N I E U W E
Zondag 8 October 1803
18de Jaargang.
liet radicalisme.
B U i T N L i N PT"
No 2043
Mij is de wraak,
Italië.
Spanje.
imLmmmys
ABONNEMENTSPRIJS
Pex 8 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
B U R E A TI: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER advertentien;
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentien worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
ea V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Dat het radicalisme eigeuljjk geen ander
doel heeft dan om de geheele inrichting der
samenleving aan den ötaat op te dragen
en dus de staatsbemoeiing buiten alle per
ken uit te breiden, hebben wij reeds herhaal
delijk aangetoond. De radicalen maken bier
van ook geen geheim. Volgens hen moet
de Staat zgn groote macht gebruiken, tot
heil en in 't belang van allen tenminste
wat door hen heil en belang wordt ge
noemd en daarom willen de radicaleu
niet slechts, dat de Staat toezicht houdt
op de maatschappelijke instellingen, maar
ook en vooral, dat de Staat alles zelf regelt.
Was dit nog niet van genoegzame be
kendheid, de beraadslagingen in eene open
bare vergadering van de radicale kiesver-
eenigiug te Zaandam, jl. Dinsdag gehouden,
zouden dit ons hebben kunnen leeren.
Daar hield toch een der bekende radicale
woordvoerders, de heer V a n den Bergb,
eene rede,waarin hp het radicaal programma
op staatkundig en maatschappelijk gebied
besprak. Hg zette het verschil uiteen tus-
«chen de liberale partg en de radicaleD. D9
eersten prediken volgens hem, voor een ge
deelte althans, Staatsonthoudiug.Hjj noemde
dit echter slechts eene leus,en niet anders dan
eene leus, omdat overal en in elk deel van
ons recht de Staat zich gemengd heeft, en
hg ingrgpt in ons leven en g9heel ons be
staan.
Wjj willen ons hier natuurlijk niet op
werpen als verdedigers van het liberalisme
en dus ook niet het standpunt der liberalen
ten opzichte van de bemoeiingen van d>n
Staat bespreken. Maar wat de radicale
woordvoerder van het liberalisme en radi
calisme beweerde, is ook het standpnut van
hen, die gelgk wij tusschen liberalisme en
radicalisme feitelijk weinig verschil be
speuren.
Het radicalisme verschilt alleen van het
liberalisme daarin, dat de voorstanders van
eerstgenoemde richting verder gaan en meer
consequent hun beginselen doorvoeren dan
die van de laatstgenoemde partg. Waar de
radicale spreker dus in de bedoelde verga
dering aan de liberalen verweet, dat zij voor
Staatsonthouding zjjn, daar moest dat ver-
wgt eigenlgk gericht zgn geweest tegen de
anti-liberalen, want naar ouze meening
zgn het juist liberalen, die den weg hebben
geopend tot groote uitbreiding van de staats
bemoeiing.
De liberalen zullen dus de beschuldiging
van Staatsonthoudiag wel vaa zich af
werpen. Zg gaan ia deze quaestie een om-
FEUILLETON.
door JULIUS.
9. Vervolg
Gravin Bsrtha wilde iets tegen zeggen, ma9r
Steinbach hief zjjne har d tot zwijgen op en ver
volgde na eenige oogenblikken: //Twee wegen staan
mij open en waarlijk de keus, die ik zal doen,
valt mjj zwaar. Hetzjj, en dit ware de weg der
plicht, ik opeDljjk bekend maakts, dat Marcel
Hohenstetter onschuldig was en dat mjjne vruuw
hem valsch betichtte, of ik moet over de geheele
geschiedenis zwijgen en mij daardoor medeschul
dige maken. Gjj verdiendet niet, dat ik u spare,
Bertha, maar ik kan geen smaad laden op de
moeder van mjjn nakomeling en om der wille
van het kind zal ik zwjjgen. Maar de prjjs, die
ik hiervoor stel, bestaat in het onvoorwaardelijke
verlies van mjjn vertrouwen voor u; Gravin, onze
wegen loopeu van af heden voor altijd uiteen.//
De Gravin gaf een gil en trad in smeekecde
houding een stap uader, maar de Graaf weerde
haar af, zeggende: //Beproef niet mjj tot andere
gedachten te brengen, het zal te vergeefs zijn. Ook
verlang ik van u geen offer. Gij kunt op het slot
hier blijven leven en uwe iukomsten zullen over
vloedig blijven; ik verlaat in weinige dagen mjjn
vaderland. Het zal voor u geen te groote smart
zjjn, zonder mjj hier te leven. Al het overige zal
ik met mijn rentmeester bespreken, die u de
verdere mededeelingen zal doen weten."
