NIEUWE No 2039 Vrijdag 29 September 1893 18de Jaargang. Een lofwaardig werk te Slome. BUITENLAND. Mij is de wraak, België. lAiiLiiMiiCMim ABONNEMENTSPBIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG B U B E A TT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NOB AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag- en Yrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht. R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KÜPPEB8. Wjj vestigen zeer beleefd de aan dacht op onderstaand artikel, dat ons ter opname werd aangeboden. Wjj plaatsen dit met vreugde in de boop en het vaste vertrouwen, dat vele Katholieken gaarne de zaak van den Paus door eene bjjdrage willen steunen. De wak kere jongelingschap te Rome, wordt daar door aangespoord en bjjgcstaao, in den moeiljjken kampstrijd met de grootste vij anden van Christus' Kerk op aarde. Red. Onze groote Opperherder, de roemrijk regeerende paus Leo XIII laat de oogen weiden over de geheele wereld en aan schouwt er een tooneel dat maar zelden troost geeft aan Zjjn vaderhart, dikwijls he laas grievend en smarteljjk Zijn edel gemoed aandoet. Met zekeren en kundigen blik overziet Hg, de wachter van Gods kudde, het vijandelijk kamp en ontdekt er open lijke en vermomde tegenstrevers zonder tal. Dan laat Hij telkens Zijne herdelijke stem klinken in even zoovete encyclieken vol wijsheid en beleid en waarschuwt nu eens tegen valsche wetenschap en verderfelijke theorieën, dan weer tegen trouwelooze staat kunde en de afdwalingen van onzen tijd op sociaal en godsdienstig gebied. Indien wjj Zijne stem leerzaam aanhooren en het oog richten waar de bekwame Leidsman vinger wijzing geeft in gevaar, huichelarjj ont maskert en de krijgslisten der vijanden van Gods Kerk bespiedt, roepen wij als onbe vooroordeelde rechtzinnige volgelingen uit: «Daar is de vijand.» Onze harten ontsto ken van ijver voor de zaak van God gloeien van verontwaardiging, en de moed, de wel beproefde dapperheid der oude Bataven, die in ons niet is verstikt, vraagt naar wape nen om den teergeliefdenVader te verdedigen en met Hem recht en eer, beschaving en geluk. Toen de verraders van de zaak des Pausen zich rondom de muren van Rome vertoonden, snelden onze jongelingen met strjjdlust in de borst en eene bede op de lippen derwaarts de Alpeu over om de tra wanten der loge de kracht van hunne ar men te doen gevoelen. Sommigen vonden er den dood, velen ontvingen wonden en allen smaakten het zoete bewustzijn voor de zaak van Christus hun goed en bloed te hebben ten prijs geboden. Allen zouden den dood der helden kloek moedig zijn ingegaan, hadde Pins hen niet toegeroepen: «hondfc op kinderen, God is tevreden met nw vastberaden wil, FEUILLETON. door JULIUS. 5. Vervolg IV. Mij is de wraak. Het waa nog vroeg in den middag, toen Geer- trnda de woning van Hartmann voorbjj giDg.Lang- zsam, met gebogen hoofd, zonder naar de boe renhofstede om te zien, ging zij den weg op naar het woud. Plotseling voer eene huivering door hare ledematen en hare oogen schitterden. In den tuin der boerenhofstede, dicht aan den weg, stond Hartmann's dochter: Marie. Zij was een op vallend schoon meisje, met blozende wangen en helder blauwe oogeD; hare roode lippen toonden bjj ieder lachen blankwitte tanden dit alles was nog niets wat betreft de ongeloofeljjke pracht van heur haar. Glinsterend gelijk schitterend goud omljjstte het in prachtige golven haar hoofd en kleine krullen bedekten een gedeelte van voor hoofd en hals, terwijl eene buitengewoon lange, dikke vlecht haar op den rug afhing. Maar hoe schoon Marie ook was, een onuitwischbare trek van lichtzinnigheid lag over het zoo schoone ge zicht; zelfs ook nu nog, toen zij Geertruda zag aankomen, die z|j desniettemin met eene zekere onrnst en angst asnstaarde. Toen Geertruda bleef staan, kwam Marie eenige stappen nader en vroeg met onzekere stem: ffTruida, is het waar, is Marcel doodt Ik ben er Hg vraagt uw leven niet. Oaze