NIEUWE No 2045 Vrijdag 13 October 1893 18de Jaargang. Kwakzalverij. BUITEN LAiV IÊ Mij is de wraak, België. Italië. (Wordt vervolgd.) HUKLLHSniEIIIIKlVf. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland >1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGTTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Vau 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag- en V r ij d a g-a vond voor 6 uui ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. KfiFPEIS. Sedert dertien jaar werkt er bij obs te lande eene Vereeniging tegen de kwakzal verij; deze vereeniging stelt zich ten doel: de bestrgding der kwakzalverij, in het bjj- zonder die met geneesmiddelen tegen te gaan. Dit doel tracht zjj te bereiken, door de als geneesmiddelen aanbevolen stoffen te onderzoeken, bedriegelgke handelwijzen die hierbij te baat genomen worden na te sporen maar vooral de wetteljjke bepalin gen die tegen de kwakzalverij bestaan te doen nakomen en op nog betere aan te dringen. Dat er in dit doel veel goeds is, zal nie mand ontkennen gewetenloos is voorzeker de speculatie op het ljjden van den eveu- mensch zooals vele verkoopera van kwak zalversmiddelen die bedrjjven. Zooder ver schooning is het, dat iemand alleen om geld te verdienen schadelijke of al is het dan maar nuttelooze artikelen duur verkoopt aan patiënten, die ten einde raad eindeljjk hun toevlucht nemen tot een «middel uit de krant.» Zoolang het das alleen deze middelen nit de krant betreft, die kwakzalversarti kelen hoog opgevijzeld, welke voor alle kwalen dienst heeten te doen en eigenlijk tot niets anders dienen dan om het geld van onnoozele en minder onooozele zieken van zak te doen verwisselen door misbrnik te maken van hnn ljjden, zal ieder ver standig mensch met het streven dezer Ver eeniging kunnen medegaan en haar doel zelfs zeer prijzenswaardig noemen. Maar ongelukkig, wanneer mee dertien jaar lang altgd op hetzelfde aambeeld beukt, dan gebeurt het wel eens dat men dan naast dat aanbeeld treft en dat de slagen neerkomen op dingen, die beter niet ge slagen moesten worden en men dan zga doel voorbjj streeft. Zoolang deze Vereeniging zich trouw houdt aan haar programma heeft niemand dus het recht haar iets kwaljjk te nemen, doet men zelfs verstandig haar te steunen en en naar haar raad je luisteren, maar jam mer genoeg ontaardt haar arbeid dik- wjjls in iets, wat al zeer reel geljjkt op reclame van hetzelfde soort, als die waar van de zoogenaamde kwakzalvers zoo rnim gebruik maken. De reclame, welke de Vereeniging tegen de kwabzalverjj maakt, schijnt te geschie den ten voordeelo van doktoren; dezen in druk krijgt men ten minste wanneer men het maandblaadje geregeld leest. Een on vergeeflijk kwaad noemt men het buiten de officieele geneeskunde om te willen genezen ofsterven.Buiten de wettelijk goedgekeurde staatsdoktoren geen heilAlles wat men FEUILLETON. 11. door JULIUS. Vervolg „Zeker, mijnheerVan Breda," zeide Eosa, „maar tot mijn leedwezen kan ik toch nietovermor gen is het Lichtmis. //En is dat een hinderpaal voor orza sledevaart vroeg Van Breda teleurgesteld. Eosa antwoordde eenvoudig: „Lichtmis is een feest ter eere van de Moedergods en dan doen de kinderen van Maria eene H. Communie.// Even vertoonde zich een onmerkbaar, spottend lachje op Van Breda's lippen, waarna hjj oogen- schijnljjk ernstig zeide: „Welnu, dat is nog niet erg, juffrouw Eosa, we gaan toch niet voor den middag. U kunt dus eerst uw feestdag houden." Eosa keek hem verbaasd aan, dan zeide zij: //Onmogelijk, mjjnheer, als ik 's morgens de H. Communie ontvang, kan ik dadelijk daarop Diet meedoen aan eene sledevaart. //En waarom niet?" drong Van Breda bij haar aan. "Niemand zal toch kunnen verlangen, dat u den geheelen dag op uwe knieën ligt." Eosa's wenkbrauwen trokken zich samen. Zjj had zjjn spot gevoeld. //Dat doe ik ook niet en dat verlangt ook niemand,// antwoordde