w \l NIEUWE Donderdag 17 Augustus 1893 18de Jaargang. Socialistische leeringen. No, 2021. .pne* ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUEEAII: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels 30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag- en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uit g e v er, W. KÜPPÏB8. «Met de afschaffing van het bjjzouder eigendom houden ook de misdaden op,» ziedaar één der hoofddwalingen van de soci aal-democraten. Hiermede trachten zij de meest slaande bewijzen, welke de onmoge lijkheid van het communisme aantooneD, om ver te stooten. Deze zonderlinge meening wordt allerwege verkondigd. We treffen ze aan in boeiend geschreven romans,en we vin den ze ontelbare malen in allerlei wendingen uitgesproken in de kleinste sociaal-democra tische straatbladen, die in den platsten vorm de socialistische «wjjsheid» ten beste geven. Zeer zelden stoot men ook maar op een scbjjn van bewjjs voor deze bewering, ge lijk de socialisten over het algemeen hunne meeningen als »ODomstootelgke waarheden» plegen voorop te zetten, die volstrekt geen bewjjs behoeven. Hier en daar intusschen vindt men den een of anderen «grond» aangevoerd. Maar deze «gronden» zjjn van dien aard, dat men daarbjj onwillekeurig aan het bekende woord denkt: «Als gjj gezwegen hadt, dan had men u wellicht niet voor een domkop gehouden.» Daarom kou men zich gevoegelijk voor gedispenseerd houden op deze gronden in te gaan, vooral omdat het ieder mensch, die nog eenigszins over gezond verstand te beschikken heeft, reeds bjj voor baat allerduidelijkst is, dat de bewering: het bijzonder eigendom is de bron der misdadende meest dwaze onwaarheid omsluit.Opdat echtei de socialisten niet kunnen zeggeu, dat wjj ons niet inlaten met bewijsgronden, willen wij deze bewering in 't kort toelichten. Alles,' wat in bovengenoemde bewering wordt ge zegd, laat zich in de volgende woorden sa menvatten: «Het bjjzonder eigendom draagt de schold «van onzen tegenwoordigeu maatschappe- «Ijjken toestand. Uit dezen toestand komt de «misdaad voort; want de misdaad heelt voor- teerst haren grond in den innerljjken aau- «leg van den mensch en tweedens in de be ttrekkingen, welke den mensch omringen. «De inuerljjke aanleg heeft zjjn grond in «de lichamelijke gesteldheid. Deze laatste nu «komt allereerst van de ouders voort. Is de «lichamelijke gesteldheid eene slechte, dan «ligt dit daaraan omdat de ouders öf door ge- «not of door ellende een verdorven lichaam «hebben en aan hunne nakomelingen eene «verpeste levenskiem gaven. Wjjl bjj onze «bjjzondere kapitalistische economie een ge- «deelte der menschheid in genietingen «zwelgt en het andere gedeelte ellendig is of «gebrek heeft, worden de lichamen verdor- «ven en hierdoor wordt de kiem der misdaad FEUILLETON. Een familie-tafereel. l0, Vervolg.) Kapitein van Geesel? Ia dat niet de zoon Van den ouden van Geesel? vroeg Broekman Se nior. Paa dan op, Janhet zjjn kwade betalen. Ja, als Podginds aan kwade betalen wilde Wren, konden wjj elk kwartier voor negen- «n-tachtig-gulden vier-en-dertig verkoopen, zeide A.gathe met een glimlachje. En voor u komt er zoo'n sommetje niet °p aan, niet waar? vroeg juffrouw Broekman 'potachtig. Maar, zie-je wij zjjn maar burger- htenzchen; wij doen zulke groote zaken niet; wjj houden ons maar laag bjj den weg; maar kwade betalers daar kan niemand tegen: die zal Podginds °ok wel hebben. Och, ik bemoei me zoo weinig met miju 'Hans zaken, antwoordde juffrouw Podgiuds met geveinsde nederigheid. Bij ons gaat zooveel om,dat Podginds zelf er het oog niet op houden kan. Juffrouw Broekmau sloeg de oogen ten hemel, "•tt hare meening over zulk eene noodlottige Wkte te keDnen te geven: zoo moest de zaak M te niet loopen. Hier vond zij een bondge noot in haar vader, die eveneens van oordeel was, een handelaar zelf zjjne zaken moest nagaan; naders eDÜn, hjj zou van Podginds maar j>iets zeggen; hjj had al zooveel van hem gezegd, 5 zou er maar over zwjjgen; Podginds zelf moest ^eten hoe zjjne dadeo te