No. 2055. Zondag 5 November 1893. 18de Jaargan De onafhankelijke moraal. BUITENLAND, BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. De twee Neven. Engeland. miM MARL! mm ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland c 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATE RDA G. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 30 Cents. 5 JEM A1 NT IK N O luTr* AGITE MA NON AGITATE Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Cont.r-.s. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-a*, o voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etramf, re, G.Ij.D AU BE Sj' Co., JO [IN F. JONES, Succ., Parijs 31 Ms Faubourg Mo-ntmart e. David Strauss heeft voor eene halve eeuw geleden de vraag geopperd: Zijn wjj nog Christenen? Hjj beantwoordde die vraag ontkennend, en voor de kringen waartoe hg behoorde met het volste recht. Tegenwoordig zjjn we reeds veel verder op de afhellende baan des ougeloofs. Naar aan leiding der beweringen van de moderne wetenschap kan men tegenwoordig de vraag stellenZgn wjj nog menschen De mo derne ongeloovige wetenschap heeft alles gedaan om den mensch te verlagen. Vol gens hare leeringen is de mensch uit mod der en sljjk geboren en hij zal wederom modder en slgk worden hg is slechts een meer ontwikkeld zoogdier, een ietwat be schaafde aap, van wien na den dood niets meer overbljjft dan van het dier, hetwelk men in den grond stopt. Slechts één klei nood scheen tot nog toe volkomen onaan tastbaar: het godsdienstig zedeljjk karak ter van den mensch. Hg onderscheidt goed en kwaad, recht en onrecht, wjjl God Zjjne zedenwet in 's menschen hart en ge weten beeft geschreven. Hierop nu richt de ongeloovige wetenschap hare aanvallen, om God uit Zjjne laatste positie in het hart des menschen te verdringen. Als hef boom hiervoor gebruikt zij de zoogenaamde onafha keljjke moraal. De aanhangers hiervan geven toe, dat het verstand ons zedelgke geboden voor houdt; dat het verstand ons veel gebiedt of verbiedt en dat het geweten ons vóór de daad vermaant, en na de daad ons 51 prjjst of berispt. Maar, zeggen zg, deze geboden zgn geen geboden van een hoo- ger, boven ons uitstaand gezag, maar de menschen zelf hebben zich zeiven deze wetten gegeven. Het geweten is voor hen niet de stem Gods, maar louter de stem van ons eigen verstaud, waardoor wij ons zeiven tot verantwoording oproepen. De weg tot deze ouafhankelgke moraal was reeds gebaand door Immannel Kant. Hij verklaart de rede voor auto noom, d. i. zich zelf de wet voorschrij vend; en de onvoorwaardelijke vorm, waarin zg ons gebiedt of verbiedt, is de categorische imperatief. Derhalve is ook eene overtreding vai de zedenwet niet alleen eene beleedigiug van God, maar ook eea misslag tegen de cathegorische im peratief. Een reden, waarom Kant met zgn categorische imperatief zoo spoedig der vergetelheid ten deel viel, ligt daarin, omdat bjj niet radicaal genoeg het geloof aan God en de eeuwigheid uit den weg ruimde. Ofschoon hg de moraal als on afhankelijk van Gods wil voorstelde, toch loochende hg het bestaan Gods niet. Dit had voor de moderne ongeloovige rich ting een bittereu bijsmaak, en zg zocht en vond een anderen weg in het Darwi nistisch ontwikkelings-idee, volgens het welk het gebeele zichtbare heelal met zjjne wondervolle orde en harmonie zonder tusscheDkomst van God zich nit eene blind werkende, planlooze atomendwar- ling ontwikkeld heeft. Ook de mensch is het voortbrengsel van dit blinde ontwik kelingsproces en zooals vanz* lf spreekt moeten ook zjjne zedelgke begrippen en het zedelgk bewustzgn langs dezen weg ontstaan zgn. De Engelschman H. S p e n- c e r is de hoofdprofeet dezer richting. FEUILLETON. 6. {Vervolg.) Ja, en dat bjj eene hitte van dertig gra den. Ik dacht waarachtig, dat ik onderweg zou smelten. En de herberg? 