zij. //Maar ik ben er nu eenmaal aan gewoon om zoo'n dag niet door wereldsche vermaken te ontheiligen. Ik vraag n beleefd mij te willen verontschuldi gen, mjjnheer." buiten hen doet is kwakzalverij, dom bij geloof, alles wat niet door een heoschen dok ter is voorgeschreven, heet kwakzalverjj; zonder onderscheid worden alle mogelijke geneesmiddelen en geneeswjjzen door de wetenschap niet met baar fiat gestempeld tot het rjjk der humbug verwezen. De Vereeniging zou niets liever wenschen dan iederen zieken_ burger te dwingen tot consalteerpiicht bij door den staat aan stelde geneesheeren; de moderae vrjjheid heelt al zooveel plichten uitgedacht dienst plicht, leerplicht, vaccinatieplicht waarom dan ook geen officieelen doktersdwang Niemand mag over zgn eigen lichaam be schikken, het behandelen zooals hem het beste toeschijnt maar is gebonden het door een dokter ta laten volstoppen met medi cijnen, snjjden, masseeran, toenaaien, wat deze maar verkiest. Als de Vereeniging tegen de kwakzalverij niet onduidelijk laat doorschemeren dat zoo iets in haar bedoe lingen ligt dan is het geen woader wanneer zjj veler sympathie verliest.Somtgds zelfs wordt de hartstocht der Vereeniging wat al te sterk, dan laat zjj zich meeslepen door haar vuur en maakt eeu geweld en een lawaai zoo groot dat de luidruchtigste kwak zalvers van beroep er stil van wordeD. Men herinnert zich nog de Sequah-ge- schiedenis toen de VereeaigLig zich zoo druk aanstelde dat zjj de groote trom van Sequah overstemde; niemand mocht door hem genezen zgo,al veizekerde hg bij hoog en laag dat hjj verlichting van pjju had gekregen. Sequah was geen gediplomeerde geneesheer, bg gevolg hjj kou iemand niet helpen, hg was een kwakzalver, een bedrie ger. De rechtbank veroordeelde meer dan eens de Vereeniging als zjj buiten haar boekje giug en zjj stelde zich dan als martelares aan en zette wat voorzichtiger maar niet minder scherp haar veldtocht voort, niet alleen tegen bedriegers maar tegen ieder, die op eigen gezag der ljjdende meoschheid hulp en verlichting trachtte aan te bren gen. Nu is het zeker wel opmerkelijk dat er juist in dezen tijd zulk een algemeen wan trouwen schijnt te heersehen tegen die zoo genaamde officieele geneeskunde, welke naar men zegt, het juist nooit tot zulk een hoogte heeft gebracht. Nooit voorzeker vierde de chirurgie zulke schitterende triumfen als juist in onzen tjjd, en nooit ook vluchtten de meuschen zoo angstig voor het mes als tegenwoordig. Men tracht de oude geueeswgze door kraiden weer in eere te herstellen; men stroomt van alle kanten naar den goeden pastoor K n e i p p, die alleen door zuiver water zoovele kwalen geneest en de doktoreu Toen zjj haar weg wilde vervolgen en den op perhoutvester groette, rustte zjjn blik zoo toestem mend op haar, dat zij onwillekeurig de oogen neersloeg en voelde, hoe zij tot achter de ooren rood werd. Van Breda deed nog eene hopelooze poging om Eosa tot andere gedachten te brengen en toen hjj van een verschuiven der sledevaart sprak, zeide zij ernstig: „Ik moet n dringend verzoeken om hiervoor geen moeite te doen, want ik geloof niet, dat ik voorloopig weer een dag vrij zal hebben. Ik wil en kan er dus geen schuld aan hebben, zoo de sledevaart steeris om mij zon worden uitgesteld. Ook zonder mjj kunt gij u evengoed amuseeren." Hierna ging zjj haars weegs. „Hoe blij beu ik," zeide Eosa 's avonds tot Truida, "hoe bljj ben ik, dat de sledevaart zo> goed is afgeloopen." En nu vertelde zij Geertruda het gebeurde. Zij knikte stilzwijgend voor zich. IntuESchen is het lente geworden. U moet er een einde aan maken, juffrouw Truids," zeide eeDS de oude Lot, toen zjj alleen met Geertruda in de kamer was, //u moet het zoozeer verlangde woord spreken. Eosa en mjjn heer Ehrenberg, beiden zgn voor u bevreesd.U moet Roaa'a geluk in de hand werken.// Geertruda schudde evenwel het hoofd.