verantwoorden. Maar (^t Agathe hem nog kon voorspreken, dat be- Jteep hjj niet. «immer meer verspreid. De uiterljjke betrek- «kingen dragen dan het hunne bij, zoodat de «kiem zich snel ontwikkelt en de maatschap- «pjj steeds dieper in den moeras der mis- «daad verzinkt. Want vooreerst plaatst de «op christelijke beschouwingen rastende «maatschappij aan de natnnrljjke neigingen «des menschen hinderpalen in den weg en «noemt dan de overschrijding dezer perken «misdaad. «Zoo stelt zjj perken door den onver- «breekbaren enkelvoudigen echt; aan de po- «ping om zich zelf in stand te houden stelt «zjj perken door het verbod om een an- «dermans eigendom aan te tasten. De mensch «echter verlangt zjjne natuurlgke neigin- «gen te bevredigen; hp overschrjjdt der- «halve de gestelde perken enbegaat «misdaden! Met deze perken valleu dus ook «de misdaden. «Ten tweede is ons maatschappelijk le- «ven opgelost in individuen. Het eenige «echter, dat deu mensch kan tegenhouden «om zjjne natuarljjke neigingen te bevre- «digen, is de achtiug voor de hem omrin- «gende menschen. Tegenwoordig bestaat «zulk een steun niet meer, omdat alle maat- «schappeljjke banden zjjn losgemaakt «Heerschte er alzijdige geljjkheid in het de mocratische communisme, dan zon debpzon- «dere persoon door de beschouwingen der «gezamenlijke personen in den ban geslagen «worden.» Dat zijn de sociaal-democratische «bewjj- zen»; men ziet, het zjjn ecbt sociaal-demo- j jcratische beweringen. Elke stelling vertoont '\f zich öf als de grootste onwaarheid, öf als de grootste misvorming van een korrel waarheid, welke daaraan ten grondslag ligt. Niet het bjjzonder eigendom draagt de schuld van onzen maatsehappelijken toestand, maar het misbruik dat eene liberale ontkerstende economie maakt van het bjjzonder eigen dom. Da misdaad komt niet voort uit de maatschappelijke toestanden, waarin de mensch leeft. Immers er zgu, zooals de on dervinding leert, in alle betrekkingen deugd zame menschen en booswichten. De mis daad komt voort uit de verdorven natuur des menscheD, welke zich verzet tegen Gods zedenwetten. Gewis, ook de uiterljjke om standigheden werken in dit opzicht schade- ljjk op vele menschen. Gelegenheid maakt dieven,jen Verkeerde omgang bederjt de goede zeden.-* De bewering, dat de innerljjke aanleg van den mensch zjjn grond heeft in de lichamelijke gesteldheid, kan alleeD geleverd worden door iemand, die op het standpunt staat: de mensch is niets anders dan een Jan en George moesten maar weer compag nons worden, merkte de oude vrouw op, die hare eigen opvatting van den draad van het gesprek gevolgd had, en dit als het punt in quaestie be schouwde. Jan zou er vriendelijk voor bedanken, gaf juffrouw Broekman ten antwoord. Wjj verdienen met eere ous brood, en wjj willen van niemand afhangen. Juffrouw Podginds deed of zij de opmerking niet hoorde, en de heeren Broekman bogen zich te gelijk naar den horen, om de oude vrouw van die ongerijmde dwalingen terug te brengen. O zoo! sprak ze: zjjn zjj het eens? Dan behoeft nat niet meer; des te beter: vrede en eendracht onder elkander, niet waar, kindertjes? En zjj knikte zoo vriendelijk Jan en Agathe toe, als in de dagen, toen z|j nog te zamen aan haren sehoot hun lekkers deelden. Maar die dagen waren lang voorbjj; daar was te veel gebeurd sedert zjj beiden achter dezelfde toonbank stonden, elke schrede voorwaarts van de eene was bjjna gepaard gegaan met eene schrede achterwaarts van den ander, en zoo het al mogelijk ware geweest.dat dit toenemend verschil in welvaart het hart niet van elkander had verwijderd, beiden waren ge huwd: wat de zuster in den broeder zou vergeven hebben, dat vergaf de schoonbroeder niet, en wat de broeder in de zuster gaarne vergoelijken zou, de schoonzuster had er te scherper oog voor. Hnn huweljjk had beiden nog verder van el kander verwjjderd; toch sluimerde er op den bo dem des harten, zoowel van hem als van haar, een gevoel, dat noch verschil van fortuin noch de inmenging van echtgeuooten geheel had kun- «klomp vleesch», hij heeft geen