NIEUWE
No 2042
VrijdagI6 October 1893
18de Jaargang.
Voor- en nadeelen der
machines.
BUITENLAND,
Mij is de wraak,
Engeland.
H4iKLEnS(HE (0IR11T.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B TT R E A IT: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels
Elke regel meer
80 Cents
5
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woemd ag-
en Vrflda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a c t e u r-Ui t g e v e r, W. KiiPPBBS.
Er heerscht in onzen tjjd eene gunstige
strooming ten voordeele van den werkman en
het welzijn der arbeidende klasse gaat zoo
wel gekroonde hoofden als wetgevende
machten ter harte. Ook zou het bij eenigen
goeden wil en tegemoetkoming gelukken
menige schaden en misstanden uit den weg
te ruimenmaar niemand make zich zeiven
diets, dat aan de arbeidende klasse alle
zorgen en nooden ooit kunnen worden ont
nomen. Het woord des Heeren, gesproken
tot onze eerste stamouders bjj het verliezen
van het aardsche Paradijs: zin het zweet uws
aanscliijns zult gij uw brood verdienen«deze
woorden big ven gelden,zoolang de wereld be
staan zal, en de menschen hebben wellicht
enkel dit in hun macht: te zorgen, dat dit
zweet minder heet en brandend van het
voorhoofd rolt.
Sinds de uitvinding der machines is het
geheele arbeidersleven op andere wegen ge
voerd; er is eene omwenteling op elk ge
bied ingetreden, welke onze voorvaderen
noch gekend noch vermoed hebben. Gelgk
het voor een geneesheer de gewichtigste
taak is de oorzaak der ziekte op te sporen,
om de juiste middelen ter verdrgving der
ziekte te kunnen aanwenden zoo is het
ook de hoogste taak van onzen tgd, den
zetel van het kwaad: sedes mali, op te spo
ren, waaraan onze maatschappij lijdende is.
En dan is de werkman aanstonds gereed
de machines verantwoordelijk te stellen voor
den kwaden toestand der werkende standen;
op de machines alleen geheel de schuld van
dien jammerlijken toestand te werpen. Deze
voor de hand liggende, in het oog sprin
gende oorzaak heeft dikwerf aan den minder
beschaafden werkman aanleiding gegeven
om zgne ergernis tegen de groote uitvin
dingen onzer eeuw door eene blinde vernie
lingswoede te luchten en om zooals wjj
eenige jaren geleden in Engeland en België
gezien hebben, de machines van zijn pa
troon te verbrijzelen en in stukkeu te slaan.
De machine is ten deele de schuld van
den tegenwoordigen toestand, maar niet de
machine als zoodanig, doch hare verkeerde
handhaving en toepassing. Hoe zag het er
dan in vroegere tjjden uit Toen liepen er
nog geen ellenlange goederentreinen over
de rails, maar de goederen werdeu per as
over de straatwegen vervoerd, en dus stond
het vervoer, als middel voor den werkman,
in vollen bloei. De landman bewerkte zijne
FEUILLETON.
door JULIUS.
(Vervolg.)
8.
Nu brak de schors, die Geertruda's hartom-
sloten had, nu smolt de ijskorts die haar hart
zoolang gesloten had. Yoor den eersten keer na
Marcel's dood kwamen tranen in haar oogen, maar
zij brachten haar alle nog geen verlichting. Rosa
evenwel was bljj, dat haar zuster nog weenon kon,
maar aanstonds ging die blijdschap van Rosa in
•vrees over, toen zij bemerkte, welk een hevige
hartstocht haar beheerschte. Geertruda was naast
den stam van den boom neergezonken en weende
zoo wild, zoo vol hartstocht, dat het Rosa niet
dan met veel moeite gelakte, haar te bewegen
naar huis mede te gaan.
Den volgenden morgen voerden een paar vol
geladen wagens de meubelen der zusters uit de
houtvesterswoning weg naar de stad. Op de
stoep stonden Rosa en Geertruda. De oude Lot
en Rosa weenden, maar Truida was zoo zeldzaam
doodsbleek en in hare oogen lag eene zoo moede-
looze, smarteljjke uitdrukking, dat Rosa haar
bezorgd aankeek. Toen Geertruda nu de deur der
ouderenwoning wilde sluiten, zonk zjj machteloos
ineen. In een rjjtnig werd zij naar de stad ge
bracht. ToeD zjj nit de machteloosheid ontwaakte,
herkende zjj niemand meer. Eene hevige zenuw
koorts greep Geertruda aan en bracht haar aan
den rand van het graf.
akkers met os, paard en ploeg; hg strooide
met de hand bet zaad in de vorens uit; hg
dorschte het koren, dat hg met de sikkel
gemaaid had, met den vlegel op den dorsch-
vloer. l) En in de fabriek en werkplaats
had de stoommachine de menschenhand nog
uiet voorbjjge9treefd en overbodig gemaakt.
