NIEUWE No. 2030 Vrijdag; 8 September 1893 18de Jaargang. Een woord over de pers. BUITENLiND. Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsrnimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie n worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag- en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8. De vernuftige uitvinding der boekdruk kunst is in de wereldgeschiedenis van het hoogste belang. Door haar zjjn boeken, geschriften, in één woord wetenschappen over 't algemeen meer toegankelijk gewor den, en men behoeft niet te vreezeu, dat er eene algemeene onwetendheid met hare donkere sluiers zal nederdalen over de el kaar opvolgende geslachten der menschen. Deze uitvinding is het onderwijs zeer ten goede gekomen, en de grootere, hoogere beschaving onzer dagen, die evenwel niat al te trotsch moet worden verheven ten koste der Middeleeuwen, gelijk menigwerf pleegt te geschieden, vindt één harer voor naamste oorzaken ongetwijfeld iu de uitvin ding en toepassing der boekdrukkunst. Terloops zjj hier deze aanmerking aan gestipt, dat de Middeleeuwen, die zoo dik wijls in een verkeerd daglicht gesteld wor den,ofschoon zij dit belangrijke middel voor de wetenschap: de boekdrukkunst, ge heel misten, geenszins zoo dom, duister en onwetend waren als zij vaak door on-Ka- tholieke schrijvers worden afgeschilderd en voorgesteld. Daarenboven behooren wjj niet te vergeten, dat die hoog-verheven trap vau vorming en beschaving door ons nooit zou bereikt zjjn, iudien de mannen uit vroeger tijden en ook de geleerde mannen der Middeleeuwen ons den weg, die daartoe moest leiden, niet hadden gebaand. Wij moeten er van overtuigd zjjn, dat de meest beteekenisvolle uitvindiugen en inlichtingen veelal han wortel in de Middeleeuwen hebben. Sedert de uitvinding der boekdrukkunst kan éen enkel mensch gemakkelijk eu vaar dig tot een geheel volk, tot een geheel werelddeel sprekenbehendig het goede bevorderen, maar even vlag ook kwaal veroorzakenen beiden heeft de boekdruk kunst ook reeds overvloedig teweeggebracht. Het eerste nieuwsblad is te Venetië uitge komen in het jaar 1463 en weldra volg den meerdere. Door de nieuwsbladen wor den de goede of kwade handelingen van vorsten en individuen in alle landen be kend; zjj vormen eene openbare meening, welke de gezagvoerders méér te duchten hebben dan eeu zwaren oorlog. De boek drukkunst heeft nu eens twist en tweespalt verwekt in Kerk en Staat; dan wederom rust en vrede gesticht; tronen omverge worpen en bevestigd, deugd en misdaad verspreid; en aan den al wetenden God al leen is het bekend, öf het veroorzaakte kwaad óf wel het teweeggebrachte goed hier de overhand heeft. FE UILLETON. Een familie-tafereel. (Vervolg.) Toen atoad hjj op; maar het kantoortje was te eng om er afleiding of beweging te vinden, en hij ging er uit en dwaalde weer door den winkel, zjjne bedienden nagaande en verstrooiing zoekende door hun het leven lastig te maken. Het komen en gaan van koopers had hem zijn brief en de beeldeD, die deze voor hem in het leven riep, doen vergeten, en toen de drukte voorbjj was en de bedienden zich gereed maakten om op het gewone unr den winkel te sluiten en naar huis te gaan, begaf Podginds zich weder naar zjjn kantoortje, om, terwijl de jongste be diende er op wacbtte, thans zonder hem verder in te zien, den brief dicht te maken en hem mede te geven. De gaspitten werden neergedraaid; de reuzen namen weder plaats op hunne rotsen: maar hunne taak was gtëindigd; daar was niet meer te scheiden: de huiskamer was ledig, en toen Podginds zich daar nederzette voor het souper, was hjj alleen, geheel alleen; de dames waren nog niet te huis, en het kon laat worden, had juffer Agathe gezegd. Uit verveling greep Podgiuds naar een der prachtig gebonden werkjes,die nog altjjd op de éta gère in de binnenkamer lagen. Hij opende bet, maar even spoedig sloeg hij het boek weder dicht: bet was vroeger de gewone lectuur van zijne vrouw. Dat moest haar zoo neerslachtig gemaakt Voorwaar, in onze tijden waarin dageljjks