't Is de eenige van het dorp, zjj kunnen ner gens anders stilhouden. De stal? Is een eenvoudige loods,die tegen een muur staat langs welken een weg loopt, die ons veel kan helpen, doordien hjj ons in Ie mogelijkheid stelt om de zaak tot een goed einde te brengen, zonder dat men oos kan hoorcn. Het zal dus noodig wezen om dezen muur over te klimmen. Volstrekt niet. Er is een God voor brave menschen'. Naast de loods bevindt zich eene deur, die dag en nacht open bljjft. De komst der herbergierster, die den gevrnag- den wjjn bracht, brak andermaal het gesprek af. Toen deze, na ingeschonken te hebben, de ka mer verliet, hervatte Philippe: Wij zullen dus op de binnenplaats kunnen komen, zonder vermoedens op te wekken P Wjj zullen er kunnen komen, alsof wij ons i»is binnengingen. Geen hond geen geen knechts of meidan. onw alleen met haar ziek nichtje, goed als in orde. vjj ons best doen om te slagen, Volgens hem leerden de meuscheo iu den tjjd, toen zjj nog bjj troepen door steppen en bosschen rondzierven, uit de onder vinding dat zekere handelingen nuttige, andere handelingen schadeljjke en nadee- lige uitwerkselen voortbrachten. Aldus werd de toegenegenheid voor de eerstge noemde handeliDgeo, de afkeer vaa de laatstgenoemde handelingen gevormd. Hierbjj kwam de vrees voor uitwendige 8trafiao. Door den haif-dierljjken mensch moesten vele handelingen nagelaten of volbracht worden uit vreeze voor den toorn der woeste medegezellen of voor den toorn van een opperhoofd. Hierbjj voegde zich nog de vreeze voor de geesten der afge storvenen, welke men zich als leveud voor stelde. Aldus ontstond het idee van dwang, van noodzakeljjkhtid en geweld in betrek king tot zekere handelingen. Op eau hoo- ger trap van ontwikkeling zouden de men schen, zooals Spencer gelooft, niet meer uit plicht, maar slechts meer uit lust voor het goede handelen. Ieder behoeft zich dan maar aan de begeerte van zijae neiging over te geven, om immer het goede te doen. De Daitsche moraal-philosophen, zooals prof. Paul sen in Berljjn, hebben den colportage- handel van deze Spencersahe wjjsheid op zich genomen. Hunne leeringen bevatten geene verklaring van de zedelgke orde, in 't bjjzonder van den plicht en van het geweten, maar zgn slechts even zoovele pogingen om met waardeeriug van zekere welvoegeljjkheid God en Zjjne zedewet stil zwijgend voor bjj te gaan. Welke is nu de praktische beteekenis van de onafhankelijke moraal?Zjj is een ken merk en eene werking van de algeheele ontvreemding Gods aan de kriogen der maatschappjjzij is vóór alles een strijd wapen om de christelijke wereldorde om ver te werpen. Eenige aanhangers der onafhankelijke moraal zeggen zeker niet openljjk: Er is geen God. Dit klinkt hun te ruw eu zou aanstoot kannen wekkea. Zjj geven er liever de voorkeur aan, zich in dun mantel te hallen van het Scepti cisme en op alle vragen over God en de bovenzinnelijke wereld te antwoorden Ignoramus et ignorabimusdaarover kan men niets met zekerheid weten! In werkelgkheid staat de groote meer derheid van de aanhangers der ouafhan kelgke moraal op een ongeloovig, atheïs tisch standpunt. Tot in den jongsten tjjd was deze beweging bg ons tamelijk on schuldig eu verwekte weinig bezorgdheid, omdat die beweging zich beperkte bjj be paalde gehoorzalen en kringen van geleer den. Het socialisme heeft het eerst de grondstelling der ouafhankelgke moraal in de groote massa des volks geslingerd. B e b e 1 schreef re ds voor jaren geleden: «Zedeljjkheid en moraal hebben met den godsdienst niets te makeo.» Ook op dit punt was het socialisme meer consequent dan zgn vader, het liberalisme. In de laatste maandeD heeft zich ook in Daitschland, volgens Amerikaansch model, een genootschap gevormd voor ethische beschaving, welk genootschap het doel nastreeft de menschen van God en godsdienst zedelgk te ontheffeo. In den grond der zaak is zjj niets andsrs dan het maatschappelijk georganiseerde atheïsme, hetwelk een plaa'svervanger wil aanbie- Vandame, zeide mjjnheer de Gareones na eeoig stilzwjjgeo, gij weet dat ik niet ondankbaar zal tjjo. Verduiveld, daar reken ik ook op, het be treft hier maar eventjes vijf a zes millioen, waar achtig eene aardige kluit geld! Zonder dat mijn heer zich behoeft nit te kleeden, kan bjj mjj gerust zooveel geven, dat ik als een fatioenljjk burgerman van mijne renten kan leven. Op den dag, dat ik in 't bezit treed van de millioenec van mjja oom, zult gij honderd- vjjftig-duizend franks ontvangen. Over dat cjjfer kunnen wij te gelegener tjjd en plaatse nog wel eens wat nader spreken, dacht Julien, vervolgens zeide hjj luid: Mijnheer heeft zeker al zjjne plannen gemaakt, om iD 't bezit te geraken van die duiteD. Mjjuheer heeft het mjj nog wel Diet meegedeeld, maar om 't even, ik heb toch 't volste vertrouwen in de zaak. Gjj hebt gelijk, antwoordde Philippe droogjes. Mjjnbeer de Baron behandelt mij een beetje uit de hoogte, dacht Julien. Enfin, ik zal hem dat later wel betaald zetten en duur ook. Het maal werd later voortgezet. 