zaak moet zwichten voor 't geweld, keert terug naar uwe woonsteden en verhaalt hoe de Paus in Zijee rechten is gekrenkt, ia Zjjne waar digheid gehoond eninZijne verkeveu zending belemmerd.» Dat hebben inderdaad bjjna 25 jaar geleden de terugkeerende pauseljjke Zouaven ons bericht en die niet terngkeer- den maar een glorievol graf vonden op dan grond door duizenden martelaren geheiligd, zij wekten onze afgunst over zulk een lot. De monumentale grafsteen die hunne heldenassehe dekt op het kerkhof van Rome, geeft tal van Nederlaadsehe namen te lezen en de Hollander en Katholiek die er Dadert, knielt neder, spreekt eene dankbede en ge voelt zich groot tot een voik te behooren waaruit zooveel helden sproten. Richt hij den blik naar boven op het grafmonument, dan ziet hg daar in kunstrijk beeldhouw werk P e t r u s, de eerste Paus, die aan een krijgsman het zwaard aanbiedt met de op dracht d8 vganden vau Christus en zjjne Kerk daarmee tegemoet te gaan. Trouw heeft de zoon der Kerk door St. Willi- b r o r d hier gevestigd aan die roeping be antwoord, onversaagd gestreden, tot dezelfde stem, die hem opriep, tusseben de kogels der overmachtige verraders en te midden van het vuur der verwoesting hem tegen- klonk: «het is genoeg». Na werd de nako- raeliug dier strjjders ontwapend maar niet ontmoedigd het geloovig oog naar den burcht des Yatikaans, thans helaas in eene gevangenis voor zjjn Kouing en Vader ver anderd; hg ziet op naar L e o in wien P e- t r u s voortleeft en L e o biedt hem geen zwaard, het zou niet dienen, hij zou er de gevangenbewaarders niet mee kunnen voor bijgaan. Maar de P e t r u s die daar zucht, schenkt den moedigen eene pen die zal het machtig wapen wezen om de tegenwoor dige vijanden van den H. Stoel te bestrij den. In plaats van de krachten de3 liehaams moet hg thans de vermogens van zijn geest wjjden aan de goede zaak. Bij verschillende gelegenheden heeft de H. Vader er op ge wezen dat wg onze tegenstanders met de zelfde wapenen moeien te keer gaan, die zij tegen ons richten. Het valt niet te ontkennen, dat een der krachtigste middelen waarmede de vganden van godsdienst, kerk en maatschappij thans oorlog voeren, de drukpers is. Daardoor toch worden ma9onnieke en atheïstische denkbeel den verspreid,dwalingen van onzen tijd gepre dikt,ongeloof en zedenbederf gezaaid, die we lig helaas allerwege opschieten en ongelukkig zullen rijpen tot den oogst van algemeen bederf en ondergang der Christelijke samen- zoo van geschrokken, toen ik hel hoorde. Hoe is het gekomen?" //Hg is van //Hohenstsin// afgestort, losn hjj de alpenbloemen haalde, die gjj hem hadt ge vraagd// antwoordde Geertruda met Ijskoude kalmte. Marie verbleekte. „Maar,// stamelde z|j, „ik meende het niet zoo ernstig. Ik dacht niet, dat hij het doen zou.// //Dat liegt gy. Gij wist heel goed, dat bij alles voor n over heeft,// ging Trnida op denzelfden kouden toon voort. //G|j was er ten volle van overtuigd, dat hij het doen zou, want aan An- dries beloofdet gyden ruiker met hem te dee- lan, dien m|jn broeder u zou brengen.// Verschrikt vroeg Marie zacht:„Hoe wist h|j dal?" //Marcel heeft het nog gehoord. Hy heeft zich nog met zijne laatste krachten, nadat bij een vree- seljjken val had gedaan, voortgesleept tot nw huis. Daar vernam hij, hoe gij hem met smaad over- laaddet. Dat, Marie, deed hem heviger pjjn dan de val van „Hohenstein;// dat kostte hem zjjn leveD.// //O Truida," stamelde Marie vol ontzetting, „ik meende het met Andries niet in vollen ernst. Ik hield alleen van Marcel." //Dat liegt ge opnieuw,// antwoordde Truida koud. Wanneer men werkeljjk van iemand houdt, dan draagt men hem geen levensgevaarlijke tochten op. Gjj bezorgdet hem den dood," riep zij„en gij zijt de schuld van zjjn vroeg einde. Gjj zijt zjjne moordenaarster!" Marie was eenige schreden teruggeweken. Nog eenmaal raapte zjj al haar moed te zamen om zich tegen het ontzettende vonnis, dat over haar was leving. Da kosten voor de ammunitie worden gedragen door de verschillende partijen die als zoovele corpsen in het leger vau den satan strjjd voeren togen Gods Kerk. 