NIEUWE
No 2037
Zondag 24 September 1893.
18de Jaargang.
EERSTE BLIP,
De openingsrede en deKleswet
BUITENLAND,
Mij is de wraak,
Frankrijk.
RLÜMSCiE ('Kift 4IT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIBN.
Van 1—6 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden niterlpk Maandag-, Woensd ag-
en V r g d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. P P E R 8.
iV Dit nummer bestaat uit twee Bladen.
jjSF* Zij, die zich op de Nieuwe Haart. Courant
abonnceren, ontvangen tot 1 October, aanvang
van een nieuw kwartaal, de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
Weder is een nienw zittingjaar van de
Staten-Generaal aangevangen. In de afge-
loopen week had door H. M. de Koningin-
Regentes uit naam van H. M. de Koningin
de traditioneels plechtige opening plaats
en, zooals vanzelf spreekt, werd in de Troon
rede zoowel een blik achterwaarts als een
blik in de toekomst op parlementair gebied
geworpen.
Over het algemeen heeft deze rede in de
organen der pers geen baitengewoon gunstige
ontvangst genoten.Zelfs de toongevende libe
rale bladen noemden haar sober en mager.
Dat zy sober en mager moest wezen,
was wel te voorspellen. Bg den terugblik
op het afgeloopen zittingjaar was namelgk
te wjjzen op eene belasting-hervorming, die
niet anders dan met den naam van belas
ting-vermeerdering was aan te duideD, en
by den blik voorwaarts moest het oog wor
den gericht op eene kiesregeling, die even
impopnlair beloofd te worden.
Waarlyk, er bestaat uit een politiek oog
punt thans in ons vaderland weinig stof
tot juichen, en voor het Kabinet allerminst
reden om uitvoerig uit te wijden over de
vele goede wetgevende maatregelen, welke
het heeft tot stand gebracht of nog zal
trachten te verwezenlgkea.
De soberheid en magerheid van de ope
ningsrede zal in hoofdzaak daarvan wel
het gevolg wezen en wij kunnen het vol
komen begrgpen, dal de Regeering geen
lust heeft gevoeld om speciaal met het oog
op de toekomst haar gedragsljjn nader te
omschrjjven.
De Kiesrecht-quaestie beheerscht den poli-
tieken toestand: dat is de uitspraak van
bijna alle bladen, welke de openingsrede aan
eene critiek hebben onderworpen. Doch
waar de een dit een verblijdend verschgnsel
noemt, meent de ander, dat daardoor zaken
worden achtergesteld, welke veel me6r de
aandacht der Regeeriog zouden verdienen
dan het Kiesrecht-vraagstuk.
Dit i3 ook onze zienswijze. Reeds veel
kostbare nationale tgd is zoek gemaakt met
het onderzoek en de bespreking van het
voorstel, dat de minister Tak heeft gedaan
tot herziening der Kieswet en nog wachten
FEUILLETON.
door JULIUS.
3. {Vervolg.)
II. In de houtvesterswoning.
De geestelijke met het H. Sacrament naderde
na de houtvesterswoning. Truida liep snel vooruit,
maar voor zij de deur bereikt had, werd deze
reeds van binnen geopend; de onde Lot versoheen
op den drempel,
„Leeft hjj nog?" vroeg Geertruda ademloos.
Lot knikte met het hoofd: //Ja, God zjj dank,
dat u komt.//
Intnsschen waren ook de priester en de koster
aangekomen en traden in de kamer, waarin de
zieke lag.
Weenend stond Bosa haar plaats aan de zijde
haars broeders af aan den pastoor. Ach, daar
lag hg, hij, voor eenige uren nog zoo gezond en
zoo krachtig! De bleekheid des doods lag over
zjjn schoon gevormd gezicht en zijne donkerbruine
oogen schitterden onnatuurlijk door ds hevigheid
der koorts.
„Marcel, mijn zoon, kent gjj mij?// vroeg de
geestelijke, zich over hem heenbuigende.
//Ja, o ja, pastoor, ik dauk u, dat u gekomen
is,// steunde de jonge man. „Het zou mjj hard
gevallen hebben te sterven zonder bediening.//
De trarien kwamen den grjjzen herder ia de
oogen. De kinderen van den houtvester waren
zijne geliefdste parochianen, die steeds ernstig
en regelmatig hunne godsdienstplichten vervul-
ous langdurige discussiën over amendemen
ten, welke op de ingediende kieswetregeling
zgn voorgesteld. Die tyd had veel nuttiger
kunnen zgn besteed.
