NIEUWE Vrijdag 25 Angnstos 1893 18de Jaargang. De Katholieke Pers No 2024 Pei 8 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag- en V r p d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Uitgever, W. KüPPEES. Een der geduchtste wapenen teg9n het ongeloof, tegen de vjjanden vac de Kerk is de Katholieke pers, waar zjj onverschrokken, zonder aanzien des persoons optreedt, om de rechten zoowel van het individu als die der Kerk te verdedigen. Tegen het ongeloof heeft zjj te strijdst) tegen de krachtig georganiseerde ongeloo- vige pers die een machtigen invloed op de openbare meening uitoefent, heeft zij rech ten te handhaven die dagelijks worden aange vallen en verdacht gemaakt. Dat is een harde strijd want de liberale en de z.g. neutrale pers, spreken tot de lagere standen de volkstaal; voor meer ontwikkelde en beschaafde lieden kleeden zjj hunne gedachten in sierljjke en behaaglijke vormen; aan de op wufte lec tuur azende menigte geven zjj feuilletons van verdachten inhoud en strekking, ro mans en novellen, die de lagere lusten streelen en da hartstochten opwekken. Schier in eiken kring weten zjj zich toe gang te verschaffan en welk eene verwoes ting richten zjj aau. Het is juist daarom dat wij een onderwerp gaan behandelen, dat reeds beschreven is door allerlei geesten, met allerlei pennen. Maar toch een onder werp, dat geen eukele Katholieke redactie mag nalaten nu eo dan onder de aandacht harer lezers te brengen, vooral dan niet wanneer zjj moet ontwaren, dat een openljj- ken stean door onnadenkenden onder ons aan de ongeloovige pers wordt gegeven. Daa dient eene Katholieke redactie dit onder werp onder handen te nemen al is het rnoei- ljjk te bespreken, omdat mea zoo licht verdacht wordt enkel ea alleen te schrjjven uit eigen belaag, enkel eu alleen om eigen waar in de hoogte te steken en die van den «concurrent» af te keuren Die schjjn evenwel, welke wjj op ons kunnen laden, mag en zal ons niet afhou den van onzen plicht, onze lezers te wijzen op het groote nut, op hunne dure piichten zelfs: de Katholieke pers te steunen in haren strjjd. Ea die steau, hij gewordt haar slechts zeer zelden.Maar zeer weinigen onder de Katholieken verwekken en helpen mee om propaganda temaken voor een blad van hunne richtirg; zelfs is de houding van vele Ka tholieken ten opzichte van de Katholieke pers niet zóó, als met billjjkheid verwacht mag worden. Men zette geen groote oog8n op, waar IE U ILL ET ON. 13. Een familie-tafereel. Vervolg Plotseling deed de conducteur het pnrtier open en riep hem bjj zjjn naam. Hjj moest er uit; er waren zieken in den trein: maar hoe kon hjj er uit? de trein was nog ia vollen gang. Straks, straks, bij het eerste station. De conducteur drong er op aan; de conducteur begou te weenen en te jammeren. Yocrt, kerel! maakt dat je weg komt! En de condnetenr verdween en sloeg het portier achter zich dicht, en de treir. stoof weer voort, eindeloos voort. De opgaande zon is een prachtig schouwspel als ge er getuige van zjjt in de vrjje natuur, die zich nooit laat verrassen, maar altijd in hare volle schoonheid verrjjst uit bare sluimering, wier toilet nimmer geschonden of ontsierd is, en die heden geen spoor meer vertoont van de vermoeie nis van gisteren. De natuur volgt dan ook eene zeer gerangeerde levenswijze. Anders is het met ons, anders met onze maatschappij. Wat voor gas- en waslicht bestemd werd en daarbij diende, is niet berekend meer voor het zonlicht; en als de doorbrekende dageraad door spleten eu gaten in onze bewoonde vertrekken binnendringt, dan ziet er daar alles even ontredderd of nietig mt, en er zjjn een paar uur daglicht en een paar njjvere handen noodig, eer onze wereld weder, uitwendig ten minste, in harmonie schjjnt mtt de wereld des lichts. Podginds althans, toen hij door een slag der voordeur gewekt werd, zag er, bjj de stralen die in zjjne huiskamer drongen, juist, zoo uit als hjj zich. gevoelde, en zoo als men in den regel zich gevoelt, na een nacht op de canape te hebben