NIEUWE
Woensdag 30 Angnstns 1893»
18de Jaargang.
Vooruitgang.
BUITENLAND.
i\0 2026
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
K e d s c t e u r-Uit g e v er, W. KüPPEKS.
15.
Een familie-tafereel.
{Vervolg.)
Hoe hoog wordt er in onze eeuw opge
geven van den vooruitgang, die beschaving,
uitvindingen op alle gebied, verbeteringen
van allerlei slag van zaken insluit; en niet keel
en al ten onrechte is deze roetn. Zien wij
niet dagelijks vernuftig uitgevonden werk
tuigen; als telegraaf, stoomketels, druk
persen, kortom allerlei machinerieën belang
rijke diensten bewjjzen aan de menschheid,
welke werktuigen even vernuftig als vlag,
ja zoo vlag en snel werken, als da bliksem
het onmetelijk luchtruim doorklieft?
De oppervlakkige lieden staan dan vol
verbazing, vervuld vau hooge bewondering,
als met gapenden mond te staren naar deze
merkwaardige uitvindingen; zij begrjjpsn
noch de vinding zelve, noch de toepassing
maar evenmin vatten zjj de daaruit voort
spruitende gevolgen en resultaten, die bij
menigte, zoowel goede als kwade, uit de
grootsche uitvindingen, uit de vernuftige
toepassing dier merkwaardige vindingen
voortvloeien.
Wg moeten dien vooruitgang, evenais
alle zaken dezer wereld, van twee kauten
beschouwen, omdat hier, gelijk bjj alles el
ders, voor- en nadeelen zieb vertoonen,
omdat ook hier geljjk overal goede en
kwade gevolgen te bespeuren zijn, omdat
ook hier, op den nitgestrekten akker van
den vooruitgang en der uitvindingen, dis
tels en doornen opschieten tusschen het
goede zaad, verdarfeljjk onkruid welig tiert
onder de goede tarwe.
Neen, niet alles is goud, al schittert het
van glans!
'i Is ook menigmaal belachelijk, hoe de
uitvindingen onzer eeuw opgeroepen wor
den om als getuigen te bevestigen dat onze
eeuw beschaving en vooruitgang huldigt,
en om daartegenover te beweren dat de
Middeleeuwen niets wisten van die grootsche
nitvindingen. Maar dan wordt er niet aan
gedacht, dat in de vroegere tjjden het pad
geëffend is voor de uitvindingen, die in onze
dagen bet levenslicht aanschouwenja zelfs,
de talrjjke en merkwaardige nitvindingen
en ontdekkingen van het Middeleeuwsch
tjjdperk worden geheel over het hoofd ge
zien door zulke grootsprekers. Het is hier
mede als met het «ei van Columbuswie
eene uitvinding doet, lacht om de ounoo-
zelheid haast zonden wij zeggenverre
gaande domheid van hen die dit niet be
grepen, niet konden bewerken.
Een groot rechtsgeleerde zegt: Niets is
algemeener dan de zonderlinge opvatting
van bet verleden, zelfs door de ontwikkel-
BE U ILL ET ON.
Maar hoe kwam men aan het geld? Eeeds
telkenB en telkens had de oude Broekman zoo
genaamde voorschotten gedaaD, waarvan de res
titutie in een nooit te beleven tjjdperk moest plaats
hebben. Hjj had het gedaan met liefde; want het
gold toch altijd zijne zaak, al mocht dan ook,
onder andere omstandigheden, zijn zoon hem
toegevoegd hebben, dat hij niets meer met de
zaak had te maken. Maar eindeljjk kon ook hij
geen hulp meer leenen, zonder zich zeiven en
zijne vrouw aan armoede bloot te stellen; er moest
een einde aan dien toestand komen; men moest
in schikkingen treden met de schuldeischers, en
in 's Hemels naam maar geen handel meer drjjven
met eene maatschappij, die geen gevoel had voor het
soliede. He kogel was door de kerk, en onder
het treurig besef van hetgeen er gebeuren zou,
zat het viertal om de koffietafel. Maar zoo als
zelfs een stervende zijnen doodstrijd tracht te
verlengen, zoo wilde ook Broekman geen enkele
poging onaangewend laten, die zijn winkel, al
ware het dan ook slechts eene week nog, in stand
kon houden; driehonderd gulden den volgenden
HorgeB, dan was men weer voor veertien dagen
gered. Aan driehonderd gulden hing de wereld
niet, en driehonderd gulden was toch niet te veel
Voor het uitstel van executie.