Het Kiesrecht-vraagstuk is naar ons in
zien volstrekt geen zaak, wel e in verband
staat met het algemeen nut, 't welk toch
door de Regeering in de allereerste plaats
moest worden bevorderd. Indien men eens
gaat bedenken, welk practisch voordeel voor
on8 vaderland eene eventueele definitieve
kiesrechtregeling zal hebben, dan moet men
toch tot het resultaat komen, dat dit voor
deel niet anders kan bestaan dan iu de
hoofden van eenige theorie-vergoders, die
denken dat het volk eene verzameling van
personen is, waarop men proeven kan nemen
met het toepassen van verschillende stelsels
van kiesrecht.
Niemand zal ons botwisten, dat het beste
Kiesstelsel dat is, 't welk naar de Vertegen
woordiging de edelste en bekwaamste man
nen afvaardigt. Daar dit de bedoeling van
ieder Kiesstelsel moet wezen, blyffc das de
vraag over, of dit streven beter kan wor
den bereikt door de thans bestaande Kies
wet dan wel door die, welke de heer Tak
heeft voorgesteld.
Indien de tegenwoordige Kieswet, uit dit
oogpunt beschouwd, de voorkeur verdient
boveu de voorgestelde, dan is daarmede te
vens de laatste veroordeeld. Bg de bestaande
bepalingen omtrent de kiesbevoegdheid zijn
mannen naar het Binnenhof afgevaardigd,
die daar niet slechts uitstekend op hun
plaats zgn, maar ook, die met oordeel des
onderscheids kunnen spreken over de ware
volksbelangen en die onafhankelijkheid ge
noeg kunnen bezitten om onverholen voor
hun meening nit te komen.
Hiermede geven wij volstrekt niet te
kennen, dat ons kiesstelsel thans geen verbe
tering zou behoeven te ondergaan en dat alle
leden der Tweede Kamer mannen moeten
heeten, die in ieder opzicht kunnen voldoen
aan de vereischten, welke met recht aan de
leden der Vertegenwoordiging moeten wor
den gesteld, maar de bestaande regeling
geeft ten minste eenig waarborg, dat niet
stelselmatig mannen kunnen geweerd wor
den, die daar op hnn plaats zgn.
Dit laatste zal wel het geval wezen, waa
neer de voorgestelde Kieswet wordt goed
gekeurd, zg het ook met aanneming *au
eenige der voorgestelde amendementen. Het
is een ODzer grootste bezwaren t/gen de
Kieswet, dat het gehalte van deVolfesver-
fegeuwoordigiDg door haar tot stand ko
ming zeer zal verminderen. Ieder kiesstelsel,
dat het algomeen stemrecht nadeit, brengt
den, en vooral Matcel was een voorbeeld van een
geloovig man. Toen de zieke met den pastoor al
ben was, biechte hg en ontving daarna in het
volle bewustzjjn en met grooten aandacht de laat
ste h. Sacramenten; daarna riep Marcel allen
om zich heeD, zeggende: //Ik vergeef allen, die
mjj haatten en die oorzaak waren van mjju vroe
gen dood, in het bijzonder Marie Hartmann en
de gravin Steinbaeh."
Eene stuiptrekking liep over Truida's gezicht,
hare donkere oogen schitterden met een eigen-
aardigen gloed. De oude pastoor begreep, toen hjj
Geertrnda bjj de woorden van haar broeder aldus
zag, dat zijne tegenwoordigheid evenzoo noodig
was voor de levenden dan wel voor den stervende.
Hij stuurde daarom den koster alleen naar huis,
terwijl bij bij de ongelukkige zusters bleef.
Marcel's wonden deden hem opnieuw hevig
pijn, zijne gedachten dwaalden onzeker rond,
waarna langzamerhand koortsfantasiëa allerlei
dwaasheden en afgebroken zinnenvan zjjae lippen
deden komen.
„Marie,// steunde bjj, „waarom waart gjj zoo
valsch? Nu moet ik sterven en gij zjjt er de
schuld van."
Dan weer riep hij: //Mevrouw ik dank u
voor uwe vriendelijkheid zjj is niet voor mij
bestemd! Marie,weet gjj, waarom ik afstortte? Kon
ik „neen// zeggen?" „Weet gjj Truida,// wendde
kjj zich eensklaps tot haar met zachte stem: //ik
zal u zeggen, hoe het gebeurd is. Heden-morgen
vroeg ik Marie, wat ik voor haar wel zou mede
brengen van liet Blot Ambros. Ik verwachtte,
dat zjj zou gezegd hebben: de aanstelling; maar
zjj zeide, dat ik haar alpenrozen zou halen voor den
elementen in de Vertegenwoordiging, welke
er eenvoudig niet in behooren.