doorgebracht. wjj deze bewering neerschreven men zie daarom ons niet aan voor lieden, die, zelfs al hebben ze den steun van hunne geloofa- genooten zoo noodig ala brood, er niet tegen opzien hen onbevreesd de waarheid te zeggen. In geenen deele Maar wjj vreezen ook niet, den vinger op de wondeplek te leggen en aan te toonen, waar eu waarin men verkeerd handelt. Dat is ons recht, dat is onze plicht. En voor dat recht zullen wjj strjjden en dien plicht vervullen wjj, zoolang wjj kunnen. Het is, als ons geheugen ons niet bedriegt, door Mgr. Ireland gezegd, dat de Ka tholieken bang en lauw van aard zjjo. Wjj weten niet, of dit in het algemeen waar is, maar van onze Nedexlandsche Katholieken en meer speciaal van die uit onze gemeente en hare omstreken, waaronder er zijn die nog al door andersdenkenden worden ge vleid en in de hoogte;gestoken, wegens hun z. g. verdraagzaamheid kan het tegeudeel niet altijd beweerd worden. Ni6t dat zjj schuweu hunne godsdienstplichten goed en getrouw te vervullen; volstrekt niet! In dit opzicht valt uiets op hen te zeggen. Waar wij hier de Katholieken bespreken, daar bespreken wjj hen als burgers, daar beschouwen wjj hen in hunnen omgang, daar hebben wjj het oog op hunne houding in gezelschappen. Ea is die houding van dien aard, dat ge constateerd kau wordenonze Katholieken zjjn moedig, zjjn vol oveituiging, durven voor die overtuiging oreral en a.tjjd uit komen? Komt in een gezelschap van Katholieken en Liberalen. Laat eea dezer laatsten het woord nemen om deze of gene daad van een of ander eminent Katholiek, om dit of dat artikel, eenige bewering, van een Ka tholiek blad aan te vallen, af te keuren, te smaden zelfs, hoe zelden neemt een der aanwezige Katholieken het woord op om die daad dat artikel, die bewering te ver dedigen Velen er van, overigens uitstekende en brave menschen, zeer godsdienstig in hun leveaswjjze, zwjjgen dan en doen soms, des te treuriger, met de iiberalen mede. En waarom? Omdat men hen toch iu Godsnaam maar niet voor «fijne» Katholieken zou aanzien. Ieder begrjjpt hoe moeiljjk, hoe ondank- De flrsch had bjj het volle daglicht hetzelfde voorkomen als de smaak van den wijn voor een ontwakende, en hjj grilde tegen het nog half gevolde glas, dat hem den vorigeu avond zoo goed had gedaan. Dof en vuil was bjj het zonlicht hetzelfde glas, dat bjj de lamp zoo bekoor!jjk schit terde, en de lamp zelve, die tot eene nauw merk bare pit was neergedraaid, was niets anders dan een vat, naar olie ruikend en met olie bevlekt ding. Maar die slag, die slag van zijne voordeur? Hij had hem tooh duidcljjk gehoord; dat was geen werk van zgn droom geweest. Dommelend stond hjj op en opende de kamerdeur. Alles was stil in den winkel, die in eene flauwe scheme ring was gehuld, zoodat men er wel de eigenaar van wezeu moest, om terstond te zien, dat daar althans niets bjjzonder had plaats gehad. Dan had hij het zich dus waarschijnljjk toch verbeeld droomen hebbtn soms zeer veel van werkelijk heid, even als de werkelijkheid soms zeer veel van droomen heeft. Maar het was toch tjjd, of liever het was nog tjjd., dat hij eene betere rustplaats opzocht dan de canapé. Hjj wierp een vluchtigen blik in de huiskamer en begaf zich naar boven. Ook boven had de zon haren weg reeds ge vonden. Op het portaal schemerde het reeds, en in de slaapkamer was het dag, want de luiken wa ren niet gesloten en de gordijnen nog half opge haald. Maar slechts met moeite was zij doorge drongen in de slaapkamer van Podginds doch tertjes, waar de lamp nog flauw brandde en een aantal voorwerpen bescheen, die terstond de over tuiging gaven, ook wanneer de eigenaardige lucht dit niet reeds had verradeo, dat de slaapkamer thans eene ziekenkamer was. De zware damasten gordjjnen bedekten het gatische raam, om voor haar, die in de beide ledikantjes sliepen, den nacht zoo lang mogelijk te doen duren, en den slaap, die maar juist met zijne weldadige hand baar in zulke omstandigheden de taak is der Katholieke bladen. Flauw slechts ondersteund, bestreden