NIEUWE
No 2038
Woensdag 27 September 1893.
18de Jaargang.
De christelijke onderwijzer.
BUI TE ML ANP.
Mij is de wraak,
Frankrijk.
Duitschland.
Italië.
H44RIEHSCHE COCRiNT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlgke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B IJ R E A U: St. Janstraat Haarlem.
E1IND
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
A. dvertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woemd ag-
en Vrgda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a e t e u r-Uit g e v er, W. KüPPKBS.
Ontegenzeglijk heeft de christelijke
onderwijzer, en de Katholieke in het bizon-
der, in onzen tijd van onrust, van sociale
woelingen, van geesteljjke en stoffeljjke el
lende, een groote rol te vervullen.
Is de taak van den ouderwijzer nit zich
zelve eene zeer ernstige, de omstandigheden
waaronder wjj leven, maken haar nog ge
wichtiger. Niemand kan den invloed ont
kennen, dien de school uitoefent op het
kind en daardoor op het komend geslacht.
Zg zgn talloos de bewijzen welke van dien
invloed spreken en de feiten, waarvan wjj
dagelijks getuigen zijn, leeren steeds aui-
deljjk en met steeds grooter nadruk, dat
het onderwjjs, dat men vervreemd heeft van
den godsdienst zeer wrange vruchten op
levert. Of zon het louter toeval zgn te
noemen, dat juist naarmate het godsdienst
loos onderwgs zich meer uitbreidt, ook het
aantal misdadigers, vooral jeugdige misda
ders, toeneemt en de gevangenissen voller
zgn dan ooit, terwijl men had geprofeteerd
dat ze zouden leegloopeu.
Het z. g. nentraai onderwgs kweekt on
kunde en onverschilligheid in zake den
godsdienst en vandaar Uie losbandigheid bij
de jengd, die verwildering eu onrust welke
voorde revolutiounairen eene schoone toe
komst openen.
Op dit gevaar ban niet genoeg worden
gewezen, want het wordt inderdaad met
den dag grooter. En wat den toestaud nog
verergert, is dat al meer en meer bljjkt
hoe de revolutionnaire begrippen ook veld
winnen onder hen, aan wie de opleiding
der jeugd is toevertrouwd. Het is voor nie
mand een geheim, dat ouder het personeel
der openbare scholen het socialisme roenigeu
aanhauger teit en dat zelfs openlyk voor
de beginselen der Revolutie propaganda is
gemaakt door mannen die het komende
geslacht hebben te vormen.
Dc bekende Leeuwarder circulaire, waar
over zooveel iu de pers is te doen geweest,
bewjjst welk eene hoogte het kwaad reeds
heelt bereikt en hoe snel de sociale-demo-
cratie in de wereld der onderwijzers terrein
heeft gewonnen.
Waar de zaken zoo staan, moet zelfs de
grootste optimist toegeven, dat er rede te
over is tot bezorgdheid. Er worden nog wel
geene socialistische theorieën verkondigd in
de school, ten minste niet voor de klas,
maar de onderwijzer is toch nooit geheel
af te scheiden van zgn onderwgs. De per
soon van den leermeester zal den leerling
FEUILLETON.
door JULIUS.
4. Vervolg
Een vreemde blik flikkerde in Truida'a oogen,
waarna zjj kort en koud zeide: //Ik kau noch
vergeten, noch vergeven.//
//Wat zegt gjj daar, Truida?" Ernstig en verwij
tend klonk de stem van den pastoor. //Gjj wilt
niet vergeven, maar haat in uw hart koestereu
bij het lijk van uw broeder! Gjj moet vergeven,
wanneer ook gjj vergeving wenschen zult. //Mij
is de gerechtigheid, ik zal vergelden," spreekt
God. //Laat Hem oordeelen, Geertrada, en gjj
vergeeft.//
//Ach ja, Truida, ach ja, doe het," bad Rosa,
z/Vergeef het Marie, zij heeft zeker niet gewild,
dat zoo iets vreeseljjks gebeurde."
//Maar het is geschied en dat is haar schuld.»
