No. 2055.
Zondag 5 November 1893.
18de Jaargan
De onafhankelijke moraal.
BUITENLAND,
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
De twee Neven.
Engeland.
miM MARL!
mm
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10
Voor het buitenland c 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATE RDA G.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
30 Cents.
5
JEM A1 NT IK N O luTr*
AGITE MA NON AGITATE
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Cont.r-.s.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-a*, o
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etramf, re,
G.Ij.D AU BE Sj' Co., JO [IN F. JONES, Succ., Parijs 31 Ms Faubourg Mo-ntmart e.
David Strauss heeft voor eene halve
eeuw geleden de vraag geopperd: Zijn wjj
nog Christenen? Hjj beantwoordde die
vraag ontkennend, en voor de kringen
waartoe hg behoorde met het volste recht.
Tegenwoordig zjjn we reeds veel verder op
de afhellende baan des ougeloofs. Naar aan
leiding der beweringen van de moderne
wetenschap kan men tegenwoordig de vraag
stellenZgn wjj nog menschen De mo
derne ongeloovige wetenschap heeft alles
gedaan om den mensch te verlagen. Vol
gens hare leeringen is de mensch uit mod
der en sljjk geboren en hij zal wederom
modder en slgk worden hg is slechts een
meer ontwikkeld zoogdier, een ietwat be
schaafde aap, van wien na den dood niets
meer overbljjft dan van het dier, hetwelk
men in den grond stopt. Slechts één klei
nood scheen tot nog toe volkomen onaan
tastbaar: het godsdienstig zedeljjk karak
ter van den mensch. Hg onderscheidt goed
en kwaad, recht en onrecht, wjjl God
Zjjne zedenwet in 's menschen hart en ge
weten beeft geschreven. Hierop nu richt
de ongeloovige wetenschap hare aanvallen,
om God uit Zjjne laatste positie in het
hart des menschen te verdringen. Als hef
boom hiervoor gebruikt zij de zoogenaamde
onafha keljjke moraal.
De aanhangers hiervan geven toe, dat
het verstand ons zedelgke geboden voor
houdt; dat het verstand ons veel gebiedt
of verbiedt en dat het geweten ons vóór
de daad vermaant, en na de daad ons 51
prjjst of berispt. Maar, zeggen zg, deze
geboden zgn geen geboden van een hoo-
ger, boven ons uitstaand gezag, maar de
menschen zelf hebben zich zeiven deze
wetten gegeven. Het geweten is voor hen
niet de stem Gods, maar louter de stem
van ons eigen verstaud, waardoor wij ons
zeiven tot verantwoording oproepen.
De weg tot deze ouafhankelgke moraal
was reeds gebaand door Immannel
Kant. Hij verklaart de rede voor auto
noom, d. i. zich zelf de wet voorschrij
vend; en de onvoorwaardelijke vorm,
waarin zg ons gebiedt of verbiedt, is de
categorische imperatief. Derhalve is ook
eene overtreding vai de zedenwet niet
alleen eene beleedigiug van God, maar ook
eea misslag tegen de cathegorische im
peratief. Een reden, waarom Kant met
zgn categorische imperatief zoo spoedig
der vergetelheid ten deel viel, ligt daarin,
omdat bjj niet radicaal genoeg het geloof
aan God en de eeuwigheid uit den weg
ruimde. Ofschoon hg de moraal als on
afhankelijk van Gods wil voorstelde, toch
loochende hg het bestaan Gods niet. Dit
had voor de moderne ongeloovige rich
ting een bittereu bijsmaak, en zg zocht
en vond een anderen weg in het Darwi
nistisch ontwikkelings-idee, volgens het
welk het gebeele zichtbare heelal met zjjne
wondervolle orde en harmonie zonder
tusscheDkomst van God zich nit eene
blind werkende, planlooze atomendwar-
ling ontwikkeld heeft. Ook de mensch is
het voortbrengsel van dit blinde ontwik
kelingsproces en zooals vanz* lf spreekt
moeten ook zjjne zedelgke begrippen en
het zedelgk bewustzgn langs dezen weg
ontstaan zgn. De Engelschman H. S p e n-
c e r is de hoofdprofeet dezer richting.
FEUILLETON.
6.
{Vervolg.)
Ja, en dat bjj eene hitte van dertig gra
den. Ik dacht waarachtig, dat ik onderweg zou
smelten.
En de herberg?
