NIEUWE
De Nieuwe Haarlemsche Courant,
No 2033
Vrijdag 15 September 1893.
18de Jaargang.
Abonneert U op
Zondagsblad,
Lijkverbranding.
BUITENLAND,
Goedkoope Courant.
De Nieuwe Haarlemsche Courant
Een familie-tafereel.
Engeland.
BAARLMSCHECOlIRm.
ABONNEMENTSPBIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B TJ B E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
die niet alleen in Haarlem, maar ook in de
omstreken een groot getal lezers telt.
verschijnt Driemaal 'sweeks; des Dinsdag, Don -
derdags en Zaterdags met een onderhoudend
22.
(Vervolg.)
dat met pleizier gelezen wordt, geest en hart
krachtig voedsel biedt en eene aangename, afwis
selende lectuur bevat voor de Huiskamer.
De inhoud van DE NIEUWE HAARLEM
SCHE COURANT is rijk, degelijk oninteressant
en bevat de gewichtigste quaestién en gebeurtenissen
van den dag.
Beleefd vragen wij onzen lezers nieuwe lezers
aan te werven, overtuigd als wij zijn, dat een
ieder, die de NIEUWE HAARLEMSCHE
COURANT leert kennen, als abonnée zal toe
treden en blijven zal, omdat deze courant wer
kelijk de goedkoopste is onder de verschillende bla
den en zij zich steeds beijvert de vele vragen betref
fende de sociale vraagstukkenzoo duidelijk mo -
gelijk toe te lichten en op te helderen.
De prijs vauDENIE U WE HAARLEMSCHE
COURANT, driemaal 's weeks verschijnende be
draagt per drie maanden f 0.85, buiten de stad
per post fl.lO.
De prijs van het ZONDAGSBLAD bedraagt
per drie maanden, voor alonnée's op DE NIEU
WE HAARLEMSCHE COURANT f 0.25,
buiten de stad per post f 0.35. Voor niet-geabon-
neerden op de Courant 35 Cents, per post 45
Cents.
JW" Zij, die zich op een of beide bladen
abonneeren, ontvangen tot 1 October, aanvang
van een nieuw kwartaal, de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
Zoolang het Christendom heelt bestaan,
van zjjn eerste ontluiken af tot den dag
van beden toe, is het bp zijne beljjdera
gebruikelijk geweest de lichamen der afge
storvenen te begraven', aan dit eeuwenoud
gebruik houdt de Katholieke Kerk nog
immer vast. Wilt gp bewpzeu, die a aan-
toonen, dat het Christendom van oudsher
zjjne dooden heeft begraven
Vooraf merken wij op, dat dit gebruik
eigenlpk zoo oud is als de wereld; want
het uitverkoren volk Gods, de Israëlieten,
begroeven hunne dooden, zooals blijkt nit
tatrjjke plaatsen der gewpde Bladen. Van
daar zien wp heden ten dage de Israëlieten,
die nog streng vasthouden aan hunne wet
ten en instellingen, hunne afgestorvenen
altijd nog begraven.
Maar verlangt gp bewpzen, die u aantoo-
nen, dat het gebrnik om de afgestorvenen
te begraven altpd bjj het Christendom in
zwang is geweest? Wjj voeren uwen geest
binnen de onderaardscbe gangen; binnen
f E U1LLET ON.
Msg ik je ook wat offreeren, mijnheer As-
herton? vroeg Broekman, met iets onzekers in
zjjne stem; als de vreemdeling //ja" zeide, was
hij verloren: hij had niets in huis.
Dank je, mjjn waarde! ik gebruik tusschen-
tjjds nooit iets. Wij hebben in Amerika de gewoonte
om nooit iets te gebruiken, mevrouw! zeide hjj
op denzelfden ouwederstaanbaar vriendelijken toon
Wjj leven daar geheel voor onze zaken Als
het niet zoo ver af was, zou ik u uitnoodigen
om eens een kjjkje te komen nemen; maar het
is geen reis voor dames.
Voor ons ook niet meer, zeide Broekman,
en hij dacht aan den tijd, toen Amerika voor
hem wel eene reis was Had hij het voor
beeld van Dalberg maar gevolgd Neen, toch
niet. Neen, honderdmaal neen! Zoo was het toch
beter, al had men daar ook huizen met tien ko
peren balustrades.