't Is geloof ik niet noodig, dat wjj ons zoo haasten,zeide de kamerdienaar, als wjj daar ginds maar zijn op het nor, dat alles in diepen slaap is. Maar, merkte Philippe op, wjj zullen toch onderweg moeten ophouden. Ja, maar ons oponthoud zal niet va lan gen duur zgn. Juist op dit oogenblik deed zich in de verte het dof gerommel van den donder hooren. Blik semstralen doorkliefden b >t luchtruim en zetten deu voor de Christelgke Kerk. De grond stelling dar onafhankelijkheid van moraal voert logisch noodzakeljjk tot algeheele Godloochening, en alleen gedachteloosheid of inconsequentie kan de onafbankeljjke moraal met het geloof aan God willen vereenigen. Wie aanneemt dat er een God bestaat, hg moet ook aannemen dat God Zijne zedenwet in het hart vau alle men schen geschreven heeft; hg moet de ze delgke wetten als wetten Gods erkennen en bggevolg de onafhankelijkheid der mo raal verwerpen. De lofredenaars der onafhankelijke mo raal streven hiermede een dubbel doel na: zooals hierboven gezegd, wiltzjj den zooge- naamden beschaafden een plaatsveivaager aanbieden voor het verloren Christendom, maar zjj wil ook eeue verschansing zijn tegen de algeheele verwildering der groote volksmassa, alsook een dam tegen de gis tende revolutiebawegiug. Het Christendom bevalt den ganotzuch- tigen, zelfzuchtigen heidenen van den nieu- weren tjjd niet maer. De leer van het Kruis is voor hen dwaasheidwant hoe hard klinken de woorden: zelfverlooche ning, versterving, nederigheid, liefde jegens zjjne vijanden. Maar het hart verlangt nu eenmaal naar iets hoogers dan louter naar stoffeljjk genot; en daar komen dau deApos- tejen der ethische beschaving en prgzeu hunne van God en godsdienst onafhanke lijke moraal aan. Doch het naar hoogere goederen dorstende hart wordt hierdoor niet bevredigd. Gelijk men de graven met bloemen bedekt, zoo trachten ook de voor standers der ouafhankelgke moraal de woeste troosteloosheid hunner leer met bloemrjjke woorden te bedekken. Maar alleen gedacbteloozeu kunnen in ditjjdel woordenspel hun genoegen vinden. Nog minder kan de onafhankelijke mo raal geven, wat men van haar verwacht in hare uitwerkselen. Het wordt toch ook den hoogeren kringen menigmaal recht bang om het harte, wanneer zjj zien hoe de verwildericg der zeden om zich heen- grjjpt, en het vreesverwekkende weerlicht en het doffe gerommel van den donder, die den storm voorafgaat, vervallen hen met schrik en ontsteltenis. De Kerk, dat machtige bolwerk tegen het sociale gevaar, wordt versmaadwant op haren diadeem weerschiitert eu fonkelt net Kruis. Daar voor roept men de onafhankelijke moraal ter hulp, opdat zij de massa des volks iu toom honde. Doch wat vermogen zulke lyrische uitboezemingen en dithyramben op de schoonheid der deugd eu deu adel der meuschlievendheidwat vermogen spreekwjjzen over de verheffende «mede werking aan den vooruitgang der bescha ving,» over «den trots d> r trouwe plichts vervulling,» over «den wellust van het weldoen» enz. op de groote volksmassa, wier leven een voortdurende strjjd met nood eu ontbering is! Elk meusch heeft de onweerstaanbare neiging naar volkomen geluk. Wanneer er geen God en geen eeuwigheid bestaat, (zooals de onafhaukelglce moraal voorop stelt,) dan zgn de arbeiders in hnn recht, als zg zeggen«Ook wjj willen ons aan deel aan het aardsche geluk hebben 1» Dit is het ernstige sociale gevaar, dat met de ouafhankeljjke moraal verbonden is. Niet alleen is zjj niet in slaat om de van tjjd tot tijd den zwarten hemel in een witten lichtgloed. Wjj zullen onweer krjjgen, zeide mjjnheer de Garennts misnoegd. Dat loopt ons tegen. Wjj hadden dasr werkeljjk geen behoefte aan. Het was te verwachten, antwoordde Van dame wjjsgeerig. Sinds een dag of drie zit het onweer al in de iueht. Maar wat geelt ons dat Iz beweer dat het juist niet beter kan. Als wjj wat veel leven makeo, dan zal het rollen van