onstoffe lijke ziel! Wjjl de ziel met het lichaam verbonden is, van het lichaam de uitwen dige indrukken ontvangt en door het li chaam naar buiten werkt, is de lichamelijke gesteldheid zekerljjk van grooten invloed op de ziel; zekere lichamelijke toestanden kunnen in den mensch de neiging teu kwade versterken, maar in geen geval bren gen zjj die neiging voort. Elk mensch is ten kwade geneigd van zijue jeugd af, hjj moge een gezond of een ziek lichaam met zich ter wereld gebracht hebben. Dit is een gevolg van de erfzonde. Het is nu de zaak der opvoeding, en wel van de godsdienstige opvoeding, den mensch er toe te brengen dat hg zjjne booze nei gingen beheerscht en in toom houdt. Niet de welstand des lichaams maakt een einde aan de booze drifteD, want een blik in het werkelijke leven is voldoende om ons te overtuigen, dat jnist de overmoed van eene opgepropte gezondheid aan de driften de teugels laat vieren, ter wgl de meeste deug den door meer zwakke personen beoefend worden. Zeker, ook de lichamelijke gesteldheid der ouders is van invloed op de lichame lijke vorming der kinderen; maar zjj is toch niet alléén de maatstaf, gelgk dé beschou wing van het dageljjksche leven duidelijk leert. Braeserg en ellende der ouders werken in het algemeen verderfelijk op het ievens- bestaan van het kind; dit is niet te loochenen. Maar het is eene onwaarheid te beweren, dat een klein gedeelte der menschheid in den over?loed, welken het bezit, zwelgt en dat overige gedeelte jammerlijk gebrek Igdt,om dat het niet genoeg bezit om zgne behoeften te bevredigen. De rgken toch brassen vol strekt niet allen; en degeneo, die niet rjjk zjjn, Ijjden toch volstrekt niet allen gebrek en honger. De sociaal-demoeratBü weten het in fabrieken en werkplaatsen wel zóó aan te leggen, dat zij allerminst honger lij ien. Ea verder: de misdaden worden niet allereerst door de rjjke brassers en door de arme bede laars gepleegd! On waar,zooals resds werd gazegd, is het ook dat de betrekkingen, die den mauseh omrin gen, deu eeuwigen of zelfs den boofdzakelg- ken steno der zedeljjkheid waarborgen. Hoe dikwijls ontaarden de kinderen te midden eener brave, voorbeeldige familie! Hoe dik- wjjls treffen we van den anderen kaut voor beelden van heldhaftige dengd in eene verkwij nende familie en in eene misdadige omge ving aan! De christen weet, dat de Geest Gods blaast, waar Hij wil; en dat een le ven van reine zeden zonder eeöe boven- nen dooden. Daar is eene stem des bloed»; en too zij bij velen verstomd is wjjt het hun zeiven niet, maar dengenen, die gesteld waren om aan die stem kracht te geveD, opdat zjj later zou kunnen spreken. Wjjt het den kindoren niet, zoo de wereld hen van elkander vervreemdt, maar wjjt het aan de ouders, die niet leerden elkander lief te hebben.Zie,dat had de oudeBroekman.wèl ge daan,en zjjne vrouw ook,in dien ouden tijd, toen zjj nog geen horen noodig had om hare kinderen te verstaan, en niet, zoo als nu, gissen moest, om dan zoo deerlijk de plank mis te slaan om dat zjj slechts spreken kon naar hetgeen zjj hoopte, niet naar hetgeen zij hoorde. Maar nu misten hare woorden toch niet alle uitwerking; zjj maakten althans voor het oogen- blik, een einde aan den twist der schoonzusters, die, hoe zacht en verdraagzaam misschien van aard, haar vrouwelijk gemoed toch niet konden verloochenen, als het deze quaestie gold. De oude Broekman zeide dat moeder groot gelijk had; dat eendracht altjjd het beate was, en het gesprek verliet dit doornachtig terrein, om op een on- zijdiger te worden voortgezet, waar de beide da mes slechts zeer in de verte elkander bestookten. Weldra stond juffrouw Podginds op; zjj had be loofd nog een eindje met hare dochters te wandelen. Waarmee zjj te koop loopt, voegde juffrouw Broekmau voor zich zelve er big. Broekman wilde ook op staan, maar hjj kon niet: de zaak met Dalberg lag liBm op het hart; hjj zon er zoo gaarne eens vertrouwelijk over ge sproken hebben; hjj had nooit geheimen voor zjjn vader gehad, maar dit, dit moest geheim bljjven. Hjj voorzag het