Ik heb ze niet, jongen 1 zeide de oude Broek-
Hen voor de derde maal, en hjj voegde er nu
den. Wat zijn wij geneigd om met het oude
te lachen. Hoe grappig is die rob, die staart
pruik van grootvader! Hoe vreemd behielp
men zich in vorige eeuwen met donkere
ongemakkelijke woningenafschuwelijke
voertuigen! Die goede lieden waren niet
wjjzer; wat zoudea zo vreemd kijken, als ze
de voortbrengselen van ons vernuft eens
mochten aanschouwen!
Dit is de gewone opvatting. Denkt men
er wel aan dat het heel g06d mogelgk kan
zjjn, bg den toenemenden vooruitgang op
elk gebied er in eene volgende eeuw aldus
over ons zal gesproken worden?
«O neen, dit zal niet mogelgk wezen,
want zie eens, hoe voortreffeljjk alles thans
is, wat grootsche uitvindingen wij nog da-
geljjks doen.»
Wel zeker; wjj bezitten alle wijsheid en
het is ondenkbaar dat nog een geslacht op-
rgze, hetwelk ons verbetert. Die onnöozel-
heid getuigt voor onze diep-gewortelde ijdel-
heid. Men zal echter minder het slachtoffer
worden van zelfbedrog, wanneer men ge
looft, dat wij niet de uitsluitend schranderen
zjjn, maar dat in alle vorige tijden, bij
verschillende oefening en uiting, het ver
stand stellig niet minder dan tegenwoor
dig onder het volk gevonden werd.
Eveneens is het belacheijjk, hoe vaak de
Katholieke Kerk uitgekreten wordt als eene
vjjandin van den vooruitgang. Vooral zeg
gen wij dat deze beweringals zou de Kerk
den vooruitgaug vjjandig zijn, uit de lucht
gegrepen, leugenachtig en valsch is. Wel
is de Kerk vjjandig aan datgene, wat door
da wereld voor vooruitgang gehouden wordt
en het evenwel niet is; want er bestaat
een valsche vooruitgang, en het is zonne
klaar dat deze den naam van vooruitgang
onrechtmatig draagt: das door de Kerk
niet wordt bevorderd, integendeel zooveel
mogelgk tegengewerkt.
Deze valsche vooruitgang houdt zich al
leen bezig met het stoffeljjk welzjju van
den meusch, zonder «de harten omhoog»
te heffen. Deze vooruitgang vleit zelfs de
bedorven hartstochten, de booze begeerlijk
heden des menschen ten koste van het eeu
wig heil der ziel en daarom is die stoffeljjke,
die vleiende vooruitgang leugenachtig en
valschdaarom draagt die valsche voort
gang zijnen naam onrechtmatig; daarom
is die vooruitgang bij de Kerk, de stichting
van den waarheidlievenden God, gehaat en
beschouwd als een groot verderver der
menschheid.
als eea bewjjs zijner onmacht, bjj: Ik kan toch
mijn eigendom niet bezwaren?
Niet,vader? vroeg zijne schoondochter zeer naif.
Da oude man zag eenigszins verwonderd op, dat
men zoo iets vragen kon. Een hypotheek op een
zjjn er huizenNeen, zelfs het besef van soliditeit
was verdwenen.
Men begreep niet eens meer wat eigendom was;
de socialistische woelingen hadden ook hetjuiet
begrip van bezitting en schuld dooreen verward.
Hoor eens, Jan! zeide hij: als de zaak te
redden was door het huis teverkoopen, te ver-
koopen zeg ik, ik zou niet aarzelen; maar
enfin, jongen, laten wjj er geen doekjes om win
den 1 He wereld is nu eenmaal zoo; tracht baar
eens te verbeteren!
Jan Broekman knikte toestemmend en deed
een langen trek aan zijne sigaar.
Kan je ze niet van Podginds krjjgen vroeg
de oude viouw die in het laatste half uur wel
niet van het gesprek gehoord had, maar reeds een
half unr geleden was men even ver als thans.
Podginds? herhaalde Broekman Junior, on-
geloovig het hoofd schuddende.
Podginds herhaalde de oude heer, en zag pein
zend voor zich.
Podginds? herhaalde juffrouw Broekman
Junior; ik zal het hem vragen; hjj most hot geven,
als hjj nog een greintje gevoel heeft.
Je zult het niet krjjgen, sprak haar man
mismoedig.
Ik zou er Agathe maar eens over aanspreken,
zeide de onde heer: misschien heeft die nog zooveel
invloed op ha<tr man: maar enêo het is te be
proeven.
Er bestaat ook een goede vooruitgang;
deze is de alleen ware, deze is de ontwik
keling van alwatden menschen voordeelig,
nnttig en heilzaam is naar geest en lichaam.
