NIEUWE
No 2029
Woensdag 5 September 1893.
18de Jaargang.
Iets over opvoeding.
BUITENLAND,
Een familie-tafereel.
Duitsehland.
Keizer Wilhelm op reis.
COUR INT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels
Elke regel meer
30 Cent»
5
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8.
De opvoeding houdt gelijken tred met
deu geest des tjjds. Welk een onderscheid
tusschen de opvoeding in den «goeden,
ouden tjjd» en de moderne opvoeding, ten
huidigen dage. De zoo hoog geprezen
vooruitgang op het gebied der industrie
is slechts een schaduwbeeld in vergelgkiug
met deu vooruitgang, welke men in de
laatste 30 a 40 jaar in de opvoeding heeft
gemaakt. Maar deze vooruitgang is niet
van een goeden aard; bet is veeleer een
stap van het goede naar het slechte, een
stap tot de onverschilligheid in godsdienst
zaken en tot het ongeloof. Wie telt de
vader- en moedertranen, geweend omdat
de opvoeding der kinderen niet is gelukt.
Maar wie telt ook de zuchten en klachten
van volwassen kinderen omdat hunne
ouders hen niet zorgzaam en doelmatig
genoeg hebben opgevoed en zij daardoor
op den weg des V6rderf3 zgn gekomen? Iu
onzen materialistischen en liberalen tijd
vergeten de meeste ouders, dat het toe
komstige gelukkige of ongelukkige lot
hunner kinderen grootondeels afhangt van
het onderwijs, dat zij genieten, van de
voorbeelden, welke zij zien, van de tucht
waarin zjj opgroeien en ten slotte van
den omgang, dien zjj met anderen hebben.
De moderne opvoeding, helaas! draagt het
karakter van onzen tijd; zjj is materia
listisch en liberaal.
Grondbeginselen, psychologische of gods
dienstige, hebben voor de opvoeding geene
waarde meer. Men voedt op, of door in
't geheel niet op te voeden of door zich
door de materialistische richting des tijds
of door egoïstische liefde, d. w. z. door
apenliefde, te laten leiden. Zelfs doet men
al zeer weinig aan de opvoeding. Wie
heeft er ook in onzen veel bewogen, le
ven-ontwikkelenden vooruitgaanden tijd
nog gelegenheid voor! De kinderen staan
in den weg, zjj hinderen in do zaken
en in 't vermaak. Handelszaken, politiek,
vermaken, enz, gaan voor. Weg dus met
de kindereD, 't zjj op straat of onder toe
zicht van personen, die zelfs nauwelijks
der kinderschoenen zgn oistwassen. Welk
een treurig familieleven
De hoofdzaak in onze dagen blijft
steeds, «dat men zjjne wereld kent» en
zich ook naar de wereld richt. Vandaar
dat bjj de opvoeding de eerste vraag
wordt gesteld: Hoe komt de jongen 't
spoedigst aan zgn brood of het meisje
aan den man? Aanleg en neiging worden
FEUILLETON.
18.
{Vervolg.)
IV.
Eene prachtige zaak is die van George Pod-
ginds; vooral des avonds, als de gaspitten ont
stoken zjjn en een zee ^an licht den ruimen
winkel vult en de straat verheldert, zoodat reeds
op een afstand de voorbijganger wordt aange
trokken; en, wanneer deze dan onwillekeurig
ataan blijft voor het schitterende magazijn, moet
hij zichzelven verklaren, dat de zaak van George
Podginds toch eenig in hare soort is. Alles is
even giootscb, op de Engelsche schaal; maar men
vindt er de Daitsche gedienstigheid, de Hollsnd-
sche soliditeit en de Fransche mode-aTtike!en.
Ieder vind daar wat hij noodig heeft een
uitgezonderd misschien. Althans, op welk uur van
den dag men ook Podginds ontmoet, altijd heeft
zjjn voorkomen dat ontevredene eu rustelooze van
hem, die iets verlangt wat lijj niet bereiken kan.
Het bljjft hem bij, hetzjj hjj langs de toonbanken
dwaalt en zjjne bedienden beveelt of berispt, of
de koopers inlicht, met de gewone formnlen der
beleefdheid, of in het glazen kantoortje zit in
het achtergedeelte van den winkel, van waar hij
telkens zijne blikken laat gaan over de nooit
ophoudende drukte in de verschillende lokalen.
Daar is hjj meestal te vinden; want wie niet
te huis is in den winkel, wordt niet zoo spoedig
de kleine gestalte gewaar, half achter den hoogen
lessenaar verscholen; men moet tweemaal kjjken
eer men Podginds zeiven ziet, al doet ook het
niet in overweging genomen. De gansche
opvoeding is materialistisch.