//Neen," zeide zij zacht. Ik heb zoo veel geluk vernietigd, dat ik niet geloof, dat mjjne hand nog geluk kan opbouwen. Ehrenberg is geen kind meer, wanneer hjj Eosa lief heeft, weet hjj zeer goed haar te vinden." zijn genoodzaakt de bakens te verzetten en in deze richting mee te gaan op gevaar af dat men hen anders verlaat, Nu houdt de Vereeniging tegen de Kwak zalverjj zich zooveel mogeljjk buiten dezen stroom; zjj herhaalt dikwjjls genoeg dat zjj niemands overtuiging kwetsen wil, zjj heeft het dus nog niet gewaagd K n e i p p's me thode kwakzalverjj te noemen, nog minder waagde zjj het tot nu toe de bovennatuurlijke hulpmiddelen, waarbij ljjdende katholieken hun toevlucht nemen aau te vallen maar, dat zg toch moeite heeft zich er builen te houden, bljjkt dikwgls genoeg. Ia haar laatste nummer neemt zjj eau ingezonden stuk op, getiteld: «Kwakzalverij teelt welig in het bggeloof» waarin het zoo genaamde godsdienstig bggeloof wordt aan gevallen. Zeker zal ieder Katholiek geloo- vige op het voorbeeld vau zgn geesteljjke overheid het ten stelligste afkeuren, dat men godsdienstige voorwerpen gebruikt bjj wijze van talismans; of aan heksen gelooft. Bggeloof is een zoude, en een zeer zware zonde zelfs, dit leert oos de catechismus, maar heul iets auders is het gebruik te maken van kerkeljjke gebeden en kerke lijke zegeuingen ter afwending van ram pen en kwalen; heel iets anders is het een woning in te zegenen, of door de voor spraak van een Heilige, God te verzoeken ons van de een of andere ziekte ta bewareD. De scbrjjver vau het ingezonden stuk echter klaagt over de geest djjkheid ten platten lande dia niets doet om het bjjge- loof te verminderen, maar het geloof aan heksen en spoken schjjnt te versterken door het behekste huis in te zegenen, zouder de bewoners hun dwaas geloof onder het oog te brengen. Zekere Pater van D. moet dit o. a. in '86 te Haarlem hebben gedaan bjj een zoogenaamd behekst jongetje; deze had den menseheu geen anderen raad ge geven dan voor het zieke kind te bidden!! Na het opnoemen van allerlei dwaze ge bruiken en zelfs walgelijke middelen, die tegeu ziekten moeten helpen,noemt de schrij ver in deuzelfden adem den zegen van den H. B 1 a s i u a die tegen keelziekce beschermt en het dragen van medailles en scapulieren. Hiertegen moeten wjj ernstig protest aan- teekeneD; de zegen van den H. Blasius is een vroom kerkeljjk gbbruik, maar vol strekt geen bggeloof en sluit ook volstrekt niet het vermoeden van geneeskundige hulp in zich, even min als het dragen van ge- wjjde voorwerpen dit doet. Of de nonnen van Castricum met «pap pen en gebed» de kankerlijders behandelen weten wjj niet, maar dit is zeker, wil de Vereeniging tegen de Kwakzalverij op de sympathie en medewerking der Katholieken //Maar bjj is bevreesd voor u en Eosa even eens," bracht Lot in. „Eosa weet, dat ik haar geluk altijd beoog en nooit zal tegenwerken,// gaf Geertruda ten ant woord. En toch had de oude Lot geljjk. Eosa durfde haar zuster mij heer Ehrenberg niet als zwager brengen. Ten laatste kwam Ehrenberg zelf. Op een mooien lente-zondagmiddag stond hjj iü de kamer der zusters en vroeg Geertruda de hand barer zuster. Vriendeljjk zeide ham Geertruda, dat Eosa meer derjarig was en zjj alleen te beslissen had; maar daar zjj elkander wel reeds zouden hebben gespro ken, wenschte zij beiden hartelijk geluk. Geertruda leidde nu zelf haar zuster binDeo. SVat baar dit kostte, wat zij daaronder leed, vernam nooit iemand; den volgenden morgen gevoelde zjj zich Diet wel, zjj had den nacht slapeloos doorgebracht, maar haar gevoelens onderdrukt, zoods zjj reeds zoo dikwijls dit bad gedaan. Weinige weken later voerde Felix Ehrenberg zjjne bruid naar zijne woning. De plechtigheid was in alle stilte voltrokken, alleen eerige in tiemste vrienden en Geertruda wareu bjj het hu welijk van Eosa tegenwoordig geweest. Toch vier den alle bewoners van het stadje Eosa's geluk, dit