Deze vooruitgang wordt door de Kerkeren
vurig en onvermoeid bevorderd en verbreid,
als zijnde eeue weldaad voor de menschheid,
als de vorige, de valsche vooruitgang, ge
weerd en bestreden wordt met al de ener
gie der menschlievendheid, omdat de Kerk
weet, dat deze laatste vooruitgang eene doo-
deljjke ziekte, een kwaad, een ware ramp is.
DaareuboveD, het is aan de Kerk alleen
dank te wijten, dat de ware vooruitgang
heeft gezegevierd over de schandelijke ver
fijning der heidensche beschaving; dat
hjj in de wereld op vasten grondslag is
gevestigd; ja zelfs, wat men ook daarvan
moge zeggen, de Kerk alleen houdt den
waren vooruitgang staande, want zjj verde
digt overal de ware vrjjheid tegen alle
dwingelandij, zjj handhaaft het ware gezag
tegen alle losbandigheid.
Hieruit volgt als vanzelf, dat onze Moe
der de H. Kerk onverschillig bljjkt tegen
over die uitvindingen van werktuigen enz.
waarin een wezenlijk gevaar ligt opgesloten
voor het menscheljjk geslacht. Terecht is
zjj bevreesd, dat uit vele vernuftige uitvin
dingen meer kwaads dan goeds zal worden
geboren.
Hoevele van de nienwerwetsche verbete
ringen stellen zich tot eenig doelde weelde
uit te breiden, de zinnen te streelen, het
gdele genot te bevorderen, de menschen
boven hun stand te verheffen, de hoofden
op hol te makenEn toch, wie twjjfelt er
aan, dat zulke verbeteringen meer kwaad
stichten dan goed voortbrengen Want het
is eene zekere waarheid, welke door de da-
geljjksche ondervinding sterk wordt aange
drongen,dat hoe meer de weelde toeneemt,des
te grooter de ellende des volks wordt, hoe
brauderder de handelskoorts wordt, des te
meer zjjn de werklieden overgeleverd aan
de grillige willekeur van eigen baatzuch
tige kooplieden.
De beschuldiging, dat de Kerk tegen
den vooruitgang is, bljjkt alzoo even leu
genachtig en valsch te zjjn als de be
schuldiging, die beweert dat da Kerk de
domheid organiseert. En ons antwoord
ter wederlegging dezer leugenachtige aan-
tjjging komt in het kort hierop neer: er
bestaat een valsche vooruitgang, en deze
wordt door de Kerk naar recht en billjjk-
heid bestreden, omdat bjj nadeelig is voor
het welzijn van den mensch. Maar er be
staat ook een goede voornitgang, d. i. de
eenig ware: en deze wordt door de Kerk
Mair Agathe was in geene stemming om haar
zulk een verzoek te doen. Nauwelijks had zjj
plaats genomen, of zjj barstte in luid suikken
uit en gaf aan haar hart lacht, dat sinds vier
dagen schokken gekregen had, zonder dat zjj een
enkelen deelgenoot voor hare smart had gevoa-
den. Hare kinderen, op wier behoud zjj thans
eerst durfde hopen, de tehuiskomst van haren
man, wiens verregaande onverschilligheid door
de bijkomende omstandigheden nog veel grooter
scheen, hare eenzaamheid juist in dagen dat zjj
zooveel behoefte had aan hulp en troost dat
alles had haar zoo diep aangegrepen, dat zij geen
woord kon spreken voor zij haar vol gemoed in
tranen had lucht gegeven. Toen kwam in on
samenhangende woorden het verhaal van al wat
haar getroffen had, en de Broekman's vergaten
voor een oogenblik de geldzaak die hen zoo onbe
paald had beziggehouden, en gevoelden, dat er
nog grooter ljjden kon wezen en dat nog zwaarder
slag ben had kunnen treffen.
Juffrouw Broekman, die met tranen in de oogen
had geluisterd, onder het toedienen van al die
huismiddeltjes, die in znlke omstandigheden even
algemeen aangewend als gekend worden, legde
zachtkens hare hand op die van haren echtgenoot,
en zag hem aan met de uitdrukking: Goddank,
Jan, dat zoo iets ons lot niet is!
En haar man knikte: voor al de schatten der
wereld was deze zaak niet meer tot bloei te bren
gen. De oude Broekman had zijne pijp laten uit
gaan en staarde somber voor zich: hier zou het
niet baten, al liet hij al zijne eigendommen ver-
koopen: het was het toppunt van het verderf der
tegenwoordige maatschappij. Zjjne vrouw schudde
met hart en ziel, nit al hare krachten be
vorderd en uitgebreid, omdat bjj hoogst
voordeelig is voor het algemeen belang en
welzjjn van maatschappij en van den mensch,
ieder in het bjjzonder.