Over alle wereldsche zaken wordt in
huis gesproken. Over God en godsdienst
echter wordt niet geredeneerd. Daardoor
verkrg'gt de jeugd reeds vroeg een vrjjen
blik; zjj maast zich spoedig los van de
boeien van 't gezag. De knaap denkt dat
hij verstandiger is dan zgn meester, het
meisje acht zich boven de vermaningen
en de lessen der moeder verheven. De bru
taliteit der kinderen in onzen tjjd is hoogst
karakteristiek en ontzettend bedroevend.
De kinderen worden opgevoed alsof het
leven niets andeis ware dan een spel. En
waarlijk het is ernstiger dan ooit.
Het gevoel van eerbied en gezag leert
onze jeugd ook niot meer kennen. Da kin
deren hooren en zien schier dageljjks, dat
Keizers eu Koningen, Paus en Bisschoppen,
Priesters en onderwijzers in beeld en woord
gecritiseerd, bespot, belachelijk worden ge
maakt, dat rechtschapenheid en deugd in
het leven weinig waarde heefG ea dat de
slechte plannen, die op sluwe wjjze zjjn
uitgedacht en worden uitgevoerd, steeds ze
gepralen. Kan het ons dan verwonderen,
dat het onzen kinderen ontbreekt aan nei
ging tot het goede en schoone. Te meer
kan het ons niet verwonderen, omdat helaas
maar al te dikwjjls in onzen modernen tijd
het onrecht plegen, onder het huichelend
masker van vroomheid, aan de orde van den
dag is. De snoodste daden worden gepleegd,
en als een recht worden ze erkend.
Ook in godsdienstzaken wil men niets
meer weten van zoogenaamde godsdienstige
vooroordeelen. Godsdienst is nog goed voor
Priesters, onde vrouwen en domme lieden.
De modern ontwikkelde inensch ziet in den
godsdienst een middel, 't welk geschikt is
om het volk in bedwang te houden en voor
zgneaardsche ontberingen te troosten. Daar
om gewent men de jeugd er ook aan om
niet juist openljjk tegen den godsdienst op
te tredeu, maar liever er zich geheel passief
tegenover te gedragen. Weg dus met alle
uiterlijke teekens der christeljjke gemeen
schap; men spreekt van Kerk of godsdienst
of 'f geheel niet of met eene ergerljjke on
verschilligheid; men verzuimt langzamer
hand alle godsdienstoefeningen en brengt
de kinderen tot onverschilligheid die tot
afval van den godsdienst leidt.
Voor dit doel dieDt ook de moderne
lectuur. Geen Katholiek blad dat de gods
dienst verdedigt en zonder aanzien des
persoons de waarheid durft, maar ook
moet verkondigen,wordt ter hand genomen.
Zoo een blad is brutaal, zoo een blad past
gedrag der bedienden terstond vermoeden dat
het oog des meesters over hen gaat.
Ook nu zit hjj er weder, turende op een brief,
dien hjj reeds voor een uur geschreveu heeft,
maar die nog altijd ongesloten voor hom ligt. Toch
bevat hij maar weinige regels. Rechts van bo«en
prijkt al de grootheid van den voornamen winkelier.
Ge. PODGINDS.
Manufactures. Soieries
Dentelles.
Modes d'hiver et d'été
Chapeaux. Mantilles.
Manteaux de Car.
Maar de brief zelf getuigde van al zijne klein
heid. De gedrukte M. wachtte nog op hare volg-
letters. Een oogenblik had Podginds in beraad
gestaan om er ijn broeder achter te voegen; toen was
hem het ijn Heer beter voorgekomen; maar het
//in twjjfel onthoud u// toepassende, had hij de
opvatting der M maar aan de vrjje uitlegging
van den lezer overgelaten.
De brief luidde verder:
//Ik heb de eer U te berichten, dat wij thans
hebben den 7den, en de afspraak was, dat wjj
den 3den van elk kwartaal zouden afrekenen.
U daaraan herinnerende, beu ik de afrekening
wachtende.
En dan weder gedrukt:
Na minzame groeten ben ik met hoogachting
UEd. Dienstw. Dienaar
GEORGE PODGINDS.