Akelig en koud klonk de stem van Geertruda. Da
engel des vredes was van hare zjjde geweken,
die der haat en wraakzucht stond ia zjjue plaats
en maakte haar hart gevoelloos als steen. Tever
geefs sprak de grjjze herder ernstige, vermanende
woorden, tevergeefs bad en smeeïte Rosa, tever
geefs stelde de oude Lot alles in het werk, geen
woord kwam van de vast opeengeklemde lippen,
geen zachte gloed straalde uit hare brandende
oogen
Met een bedrukt hart moest ten laatste de
pastoor de houtveaterBwoning verlaten, want zijn
dienst riep hem terug naar het dorp, daar de Zon
dag-morgen reeds ver was gevorderd.
altijd impoueeren, zgn woord zal voor het
kind steeds eeu woord van gezag zijn, of
het buiten dan wel binuen de wanden van
het schoollokaal wordt gesproken. De socia
listische onderwjjzer kan ook als ieder an
der, op indirecte wjjze in de harten zijuer
discipelen gevoelens wekken, waardoor hg
zelfs is bezield. Hg kan zwijgen, waar moet
worden gesproken, waar eeu woord van pas
zou zgn over de gehoorzaamheid verschul
digd aan de gestelde macht, over de trouw
aan het vaderland, over de gehechtheid aan
den gevestigden regeeringsvorm. De onder-
wjjzer kan bovendien door zjjne wijze vaa
voorstellen indrukken wekken, die minder
wenscheljjk zijn te achten. En men weet
het, de indrukken der prille jaren zgn Diet
zelden beslissend voor het gehaele leven.
Jonge harten zgn kneedbaar als was.
Het gevaar, dat in dit alles steekt, kan
men niet beter bestrijden dan door eene zoo
krachtig mogelgke bevordering van het po-
sttief-christelijk onderwgs. Het geldt hier
toch geen strijd vau personen, maar van
beginselen en men zou daarom zeer zeker
bedrogen uitkomeD, wanneer meu het kwaad
meende uit te roeien door enkel personen
te treffan, die in den sociaal-deaiocrati-
seben strgd ta ver gaan. Met zedelgke wa
penen moet worden gestreden, om de ze
delijke onheilen af te wenden, welke de
samenleving bedreigen. Het goed6 zaad,
uitgestrooid in de harten der kinderen, is
de beste waarborg voor de toekcmst, de
beste waarborg voor de rust eu veiligheid
in den Staat.
De christelijke onderwijzer heeft daar
om eene belangrijke taak te vervullen. In
den veldtocht tegen het socialisme staat
hij vooraan, hg, die dagelijks met de kin
dereu van het volk in aanraking bomt en
daardoor op dat volk zelf zulk een gtoo-
tm invloed ten goede kan uitoefenen.
Ia België heeft men een boud van chris
telijke onderwijzers opgericht, voornameljjk
met het doel de rol te bestudeeren, welke
de onderwjjzer in den strgd tegen het soci
alisme, den grootsten vijand onzer dagen,
heeft te vervullen. Dit voorbeeld verdient
navolging. De school is terecht een slag
veld genoemd, waar gestreden wordt om de
heerschappij in de naaste toekomst. Men
mag het met vergeten, vooral niet in deze
dagen van onrust en ontevredenheid, nu de
de stormloop op de bestaande maatschap
pelijke instellingen met toenemende kracht
en felheid wordt ondernomen, bandeloosheid
en zedebederf op steeds grover wjjze zich
openbaren, nu het gezag wordt beschouwd
III. Geertruda en Rosa.
Toen de pastoor heen was gegsan, begonnen de
twee zusters, broeders doodsbed gereed te maken
en de kamer in orde te brengen. Onder deze
bezigheid viel een ruiker frissche alpenrozen uit de
borstzak van het jagersbuis des overledene. De
witte bloemen hadden hier en daar roode vlekken.
Marcel's bloed had ze gekleurd.
//Wjj geven hem de bloemen mede in het graf,
niet waar, Truida;" vroeg Rosa.
//Neen, Rosa," antwoordde Geertruda, en een
eigendunkelijk, wreed lachje trok hare lippen
samen, //neen, die alpenrozen zijn niet van ons,
zij hooren Marie toe en zjj zal ze krjjgen!//
//O, welk eene gedachte, neen, neen, doe dat
niet! Hoe verschrikkelijk moeten niet voor haar
deze bloemen zgn!//
Maar Geertruda pakte Rosa gevoelig bjj haar
armen en bits sprak zij: //Dat moet ook! De alpen
rozen, waardoor zij onzen Marcel heeft vermoord,
moeten eene vreeseljjke herioDeriDg zijn aan haar
schuld. Gelooft gjj, dat ik Marcel's moordenaars
kan vergeven? Nooit! Mg is de wraak; ik zelf
zal mij naar hartelust wreken!"
Wilde hartstocht lag op het gezicht van het
meisje en klonk uit hare stem. Met een doodsbleek
gelaat zonk Rosa voor haar op de knieën en met
gevouwen handen, smeekte zij: «Om Godswill
Truida, herroep deze vreeselgke woorden! Wat
scheelt je toch? Vroeger zoo braaf en zoo goed
en nu deze verschrikkelijke wraakzucht! Zijt gij
geen Truida meer?//
//Ja, ik heet nog wel Trnida,// zeidezjjkoad,
z/ik ben echter niet meer zooals ik vroeger was,
maar zooals ik nu geworden ben. Ik ondervind
en doorzie alles Rosa, alle3, wat voor kwaad zg
als een ondragelijk juk in stede van als eene
afspiegeling der Heerschappij van God.