Eene Kamer, waarin ook de lagere stan
den zullen zgn vertegenwoordigd en hunne
belangen worden behartigd, moet daarom
toch niet noodwendig personen uit die klas
sen onder haie leden tellen. Het is niet
slechts niet wenscheljjk, maar ook bepaald
verkeerd, indien men,gelyk door het alge
meen stemrecht zal geschieden, personen
in de Vertegenwoordiging wil brengen uit
eene klasse, die partijdig most oordeelen
over de andere standen der samenleving.
Deze Vertegenwoordigers zulleu er naar
streven om aan de klasse, welke zg veron
gelukt achten, voordeelen te gaan verzeke
ren. waardoor het evenwicht ia de maat
schappij wordt verstoord. Vergetende, dat
er alleen welvaart en voorspoed in het land
kan heerscheD, indien iedere stand zijne
eigenaardige positie behoudt en niet door
wetteljjke maatregelen de onderlinge be
trekkingen tusschen de verschillende stan
den worden verbroken, moet eene Verte
genwoordiging,waarin het element uit de la
gere klassen de meerderheid bezit, als vanzelf
de oorzaak heeten van twist en tweedracht.
Wij ge'.ooven, dat eene Vertegenwoordi
ging, waarin aanleiding zou bestaan tot
strijd tusschen de onderscheiden standen,
de grootste ramp zon moeten heeteD.
Wat speciaal de belangen van de zooge
naamde mildere klassen aangaat, deze zgn
toch oneindig beter toevertrouwd in de han
den van personen, die met hen ruimeren
blik, hun meerdere kennis tn huu bttere
opvatting der zakeD, die behangen bescher
men en voorstaan, maar daarbjj zorgen, dat
die behartiging geeue botsing veroorzaakt
met de zorg voor de rechtmatige verlan
gens der andere klasseD. Daardoor blgft
immers het evenwicht in de samenleving
bewaard en tevens zgn zoodoende alle be
langen in de bescherming begrepen.
Eene vergelijking van het kiesstelsel-
Tak en de bestaande Kiesrechtregeling
loopt das, wat de resnltaten voor de samen
stelling der Tweede Kamer betreft, ongun
stig voor eerstgenoemd stelsel uit. Waarom
moet dit nu zoo spoedig worden behandeld?
Is zg soms eensklaps tot het inzicht geko
men, dat zoo spoedig mogeljjk de ««oor-
waurJe tot blijvende verbetering» behoort
te worden vervuld?
Het antwoord op deze vragen geven wg
niet, daar het uit iedere behandeling van
de Regeering bljjkt, dat zg een volkomen
radicaal programma volgt. En in dat radi
cale systeem pa9t ook da voorgestelde kies
rechtuitbreiding.
dans van morgen. Op den terugweg klauterde ik
„Hohensteinnop en plukte er een ruiker van. Msar
bjj het nederdalen struikelde ik en viel naar
beneden.//
Uitgeput xweeg hg eenige oogenblikken. Na
eenigen tjjd stilzwijgen wees hg op zgn jagersbuis,
die op de bank lag, ten deele met bloed be
vlekt; waarna bij zeide: //daarin vindt gjj den
ruiker Eerst geloofde ik, dat mjjn val
niet veel te beteekenen had, ik stond daarom
op en ging langzaam verder. Ik hoopte, dat
het spoedig zou beteren. En zoo sleepte ik
mjj voort tot aan de woning vau Marie. Het was
retds laat, daar binnen had men de lampen aan
gestoken enjbuiten aan de huisdeur in de schaduw
stonden de waard. Andries en Marie; zjj zeide
hem lachend: „ik stuurde den jager heden nit
om een ruiker voor mij te halen en deze zal wel
zoo dom zjjn, de grap niet te begrjjpen.// De
stem van dea jongen man verstikte onder zjjn
weenen en zuchten, ook Truida moest weenen,
want was er ooit iemand, die den jager Marcel
haatte, dan was het juist Andries. fijj was tevenB
wildatrooper en wie weet, hoe hardnekkig in het
hoogland den strjjd gevoerd wordt tusschen jagerB
en stroopers, begrjjpt ook hoe Marcel in Andries
zjjn doodsvijand vond. En aan dezen man ver
loochende Marie hem! Eene bittere klacht ste-g
op uit Truida's borst en hare handen balden zich
krampachtig.