antwoord en besefte, tevens, dat natuurlijke genade niet mogelijk is, dat van den anderen kant een verkeerde omgang langzamerhand zelfs de beste kiemen kan dooden. Dit verklaart hem alles. Van zulke dingen willen de sociaal-demo craten volstrekt niets weten; boven de wol ken is slechts lucht, zoo spotten zjj, en bo vennatuurlijke genade is voor hen ten volle «uevel.» Volgens hen is geheel het mensche- Ijjk bestaan beperkt bij den aardbol, en de hem omringende menschen zjjn de eenige verstandeijjke wezens, die op hem invoed uit oefenen; want de socialisten meenen, dat er verder geen verstandelijk wezen bestaat. De bewjjzen hiervoor bljjven zij ons natuurljjk schuldig. Dat de gedroomde socialistische geljjkheid en het democratisshe communisme het einde zoaden zjjn van alle misdaden eu hartstochten, dit beboott tot die onbegrjj- peljjke zelfmisleidingen waarin de sociaal democratie zoo bjjzonder sterk is. Zouden de ongeloovige arbeiders daaraan wel zelf gelooven? Het wil ous voorkomen, dat zij meer vertrouwen stellen in het andere mid del, hetwelk een einde moet maken aan de misdaden; nameljjk in het middel, dat hierin bestaat: dat de voornaamste slagboomen, die de hartstochten beteugelen, moeten weg vallen. Wgl volgens honue beschouwingen de misdaad uiet hierom misdaad is, omdat het door God verboden is, maar omdat de menschen het als misdaad «aanzien», dewjji het tegen de bestaande wet is; zoo mee nen zjj dat er geen misdaad meer bestaan zoude, wanneer de echt als een «contract» dat elk oogenblik kon ontbonden worden, beschouwd en het bjjzonder eigendom tot algemeen eigendom gemaakt werd! Zonder ons verder in te laten met den vermetelen opstand tegen God en Zjjn ge bod, die in zulke plannen is gelegen, wil den we slechts met een enkel woord daarop wjjzen om aan te geven, hoe de sociaal democraten van db eene misleiding in de andere vervallen. Is het niet zoo klaar als de dag, dat in een staatslichaam, waarin de algemeene geljjkheid de opperste maat schappelijke grondstelling is, men de han den zal uitstrekken naar hetgeen anderen is toegedeeld, zoodra men zich benadeeld gelooft? En is het niet klaar, dat het tot moord en doodslag zal komen, wanneer de een den ander zgne vrouw afkeerig maakt, welke hjj zjju leven lang in liefde hoopte te bezitten Een voortdurende strjjd zal het leven zjjn: aldus is het voor ons bepaald, aldus is het ook in de natuur beschikt. En wan neer wjj iu dezen strjjd onzen toestand al de argumenten van Dalberg, voor hem over tuigend, zjjn vader niet overtuigen zouden. Hoe had Hij met meer gerustheid gewaagd, als zijn vader met hem waagde; maar het lag in den aard der zaak, dat hjj alleen moest handelen, alleen, hij die nog nooit alleen gehandeld had. Je hebt iets op het hart, Jan! zeide de oude Broekman, toen hjj zjjne doehter had uit gelaten, met wie hjj nog eene poos in den voorgang had gesproken. Ik, vader? Niemendal. Het is niet zoo als het hoort, Jan! Maar vader, ik verzeker u Neen, neeD, jongen! daarvoor kennen we elkaar te goed, viel de oude man hem in de rede; je verzwjjgt iets voor me. En dezelfde Jan Broekman, die zoo straks nog bjj zichzelven niets liever wenschte dan, zijn vader te vertellen wat hjj voornemens was, werd nu boos, omdat deze niet geloofde dat hjj niets te vertellen had. Welnu, vader, zeide hjj wrevelig, als ik wat heb, dau behoef ik dat toch niet te vertellen: ik ben ond en wjjs genoeg om voor mijne eigen zaken te zorgen, en ik heb nu lang genoeg een winkel alleen gehad om te weten wat ik doen en laten moet. De oude Broekman gaf geen antwoord op dien wreveligen uitval: het was de geest der eeuw, dat jongelui zoo tegenover oude lui zich stelden: iu zjjn tjjd gebeurde dat niet, maar wat zou het hem baten, of hjj er zich al boos over maakte daarmede was de eeuwgeest niet overwonnen. Denk er nog maar eens goed over, zeide hjj, zijn zoon de hand gevende, waarna hij met eene verzachting over den tjjdgeest de voordeur sloot. Wordt ver.) HiiRIEHSenE COIIRIIT. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1