't Is de eenige van het dorp, zjj kunnen ner
gens anders stilhouden.
De stal?
Is een eenvoudige loods,die tegen een muur
staat langs welken een weg loopt, die ons veel
kan helpen, doordien hjj ons in Ie mogelijkheid
stelt om de zaak tot een goed einde te brengen,
zonder dat men oos kan hoorcn.
Het zal dus noodig wezen om dezen muur
over te klimmen.
Volstrekt niet. Er is een God voor brave
menschen'. Naast de loods bevindt zich eene deur,
die dag en nacht open bljjft.
De komst der herbergierster, die den gevrnag-
den wjjn bracht, brak andermaal het gesprek af.
Toen deze, na ingeschonken te hebben, de ka
mer verliet, hervatte Philippe:
Wij zullen dus op de binnenplaats kunnen
komen, zonder vermoedens op te wekken P
Wjj zullen er kunnen komen, alsof wij ons
i»is binnengingen. Geen hond geen
geen knechts of meidan.
onw alleen met haar ziek nichtje,
goed als in orde.
vjj ons best doen om te slagen,
Volgens hem leerden de meuscheo iu den
tjjd, toen zjj nog bjj troepen door steppen
en bosschen rondzierven, uit de onder
vinding dat zekere handelingen nuttige,
andere handelingen schadeljjke en nadee-
lige uitwerkselen voortbrachten. Aldus
werd de toegenegenheid voor de eerstge
noemde handeliDgeo, de afkeer vaa de
laatstgenoemde handelingen gevormd.
Hierbjj kwam de vrees voor uitwendige
8trafiao. Door den haif-dierljjken mensch
moesten vele handelingen nagelaten of
volbracht worden uit vreeze voor den
toorn der woeste medegezellen of voor den
toorn van een opperhoofd. Hierbjj voegde
zich nog de vreeze voor de geesten der afge
storvenen, welke men zich als leveud voor
stelde. Aldus ontstond het idee van dwang,
van noodzakeljjkhtid en geweld in betrek
king tot zekere handelingen. Op eau hoo-
ger trap van ontwikkeling zouden de men
schen, zooals Spencer gelooft, niet
meer uit plicht, maar slechts meer uit
lust voor het goede handelen.
Ieder behoeft zich dan maar aan de
begeerte van zijae neiging over te geven,
om immer het goede te doen. De Daitsche
moraal-philosophen, zooals prof. Paul
sen in Berljjn, hebben den colportage-
handel van deze Spencersahe wjjsheid op
zich genomen. Hunne leeringen bevatten
geene verklaring van de zedelgke orde,
in 't bjjzonder van den plicht en van het
geweten, maar zgn slechts even zoovele
pogingen om met waardeeriug van zekere
welvoegeljjkheid God en Zjjne zedewet stil
zwijgend voor bjj te gaan.
Welke is nu de praktische beteekenis
van de onafhankelijke moraal?Zjj is een ken
merk en eene werking van de algeheele
ontvreemding Gods aan de kriogen der
maatschappjjzij is vóór alles een strijd
wapen om de christelijke wereldorde om
ver te werpen. Eenige aanhangers der
onafhankelijke moraal zeggen zeker niet
openljjk: Er is geen God. Dit klinkt hun
te ruw eu zou aanstoot kannen wekkea.
Zjj geven er liever de voorkeur aan, zich
in dun mantel te hallen van het Scepti
cisme en op alle vragen over God en de
bovenzinnelijke wereld te antwoorden
Ignoramus et ignorabimusdaarover kan
men niets met zekerheid weten!
In werkelgkheid staat de groote meer
derheid van de aanhangers der ouafhan
kelgke moraal op een ongeloovig, atheïs
tisch standpunt. Tot in den jongsten tjjd
was deze beweging bg ons tamelijk on
schuldig eu verwekte weinig bezorgdheid,
omdat die beweging zich beperkte bjj be
paalde gehoorzalen en kringen van geleer
den. Het socialisme heeft het eerst de
grondstelling der ouafhankelgke moraal
in de groote massa des volks geslingerd.
B e b e 1 schreef re ds voor jaren geleden:
«Zedeljjkheid en moraal hebben met den
godsdienst niets te makeo.» Ook op dit
punt was het socialisme meer consequent
dan zgn vader, het liberalisme.