Hier was de kundige, geoefeade hand nog
ia waarde en hg, die noesten vlgt met be
kwame vakkennis vareenigde, kon het nog
ergens toe brengen.
Toen de machine verscheen, veranderde
de stand der dingen met één slag, en het
gevaar van de machine voor de werkkracht
en het arbeidsleven des volks werd ook ter
stond erkend en gevreesd.
«Antoon M 11 e r uit Dantzig dus
schrgft een Italiaansch geleerde in het jaar
1569 heeft voor ongeveer 50 jaren gele
den eene zeer kunstige machine in Dant-
zig gezien, welke van vier tot zes weefsels te
gelijk vervaardigde; omdat echter de stads
raad bevreesd was, dat deze uitvinding eene
menigte van werklieden tot bedelaars zou
maken; daarom heeft genoemde raad die
uitvinding onderdrukt en den uitvinder hei
melijk laten smoren of verdrinken.>
Dezelfde machine werd in de 17e eeuw
in geheel Engeland, Holland en Duitschland
verboden. Andere machines ontmoetten de
zelfde onderdrukking. De werklieken poog
den door opstanden, vernieling der machi
nes en bedreigingen tegen de uitvinders
zich tegen de jjzeren concurrenten te be
veiligen. Zjj meenden, dat deze harde, ge-
voellooze, onvermoeibare jjzeren slaaf ben
allen gezamenlijk, zonder veel praatjes, op
straat zoade zetten. Hebben zjj zich bedro
gen Wjj leven onder de heerschappjj der
machines en kannen hierover oordeeleo.
Het hoofdbeginsel der economie streeft er
naar de menschelgke werkkracht ontbeer-
ljjk te maken en door stoom en jjzer te
verplaatseneo hoe meer dit vraagstuk
wordt opgelost, des te meer zal de econo
mische toestand worden gepunt.
Met de machine is de kundige zelfstan
dige werkmau niets meer of minder ge
worden dan een opperman en de stoom
machine heeft den gouden bodem van het
handwerk ingeslagen. Wat wordt er tegen
woordig al uiet met de machine gedaan?
1) Hiermede wordt niet gezegd, dat men thans alle
landwerk met machines ten uitvoer brengt: de dagelijk-
sche ervaring ziet het tegendeel. Maar vroeger geschiedde
het in 't algemeen zóó, zonder uitzonderingen, welke men
tegenwoordig zeer vaak aantreft. Al rijden er spoorwag-
gons, met goederen zwaar beladen, toch ontmoet men
langa den weg ouk nog vrachtkarren voor goederenver
voer.
VI. Op het slot Steinbach.
Het was een heerlijke voormiddag. Een gouden
zonneschijn lag over de aarde uitgespreid. Gravin
Bertha Steinbach zat op de warande. In de zachte
kussens van een sierljjken schommelstoel liggend
las zg een modejournaal, gekleed in een hagelwit
morgencostnum en eene prachtige, doDkerroode
roos prjjkte in haar rjjk, blond haar. Zjj was, zoo
als zjj daar lag, eene volkomen schoone vrouw
en zjj wist het dit kon men aan haar zien.
Nu werd een geruisch in het aangrenzende
salon hoorbaar; de gravin keek op. Een jonge,
slanke man in rijkleedjj stond op den drempel:
graaf Steinbach. Bertha bemerkte de donkere wolk
niet die zich dreigend op het voorhoofd van den
binnengekomene vertoonde en riep hem vriendelijk
tegemoet: „Zoo, Ulricb, nu reeds van deo rit
terug? Ik verwachtte je nog nietVerschrikt
echter hield zjj plotseling op, want eerst na be
merkte zjj het somber uiterljjk van den Graaf
Zw jjgend trad hjj naar zijne jonge echtgenoote
en diepen ernst sprak uit zjjne oogen en stem,
toen hjj sprak: //Ja, ik keerde reeds na terng,omdat
er iets bizonders buitengewoons bij mjj voor
viel. Onder het rjjden zijn mjj deze brieven over
handigd. Toen ik ze opende, heb ik gezien, dat
ze uw eigendom waren. Na moet ik ze u toch
teruggeven.»
Toen reikte hjj haar het pakketje over. Ver
baasd, maar nog geen kwaad vermoedend, opende
gravin Bertha een der brieven. Maar nauwelijks
had zjj er een blik in geslagen of zjj sprong drif
tig op, terwijl zjj werktuigljjk trachtte de overige
brieven aan het oog van den graaf te onttrekken.