't Is maar zeideu het groot aantal lezers of abonnonten, die aan de verderfelijke journalistiek een bloeiend bestaan verzekeren,neeo, geljjk alle middelen den tnensch zonder geweten dienstig zijn,zoo worden ook vaak,wat vooral te Rome het geval is,inkomsten van goederen van hun instelling vervreemd,aangewend om ma^nnieke, liberale en vuile bladen te steu nen en waar de vijand zulke goederen niet ia zijne macht heeft, daar geven de respec tieve groepen levenskracht aan hanne bla den door allerlei subsidie. Van de te Rome verschijnende liberale kranten, die niets meer beoogen dan de trouwe zonen der H. Kerk van den Vader aller christenen afvallig te maken, hoadt L'Opinione het leven door het geld van D i R u d i n i DiLuzzatti, Chimirri en andere hoofden der gematigde party. II Fanfulla teert op de beurs vaa volkstegenwoordi- gers en ex-afgevaardigden. Li Riforma trekt hare levenssappen uit de welverzorg de geldkist van C r i s p i en der beeren van de Navigazione generale. 11 Diritto sterft niet, omdat zjj als een tandrad dient in de samengestelde politieke machine van C i v e 11 i, V Italië rekt haar leveu door den financieolen steun des heeren O b 1 h i e g t. II Folchetto wordt betaald door het Gou vernement, 11 Popoio Romano mest zich met de bespreking der aangelegenheden van den Onorevole Cavallotti builen en in de Kamer. La Tribuna wordt kunstmatig in het leven gehouden en om haar bestaan te verzekeren werd reeds een groot gedeelte der goederen van den patriciër S c i a r r a verslonden. 11 Messaggero voedt zich met den draf der pornographisehe kroniek en over dat vuilaardig persproduet interesseert zich daarenboven het Gouvernement. Zoo sprak La Vera Roma, een eminent katholiek weekblad vau Rome, in haar num mer van 20 Augustus 1.1.«Zjj (onze vg- «auden) zijn langs dien weg zoover gekomen «dat zjj zelfs een ruim stuk in ons kamp «bemachtigd hebben door zich te doen lezen «en steunen door ons, terwijl geheel hun «streven is da ondergang van onze zaak «en de totale vernietiging van onze begin- «selen zoowel op godsdienstig als zedenkun- «dig gebied. «Waarom zouden wij niet dezelfde tac- «tiek kunnen volgen tenminste op eigen «terreiD, door overal door te dringen en de «posten te herwinnen die wjj met zooveel «nadeel onzer heilige zaak door de liberale uitgesproken, te verzetten en antwoordde licht zinnig: „Bah reeds zoo velen hebben „Hohen stein" bestegen en zijn er toch weer levend afge komen. Marcel was niet voorzichtig genoeg. Daar kan ik niets aan doen!" //Nu weerspreekt ge u zelve,// zeide Geertrnda hoonend. Men bestjjgt den //Hohenstein// wel als het weken lang droog is gebleven, maar eergisteten waren door den daags te voren gevallen hevigen reg6D,het gras vochtig en de steenen glibberig. Aan zulke dingen denkt ge niet. Maar hjj wist het en desniettegenstaande is hjj gegaan. Om uwent wille aarzelde hjj geen oogenblik, om uwentwille ging hjj, ofschoon hjj het gevaar kende. En na," ging Geertrnda met akelige stem voort, //nu zult gij geen rust meer vinden, Marie, zoolang gij nog zult leven. Uw slecht geweten zal u voort durend naar //Hohenstein// brengen, to'dat ook gjj ten pletter zult afstorten, waar bij eens den dood haalde?» Als een engel der wraak stond Truida daar met uitgestrekten arm voor Marie. Eene rilling van schrik ging over het lichtzinnige meisje, nadat de vreeselijke vloek over haar was uitge sproken. Zulk een schrik had zjj nog nooit be leefd, gevoeld. Zjj was tot in haar binnenste ge schokt. Doodsbleek, de handen als tot afwering uitgestrekt, stond zjj daar; de blauwe oogen waren door den plotselingen schrik als uitgedoofd van allen levensvuur. Zonder medeljjden ging nn Truida haars weegs, de ongelukkige nog naroepende: //Den ruiker zal ik u zenden, opdat gjj er u heden-avond op het avondfeest mede kunt sieren.