bewezen de vele rgke geschenken, bloemruikers en kaartjes van alle kanten haar toegezonden. Onder de cadeaux lag ook een ruiker van frissche alpenbloemen en zooals het kaartje aangaf, af komstig van Marie Hartmaun. Toen daags na liet huwelgk Eosa en haar rekenen, dan honde zg zich streng aan haar programma en late zich niet in met zaken waarvan het ten duideljjkste bljjkt, dat zjj niet het minste begrip heeft. Het Bestuur van den Balgischen Mjjn- werkersbond hsefc in baar vergadering het besluit genomen tot het eindigen van de werkstaking, tevens heeft het een mani fest uitgevaardigd, mededeeleode dat zekere verhoogingen zgn toegestaan, en de werk lieden nitnoodigende om den arbeid te her vatten. Hierdoor is eerie belangrjjke entspanning merkbaar en de gisting der gemoederen is belangrjjk verminderd onder d9 mjjuwer- kers die in het bekken van Charleroi den arbeid habbeo gestaakt. Ruim 2000 mjjn- werkers zjjn reeds aan den arbeid gegaan en het laat zich aanziea, dat allen spoedig den arbeid tot welzjjn van vrouw en kin deren zullen hervatten. In de Borinage is de hervatting van den arbeid volkomen en in bet kolenbekken van het Centrekan de werkstaking als ge ëindigd worden beschouwd. Er heerscht in militaire kringen eene bedrijvigheid alsof eeu oorlog voor de deur staat. Iu eene circnlaire heeft de Minister van Oorlog, de commandanten der militaire districten in gausch Italië uitgenoodigd om terstond eene statistiek op te maken van den uit den militairen dienst ontslagen pries ters, ten einde hun te bezigen als militaire aalmoezeniers. liet opper-grootmeesterschap der vrij metselarij is van Charleston in Amerka naar Rome overgebracht. De opper-groot- meester M a c k a y heeft zgn ontslag ge nomen, en in zjjne plaats is als ma^onniek anti-Paus benoemd Adriano Lemmi, met 48 tegen 25 stemmen. Drie joden vertigeuwoordigen nu de hoogste posten in de vrjjmetselarg als: Adriano Lemmi, opper-grootmeester, Umberto dal Medico, chef van het uitvoerig gezag en den bankier B l e i c fa ro de r, secretaris van het administratie- bestuur, dat te Berlgn zetelt. Zoo staan dus feiteljjk de logemannen onder de plak van het jodendom. Z. H. Leo XIII, zoo bericht men nit Rome aan le 'lemps, houdt zich, bjjgeataan door een secretaris, sinds eeuigen tjjd bezig met het opstellen van een uitvoerig stok over de voornaamste gebeurtenissen gedn- rende zgn Pausschap. Hij geeft in dat stuk, hetwelk uitsluitend voor zgn Opvolger is echtgenoot naar Geertruda wilden gaan om haar te vragen, wanneer ook zjj haar intrek zon nemen in hun nieuwe woning, kwam Geertrads hen in reiskleeren tegemoet. //Waar wilt gjj naartoe, Truida?" vroeg Eosa getroffen, „eu waarom weent Lot? Wat is er gebeurd?// Teeder drukte Truida haar zuster ia de armen en fluisterde: „Ik vertrek, Eosa!" Eosa begon hevig te snikken en riep nit: „O Truida, waarom hebt gij mij niet gezegd, dat mjjn huwelijk ons zou scheiden? Ik zou nooit van u zjjn weggegaan." Geertruda wist, dat Eosa waarheid sprak, dat zij haar levensgeluk voor haar zou hebben op geofferd en daarom had zjj nooit eenige zinspeling op de toekomst gemaakt. Bevredigend zeide zjj nu: „Neen, Eosa, neen, gjj kondt niet altjjd bjj no ij blijven. Gij zjjt nu gelukkig en hebt een liefhebbenden echtgenoot, dia over u zal waken en voor u zal zorgen. Ik moet ook mijn doel zien te bereiken. Mijn dosl is de rust en waaneer ik deze zal hebben gevonden, zal ik u tjjding sturen. Neem Lot bjj u m.„ En zich tot haar echtgenoot wendende, zeide zjj plechtig: „Felix, ik geef u het dierbaarste voor mjj op aarde. Gij hebt in Rosa een schat gevonden, welks waarde gij nog moet leeren kennen, wees goed voor haar I En r u leef gelukkig, leef gelukkig!" Zjj kuste Eosa hartstochtelijk en voor dat de achterbljj venden tot bezinning waren gekomen, had Geertruda huis en stadje reeds verlaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1