schier hemelhoogs bergstapels van papier, boeken, tjjdschrifteu, brochures,romans,dag en nieuwsbladen aan de drukpers worden toe vertrouwd, en eeu oogenblik later daaraan worden ontrukt om dan in steden en dorpen, over geheele landen,ja zelfs over werelddeelen te worden verspreid, is het meer dan ooit te vreezen dat er onkruid, distels en door nen opschieten tusschen het goede zaad. Ja inderdaad, er wordt een heftige tweestrjjd gestreden tusschen het goede en het kwade op het ongemeten gebied des geestes, door middel vau de drukpers. Hier is iu den waren ziu des woords sprake vaa Struggle for lifesprake van eeu strjjd voor het bestaau. Goed eu kwaad leveren aanhou dend eeu gelucht duel, eeu tweestrjjd waariu éen van beiden moet zegevieren, öf het kwade öf het goede beginsel! Wjj moeten inderdaad verbaasd, ja ten uiterste verbaasd staan over hetgeen er vooral in onze dagen van de drukpers komt. Hoavele brochuren ea tijdschriften, hoevele nieuws- en dagbladen, hoevele boekdoelen en lijvige folianten, maar vooral hoevele geschriften, bladen en boeken waarin het geloof, die skostbare pare', wordt prijsge geven, gehoond, bespot, belasterd, aan de kaak gesteld; hoavele romans en allerhande lectuur, waarin de reinheid, die engelach tige deugd, welke geljjkt op een spiegel die door dan minsten ademtocht dof gemaakt wordt, ter prooi gesteld wordt aan ondeugd eu misdaad van naakte zedeloisheid, te gruwzaam om er nader in te tredeD. Ziedaar dan de strjjd van de zedeloosheid tegen de reinheid, de strijd van het ongeloof tegen het geloof; de strjjd van de hol her nieuwd tegen den hemel, gelijk weleer ge streden is tusschen Lucifer en Michaël; de strjjd van den duivel, den heerscbappjjvosr- dar der duisternis, tegen God, den oneindi- gen Kouing der glorie; de strijd eindeljjk van de booza wereld tegen de vlekkelooze Kerk, de geduchte worstelstrjjd vau de on deugd tegen da deugd. Het middel, het wapen van dezen katnp- strjjd, die gestreden wordt op ieveu en dood, is de drukpers; zjj is de gewette sabel, de puntige degen, die tegen het hoofd van den tegenstander wordt gericht; zjj is het werktuig, waarmede de donderende kanon nen worden afgeschoten in de breede le gerscharen der vjjandeu, maar zij is tegeljjk het harnas, de maliënkolder, die dekken en verdedigen moet tegen de slageu en aanvallen der vjjauden; zjj is het wapen der verdediging eu het wapen van den aanval. In éen woord, docr middel van de drukpers wordt een hef tige tweestrijd gevoerd van beide zjjden. hebben; ja, mogelijk waren die vrome boeken wel de oorzaak van baar dood geweest. Agathe dood! Daar was toch iets onrechtvaar digs in, dat zjj juist sterven moest! Er waren zoovelen, wier verlies gewin zou zjjn; daar waren zoo velen die ouder, zoo velen die behoeftig wa ren; zij kon alleB hebben wat zjj wenschte; en dan, zjj was toch zoo nuttig voor de kinderen, en in zoo'n groote zaak als de zijne moest nood zakelijk eene vrouw zijn. Het was onreohtvaardig, dat zy juist moest stervaDl Hij nam een ander boek; ook dat was in den- zelfden smaak: het derde en het vierde ook. Pod ginds geeuwde, zette de boeken weder op hun plaats, en wandelde het vertrek op en neder. Op de piano lagen eenige andere werken; hij nam het eelste, dat hem voor de hand kwam een Franech romannetje met een zeer verdachten titel. Nommer twee was van dezelfde soort; nommer drie ook. Podginds legde ze ter zjjde, ook dat waren geen boeken voor hem. Hjj kon toch niet meenen, dat hij een werk over zijn vak zou aantreffen? De dames Podginds waren van zoodanige studie al even verwjjderd als van de inrichting harer moeder; die was dan ook al vijf jaar dood! En haar vader haar vader had voor zijae dochters nooit geleefd en scheen ook nog niet voor hen te be staan. Althans, zjj waren slechts zelden te huis; over dsg was het hen te verveland, te doodsch in de huiskamer, en 's avonds daar altjjd met hen beiden te zitteD, wie kon dat van hen vergeD? En in den winkel te helpen, dat was toch waarljjk geen zaak voor de dames