In de laatste maandeD heeft zich ook
in Daitschland, volgens Amerikaansch
model, een genootschap gevormd voor
ethische beschaving, welk genootschap het
doel nastreeft de menschen van God en
godsdienst zedelgk te ontheffeo. In den
grond der zaak is zjj niets andsrs dan het
maatschappelijk georganiseerde atheïsme,
hetwelk een plaa'svervanger wil aanbie-
Vandame, zeide mjjnheer de Gareones na eeoig
stilzwjjgeo, gij weet dat ik niet ondankbaar
zal tjjo.
Verduiveld, daar reken ik ook op, het be
treft hier maar eventjes vijf a zes millioen, waar
achtig eene aardige kluit geld! Zonder dat mijn
heer zich behoeft nit te kleeden, kan bjj mjj
gerust zooveel geven, dat ik als een fatioenljjk
burgerman van mijne renten kan leven.
Op den dag, dat ik in 't bezit treed van
de millioenec van mjja oom, zult gij honderd-
vjjftig-duizend franks ontvangen.
Over dat cjjfer kunnen wij te gelegener
tjjd en plaatse nog wel eens wat nader spreken,
dacht Julien, vervolgens zeide hjj luid: Mijnheer
heeft zeker al zjjne plannen gemaakt, om iD 't
bezit te geraken van die duiteD. Mjjuheer heeft
het mjj nog wel Diet meegedeeld, maar om 't
even, ik heb toch 't volste vertrouwen in de zaak.
Gjj hebt gelijk, antwoordde Philippe
droogjes.
Mjjnbeer de Baron behandelt mij een beetje
uit de hoogte, dacht Julien. Enfin, ik zal hem
dat later wel betaald zetten en duur ook.
Het maal werd later voortgezet.
't Is geloof ik niet noodig, dat wjj ons zoo
haasten,zeide de kamerdienaar, als wjj daar ginds
maar zijn op het nor, dat alles in diepen slaap is.
Maar, merkte Philippe op, wjj zullen toch
onderweg moeten ophouden.
Ja, maar ons oponthoud zal niet va lan
gen duur zgn.
Juist op dit oogenblik deed zich in de verte
het dof gerommel van den donder hooren. Blik
semstralen doorkliefden b >t luchtruim en zetten
deu voor de Christelgke Kerk. De grond
stelling dar onafhankelijkheid van moraal
voert logisch noodzakeljjk tot algeheele
Godloochening, en alleen gedachteloosheid
of inconsequentie kan de onafbankeljjke
moraal met het geloof aan God willen
vereenigen. Wie aanneemt dat er een God
bestaat, hg moet ook aannemen dat God
Zijne zedenwet in het hart vau alle men
schen geschreven heeft; hg moet de ze
delgke wetten als wetten Gods erkennen
en bggevolg de onafhankelijkheid der mo
raal verwerpen.
De lofredenaars der onafhankelijke mo
raal streven hiermede een dubbel doel na:
zooals hierboven gezegd, wiltzjj den zooge-
naamden beschaafden een plaatsveivaager
aanbieden voor het verloren Christendom,
maar zjj wil ook eeue verschansing zijn
tegen de algeheele verwildering der groote
volksmassa, alsook een dam tegen de gis
tende revolutiebawegiug.
Het Christendom bevalt den ganotzuch-
tigen, zelfzuchtigen heidenen van den nieu-
weren tjjd niet maer. De leer van het
Kruis is voor hen dwaasheidwant hoe
hard klinken de woorden: zelfverlooche
ning, versterving, nederigheid, liefde jegens
zjjne vijanden. Maar het hart verlangt nu
eenmaal naar iets hoogers dan louter naar
stoffeljjk genot; en daar komen dau deApos-
tejen der ethische beschaving en prgzeu
hunne van God en godsdienst onafhanke
lijke moraal aan. Doch het naar hoogere
goederen dorstende hart wordt hierdoor
niet bevredigd. Gelijk men de graven met
bloemen bedekt, zoo trachten ook de voor
standers der ouafhankelgke moraal de
woeste troosteloosheid hunner leer met
bloemrjjke woorden te bedekken. Maar
alleen gedacbteloozeu kunnen in ditjjdel
woordenspel hun genoegen vinden.