Eindelijk maakte de bezoeker zich geieed om
te vertrekken. Juist stond hij op, toen de gebar
sten schel klonk, en Marie met een briefje voor
haren vader terugkwam. De Broekmans waren
de Catacomben.Wij vestigen uw aandacht op
de eeuwenoude geschriften der Kerkvaders
en ehristelpke schrijvers; en uit dit alles
zien wp ten duidelijkste, dat de Christenen
van den beginne af hunne dooden hebben
begraven.
Dit aloud gebruik om de afgestorvenen
te begraven was zóó diep in de harten der
menschen geworteld, dat zjj, die in de 16e
eeuw gebroken hebben met de onveran
derlijke Wet des Heilands, hoeveel die zoo
genaamde Hervormers ook verwierpen, toch
nog vasthielden aan het christelijk oor
spronkelijke beginsel om de dooden te be
graven. Ia de 19e eeuw eindelijk, de eeuw
van vooruitgang en verlichting, maar meer
nog de eeuw van ongeloof en godlooche
ning, zijn de opgeblazen schijngeleerden
met hunne waanwijsheid zoover gekomen,
dat zp de voorkeur geven aan het ver
branden der lp ban.
Reeds eenige jaren geleden heeft Paus
Leo XIII zijne gezaghebbende stem ver
heven tegen dit moderne misbruik om de
lichamen der afgestorvenen niet aan den
schoot der aarde toe te vertrouwen, maar
door de vernielende vlammen te doen ver
teren. Als goddeloos heeft de roemrijke
O pperpriester de lijkverbranding veroordeeld
en tevens zpne geloovige kinderen vermaand,
dit moderne beginsel geenszins te huldigen,
integendeel met eerbied voor de lichamen
der afgestorvenen vervuld, vast te houden
aan het aloud christelijk gebruikhet stof
felijk overschot onzer dierbaren neer te
leggen in het graf, opdat zp daar den dag
der algemeene opstanding, het uur der won
dervol le verrijzenis des vleesches in kalme
sluimering kunnen afwachten.
Ea inderdaad, de lijkverbranding is ver-
oordeelenswaardig. Waarom? Omdat het
is een heidensch beginsel.
Bp de ruwe heidenen vóór Christus' ge
boorte was de verbranding der ljjken, zoo
al niet eene algemeene gewoonte, toch Diet
een zeldzaam voorkomend gebrnik.Bp de hei
denen, dio door beschaving en beoefening
van kunsten en wetenschappen een hoogen
graad van ontwikkeling hadden bereikt,
kwam de lijkverbranding dikwijls voor: Zoo
o. a. bij de Romeinen, ten tjjde dat de re
denaar Cicero leefde, geljjk genoemde
redenaar zelf in zpne geschriften getuigt.
Wanneer wjj in de geschiedenis hooren
gewagen, hoe de heidenen zich tot zulke
verregaande wreedheid lieten vervoeren, dat
zp menscben levend verbrandden, zelfs
kleine kinderen aan het vuur prps gaven
om hunnen goden offers aan te bieden,
dan bevreemdt het ons niet, dat zij ook de
afgestorvenen door het vuur vermelden.
Daarenboven hadden de heidenen weinig of
geen begrip van de heiligheid des licLaams.
In één woord, juist omdat zjj «in de duis
ternissen en in de schaduw des doods wa
ren neergezeten,» niet bestraald werden
geen physionomisten; waren zij het geweest, zij
zouden opgemerkt hebben, hoe Dalbergs gelaat
in die weinige minuten eeue gausch andere uit
drukking kreag; hoe hij, sprekende, de ooren
spitste naar hetgeen er in den voorgang kon
besproken worden, en met welk een schichtigen
blik hjj naar het briefje keek en, met de vlugheid
hem eigen, vorm en adres opnam. Maar even
spoedig was die gejaagde trek weder verdwenen,
toen hjj glimlachend opmerkte: Altijd nog dezelfde
gemeene hand!
En altgd nog dezelfde inhalige schrok, ant
woordde Broekman openhartig en met meer vunr
dan gewoonlijk, terwjjl hjj met minachting het
briefje van zjjn zwager op tafel wierp. Thans kou
hij hem minachten: hjj kon de gansche schuld
voldoen.
Ik wist niet dat gjj in correspondentie
waart met Podgiuds, zeide Dalberg schijnbaar
achteloos.
Correspondentie? Goddank niet Daar,
dat is onze correspondentie! En Broekman hield
Dalberg zijn briefje voor, dat deze, onder de
verklaring, dat hij niet gaarne iets van dien
Podginds meer hoorde, en dus niat lezen wilde,
toch met een blik doorloopen had.