Podginds. Want, moeten wjj verbaasd staan over de goddelooze en zedenbedervende lectuur van onze dagen, die geljjk een alles-ver- nielende stroom voortwoedt over de maat schappij, over familiën en volkeren en lan den; die geheele scharen medes'uwt inden woedenden maalstroom vau goddeloosheid en zedenbederf, geheele scharen in den die pen afgrond zonder bodem nederwerpt; van den anderen kant is het niet te loochenen, dat de drukpers ook goeds, nut tige, geloovige eu godsdienstige geschrif ten bij groote menigten voortbrengt, welke geschriften niet verwoesten en vernieler, maar opbouwen en harstellen wat verval len eu ineeDgezonken is, versterken en hee- len wat verzwakt is of gewond. Deze de gelijke goede lectuur poogt afbreuk te doen, schade toe te brengen aan de zedenbeder vende, goddelooze geschriften; zij poogt den vernielenden stroom vau bederf in zijne dui zelingwekkende vaart te stuiten, om zoo de algeheele verwoesting der zielen af te weren en te voorkomen. In de pas verschenen Encycliek aan het HoDgaarsehe Episcopaat gericht, geeft Z. H. Leo XIII de gedragsljjn aan die de Bisschoppen en Priesters te volgen hebben tegenover de aan de Kerk vijandige wetten. Daarbij wijst de Paus op vele gevaren en Z. H. wil dat de Bisschoppen eu Priesters steun geven aan de verspreiding van goede blaiou en goede boeken. De Katholieke pers stelt dan ook alle uiter ste pogingen in het werk om het goede te bevorderen, aao te kwee keu en te verdedi gen. Eu op Katholiek terrein bevinden zich niet minder wakkere kampioenen, a's op het .tegenovergesteld terrein, waar ketterij, ongeloof, zedenbederf enz. worden verkon digd. Het is waar, dat het den schijn heeft alsof de ongeloovige pers over meer strijd krachten en krijgslieden, die meer beslagen zjjn in den strjjd, heeft te beschikken dan de geloovige pers. Maar vanwaar bomt dit? Omdat de menschen de oogen plegen te sluiten voor de gulden waarheid, terwjjl zjj diezelfde oogen wijd openspalken om het bedrog, de dwaling en de logen van nabjj en vlak iu het aangezicht te staren. De hei- densche redenaar Demosthenes heeft dit reeds in de grjjze oudheid gezegd: dat de meusch gaarne lastertaal en onwaarheid hoort en hieraan licht gehoor leent en ge loof slaat, terwjjl hij vau den anderen kant afkeerig is van hetgeen goed en waar is. (Demosthenes in het begin zjjuer rede eOver de kroon Wjj willen voor heden niet verder over dit onderwerp uitweiden, maar op éene zaak willen we hier nog aandringen: leest nooit Agathe Podgiuds winkeldochter! Johanna ach ter de toonbank! Daarvoor waren zjj niet groot gebracht; daarvoor hadden zij te veel talenten, talenten van velerlei aard: talenten, die hen vele kringen openden en heB zelve aan velerlei ver zoekingen blootstelden. Mooi en rjjk, muzikaal, en vrooljjk in gezelschap, en toch uit een stand, dat men er niét tegen behoefde op te zien: in tegendeel, dat men hen eene eer is misschien wat sterk maar toch eene bijzondere beleefdheid bewees, ben op straat te herkennen: dat alles te zamen genomen was zeker niet geschikt om de dochters van Podginds daarheen te voeren, waar eene goede moeder wenscht dat hare dochters komen zullen. Terwijl Podginds in zjjn kantoortje mjjmerde over den brief en de honderden zaken, die, dezen hem voor het geheugen bracht, zaken die telkens hem bezig hielden en waaraan zjjn geest als vast geklonken was, deden zjjne dochters commissies, dia haar door de drukste en vroolijkste straten voerden. Da dames Podginds hadden altjjd vele boodschappen te verrichten, vele bezoeken af te leggen, en het scheen dat zjj geen bijzonder goed geheugen haddeD, want herbaaldeljjk zsg men haar denzelfden weg volgen. Op bepaalde uren vau den dag kon men bjjna zeker zjjn Agathe en Johanna te vinden; zeer toevallig, als de ont moetingen, en even weinig berekend als de glim lach en bet blosje dat, geheel onafhankelijk van hem, die ze ontmoette, hare bevallige gezichtjes nog bevalliger maakten. Het zijn toch verduiveld aardige kopjes, zeide een luitenant van het garnizo3D,terwjjl