Ten slotte merken wjj op, dat, terwijl alles
op elk gebied in onze dagen vooruitgaat, er
ééne zaak is, die op schrikbarende wjjze
achteruitgaat. En dat is nog wel het meest
noodzakelijke, ja volgens het woord des
Verlossers, het «eenig noodzakeljjke.» Dit
eenig noodzakeljjke is nameljjkhet ge
loof. Met den dag, met het uur, schier elk
oogenblik gaat het geloof, de kostbaarste
schat ter wereld, achteruit; en onze eeuw
durft nog op vooruitgang snoeven?
Weet het wel, wanneer het «eenig noodza
keljjke» wordt verwaarloosd door een onver
antwoordelijk liberaal streven van indivi
duen, die niettegenstaande hunne liberali
teit zich als de kopstukken der geloovigen
opwerpen, geljjk in onze tjjden geschiedt,
dan zal ook het andere, wat slechts acci
denteel is, weinig baten of liever langzamer
hand aan verwaarloozing onderhevig zgn.
Voorwaar, het kan niet te dikwjjls her
haald worden, al winnen wjj heel de wereld
met al hare bezittingen en rijkdommen, en
machten en krachten, het zal niets baten,
indien wjj schade ljjden aan hetgeen alleen-
Ijjk en eenig noodzakeljjk is!
Italië,
Daoproerige beweging onder het volk, die
in de vorige week zich nog al dreigend liet
aanzien, is tot rust gebracht. De verhoudin
gen tn8schen Frankrijk en Italië zjjn naar het
uiterljjk ten minste, veel vriendschappeljjker
geworden.
Van de oproerige standjes die te Aigues-
Mortes zgn afgespeeld tegen de Italiaansche
werklieden hebben anarchisten partjj getrok-
keD, en zoowel te Nancy als te Napels
hebben zij bg de heerschende gisting, het
vuur van twist en twsedracht aangeblazen
om wanorde te stichten, te vernielen en te
plunderen waar hun dit mocht gelukken.
Voor het paleis Altieri te Rome, waarin
het Hof van Casatie en het clubgebouw der
Pauseljjke garde-nobles gevestigd zjjn is
eene bom gesprongen.
Zjj was voor het hek neergelegd, hoogst-
waarschjjnljjk door. een zekeren Joseph
R i c c i n i, die aan een dagblad werkzaam
is; bjj werd door onbedrevenheid om met
zoo'n ding om te gaan zeer ernstig gekwetst
en naar het hospitaal vervoerd, waar hem
meewarig het hoofd; waDt hoorde zjj ook niet
alles, men had haar gezegd, dat Agathe's kinderen
hard ziek waren, en Podginds niet goed voor
haar was.
Ik wil scheiden, zeide Agathe eindeljjk snik
kend, toen zjj alles verhaald had. Ik kan het niet
volhouden; ik zal voor mjj en myne kinderen
gaan werken, maar met hem laDger te leven kan
en wil ik niet.
De Broekman's waren niet zoo diep doorge
drongen in de bepalingen van ons recht, om te
weten dat eene scheiding, om zoodanige reden,
onmogelijk was.
Maar al ware zjj mogelgk, het denkbeeld aan
zulk een openbaar schandaal vervulde allen met
ontzetting, en terstond maakten de woorden van
verontwaardiging plaats voor allerlei troostgron
den en pogingen om Agathe van dat besluit af
te brengen en haar met haren toestand te ver
zoenen.
Het is zeker heel erg, zeide de onde Broek
man, ja zeker; ik ken niets treuriger dan een
gezin, waar de liefde niet woont: maar zie je,
Agathe, je hebt toch nog altjjd. je kinderen om
je lief te hebben, en je geniet zooveel wat een an
der mist.
Ik mis het hoogste dat eene vrouw kan
bageeren: de liefde van haar man.
Wacht maar, als de drukte van die reis
wat voorbjj is, dan zal hjj wel weder voor u
veranderen.
Hjj is altijd zoo geweest; hjj heeft mij nooit
lief gehad. Hij heeft mij genomen om mijn geld...,
O, gjj begrjjpt niet hoe ongelukkig ik ben I
Wordt vervolgd.)
RiARlMSCHlCOCRm.
X1ÏND
Mr. B o li 1. De godsdienst nit staatkundig en regts-
kundig oogpunt, blz. 320.