Koude bluf, zeide hij, op de opsomming van
Podgiuds grootheid boven aan den brief wijzende;
door het godóeljjk licht der openbaring,
daarom gaven zjj zich aan hef veroordee-
lenswaardige ipkverbrauden over.
De lijkverbranding is vervolgens nood
zakelijk te verwerpen door ons, Christenen,
omdat zjj strpdt met de christelijke leer.
Onze lichamen dat verkondigt de chris
telijke leer zjjn tempels van den H,
Geest. Wel is het lichaam des menschen
stof, doch dat stof is geheiligd, zjjada het
omhulsel eener onsterfelijke ziel, die naar
Gods beeld en gelpkenis i3 geschapen. Bo
vendien is dat menschelpk lichaam geadeld,
hoog verheveD, doordat Gods Zoon diezelfde
menschelpke gestalte in der tjjd aannam.
«Erken dus, o christenmensch, uwe waar
digheid!» roept de H. Leo de Groote
uit, bjj het overdenken van den adeldom,
den mensch geschonken door de tpdelpke
geboorte des Verlossers.
Is het dus niet in strjjd met de waardig
heid, met den adeldom des lichaams, dat
het na den dood prjjsgegeven wordt aan de
vernielende vlammen, prjjsgegeven wordt
aan het verterende vaur? Het is bovendien
in strjjd met het heilig gebruik van onze
Moeder de Kerk, die onder het verrichten
van de zinrjjksta en hartverheffende ce
remoniën gewoon is, sinds zoovele eeuwen,
de gestorvenen lichamen toe te vertrou
wen aan den schoot der aarde. Die ker
kelijke plechtigheden, zjj geven troost aan
het bedroefde hart der overgeblevenen, die
treuren over de smartvolle scheiding, door
den onbarmhartigen dood teweeg gebracht.
Die kerkeljjke plechtigheden spreken van
opstanding en verrijzenis, zjj spreken van
eeuwige onsterfelijkheid.
Maar ziedaar juist de reden, waarom de
moderne geleerden, liberalen en consorten
zich alle moeiten geven tot het in zwang
brengen der lijkverbranding. Het bestaan
Gods ontkennend, de onsterfelijkheid loo
chenend, de opstanding der dooden en de
verrjjzenis deB vleesches niet aannemend,
haten zjj het Christendom, hetwelk deze
verhevene waarheden verkondigt, met een
gezworen haat. Dat Christendom uitroeien
uit de harten der menschenkinderen met
wortel en al, ziedaar hun booze toeleg. Om
dit te bewerken, denken zjj alle moge-
ljjke middelen uit, om dit te bewerken
hebben zjj ook de lijkverbranding ingevoerd,
in de plaats van het begraven der over
leden lichamen. Want zjj redenearen in hun
boezen toeleg aldus. Wordt de lijkverbran
ding algemeen, dan zullen die oude sprook
jes over onsterfelijkheid en opstanding wel
verdwjjnen nit den mond des volks; en de
priesteroverheersching zal dan haar invloed
op de volksmenigte zien verminderdWie
zal kunnen gelooven, dat een lichaam,
verteerd tot asch, wederom zal kunnen
worden opgewekt tot een nieuw leven!
We zien het reeds: de loochening van
Gods bestaan brengt allerlei dwaalbegrippen
dat doen wij Amerikanen beter. En dat in het
Eransch! NeeD, dat deed de firma Broekman en
Zoon niet, en wij in Amerika ook niet.
Zoo? vroeg de oude man met meer belang
stelling dan voor andere zaken, nu hetzjjü voor
malig vak betrof. Houden ze er daar ook geen
Eranscha titels cp na?
Nooit, mijnheer, nooit, altijd nationaal.
Net als de Broekmans, prevelde de oude
heer. Ja, nu geloof ik toch dat men in Amerika
die verdorven wereld weder op don goaden weg
zal brengen.
Zeker, zeker: een mooi land, mjjnheer
Broekman! Daar had uwe zaak gevestigd moe
ten wezen.
Al de Broekmans erkenden dit, en, zoo tot
dusverre Dalberg de verwoester der firma geweest
was, thans zag meu de schuld meer bijzonder in
de verdorvenheid des vaderlands.
Dalberg zocht zijn hoed en nam afscheid met
dezelfde gemakkelijkheid, die juffrouw Broekman
bij zichzelve als onbeschaamdheid brandmerkte
eu die het gevoel van den ouden heer zoo geheel
overstemde, dat hij inderdaad vergat wie Dalberg
geweest was.