hij geschriften, die verdacht of vlakaf godde loos of bederfeljjk voor de goede zeden ziju, zooals vooral duizenden romans in onze dagen zich allerwegen voordoen. Maar er is meer; leest toch nooit of nimmer de z. g. neutrale bladen, al worden ze ook door gezaghebbende mannen gesteund, bedekt be stoken ze uwe heiligste belaogen, deze eu da liberale dagbladen, steken den draak met al wat geloovig, godsdienstig, zadel jjk en deugdzaam is; zij lasteren voortdurend en spotten met godsdienst en deugd: de lezing van zulke bladen is meer dau gevaarljjk, zjj spreidt een noodlottig vergift uit, hetwelk doodeljjk is voor de ziel. Het steunen van zulke bladen is strjjdig met ons heilig geloof, strjjdig met de deugd. Wjj wetea wel, dat er gevallen zjjn waarin de lezing van liberale bladen schier noodza kelijk is voor den handel, maar wjj weten ook, dat velen zich al te veel met zulk eene lezing bezig houden, al te veel tijd en geld verspillen voor zulke dagbladen, terwjjl zjj voor een Katholiek blad niets, hoegenaamd niets, over hebbeD. Engeland. In het Hoogerhuis verlaugie Lord S p e n- cer de tweede lezing der Home Rule Bill, als h3t ééaige middel om het Iersche volk tevreden te stellen. Hjj vermaande het Huis, alle vooroordeel met betrekking tot de quaes- tie ter zjjde te zetten en niet te spoedig den raad aao ts nemen tot het verwerpen van de bill, waardoor de hoop op vrede zou vernietigd worden. Hjj bezwoer het Huis, niet de verantwoordelijkheid op zich te la den vau het Iersche volk opnieuw tot wan hoop te brengen, maar de bill aan te ne men en daardoor de Unie te versterken eu den luister van het Huis te verhoogen. De Hertog van Devonshire vroeg de ver werping van de bill, door welke, zoo be toogde hjj, het Huis zich niet zou aankan ten tegen den volkswil, maar slechts zjjn plicht zou doen door eene zoo ingrijpende wjjziging te weerhouden, bjj het ontbreken eener besliste uitiog vau den wil der meer derheid van het volk. Bovendien hadden de voor waarden, onder welke deze bill in het Huis der Gemeenten behandeld was, aan het Huis der Lords belet om de juiste meeuing van het Huis der Gemeenten te leeren kennen. Zjjne motie tot verwerping berustte dus niet alleen op bezwaren tegen de hoofdbepa lingen der bill, maar ook op het feit. dat de voorgestelde verandering te veelomvat tend en de ingrjjpend is, om te worden stil bleef staan tot de Podginds voorbij waren, en het lorgnet weder vallen liet, waarmede hjj ze gefixeerd had. Aardig? herhaalde zjjn met gezel, die voor weinige maanden pas den meester titel had gekregen: ik pretendeer dat zij beantés zijn. Als zij het zelve maar niet zoo wisten! Tant mieux! anders zag men ze nooit. En nu wat te dikwjjls. Eigenlijk zjjn ze zoo wat de wandelende modeplaatjes van Podginds. De jongelui lachten en wandelden langzaam door, even ter zjjde wijkende voor een oud bar geman, die ook de dames nastaarde, en zijn blik op de jongelui rusten liet. Ja, mjjnheer! De wereld is bepaald verdorven, zeide de luitenant naar den onden man omziende. De oude man knikte toestemmend en vervolgde langzaam zijn weg, nu en dan nog stilstaande en omziende, terwjjl hjj by zichielven herhaalde: Verdorven, bepaald verdorven! De oude heer Broekman liep niet zoo snel meer als zeven jaren geleden, en de schemering had reeds voor duisternis plaats gemaakt, toen hjj op een der buitensingels de kleine woning bereikte, waar hjj zjjae laatste jaren doorbracht. Het was zeker nog het mooiste huis van de rij, maar het was toch niet heel mooi te noemen. Een schel zonder zweem van metaalklank kon digde hem aan, en spoedig werd de deur geopend door een zeventienjarig meisje, met een bleek ge- laa', het kenmerk van eeu huiszittend leven, maar wier uiterlijk toch vriendeljjk en vrooljjk genoeg was, om de aardigheid van grootvader te recht vaardigen, die haar «juffrouw Treurniet* noemde. (Wordt vervolgd.) BAIRLMSCMCOCRAIT. ABONNEMENTSPRIJS AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. 19.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1