Aan den christeljjken, aan den Katho
lieken onderwjjzer is het naast da ouders en
den priester, gegeven, het goede zaad te
strooien in nog te 'nawerken akkers. Moge
hg zich van deze taak, waarvan de hooge
betaekenis slechts een onverstandig meusch
kan ontgaan, naar behooren, met toewgding
en overleg, kwjjten. Moge hg te rade gaan
bjj zjjne medestrijders en overheden, opdat zg
hem steun kunnen verleenen.En moge hij bjj
al zjjne geestverwanten dien steun vinden.Da
Maatschappij en het vaderland hebbeu
daarbjj het grootste belang.
Yan gemeentewege zal de stad Parijs bij
de Prauscb-Russisehe fessten op de Place
de I'Hotel de Ville een reusachtig schip plaat
sen, dat indrukwekkend en grootsch zal
wordeu versierd, er zal op geplaatst wor
den eene allegorische beeldengroep, die voor
stelt de stad Parijs, Rusland ontvangende,
dat haar door Frankryk wordt voorgesteld,
de figuur, die de stad Parjjs voorstelt, is
gezeten en de figuren van Rusland en Frank-
rjjk zgn verpersoouljjkt door jonge meisjes,
terwijl de genius des Vredes haar beschermt.
Het roer van het schip wordt gehouden
door een man, als symbool van den Arbeid.
De President der Fransehe republiek
heeft te Beauvais na afloop van de gehou
den revue over de troepen bjj het dejeuner
eene rede gehouden, waarin hij het dappere
leger gelnk wenschte, dat aan het land de
wetenschap van zjjne kracht geeft en het
verhindert zich te verontrusten. Frankryk,
dat de trouw jegens zgne vrienden iu acht
neemt en gelukkig is dezen te vieren, kan
met opgeheven hoofd zgne oprechte liefde
voor den vrede beljjdeu. Verder weascbte de
President het leger geluk, dat daar de nood
lottige leerstellingen geen iiigaog vinden,
die strekken om de natie te verdeeien en
klassenhaat in het leven te roepen. De Mi
nister van oorlog dankte den President en
voegde daarbij, dat Frankrjjk rustig de ge
beurtenissen, die de toekomst in haar schoot
verbergt, onder de oogen kan zieD.
In de kolenbekken van Pas-de-Calais
dnren de werkstakingen voort. Het socialis
tisch kamerlid B a s 1 y is woedend, nu de
mijnarbeiders te Aazin bljjven doorwerken.
Hij wil hun door geweld laten dwingen
om het werk te staken.
stichtte bjj Marcel: ik gevoel alles zelf nog
veel meer, dan Marcel het kan gevoeld hebben.
Terdege onderviud ik den spot en de valschhfid,
waardoor zij hem heeft ten onder gebracht. Ik
wil het honderdvoudig vergelden. Meent gg, dat
ik met dezen last op het hart kan leven? Neen
ik wil mg wreken over hen, die ons geluk verwoest
hebben, zonder dat wjj hen het geringste leed
veroorzaakten. Ik zal mjj rechtvaardigen volgens
recht en verdienste!"
//Maar," vleide Rosa, «Marcel vergaf en vergat
alles en wanneer hij toch geen haat wildet dragen,
hoe durven wij het dan? o Truida, op zijn sterf
bed denkt men verder na. Marcel wenschte, dat
ook wij zouden vergeven en wjj hielden zooveel
van hem. Gjj moet het doen, Truida," ging zij
er krachtig op aandringend, voort, „ook gg zult
vergeven!"
«Mijn hart is dood, het rust bij Marcel,"
fluisterde Geertruda met d walenden blik.
//En ben ik dan niets meer voor je,// vroeg
Rosa weenend, „denkt ge niet meer om mjj?"
Een zachter glans overschaduwde Geertruda's
effen gelaat. Rosa keek haar zoo teeder en zo/gvol
aan, dat Truida hare lieve zuster aan haar borst
drukte, zeggend: «Gij zjjt mjjne Rosa en bljjfc bet.
Marcel echter was mijn geluk en mijne vreugde
en om hem gelukkig ta zien, had ik jaren van
mijn leven willen geven, en om hem voor leed te
behoeden,had ik mijn eigen bloed met liefde gege
ven; ik kon evenwel niets voor hem ten offer bren
gen. Laat de zsak rusten, Rosa, spreek er niet
meer van, ieder woord verergert mijn kwaal!//
//Zullen wjj nog niet wat voor Marcel bidden?"
vroeg Rosa zacht.