en aangevallen door liberalen en andersden kenden en op het voetspoor van deze, door huu eigen geloofsgenooten, van wien zjj steun konden vorderen, helaas maar te dik- wjjls tegengewerkt, mosten zjj toch steeds gereed zjjn tot den aanvat, steeds bedacht zjjn op verdediging. Ea doen zjj het niet, zouden zjj den moed laten zinkeD, dan zjju het diezelfde tegen werkers, diezelfde geloofs- genooteD, die het eerst ach en wee! roepen over de lauwheid, over de onverschilligheid der Katholieke pers. Wjj zjjn er toe gekomen, deze beschou wingen te leveren, deze verzuchtingen te slaken, zouden wjj haast zeggen nu de neutrale pers openljjk door mannen wordt gesteund van wien men het niet zou ver wachten. Zg denken er niet aan, dat eene neutrale courant naar 't uiterljjke noch ge- loovig, noch ongeloovig, noch Kathoiielr, noch liberaal is. Zij deuken er niet aan dat eene neutrale courant een soort van Chris tendom huldigt boven geloofsverdeeldheid, maar een christendom, waarmede ook de moderne Jood zich vrjjwel kan vereenigen. De neutrale pers neemt zich zorgvuldig in acht, nooit eenig Katholiek dogma recht streeks aan te vallen of ons brui a tl weg in onze rechten te kreuken; zeer dik wjj la be handelt zjj ons met eene zekere welwillend heid. Nooit houdt zjj het openljjk met het ongeloof of het liberalisme, al schjjnt het voortdurend tusschen de regels uit, dat zjj het samen vrjjwel eens zjjn. Zij geeft vooreen onpartjjdig standpunt in te nemen en tracht zooveel mogeljjk allen te vriend te houden. Zjj bekent geen kleur, houdt zich onzjjdig(?) en noemt zich daarom neutraal. Daze bla den zjjn verderfelgker dan de liberale, want zij verzwakken den Christelij ken geest, voe ren ongemerkt tot onverschilligheid en ma ken den mensch vatbaar voor de besmet ting der vrjjdenkerij. Wjj behoeven niet te herhalen hoe dan ook de neutrale pers op de Katholieke Congres sen is veroordeeld; de duivel is neutraal, riep onlangs prof. Schadlerzeer terecht op een der in Duitscblaud gehouden Congressen uit. Op het Congres van Katholieken onlangs te Mechelen gehouden, deelde de Heer Cools mede, wat de sociëteit «Pius IX» aldaar, gedaan had voor den vooruitgang der Ka tholieke pers. Gedurende het jaar 1892 had de oogen had toegedrukt, niet ontjjdig te ver drijven. Tot zoo lang had de dokter gewacht. Toen achtte hij het gevaar geweken; de ziekte scheen een keer te zullen nemen, en hij durfde nu de moeder alleen laten, van wie "nij niet had willen scheiden, zoo lang zjj elk oogenblik kinderloos worden kon. Hij had den geheelen nacht bij haar doorgebracht, al kou hjj weiüig anders meer dan de ziekte gadeslaan eu de natuur behulpzaam wezen. Maar de vader was nog altijd uit de stad; en, hoe gewoon ook aan zieken en stervenden, de dokter kon het üiet over zich krijgen, om aan de moeder alleen de zorg voor de zieken op te dragen. Maar nu sliepen zij: de slaap zou wel wat duren, en morgen zou zijne eerste visite weder bij haar zijn. Ouder die belofte was hij zachtkens de trappen afgeslopeo, den winkel door, en hij had zelf de voordeur achter zich toegetrokken en daardoor Podginds uit dien slasp gewekt. Podginds trad de ziekenkamer binnen. Agathe zag op en legde haren vinger op den moed. Ziek? vroeg Podginds, met eene heesche stem, zieh slaperig vooroverbuigende. Bid God, dat Hij ze behoudt! antwoordde Agathe somber, terwijl hare tranen die woorden bijna onhoorbaar maakten. Ga nu heen, en stoor de rust niet; het is de laatste hoopl De laatste hoop? prevelde Podginds Wet wat hebben ze dan? Ik bezweer u, ga heen 1 hervatte Agathe met zooveel klem, dat hij de deur uitschoof en zich naar zjjne slaapkamer begaf. Hij zette zich op eea stoel, besluiteloos of hij terug zou keeren; maar ze sliepen toch, de kinderen, en ze waren wel meer ziek geweest; een nacht wakens maakt de menschen zoo zenuwachtig en als hij waakte zou hij morgen buiten staat voor zjjn werk wezen! Zes-en-dertig uren aan een stuk en morgen den geheelen dag ontpakken en sorteerent De zaak zjj meer dan