Alle klour was uit het schoone gelaat geweken a
Zjj voert met weergalooze nauwkeurigheid
de moeilgkste werken uit, en zelfs de kleine
ambachtsman kan tegenwoordig zonder
machine niet meer stap houden of van na-
bg volgen.
Maar toch draagt de machine niet alléén
de schuld van den tegenwoordigen slechten
toestand in de arbeiders-wereld. Hiervoor
is de sociaal-democratie met hare leeringen
een doorslaand bewjjs.
De socialistische volksleiders, die toch
jaist hua ergsten vgaad op het heftigst
moeten bekampen, verklaren der machine
den oorlog volstrekt niet. Ons de machine!»
dat is hnn leuze. Zij willen niet, dat de
machine, zooals rij thans is, ia de macht
en onder de heerscbappg van het kapitaal
staat, maar dienstbaar gemaakt worde aau
den werkman. Het streven richt zich niet
op de algeheele vernietiging der machines,
maar hierop: dat de voortbrengselen der
machines niet voor het grootste gedeelte
of geheel alleen aan den eigenaar, doch
ook aan den werkman ten goede komen,
in wiens dienst de machine oorspronkelijk
alleen had moeten gesteld zjjn, maar helaas!
niet gesteld is. Daar moest eene rechtsver
houding geschapen worden, volgens welke
de machine niet uitsluitend ten nutte van
deu kapitalist en ondernemer arbeidt, maar
ook aan den werkman, die daarbg zgne
diensten verleent, eenig voordeel verzekerd
wordt. Dit zou een veilig middel zijn om
de kranke maatschappij voor den algemee-
nen ondergang te reddeD, en de laat-ste en
meest doortastende verbetering op sociaal
gebied.
Maar van zulk een doelwit zjjn we nog
zeer verre verwjjderd.
De kapitalist streeft in zjjn egoïsme
ernaar om enkel zijn eigendom te vermeer
deren en daarom zint hg er steeds op om
de beste en biligkste medehelper, n.l. de
machine, immer meer te vervolmaken en
zooveel mogelgk deo duren werkman, ont-
beerlijk te maken. Wanneer wij klachten
lezen, dat men het nooit bedoeld heeft de
machine in de christelgk geordende maat
schappij in te voeren, dan dunkt ons, ver
staat de schrjjver zelf niet, wat hjj zegt.
Wie bouwt en gebrnikt de machine? De
gene die geld bezit; en de machine ver
dringt deu menscheljjken arbeid dit is
eene eenvoudige geschiedenis. Schier geheel
onze huisindustrie is door de machine ver
nield geworden: Spinnewiel en weefgetouw
maar hoe kon dit dan voorkomen worden?
Het is zeer gemakkeljjk te moraliseeren
en kloeke woorden te spreken, maar wat
„Doe niet zooveel moeite, Bertha,» sprak de
graaf kalm, voor zjj iets kon zeggen, //ik heb
reeds alle brieven gelezen.//
„Hoe dorst gij het wagen,//riep de gravin uit,
„om u aan mijn eigendom te vergrjjpen?»
„Spreek niet van wagen, anders zou ik wel
eens de vrsag tot u knnnen richten: Hoe dorst
gjj het wagenOverigens erkent gjj deze
brieven als nw eigendom,// ging hjj op kouden
toon voort, „en dan is het doel van mjjne komst
reeds bereikt. En, Bertha, ofschoon ik uw hand
schrift kende, wilde ik het toch niet gelooven, kon
ik niet gelooven, dat de vrouw, die ik zoo zeer be
minde, zoolaat mjj het woord liever niet zeg
gen! zjjn kon, zooals deze brieven aangeven.//
Gravin Bertha, zag in, dat zjj te ver was ge
gaan. Maar nu kon zjj het niet meer heeten liegen
en derhalve vroeg zjj toornig: //Mag ik vragen door
welke intriges gjj in het bezit van deze kinderljjke
brieven uit een te vroege meisjeswjjsheid gekomen
zjjt? Het is toch waarlijk de moeite niet waard om
zulke beuzelarijen zoo'n geweld te maken.»
De graaf lachte even spottend. „Gjj schjjnt
vergeten te hebben, dat ge ook nog naai Holien-
stetter schreef, toen gjj reeds verloofd waart, en
ook nog eens eenige dagen voor ons huwelijk. En
hoe ik in het bezit ervan ben gekomen? Een uur
geleden gaf de postbode van Walddorp ze mjj.