Met eene onberispelijke buiging voor zijne ge-
weg, terwijl de radicalen regelrecht op het
doel, de bemoeiing van den Staat op ieder
gebied, afgaan.
Die beschuldiging van Staatsonthouding
wensehen wij evenwel ten volle te aan
vaarden. Het is onze gevestigde overtuiging,
dat door het Staatsalvermogeu de indivi-
dueele vrjjheid op verschrikkelijke wijze aan
banden wordt gelegd. De Staat moet zich
niet ten doel stellen gelijk door mr. Van
den Bergb werd beweerd om in ons
leven en geheel ous bestaan in te grijpen.
Hjj behoort zich juist op zulk een stand
punt te plaatsen, dat de persoonlijke vrij
heid zoo weiuig mogeljjk wordt belemmerd.
Alleen wanneer de omstandigheden die per-
Booulijke vrijheid in gevaar dreigen te bren
gen, moet de Staat optreden, dus volgens
ons stelsel ia het karakter van de Staats
inmenging juist tegengesteld aan dat, het
welk de radicalen aan de Staatsbemoeiing
g6veu.
Geen beperking van de vrjjheid der bur
gers, maar waarborging vaa die vrjjbeid,
dat behoort het stroven te zgn van de
Staatsbemoeiing.
Wij meenen op goede gronden, dat juist
de tijdsomstandigheden moeten nopen om
den Staat te houden buiten de maatschap
pelijke inrichting. De radicalen zjjn van
oordeel, dat, «waar de ontwikkeling vau
de Maatschappij leidt tot zulke uitersten,
dat zooveel groote Rjjkdom naast de bitterste
armoede gevonden wordt, waar door de
industrie vrouwen en kinderen worden mis
handeld, de Staat dient tusschenbeide te
treden met verbetering van onze belastingen
en van het onderwjjs, zorg voor arbeiders
woningen en arbeiderspensioeneD, drankbe
strijding en afschaffing vaa monopoliën.
Uit deze woorden blijkt ten duideljjkste,
dat de radicalen de bedoeling hebben om
door middel van den Staat eene andere
verdeeling van de maatschappelijke goede
ren te bewerken. Het is een uitstekend
middel om zich de toejuichingen van de on
bemiddelde menigte te verwerven door te
smalen op den rijkdom van enkelen en eene
andere verdeeliug van het kapitaal voor te
staan, waardoor aan de lagere klassen der
samenleving meer voorspoed wordt voor
gespiegeld, doch de radicalen vergeten aan
hunne voorstelling der zaken toe te voegen,
dat het slechts droombeelden zijn, die zg
aan het volk voorhouden. Zij speculeeren
op de volksgunst door te spreken van de
mishandeling van vrouwen en kinderen door
de industrie en bewereD, dat zg alleen hart
hebben voor de belangen der onbemiddelden.
Ook een middel tot bet winnen van de
malin verliet do Graaf de warande eu le^afzich
D8ar zjjns kamer.
Bleek tot zelfs hare lippen blei f gravin Bertha
op de warande zitten, Zij kende Ulrich en zjj
wist, dat, wtt hij eenmaal had besloten, door
niets meer kon worden tegengegaan.
Op den avond van deu volgenden dag verliet
de Graaf hi t slot Steinbacb, zonder een enkel
woord nadien met zijne gemalin te hebben gewis
seld. Geertruda Hohenstetter had zich vrees,-lijk
gewroken. Gravin Steinbach was eene ongelukkige
vrouw geworden, want ook haar kind eischte de
Graaf op kort na de geboorte. Hij koos zich een nieuw
vaderland aan de oevers der Italiaansche zee, waar
big alleen leefde voor de opvoeding van zijn zoon.
VII. De zusteks.
Geertruda Hohenstetter was weer gent zen van
hare zware ziekte. Maan tenlang had zij met den
dood geworsti ld en toen eindelijk baar krachtige
natuur had gezegevierd, was Geertruda's gestel
geheel veranderd. Vroeger vurig, driftig en op
gewekt, nu een stil, droevig, bleek meisje.
Beide zusters hadden een rjjk inkomen. Rosa
was de lieveling van alle vrouwen en dames uit
het stadje. Geen huwelijksplechtigheid, geen doop
feest, geen bal of andere festiviteiten werden
gehouden of de zusters kregen dan ruimschoots
werk. Rosa evenwel was ondanks dien voorspoed
het eenvoudige kind uit het woud gebleven, dat,
onbesmet gelijk e ,ne dauwfrissche bloem aller oog
en hart verheugde. Geertruda werkte vlijtig
eD onvermoeid, zich verheugende in de beminne
lijkheid harer zuster, maar zelden zag men een
lachje op haar ernstig, bleek gezicht.
volksgunst is de beloofde medewerking van
het volk aau het Staatsbestuur. Het volk
moot medespreken, zeggen do radicalen, en
dan zal alles goed gaan, want de tegen
woordige regeerders letten slechts op hunne
eigen belangen. De radicalen beweren, dat
men het volk dom wil houden en arm,
zoodafc het geen macht kan verkrijgen om
tegen zgue verdrukkers op te staan.