De brief was zeker noch lang, noea gewichtig
genoeg, om zoo veel tijd aan de overlezing te
besteden, het ware dan ook de geschrevene woor
den niet meer, welke Podginds las. Yan datum
niet in onze moderne beschaving, de redac
teuren van zulke bladen zjjn lastige men-
schen, ze gaan niat mee met hun tjjd, ze
rukken te vaak het masker af waar achter zoo
menigen huichelaar zich tracht te verbergen,
en dat is iets ontzettends voor de apostelen
der moderne-liberale beschaving onder ons.
Neutrale en liberale bladen worden gesteund
en zonder dat men er aan denkt, heeft
men bg de jeugd eau modernen levenslost
opgewekt, waardoor de jongeren maar al te
spoedig den modernen socialen romaa ter
hand nemen, waut ook daarin zegt men,
zit meer levenswijsheid, dan in de katholieke
periodieke geschriften. Vader en moeder
lezen neutrale bladen en tjjdschriften. Om
de leesgoede snel te ontwikkelen, geeft
men den kinderen reed3 vroegtjjdig allerlei
boeken in de hand, die men natuurlijk zelf
niet eerst heeft gelezen en men verblijdt
zich moederljjk en vaderlijk erover, dat de
kinderen lezen, stil zjja en den lieven ou
ders niet tot last verstrekken. Allerlei ver-
eenigingen dragen er toe bg, om de lees-
woede op te wekken.
Wie deze gedachten over de hedendaag-
sche, de moderne, opvoeding leest, zal wel
licht zeggen, dat wjj te donkere kleuren
bezigen, dat wjj overdrijven. Maar velen,
ja de meesten, durven wjj veronderstellen,
zullen ons toch in 't harte eu iu de hoofdzaak
geljjk geven. Zij zullen moetea bekennen,
dat de hoedauigheden vao de oude opvoe
ding verdwenen zgn eu dat dus de katho
lieke ouders en opvoeders alles moeten aan
wenden om de hedendaagscbe, de moderne
opvoeding eu hare rampzalige gevolgen
naar hunne krachtan te verbeteren en te
zorgen, dat aan de kinderen, die godsdiens
tig en Gode welgevallige ontwikkeling en
opvoeding worden verstrekt, die niet alleen
dienstig is van hunne tijdelijke welvaart,
maar ook voor hun eeuwig geluk aan gene
zjjde van het graf.
Te Bsrljju heeft eene groote vergadering
plaats gehad van de socialisten. Ruim 4000
personen woonden de vergadering bg,
waarin de afgevaardigde Z u b e i 1 voorzat;
de gedelegeerden brachten verslag uit over
het congres te Zurich. De vergadering werd
ook bjjgewoond door een 100 anarchisten
onder aanvoering van Wilhelm eoLan-
d a u e r, die in hoofdzaak debatcerden over
de uitsluiting der anarchisten van het con
gres te Zurich. Er ontstond een groot tu
mult, dat ten slotte in eene vechtpartjj over-
der afrekening was hjj opgeklommen tot de som
en van de som tot de oorzaak der schuld. Toen
sleepte hem zijne verbeelding mede naar de dagen,
dat er nog licht brandde in de huiskamer.
Nu was er geen licht meer; neen, het was er
donker maar een der glazen deuren was geopend,
en het schijnsel der naaste gaspit viel op den
spiegel en de mahoniehouten tafel en den ge-
polijsten rand der canapé- Daar lag iemand op
de canapé, een man in reisgewaad; er stond eene
wjjntlesch voor hem; hjj was alleen, Deen, aan
het hoofdeinde der canapé stond eena witte ge
stalte, die den slapende wilde wakker maken
De winkeldeur werd door een der koopers achter
zich toegeslagen. Podginds schrikte op; het was
de slag, die hem ook toen had gewekt, en hij
tuurde weder op zijnen brief.
//Ik heb de eer u te berichten, dat wjj thans
hebben den 7den"
Den 7den; dat was de dag na zjjne terug
komst van die groote reis; de 7 de viel toen op
een Zondag. Al de bedienden werkten dien dag
door: tegen twaalf ure stond de koffietafel in de
huiskamer gereed: toen zat hjj daar in dien hoek,
waar nu juist het licht viel, en de anderen
de anderen waren er niet meer; daar stond slechts
eene witte gestalte; hij had haar bij de pols vast
gegrepen; zjj rukte zich los... Podginds' armen
maakte ondanks hem zeiven eeDe beweging, alsof
eene onzichtbare vuist dien plotseling terugduwde,
en weder was hij bjj zjjn brief.
Afspraak, die afspraak telde reeds jaren;
maar er zijn voorvallen, die men niet kan ver
geten, al traoht men ook vruchteloos de oorzaak
te vinden, waarom deze juist, en anderen niet
ging, waarbjj enkelen bebloede koppen haal
den. De versterkte politiemacht kon slechts
met moeite de zaal ontruimen.
