeD, ziedaar het beknopt program dat het comité der feestviering het publiek zal aanbieden. De aankondiging der feesten zegt verder dat op 15 en 20 Augustus een Prachtige Lichtstoet zal uitgaan, zooals de Antwer penaars alleen er kannen inrichten! Het electrisch licht, het bengaalsch vnur, de duizendkleurige lantaarns volgen elkan der op en strijden om het eigenaardigst; meer dan vgf en twintig prachtvolle wagens dingen om het rgkst versierd en om den besten smaak. Dit is het feest der oogeD, zegt het co mité, het feest voor iedereen, want dit schouwspel evenals de overige der Kermis is ten volle kosteloos. De Museums zullen bovendien hunne deuren voor een ieder open stellen. De Haven met zjjne bewonderenswaardige wandelterrassen zal gedurende deze feeste lijkheden verlicht worden. De bgzondere Maatschappijen zullen on vergetelijke feesten geven, waarbg mnziek en verlichting de somberste geasten opwekt tot het schoone en ware kanstgevoel. zaak hebt gij ondermijnd! En toen klonk bet vaa alle zijdeu en uit alle hoeker: George Pod ginds, hoe zult gij dat verantwoorden! Een schellen aan de winkeldeur maakte een einde aan het visioen; want een droom was het Diet, maar eene van die mijmeringen, die onzen geest overmeaatereD, zoodat wjj de kracht niet bez tten ze af te breken, en die, niettegenstaande onzen wakenden tosstand, vorm en gedaante aan- Demen. De schel deed ze verdwijnen en riep Podginds tot de werkelijkheid terug. Hij stond op, maar hjj had den moed niet den winkel door te gaar,; bij durfde die renzen op hunne rotsen niet voorbjj. Bovendien wie kon het wezen? A!a het Dalberg eens aras. Maar 't kon ook zijn, dat het zijne zaak gold, en t zou zjjae schade kunnen wezan, als hjj reeds de stem zjjner vronw aan de deur, wier vraag wie er buiten was, hjj thans duideljjk door de gebroken ruit verstond. Ikt Broekman, klonk het antwoord. Het slot werd omgedraaid; maar toen de deur open ging, was de gaspit in het kantoor uitge- bluscht en de dear op slot. Is je man niet t'huis? vroeg Agathe s broer. Ja... Neen, toch niet; ik dacht dat hjj thuis was, maar ik zie geen licht. Neen, de deur is ook gesloten; hij is zeker uitgegaan. Weet ge dat dan niet van elkaar? vrosg Broekman, met een in den broeder vergeeflijke onbescheidenheid. George heeft het altijd druk, t «an zgn, dat hü cog dezen of genen moest gaan spreken. Neen, zeg het maar, Agathe, dat Podginds je aan je lot overlaat, en zelf er zijn pleizisr van neemi. Podginds houdt niet van uitspanningen, dat weet ge wel: wij zijn in geen zes jaar uitge weest samm. Samen? Juist, Agathe.... hernam Broekman medelijdend. Maar daarvoor kom ik niet hier. Het is uwe zaak, dat gij u door hem laat varwaarloozen, en hjj zelf heeft het te veran - woorden.... Arm kind 1 (Wordt vervolgd.) H44RLIMHCHK C0UR4IT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1