„Ja, kind, laten wjj dit doen," antwoordde
Geertruda, „en dan zullen wij naar de kerk gaan.
Te Valenciennes zijn reeds vier oproer
lingen gevangen genomen, die hunne kame
raden gewelddadig het werken wilden belet
ten. De Rechtbank te Donai heeft een
vjjftal van dia beletters van den arbeiden
het daarbij plegen van gewelddadig-verzet
tegen de politie, veroordeeld van 3 dagen
tot 2 maanden gevangenisstraf.
Volgens de Kölnische Zeitung zgn het
niet de vreemde Vorsten, zooals is vermeld,
die tgdens de leger-manoeuvres keizer
Wilhelm bewogen hebben om zich te
verzoenen met prins Von Bismarck.
De rijkskanselier Von Caprivi moet
de persoon zjja gsweest, die den Keizer tot
dien stap bewogen heeft, met hem is de
Keizer gewoon het allereerst in staatkun
dige aangelegenheden te raadplegen.
Niettegenstaande er bjj den oud-Kanse
lier eene zekere gevoeligheid tegen de om
geving van den Keizer heerseht, schjjnt
toch zjjnerzjjds geen hinderpaal aan den
voortgang der verdere onderhaudelingen in
d9n weg gelegd te worden. Althans uit
Kissingen wordt met eeuige zekerheid be
richt, dat zich aldaar Herbert Von
Bismarck en zgn zwager graaf Rant-
z a u, bevinden met 't doel om de volledige
verzoening te bespoedigen.
De fiuaneieele toestand in Italië is aller
ellendigst te noemen. De vrees, Rome te
zullen verliezen, doet Italië zich uitputten
in kosten, welke het nu op den rand van den
afgrond hebben gesleept. Het is reeds zoo
ver gekomen, dat er geen specie meer is, om
eenvoudige tienstuiverstukjes te siaau, en
dat Italië papiertjes van een lire, zegge
vijftig cents moet uitgeven. De Romeinsche
quaestie, die men dood verklaarde, is de
doolskiem van Italië. Gestoleo goed gedjjt
niet; Gods straffende hand ligt op het rijk,
dat de heiligste rechten van Curistus' Kerk
hesft geschonden en vertrapt. Het bljjfc al-
tjjd waar: »qui mange du Pape en meurt.
Italië voelt zelf wel, aan welke kwaal
het ljjdt, en ziet nu verlangend en smee-
kend uit om redding naar den Paus, dien
het zoo schandelijk behandelt. De beruchte
Romeinsche correspondent der Joodsche
Lidépendance, die met echt majonnieken haat
den H. Vader steeds heeft belasterd en ver
guisd, prjjst nu den grooten zedeljjken in
vloed van den Paus en werpt het balletje
op, dat deze den Duitschen Keizer bewege
om bet initiatief te nemen tot eene alge-
meene ontwapening.
Lot blijft dien tjjd zoolang thuis."
De drie vrouwen knielden neder en baden
samen voor de zielerust van den doode. Spoedig
daarna gingen Truida en Rosa door het frisch
bedauwde woud naar het dorp.
De pastoor had van 't altaar aan zjjne parochianen
den dood vau Marcel Hohenstetter afgelezen, zon
der er iets bjj te voegen en liet de gewone gebe
den der afgestorvenen verrichten. Niemand in het
dorp wist iets naders over zjja doodulgkea val,
want de oude koster was een stille, bedsarde
man en juffrouw Liesbeth, de zuster van den
pastoor, wist alleen, dat bjj een ongeluk had
gekregen.
Op het plein voor de kerk werd na de godsdienst
oefening zijn plotseling sterven druk besproken en
algemeen werd de geachte, door het ongeluk zoo
zwaar vervolgde jonge man betreurd. Toen ein
delijk de zusters van deu overledene uit de kerk
kwamen, hadden eenige vrienden van Marcel
hen gaarne aangesproken, maar meer nog als
Rosa's bedroefd gezicht deed Geertruda's star,
bleek uitzicht iedere vraag verstommen. Met een
deelnemenden, zwjjgsnden groet liet men beide
meisjes voorbjj gaan. Rosa ging de straten van
het dorp door eu de weg op naar het wond, terwij l
Geertrada zich naar de pastorie begaf. Zjj had
nog veel voor de begrafenis te regelen als oudste
der zusters en ook moest zij nog naar den bur
gemeester. Deze beloofde haar voor alles te zullen
zorgen en zjjne goede vrouw overlaadde haar met
troostwoorden; kalm hoorde Geertruda die ver
troostingen aan, en zonder hare dankbaarheid te
betuigen voor de deelneming van de burgemees-
stersvrouw, ging ook zjj op weg naar huis.
Wordt vervolgd.)