Nog minder kan de onafhankelijke mo
raal geven, wat men van haar verwacht
in hare uitwerkselen. Het wordt toch ook
den hoogeren kringen menigmaal recht
bang om het harte, wanneer zjj zien hoe
de verwildericg der zeden om zich heen-
grjjpt, en het vreesverwekkende weerlicht
en het doffe gerommel van den donder,
die den storm voorafgaat, vervallen hen
met schrik en ontsteltenis. De Kerk, dat
machtige bolwerk tegen het sociale gevaar,
wordt versmaadwant op haren diadeem
weerschiitert eu fonkelt net Kruis. Daar
voor roept men de onafhankelijke moraal
ter hulp, opdat zij de massa des volks iu
toom honde. Doch wat vermogen zulke
lyrische uitboezemingen en dithyramben
op de schoonheid der deugd eu deu adel
der meuschlievendheidwat vermogen
spreekwjjzen over de verheffende «mede
werking aan den vooruitgang der bescha
ving,» over «den trots d> r trouwe plichts
vervulling,» over «den wellust van het
weldoen» enz. op de groote volksmassa,
wier leven een voortdurende strjjd met
nood eu ontbering is!
Elk meusch heeft de onweerstaanbare
neiging naar volkomen geluk. Wanneer
er geen God en geen eeuwigheid bestaat,
(zooals de onafhaukelglce moraal voorop
stelt,) dan zgn de arbeiders in hnn recht,
als zg zeggen«Ook wjj willen ons aan
deel aan het aardsche geluk hebben 1»
Dit is het ernstige sociale gevaar, dat
met de ouafhankeljjke moraal verbonden
is. Niet alleen is zjj niet in slaat om de
van tjjd tot tijd den zwarten hemel in een witten
lichtgloed.
Wjj zullen onweer krjjgen, zeide mjjnheer
de Garennts misnoegd. Dat loopt ons tegen. Wjj
hadden dasr werkeljjk geen behoefte aan.
Het was te verwachten, antwoordde Van
dame wjjsgeerig. Sinds een dag of drie zit het
onweer al in de iueht. Maar wat geelt ons dat
Iz beweer dat het juist niet beter kan. Als wjj
wat veel leven makeo, dan zal het rollen van den
donder beletten dat men het hoort. Ik ga in
spannen. Het oogenblik van vertrek is gekomen.
Wil ik u soms helpen
Ik had het u niet durven vragen, maar
daarom sla ik uw aanbod toch niet af.'t Is niet
niet noodig, dat de lieden uit het huis het iu
hun brein krjjgen om mij een handje te willen
helpen. Ze zouten zich soms ongerust kunnen
maken over den inhoud van den wagen en de
kist van de contrebas mogen zien. Ik heb wel
eene her le geschiedenis in gereedheid, om h-t
vervoeren vau die //doos» le verklaren. Maar
wanneer men vermijden kan, zich aan onaan
genaamheden bloot te stellen, hoe weinig het
dan ook zij, moat men de gelegenheid met de
haren grjjpen. Nog een glaasje cognac, gjj be
taalt en wij marcheeren óp. Gjj zult mij zeker
wel willen bijlichten, terwijl ik het paard voor
den wagen span.
Beiden ledigden in een enkelen teug een
vol glas cogcao. Gedurende het marl hadden
zjj het eene glas na het andere gedronken,
met het doel zich te bedwelmen. Doch, noch de
eene, noch de andere behoefde de dronkenschap
te baat te nemen om hun geweten tot zwijgen te
groote massa in bedwaDg te houden, maar
zjj voert de groote massa juist iu de armen
der revolutie-partjj. Daarom, weg met de
onafhaukeljjke moraal, weg met haar uit
ons openbaar leven, weg met haar vooral
uit onze scholen Ook hier wordt wederom
de reeds zoo dikwjjls herhaalde waarheid
bevestigd
Ouze door koorts aangetaste, in haar
duurzaamheid bedreigde maatschappij zal
niet earder tot rust komen, dau wanDeer
zjj den terugweg weêrgevonden heeft naar
het Vaderhuis vau God.
De Eogelscbe troepen hebben in een
tweedangschen strgd in Matabeleuland
(Afrika) hun tegenstander Lo Bengala
totaal verslagen.
De Matabelen vochten wanhopig, als
echte Zoeloes. Herhaalde malen vielen zjj
aan, onder het dichte geweer- eu kaaou-
vuur der Eagelscheo, dat hunne gelederen
wegmaaide. Eene algemeene charge vol
tooide hunne nederlaag. Het regiment Im-
bazi werd vernietigd. Dd verliezen der
Matabelen worden op 3000 dooden en ge
kwetsten geraamd.