Geertruda Hohenstetter heeft ze mjj vermaakt.//
„UIrich,» beproefde nu de gravin goedig hem
te bedaren, //luister naar mij, ik smeek het u. Ik
geef toe, dat het beter ges/eest was als deze
brieven niet waren geschreven, toen was ik even
wel overmoedig en grillig en de joDge houtvester
was lichtgeloovig en bekrompen; bovendien be
hoef ik u niet te ontveinzen, dat er geene betrek-
hebben dan zelfs de harde maatregelen der
raadsheeren van Dantzig gebaat? Niets was
in staat deu zegetocht der machine tegen
te houden ea tegenwoordig moet zjj, waar
ze is, geduld worden als noodzakeljjk kwaad;
en daar bljjft niets anders over dan zich
met de machine tevreden te stellen, zoo
goed het gaat; zich nevens haar te schikken,
nadat het niet meer mogelgk is boven haar
zich te plaatsen. Dit erkennen ook de volks
menners en daarom treden zjj volstrekt niet
in een hopeloozen strijd tegen de machine,
eene onoverwinlijke vijandin. Gelgk Bier-
hoven reeds is aangeduid, is aan de toe
komst de taak voorbehouden: den werkman
naast zjjne machine zóó te plaatsen, dat hg
voordeel van haar heeft zoowel als zjjn pa
troon en leven kan.
Doch zjjn we ook billgk en berispen we
niet alleen, waar ook te prjjzen valt. Zou
wel onze geheele beschavings-ontwikkeling
in deze eeuw zulk eene geweldig hooge vlucht
genomen hebben zonder de stoommachine?
Nooit! Zou de knnst op alle gebied zulke
schitterende en bewonderenswaardige tri-
umfen vieren, zonder de stoommachine?
Nooit! Hebben de werklieden in vroegere
eeuwen zonder de machine veel gelukkiger,
beter geleefd dan tegenwoordig? Dit is ook
nog niet bewezen. Maar het handwerk heeft
gedacht geleden, zulks is niet te looche
nen. De machine heeft veel nieuw leven
geschapen, en handel en verkeer veranderd.
De hedendaagsche wereld is op de machine
ingericht en klaar gemaakt; en de machine
l willen afschaffen, heet de wereld eenige
honderden jaren terugzetten. Eu kan de
tegenwoordige wereld zonder de machine
bestaan?Kunnen menschenhandeu vele geest
rijke of groote krachtmachines vergoeden?
Neen. Het geheele huishoudelijke rader
werk zou stilstaan en hoezeer men ook moet
klagen, dat het kapitaal alleen voordeel uit
het machine-wezen trekt, zoo ziet toch elk
verstandig mensch iD, dat wg met de zege
vierende vriendin moeten samenleven, dat
bare vernieling het geheele huishoudelijke
leven, zooals dit zich gevormd heeft, zou
verstoren en dit geeft te denken
De mijneigenaren in de koleudistricten,
waar de werkstakingen plaats vinden, heb
ben in eene gehouden vergadering eene
resolutie aangenomen, waarin zij hun leed
wezen uitdrukken over de weigering der
mijnwerkers-conferentie te Chesterfield, die
kicgen tusschen mjj en den houtvester bestonden.»
„Dat was waarlijk uwe schuld niet,» viel haar
de Graaf bitter ia de rede, „gjj hebt ook hem
bedrogen, toen hjj geloof hechtte aan n, zooals gij
mjj bedrogen hebt, die u vertrouwde.//
//Graaf Steinbach, gij beleedigdt mij,» riep
Bertha uit.
//Toch! Ik constateer slechts feiten. Zjjn deze
eene beleediging voor u, dan is het mjjne schnld
niet.//
De Graaf ging met groote stappen de warande
op en neer, en zich tot kalmte dwingend, trad hjj
weder voor de GraviH.
„Berlha,// zeide hjj bedaard, ofschoon zjjne
stem verried, wat er in hem omgiog, „Bertha,»
ik zal het n vergeven, uwe bedriegerjj tan op
zichte van mjjzelve, ik vergeef het n, dat gij uwe
neigingen loochende, die mjj niet behoorden, dat
gjj mjj als verloofde verriedt en dat gjj mjj als
bruid de trouw verbrak, al is het in een brief, het
is eenmaal gebeurd en gij hebt daardoor smaad
op mijn naam geworpen; dat alles kan ik u naar
omstandigheden vergeven. Maar dat gij mij ook
nog dwong tot eene persoonlijke onedele hando-
ling, dat vergeef ik u nooit! Nog kleefde geen
smet mijn naam en geweten aan; gjj echter deed
mjj een eervollen man met schimp en schande,
zonder hem te hooren, wegjagen uit mjjn dienst.
Ik heb een man, wiens vader reeds in dienst van
ons hnis zjjn leven offerde, een geheel en al
schuldeioozen man smadelijk zijn eer oDtnomen
en hem diep ongelukkig gemaakt; ik heb dit ge
daan en de herinnering daar aan zal steeds als
een giftige angel mijn leven verbitteren. Gjj echter,
mjjne vrouw, vernietigde door list, bedrog en leu
gen het leven van twee mannen.» Wordt virv.)