vjjfhonderd duizend Katholieke Couranten geplaatst. Dat deze mededeeliog levendig werd toe gejuicht en dat de eminente Belgische oud- Minister Woesteden Heer Cools steunde, waar deze als zjjne meening te kennen gaf, dat het voornaamste werk sd het voornaam ste wapen der Katholieken moet zjjnde Katholieke pers, allerminst tegen te werken maar te steunen, behoeft geen verwondering te wekken. Eu toch vindt men bjj niet weinigen van de onzen geen enkel Katholiek blad in huis, wèl eenz. g. neutraal of liberaal.En vraag dan eens aan een van die lieden, waarom hjj die bladen leest! Hjj denkt al heel in zjjn recht te zjjn als hjj kan antwoorden: Maar ik lees ook die of die Katholieke courant! ALof het zoo eenvoudig en zoo logisch mogelijk is voor een Katholiek, om door het steunen der oogeloovige pers, de Katholieke pers afbreuk te mogen doeD. Halen wij even aan, wat nog op het Con gres te Mechelen werd gesproken door den Heer Schoonheyt, den Antwerpschen afgevaardigde, die er op wees welke her vorming het Katholiek jonrnalisme had on dergaan en welke vorderingen het maakte, dat alles, zeida de Heer Schoon heyt hebben wjj te danken aan het onverschrok ken en flink optreden van onze katholieke journalisten, die al te vaak ia hun zwaren arbeidden onuiisbaren steun moetenderven. Nadat deze woordeo stormachtig waren toe gejuicht, voegde de geachte spreker er bjj «De toejuichingen zjju niet geuoeg; gjj moet onze bladen steunen. Moedigt het werk der pers aaD, beurt den Katholieken Journalist op, geelt hem door nwen stean levenslust om te volharden in den moeieljjken strjjd welke hij voor de zaak der Katholie ken te strijden heeft; volgt het voorbeeld van Duitschlaad op, waar na verloop van tien jaren het aantal abonnés op Katho lieke bladen is verdubbeld, en van vijf honderd duizend tot een millioen is gestegen. «Onze Duitse he broeders zjju niet te vreden met op goede bladen in te teeke nen, zjj werken er aan mede en begun stigen ben met hunne advertenties» Hopen wij, dat deze woorden, welke ook op Nederland van toepassing zjjn, ia onze streken eenigen weerklank zullen vinden. Want er dient wel ter dege paal en perk gesteld ta worden aan het driest en on beschaamd optreden van degenen die de moest toch voortgaaD; de reuzen op hunne rotsen hadden niets met huiseljjke omstandigheden te maken. En Podginds lag reeds onder de dekens, en dacht nog eeoe poos aan de laatste hoop, die al spoedig alleen de hoop werd, en de hoop Komt meestal uit, meestal. Ja, het zou alles wel schikken. En hij sliep. Hjj had vergeten wat zjjne vrouw gezegd had, God te bidden voor het behond zjjn er kindereD; maar zes-en-dertig nren aan een stuk, en morgen den ganechen dag ontpakken en sor- teeren De maatschappelijke morgen, dien onze be schaving een paar uur later doet aanbreken dan de morgen der natuur begon. De stad ontwaakte, en, is ook de Zondag-ochtend minder woelig dan de ochtenden der werkdagen, er vertoonden zich toch overal sporen van leven, ook in de woning van Podginds. De luiken werden echter niet afge nomen, om het publiek geen aanstoot te geven, en slechts zooveel licht aangebracht als noodig was voor de bedienden, die nu, onder leiding van Heinrich, aan het ontpakken en uitzoeken en schikken gingen. Tegen kerk tjjd kwam ook de patroon beneden, en van dat oogenblik af heerachte er in den winkel eene onverstrooide bedrijvigheid, maar eene zwjjgende, ernstige bedrijvigheid, alsof men, in plaats van kostbare nieuwe stoffen, ljjken wegruimde. De patroon hield niet van scherts, en dien dsg het allerminst. Hjj was nog te ver moeid van zijn zes-en-dertig nren aan een stuk. Slechts nu en dan, wanneer men buiten het be reik zjjuer oogen en ooren was, bleek het dat het werk niet zoo ernstig behoefde te zjjn, en dat ondanks de sohemering en het stuursche gelaat van Podginds en het werken op Zondag de be dienden en winkeljuffrouwen toch nog jong van hart en hoofd waren. Wordt vervolgd.) UUULEHSIHEIilinU. ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1