De vau vele mislrjjven beschuldigde, een
jaar geleden naar Zwitserland ontvluchtte
anarchist Pawlowitsch, die op het
anarchisten-congres te Zurich voorzat, is
gisteren te Barljju gevangen genomen.
DaNordd.AUg. Ztg. verklaart, dat de
tegenwoordigheid van Prins Hendrik
van Pruisen bij de zeemanoenvres in Italië
en de tegenwoordigheid van dea Prins van
Napels bij de Duitsche legermanoeuvres
eene nieuwe bevestiging is van de nauwe
vriendschap, die Italië en Duitsehland ver-
eenigt. «Da twee volken, gekomen tot de
vervalling hunner nationale wenschen, ge
voelen zich één in het verlangen om te
behouden hetgeen zij duur hebben gekocht.
Zij weDscben eene vreedzame concarrentie te
voeren met de beschaafde wereld en hun
eigen welzjjn te bavorderen.
De oplossing van dit groote vraagstuk
is gewaarborgd door de macht van het
bondgenootschap hetwelk Italië, Duitseh
land eu hun gemeenschappeljjken vriend
Oostenrijk verbindt. Zjj is gewaarborgd door
de vriendschap, die de Vorstelijke familie
dier landen vereenigd. Duitsehland wenscht
den Prins van Napels toe, eenige aange
name dagen door te brengen op Duitschen
bodem, en aan zgn land de verzekering
o ver te brengen eeDer trouwe vriendschap.
De Nordd. Allg. Ztg. let bg dit alles er
niet op hoe milüoenen katholieken denken
over den diefstal, door het Italiaansche
gouvernement gepleegd op het erfgoed van
den H. Petrus.
De stad Coblenz wa* bij aankomst vanKei-
zer Wilhelm met zgne Gemalin,in feestdos
gehold. Na de receptie had een grooten
feestmaaltijd plaats, waaraan door alle
hooge gasten en het stadsbestuur werd
deelgenomen. De Keizer sprak daarbjj eene
rede uit, die hg, terugziende op het vele,
dat hem en zijne familie aan Coblenz ver
bond, met een heildronk op Rijnland en
zgne bewoners besloot. Des avonds waren
de Rjjnoevers schitterend verlicht en de
rivier was bedekt met eene menigte groote
en kleine vaartuigen, die allen in verschil
lende kleuren eveneens verlicht waren.
Het geheel was verrassend schoon. De
Keizer maakte aan boord van eene stoom
boot een tocht op den Rjjn en werd bg
zgn afvaart en terugkeer met saluutschoten
begreet.
De straten der stad, waren des avonds
ia het geheugen bljjten. Het was weder ia de
huiskamer, dat bij tegenover Broekman stond.
De luiken waren gesloten, en Broekman
hjj zag het weder opende eene reet, om te
zien wat hjj neerschreef. Eene breede lichtstraal
viel op de tafel, juist de breedte van de lange
kist, welke daar weinige uren te voren was weg
gedragen. Maar nu stond zjj er weder, en de witte
gestalte lag er in uitgestrekt Toch bleven de
twee figuren, Broekman en George Podginds aan
de beide zjjden der tafel met den schuldbrief
tnsschen hen de gedachten aan dien brief
bracht hem weder tot de zjjne terag, en nogmaals
las hij: dat wg den 3den van elk kwartaal zouden
afrekenen.
Hij had reeds vele maanden afgerekend; maar
eene schuld is niet epoedig afgelost, als de schul
denaar het pn zijn dagelqktch brood ontwoe
keren moet. Het ging bjj droppels, en Podginds
zon zich geschaamd hebben de sommetjes aan te
nemen; maar was het geld niet van de kinderen?
hjj handelde maar als voogd! van zjjne kin
deren waar waren ze, die meisjes wier na
tuurlijke voogd hij was? In de huiskamer was het
donker Vroeger ja, daar zaten zij weder,
met de blonde hoofdjes gebogen over haar werk,
en tusschen haar in zat weder die witte gestalte en
de kinderen zagen tot haar op met hare vriendeljjke
blauwe oogeD, juist oogen.
Mjjn God, mijn God! zeide Podginds, op
ganseh anderen toon dan men het Opperwezen
behoort aan te rospen, terwjjl hjj met zjjne hand
over het voorhoofd wreef, met zooveel kracht dat
er eene lange, roode striem achter bleef.
{Wordt vervolgd.)