Wij zouden verder kunueu gaan en nog
tallooze voorbeelden kunnen aanhalen van
de wijzen, waarop de radicalen de menigte
tot ontevredenheid trachten op te wekken
en baar te prikkelen tot het verlangen naar
verandering van de bestaande toestanden.
Zelfs de misdadigers, die zich tegen de maat
schappelijke instellingen hebben vergrepen,
worden gevleid eu geprezen door de radicalen.
De heer Van den Bergb noemde hen,
evenals de armen, de slachtoffers van d9
maatschappij. Hij meende dat onder han
zeker wel menschen voorkomen die slecht
zjjn, maar indien die personen eens behoor
den tot de hoogstaangeslagenen ea als ze
eene betere opvoeding hadden gehad, dan
zou het volgens hem de vraag zijn, of Z9
misdadigers geworden waren.
Mr. Van den Bergh gelooft waa--
schjjuljjk, dat geld en onderwjjs de eenige
middelen zgn om iemand van bet verhaarde
terug te honden. Hjj vergaat evenwel, dat
ook onder de andere standsn in de samen
leving misdaden voorkoman en dat in dit
opzicht het bezit van geld en het genot
vau goed onderwjjs al zeer weinig invloed
uitoefenen.
A! deze redeneeriagen moeten 8chter dienst
doen om zooveel mogelijk zieltjes te winnen
voor het radicalisme. Zelfs de socialisten,
de personen die tegen orde en wet den strjjd
hebben aangebonden, willen de radicaleu
tot zich trekken. De heer Van deuBergh
zeide ten minste, dat da socialisten zeer veel
hebben gedaan voor de nieuwere begrippen
door hun kritiek, en dat in hun strgdpro-
gram veel te vinden is, dat ook do radicalen
onderschrgveD.
Zoo stolt het radicalisme zich voor door
het scheppen van luchtkastselen en het
vleien dar menigte zjja macht te vermeer
deren eu zgn invloed ta vergrooten.
Wg hopen echter, dat men zich hierdoor
niet op een dwaalweg laat leiden. Da be
ginselen van het radicalisme, welke in het
woord Staatsoverheerschicg kunue.i worden
samengevat, zjjn noodlottig voor land en
volk. Hoe schooner de radicalen hunne
leerstellingen inkleeden, hoe meer men ze
meet wantrouwen en hoe sterker zg moe
ten worden afgekeurd. Men houde slechts
Nog iemaad anders was 100 ernstig en stil
gowor !en. Het was Maria Harlmann. Maanden
ja jaren lang had haar vader allen mogeljjken
dokters om raad gevraagd, maar alle middelen
bleven vruchteloos. Daa had hjj zjjne toevlucht
genomen tot allerlei kwaksalverjjsa. De hoog
moedige man had gemeend, dat h|j met zgn geld
alles kon verkrijgen, en het was voor hem eene
vreeselijke gedachte, zijne dochter met wie hij
steeds praalde en op wier schoonheid hjj zich
beroemde, voor eene idiote te zien uitgemaakt.
Toen alle pogingen nutteloos bleken, meed hjj
zijn eigen huis, zoo veel hjj kon. Vro'g in den
morgen ging hjj naar het veld en laat in den
avond zag men hem nog buiten. Zijne vrou n echter
had een anderen weg ingeslagen en wel die, welken
Rosa hear had aangegeven. Zij bad, om zoo te
zeggen, zonder ophouden. De Moeder van alle
smatten" was haar toevlucht, aan Haar beval zjj
hare ongelukkige dochter aan en Maria, da troos
teres der bedroefden, liet het gebed eener moeder
niet ongehoord.