// Hierop liep zjj door. Eindelijk kwam er weer leven in Marie. Hare «pers lieten veroveren. Indien ons geen «geheime fondsen, geen staats-subsidie ten «dienste staan, toch ontbreken ons de hulp- «bronueu niet, die zelfs overvloedige kracht «kuuuen leveren door de sterkte van het «getal. Maar sluiten wij ons aan tot een «hechter bond: dat al wie leest katholieke «bladen leze, al wie zich abonneert, katholieke «couranten kieze, al wie een stuiver beschik- «baar heett voor een goed werk, die bestede «ten voordeele der katholieke dagbladpers; «dan zijn wg verzekerd van ons leven, «verzekerd van onze godsdienstige werk- «kracht en den machtigen invloed, die onze «dagbladen zullen hebben.» Door deze oproeping als door een oorlogs kreet opgewekt, hebben te Rome vele edel moedige voorstanders der zaak van den gods dienst, van Paus en Kerk reeds eenige weken hunn8 bijdragen geschonken aan de redactie der« VeraRomaten einde goede en degeljjke sehrjjvers aan te moedigen door geldelgben steun om al hunne krachten te besteden aan den bloei van het Katholieke blad opdat het van weekblad, zou kunnen over gaan in dagblad en zoodoende de invloed breken vau een gemeen blaadje dat onder 'c volk groote nadeelen aanricht. Te Rome waar de vrjjmetselarjj haar krachten concen treert daar zal ook de vrome Christen vrucht baar werken met zjjne broeders onmiddellijk bij te staan in den werkeljjk harden strgd. Mjjn innige wensch zou zjjn dat ait het land der zouaven ook eens enkele bij lragen konden worden vermeld in de ljjst der wel doeners, en mij dacht, zjj die eenmaal hun leveu en bloed veil hadden voor Paus en Kerk, zullen ook niet onwillig zjja om thans de sta f des Pausen mede te verdedigen te gen den inval van goddelooze en onzede lijke dagbladlectuur. Zij, die voor dit goede werk genegen zjjn, kunnen hnnne gift, hoe gering het penningske ook zij, opzenden aan den Uitgever van dit blad, door wiens bemiddeling zjj zeker en spoedig tot bare bestemming zal komen. De zaak draagt vol komen de goedkeuring weg van de geeste lijkheid van Rome die zelve mede het ijve rigst de onderneming steunt. Die verlangen dat hunne namen te Rom9 vermeld worden, zullen wel gelieven die bij de bijdragen op te geven. MaastrichtJ. v. H. Feestdag van den H. Michaël '93. In de kolenbekken te Charleroi heeft het Bestnur der mjjnwerkers, dezen uitgenoo- handen zonken slap langs baar lichaam, eene be ving ging over hare ledemateD, maar eene uit drukking van schrik en ontsteltenis bleef in het bleeke gezicht; langzaam en wankelend sleepte zjj zich naar huis. Den volgenden dag werd Marcel begraven. Bijna geen oog bleef daarbjj droog. Alleen in Truida's oogen welden geen lenigende tranen. Nog vier weken hadden de zusters recht om in de hootvesterswoning te wonen, dan moesten zjj het ouderhuis verlaten; vreemden zouden er hun intrek nemen. In Hartmann's woning dreigde een onhuiseljjke gast te zullen binnenkomen. De vrouw vau Hart- mann, eene brave, rechtschapen en eerljjke vrouw, die veel van den hoogmoed van haar man en van de lichtzinnigheid van haar dochter had te lijden, was het wel opgevallen, dat Marie na Marcel's dood gejaagd en verstrooid zich toonde, maar daar zjj geen bijzonderheden kende, droeg zjj deze stemming van Marie geen groote waarde toe. Zij geloofde alleen, dat het Marie berouwde na de opzegging van Marcel's dienst door den graaf en door den hoogmoed van haar vader opgezweept, dat zij hem als een vreemde had laten loopen. Daar zij echter niets wist, van hetgeen tusschea Truida en Marie was voorgevallen, zoo spaarde zij haar geen verwijten. //Gjj had beter uw verstand moeten gebruiker),// zeide zjj eens, „Den doode helpen uwe tranen niet. WaaTt gjj hem altijd trouw gebleven, en hadt gjj het eens gegeven woord niet verbroken, wie weet, misschien zou hij nog leven. Ontrouw en valschheid leiden nooit tot een goed einde.// {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1