L o B e n g 1 a is op de vlucbt, waar-
heeu weeo men niet. Volgens sommigen
heeft hjj zich naar den kant van Zambesi
teruggetrokken, volgens anderen naar de
zijde der Matoppo-heuvelen. L o B e n g u-
1 a heeft zjjue krijgers persoonljjk tegen de
Eagelschen aangevoerd, zij streden met
de dapperheid van helden die hun vader
land verdedigen, maar zjj bleken niet op
gewassen tegen het Eugeisehe vaor, dat elk
ge echt man tegen man oumogeljjk maakte.
Ten sterkste wordt zelfs in Engelsche
bladen den gevoerden ver delging skr ijg te
gen de Matabelen afgekeurd, men vindt
de aangerichte slachting vernederend voor
Engelandsch naam.
De Daily News behelst een paar kolom
men dépêches uit Zuid-Afrika, houdende
bizonderheden omtrent de gavech ten tegen
de Matabelen. Ia die berichten wordt be
vestigd, dat de Matabelen met leeuwen
moed hebben gevochten en dat hun opper
hoofd Lo Bengals den strgd niet heeft
opgegeven. Hij heeft zich door de gedachte
slachting die de Engelsche vuurwapenen
ouder zjjne troepen hebben aangericht ge
noodzaakt gezien met een paar hem tron w en
gespaard gebleven regimenten zjjner keur
troepen in de vele bosschen beoosten Boeloe-
wajjo terug te trekken.
De Engelsche troepenmacht, die zich
in de wagenburcht tegen de Matabelen
verdedigd heeft, is ongeveer 2000 man
sterk geweest, met een ongeveer even groot
aantal bevriende inlanders. De aanvallen
der Matabelen waren oneindig veel tal-
r ijker. Naar LoBengula's verbljjfplaats
de zoon dor willernis, de mensch in
den natuurstaat, die, onrechtvaardig aan
gerand, vau het erfdeel zjjuer vaderen staat
beroofd te worden, wordt nu met jjver
gezocht. De Eagelschen hebben geen ge-
1) Over La Bengala en zijn stam kannen onze
lezers een in boeienden trant geschreven verhaal vinden
in de November afl. van „De Katholieke Gids," wasrin
tevens het karakter en de levenswijze der Matabelen wor
den geschilderd.
brengen; meester en knecht wogen tegen el
kander op. De eene liet zich bcheersehen door
alle hartstochten welke tot ondeugd leiden. Da
andere was, wat men noemen kan, een gauwdief
van de ergste soort.
Wjj hebben gezegd, dat Philippe tot de Pa-
rij-che balie behoorde.Hij bezat een buitengewoon
doorzicht, veel keunis en een uitstekend rede
naarstalent; slechts van hem hing het af, om
door werken een beroemd advocaat te worden,
tot den hoogeu staat te geraken ea zich zeiven
spoedig eu op eerljjke wjjze een aanzienljjk for
tuin te winnen. Maar hjj wilde of liever hij kon
dit niet, medegesleept als hjj was door de be
dwelmende genoegens van een bu tensporig leven.
Julien Vandame was gesproten uit eene familie
van brave boereu uit Naateuil le-Haudin, was
vjjf jaar geleden te Parijs gekomen, nadat hjj
de Bchrik van zjja geboortedorp en van den
omtrek was geweest. Daar zjjn vader, een eerljjke
pachter, die een arbeidzaam leveu leidde, niets
van dezen knaap had kunnen maken, had hjj
hem zonder veel spijt zien vertrekken.
Te Parjjs voerde Vandame eece woeste le
venswijze; hij beproefde alle ongeoorloofde baant
jes, en daar zjj hem gein brood verschaften, en
hjj aan den eenen kant het hospitaal en aan den
anderen de correctioneele politie en de gevan
genis in 't verschiet zag, besloot bjj geregeld te
gaan leven, ten minste in schjjn, en zjjne ondeug
den met een veraisje van braafheid le bedekken.
Zoo/eel te erger, indien dit vernis eenmaal van
al e zjjden barstte
In afwachting dat het masker geheel gevallen
was,zoude zich wellicht eene gelegenheid voordo
vecht, maar een barbaarsche slacks.ie;» ge
leverd met jjzer, kruit en lood.
Spanje.