Talkers wanneer Bosa Hohenstetter naar Wald-
dorp ging om Marcel'a graf to bezoeken en versche
bloeman er op neer te leggen, bezocht zjj ook de
ongelukkige iViarie en steeds wa3 Marie dan dagen
lang bedaard en stil en hielp zjj hare moeder bjj do
huiselijke bezigheden rret volle tegenwoordigheid
van geest. Wel is waar, kwam nu en dan de
waanzin voor deu dag en eens, het was na een
aanhoudenden regentjjd, werkte de waanzin in zoo
hevige mate op haar gestel, dat het haar gelukte,
ondanks het Btrenge toezicht, dat men steeds over
haar hield, naar «Hohenstein" te vluchten. Zjj be
proefde den berg te beklimmen, maar halver
in gedachte de woorden, door den welbe
kenden heer Gerritsen op bedoelde ver
gadering gesproken: «Is het radicale pro
gram met irgne hervormingen nitgevoerd,
en laten de toestanden dan nog zooveel te
wensehen over, dan zullen zeker verreweg
de meesle radicalen zich bij de socialisten
aansluiten.
Deze uitspraak teekent het radicalisme
naar waarheid. Zg bevestigt onze meerling,
dat deze richting even groot bestrjjding
verdient a's de sociaal-democratie zelve.
In Sicilië zjja de roovers tegenwoordig
door hun brutaal optreden de schrik der
bevolking geworden.
De Senator Gravina heeft, naar aanleiding
van een buitengewoon brutalen roofaanval
ta Palermo, een schrgven g8richc tot deu
eersten minister Giolicti, om diens aandacht
te vestigen op den augit, welke zich, tenge
volge van die rooverijen, meester maakt van
de landbouwende bevolking. «Da verschrikte
boaren,» zegt Gravina, «laten liever hnn
land braak iiggin, dan dat zg zich te ver
van hnis wagen.
De oud-minister C r i s p i heeft aan
een journalist verklaard, dat de zucht tot
opstand vooral levendig is ia Sicilië. Hjj
beschouwt er den toestand als zeer ernstig
en voorziet, dat er spoedig eene poging
zal gedaan worden, om zich van het «eene
Ital af te scheuren.
De Italiaansche Regeering moet aan den
Paus der vrijmetselarij HdrzcmoLemrm: eenige
honderdduizenden lire geschonken hebben
om het Paleis der Borghese's aan te koopen,
waarin het wereldmiddenpunt der vrijmet-
selerjj is gevestigd. Iu Rome troont de
mi^onieke Paus tegenover Christus' Stede-
houde op aarde. Grooter schandaal is wel
niet denkbaar.
Met deu anarchist P a 11 a s die te Bar
celona een aanslag pleegde op het leven
van maarschalk Martinez Campos
beeft de Spaansche just tie korte metten
gemaakt. Gistereu omstreeks 9 uur reeds
is hg gefusileerd. Hjj ondergiug zjjne straf
met deu rug gekeerd naar het executie
peloton.
De Regeering neemt krachtige maatre
gelen tegenover de Kabglen in Mirokka,
die zich aan het vermoorden van Spaan
sche militairen op Melilla hebben schuldig
gemaakt.
wage was zij bewusteloos ineengezakt; zoo had
men haar aan den voet van den berg gevonden,
waarna men haar huiswaarta had gedragen. Zjj
had zich slechts licht bezeerd, miar werd ziek.
In deze ziekte scheen de waanzin voor goed vaa
haar te wjjkeD. Geduldig loed zij de pjjoen barer
ziekte. Rosa's bezoeken maakten haar steeds op
gedekt en zelfs vrooljjk en toen zij na ean maan
denlang ziekbed voor het earst uitging, was het
weer Rosn, die haar ongelukkige vriendin voor
den eersten maal naar Marcel's graf leidde. Het
was een gewaagde sfap en Rosa zelf verschrok,
toen zjj de weeklacht van Marie hoorde, wanneer
zjj zgn naam van den grafsteen las. Maar dan viel
Marie op baar knieën en heete, brandende tranen
vloeiden eerst langzaam uit de droge, heete oogen,
vervolgens echter stroomden zij overvloedig en
verlich'end laogs haar gelaat. Toen Marie opstond,
keken haar oogen weer verstandig en niet dwa
lend rond. Snikkend bad zjj Rosa oar vergeving en
hare armen om het grafkruis slingerend, bad zij
ook den doode om vergiffenis.
Hare moeder was buiten zichzolve van vreugde,
toen zjj de verandering in Marie waarnam en ook
haar vader, hos gevoelloos en trots de man ook
was, reikte Rosa de band eu bedankte haar har-
lijk. Marie bleef van totn af een gezond vers'and
behouden. Zjj was echter de oude Marie niet
meer, ernstig en stil leefde zjj met hare moeder
alleen, op 22 jarigen leeftjjd, afgezonderd van de
wereld. Haar vader was in die weinige jaren een
oode man voor zijn tijd geworden. Hjj schonk
sijn zoon de hoeve en betrok een huisje naast
de kerk, waar hjj stil wenschte voort te leven.
Wordt vervolgd.)