A propos! zeide hij, voor hjj het vertrek
verlaten had, als je zoon soms last mocht heb
ben om naar Nieuw-York te komen, eene goede
voort; zij voert tot ontkenning van de
onsterfelgkheid der ziel, van de opstanding
der dooden; alwie niet gelooft, dat er een
almachtige God bestaat, moet noodzakelijk
alle andere Christelijke waarheden verwer
pen, wil hjj zich zei ren geljjk, consequent
bljjven.
Nu geven de voorstanders der ljjkver
branding wel voor, dat zjj niet anders be
oogen dan de bevordering van de gezond
heid der levenden, welke gezondheid zooveel
te lgJen heeft, wanneer de doodslncht de
levende menschheid tegenwaait van de be
derfelijke en bederf verspreidende kerkhoven.
Maar ocb! dat zjju doekjes voor het
bloeden! Dat zjjn jjdele uitvluchten, waar
door de godverzakers hunne goddelooze
plannen trachten te vergoelijken. Daarmede
willen zjj voor de oogen des volks den
schjjn aannemen, alsof zij o! zoo bezorgd
zjjn voor het lichamelijk heil.
Bevordering van de gezondheid! Maar
waren dan de menschen van voorheen min
der gezond, minder sterk, omdat er kerk
hoven bestonden, waar de overblijfselen
hunner dierbaren sluimerden? Maar wjj
gelooven, dat al die overdreven maatrege
len om de gezondheid te bevorderen inder
daad meer nadeel dan voordeel uitwerken.
Want de verbeelding des menschen, die zoo
licht wordt aangedaan, wordt door over
tollige gezondheid vaak zoo hevig geprik
keld, dat deze overprikkeling alleen genoeg
is om datgene, wat men wil afweren, met
al zjjne heiliooze gevolgen voort te brengen.
In Italië is de lijkverbranding sinds lan
gen tjjd in zwang evenzoo in Frankrjjk en
zelfs ook in ons vaderland vindt men volge
lingen. Hildebrand zal dus,wanneer bjj ons te
lande bet ljjkverbrandeu meer en meer gaat
toenemen, zjjn uitroep tin de Camera
obscura» Men zal ons allen begraven! wel
mogen veranderen in: Men zal ons allen
verbranden!
Het verwerpen van de Home-Rule Bill
door het Hoogerhais heeft onder het volk
zeer veel kwaad bloed gezet.
De National Liberal Federation heeft
een manifest uitgegeven, waarin zjj heftig
het Hoogerhais aanvalt wegeDS het ver
werpen van de Bill. Zjj protesteert tegen
de pretentie der Lords en wil eene ont
binding uitlokken. De vraag, hoe het Huis
der Lords af te schaffen of te wjjzigen,
kan (zegt zij) voortaan eene belangrjjke
plaats op het liberale programma innemen.
De Parjjsche bladen bespreken verder zeer
druk de verwerping van Home-Ruledoor
de Lords. De Univers rekent op succes bjj
nieuwe verkiezingen, gevolgd door de on
derwerping van de macht die de Lords in
plaats kan ik hem toezeggen, en vijfhonderd dol
lars om mede te beginnen. Omtrent den overtocht
zou accoord zjjn te maken, ging Dalberg voort
maar hij wachtte het antwoord niet af. Hjj begreep,
ondanks al zjjne vrijmoedigheid, dat zjjn aanbod
niet zoo onmiddellijk zou worden aangenomen;
dat zjjn verleden nu weder op den voorgrond
treden zou, en onzeker was het, of in de schaal
der Broekmans de toekomst van deu zoon of
het verleden van diens patroons het zwaarst zou
wegen. Aan de voordeur echter herinnerde hjj er
nogmaals aan ten bljjke dat het goed gemeend was.
Over drie dagen, zeide hjj, kom ik weer
in de stad. Ik logeer Hotel d'Angleterre, Iaat
uw zoon mjj dan maar het antwoord komen
breDgen, en als gjj zelf last hebt om me eens
op te zoeken, mjjnheer Broekman maar dan
geen vergissing in den naam.
Eene vergissing kon aanleiding geven, dat het
hoofd der groote Amerikaansche firma Asher-
ton Cie voor eenige jaren naar het tuohthuis
ging; toch sprak Dalberg die woorden met zjjne
gewone gemakkelijkheid, zelfs glimlachend uit en
verdween, na een laatsten handdruk, iu de schaduw
der huizen.
(Slot volgt.)