„Truida," zeide de pastoor met zachtheid in
zijne stem, //gjj moet alles niet gelooven, wat hjj
zegt, hjj spreekt in eene koorts.//
Het meisje schudde het hoofd, maar sprak geen
woord. De zieke was zwakteer geworden, slechts
Niet dus om beter dan tot dasver de
volksbelaugen te kunnen behartigen, en
evenmin omdat het Staatsbelang 't vordert,
maar enkel en alleen omdat het radicalisme
thans het modewoord is geworden, zoekt
men de Kieswet tot stand te brengen en
besteedt daaraan, geljjk wjj reeds zeiden,
den kostbaren nationalen tijd.
Het sehgut, alsof onze geheels wetgeving
noodwendig in radicalen geest moet wor
den omgezet en alsof de practische volks
belangen eerst dan aan de beurt mogen
komen, wanneer alles van den radicalen
geest is doortrokken. Indien dit de bedoe
ling is, dan denken wg met vrees aan de
toekomst van ons vaderland. Het radica
lisme kan ons niet anders dan onheil brots-
wen, wijl het de verwezenlijking is van de
materialistische denkbeelden, die reeds se
dert jaren door vrijdenkers zgn verspreid
en waarmede vele eenvoudige lieden zich
reeds hebben laten verblinden.
De radicalen zullen nimmer aanhangers
vinden onder hen, d e zich trouw aan de
Kerk houden en die in den godsdienst het
hoogste goed waardeereD, omdat de leer
stellingen van het radicalisme in ieder op
zicht strgden met elk begrip van godsdienst
en hooger leven.
Eene Regeering derhalve, die zoo blgk-
baar het radicalisme huldigt ea het op
staatsbestuur en wetgeving tracht toe te
passen, achten wg voor het vaderland eea
ramp. Haar aanblijven aan het roer van
den Staat noemen wij dau ook zoo onge-
wenscht mogeljjk, waarotn wg hopen, dat
de magere openingsrede een voorbode is
geweest van haar spoedig aftreden.
Fransche oorlogsschepen zullen het Rur-
s'sche eskader, dat den 13 October e. k., te
Toulon zal aankomen, in de richting van
Cadix, vaa waar het komt, tegemoet stoo-
men. Na een oponthoud van twee dagen
zal de Russische vlootvoogd met een 50 offi
cieren zich naar Parjjs begeven. Tot groote
teleurstelling der Pargzenaars zullen de
Russische matrozen Diet naar Pargs komen.
Te Toulon zullen 500 Russische vlaggen
gekocht worden om die uit te deelen aaa
kinderen op gemeentescholen. De lefde
voor de Russen wordt dus reeds vroegtgdig
aan de schooljeugd ingeprent. Maar zal dit
baten? Wan!, andere tjjden, andere zedeo.
De Russische schepen zullen zestien da
gen te TouIod vertoeven.
nog fluisterend kwamen eenige woorden van zjjne
lippen, met zjjne handen woelde hjj wild de de
kens van zich.
Onvermoeid legde Rosa telkens de dekens weer
goed. Toen het eerste morgenrood door de ven
sters straalde, dwaalden Marcel's blikken Toor den
laatsten maal in den heerljjken morgenstond; de
geestelijke ziende, dat zjjn stervensuur geslagen
war, verrichtte nu de laatste zegeningen der kerk,
waarna Marcel's oogen zich voor immer sloten.
Weenend overlaadde Rosa haar dooden broedsr
met kussen. De onde Lot bad snikkend den ro
zenkrans. Met droevige oogen besprenkelde de
grjjze herder den doode met wjj water en bad //de
Profnndis." Geertruda alleen stond roerloos aan
het voeteneinde van het sterfbed, met heete, droge
oogen. De woorden des geestelijke drongen kou d
iu hare ooren. Zjj hoorde wel den klank der
zachte, troostende stem, maar zjj verstond niet,
wat gesproken werd.
//Truida, o Truida," snikte Rosa eindeljjk,
haar met beide armen omhelzende, //o spreek toch
een enkel woord. Hoort gjj niet, wat de pastoor
zegt? O kjjk toch niet zoo koud, zoo akelig
voor u!"
Met eene plotselinge inspanning schudde Geer
truda de onverschilligheid, die haar bohaerschte,
van zich af en de hand des geestelijke aan hare
brandende lippen brengende, zeide zjj haastig: //Ik
dank u, pastoor, voor alles, wat u voor Marcel
gedaan heeft.// Neen, Geertruda, ik verlang
geen dank, ik deed sleehts mjjn plicht,// sprak hjj.
Ik zeide, dat ook gij vergeven zoudt, zooals uw
broeder vergaf en zooals Rosa mjj beloofde te znllen
vergeven.// {Wordt vervolgd.)