Volgens vertrouwbare berichten
Afrika hebben de Ka'ojjlenstaiu':.';!. die
tot nu toe den Spanjaarden gunstig-1; ij:.
wareD, zich bg hun stamgenoot/-,; aan
gesloten. De geheele bevolking; ia
Afrikaansche kuststreek van C.i t i
tot Ceuta zal nu de wapenen tegeu Ja
Spanjaarden opnemen.
De Spaansche troepar» vindanjnj
haftiga en goed gewapendtj
vaarljjke tegenstanders; TcC
aangename, verrassing hebbelj
den ondervonden, dat de Rij
schoots voorzien zgn van niél
mington-gewereo en patronen, we
door sluikhandelaars nit Gibraltar w.*r
bezorgd. Teneinde ten minsts pogen
aan dezen handel een einde ta snaken,
zal de Spaansche regeering de kuststreek
tusschen Kaap Tres-Forcas en O ran door
een kanonneerboot laten bewaken.
Geweldig worden de Spaansche posten
door het geweervuur van dec vjjr.nd ba-
stookt. De Kabjjlen komen bg r-Jie.-'in .Ta
telkens opdagen achter in der v. opge
worpen heuvels en tasten zelfs de forten
der Spanjaarden met hun geweervuur nar..
De Spanjaarden trachten dan door uit
vallen waarbjj de krggsverricbtteaea zich
slechts tot schermutselingen be paton,
met hun kanonnen de vjjanden uit,
schuilplaatsen te verdrjjven. Va we.ui-
den wordt gedurende den dag m*ni*o ko
gel gewisseld, zonder dat echter ernstige
verliezen worden geleden.
Men verwacht dat generaal M a c 1 r* sjp
de opperbevelhebber der Spaansobo rro
pen binnen enkele dagen een be
strijd zal aanbinden om den vijand ni
zjjne stellingen in de nabgheid -a JAéN-Z
te verdrjjven.
Bjj eene bt tooging die gip r t M
drid gehouden werd ten gev ',.;c van ee:.
telegram, dat door den Frause.hen afge
vaardigde Deloncle nit Marseille
zonden was aan den Spaansehon gezant
te Parjjs, betreffende het geschil 'u 1
rokko, hebben ongeregeld: en r
gehad.
Eene talrijke menigte had zich voor
prefectuur en de Fransche anbaf-itde v
eenigd. De bereden gendarme'a rm ,k.
eenige charges om het volk uit ca to irr
ven. Drie gendarmes zjjn ge oud. Dogen
darmerie en de politie zgn f,.;
baasade opgesteld, ten eindt:
voor de manifesteerenden a» te
Er hadden 23 arrestatiëa piaats.
in hechtenis genomen personen
ook E m i 1 o R u t o, uitgever -v.;
republikeiosch dagblad Ideal.
De heer Deloncle vestigde
telegram de aaodacht op het
eene te Marseille gehoude- bye
genomen, waarbjj de wensch werd
sproken, dat de Spanjaarden in
zouden overwinnen en waarin
protesteerd tegen de houding
sche pers, welke betoogde, ds
Spaaosche volk zjjoe rol als
geodheid moest opgeven.
De leiders der betooging
zuimd de machtiging der v ge
hun manifestatie te vragt De
om door een stouten slag de fc tuinm
ven. Va o dame werd huisknecht, nadsSLégj
I baantje had waargenomen van o,
eindjes sigaren, figurant in eea klein
geweest, vervolgers bij een Z2
gediend, enz. Later zullen wï rv.,1
hjj eenmaal kamerdienaar van Baron
nes geworden, tot de waardigheid «a
weling en medeplichtige opklom
Philippe en Julien verlieter
gen de trap af.
Da herbergierster bevond zich in
kamer. Haar man en haar zoon, re
het werk, waren reeds naar I -I gfcgns
Gij gaat vertrekken, heeren 'Jv-;f.;
vrouw, terwjjl zjj de gemaakte vci;c:
een biljet van vijftig franks al hield.
Het kan niet anders, an. woord I
moeten dezen avond nog te - c
Gjj zoudt beter doen hier te bigt
Onmogelijk
Er zal een verschrikkeljjk onwee
Dat zal ons wat opfrissohen.
paard genoeg gedronken en zjjn dobbel
haver verteerd?
Ja, mjjnheerMaar het is buiten
dat men geen hand voor da ooges
Neem tan minste eene lantaarn nii
Nu, die wil ik hebbei
zal haar wel dragen.
De herbergierster stak eet ha:
ea eeuige oogenblikken latgr
den bankwagen gi