den donder beletten dat men het hoort. Ik ga in spannen. Het oogenblik van vertrek is gekomen. Wil ik u soms helpen Ik had het u niet durven vragen, maar daarom sla ik uw aanbod toch niet af.'t Is niet niet noodig, dat de lieden uit het huis het iu hun brein krjjgen om mij een handje te willen helpen. Ze zouten zich soms ongerust kunnen maken over den inhoud van den wagen en de kist van de contrebas mogen zien. Ik heb wel eene her le geschiedenis in gereedheid, om h-t vervoeren vau die //doos» le verklaren. Maar wanneer men vermijden kan, zich aan onaan genaamheden bloot te stellen, hoe weinig het dan ook zij, moat men de gelegenheid met de haren grjjpen. Nog een glaasje cognac, gjj be taalt en wij marcheeren óp. Gjj zult mij zeker wel willen bijlichten, terwijl ik het paard voor den wagen span. Beiden ledigden in een enkelen teug een vol glas cogcao. Gedurende het marl hadden zjj het eene glas na het andere gedronken, met het doel zich te bedwelmen. Doch, noch de eene, noch de andere behoefde de dronkenschap te baat te nemen om hun geweten tot zwijgen te groote massa in bedwaDg te houden, maar zjj voert de groote massa juist iu de armen der revolutie-partjj. Daarom, weg met de onafhaukeljjke moraal, weg met haar uit ons openbaar leven, weg met haar vooral uit onze scholen Ook hier wordt wederom de reeds zoo dikwjjls herhaalde waarheid bevestigd Ouze door koorts aangetaste, in haar duurzaamheid bedreigde maatschappij zal niet earder tot rust komen, dau wanDeer zjj den terugweg weêrgevonden heeft naar het Vaderhuis vau God. De Eogelscbe troepen hebben in een tweedangschen strgd in Matabeleuland (Afrika) hun tegenstander Lo Bengala totaal verslagen. De Matabelen vochten wanhopig, als echte Zoeloes. Herhaalde malen vielen zjj aan, onder het dichte geweer- eu kaaou- vuur der Eagelscheo, dat hunne gelederen wegmaaide. Eene algemeene charge vol tooide hunne nederlaag. Het regiment Im- bazi werd vernietigd. Dd verliezen der Matabelen worden op 3000 dooden en ge kwetsten geraamd. L o B e n g 1 a is op de vlucbt, waar- heeu weeo men niet. Volgens sommigen heeft hjj zich naar den kant van Zambesi teruggetrokken, volgens anderen naar de zijde der Matoppo-heuvelen. L o B e n g u- 1 a heeft zjjue krijgers persoonljjk tegen de Eagelschen aangevoerd, zij streden met de dapperheid van helden die hun vader land verdedigen, maar zjj bleken niet op gewassen tegen het Eugeisehe vaor, dat elk ge echt man tegen man oumogeljjk maakte. Ten sterkste wordt zelfs in Engelsche bladen den gevoerden ver delging skr ijg te gen de Matabelen afgekeurd, men vindt de aangerichte slachting vernederend voor Engelandsch naam. De Daily News behelst een paar kolom men dépêches uit Zuid-Afrika, houdende bizonderheden omtrent de gavech ten tegen de Matabelen. Ia die berichten wordt be vestigd, dat de Matabelen met leeuwen moed hebben gevochten en dat hun opper hoofd Lo Bengals den strgd niet heeft opgegeven. Hij heeft zich door de gedachte slachting die de Engelsche vuurwapenen ouder zjjne troepen hebben aangericht ge noodzaakt gezien met een paar hem tron w en gespaard gebleven regimenten zjjner keur troepen in de vele bosschen beoosten Boeloe- wajjo terug te trekken. De Engelsche troepenmacht, die zich in de wagenburcht tegen de Matabelen verdedigd heeft, is ongeveer 2000 man sterk geweest, met een ongeveer even groot aantal bevriende inlanders. De aanvallen der Matabelen waren oneindig veel tal- r ijker. Naar LoBengula's verbljjfplaats de zoon dor willernis, de mensch in den natuurstaat, die, onrechtvaardig aan gerand, vau het erfdeel zjjuer vaderen staat beroofd te worden, wordt nu met jjver gezocht. De Eagelschen hebben geen ge- 1) Over La Bengala en zijn stam kannen onze lezers een in boeienden trant geschreven verhaal vinden in de November afl. van „De Katholieke Gids," wasrin tevens het karakter en de levenswijze der Matabelen wor den geschilderd. brengen; meester en knecht wogen tegen el kander op. De eene liet zich bcheersehen door alle hartstochten welke tot ondeugd leiden. Da andere was, wat men noemen kan, een gauwdief van de ergste soort. Wjj hebben gezegd, dat Philippe tot de Pa- rij-che balie behoorde.Hij bezat een buitengewoon doorzicht, veel keunis en een uitstekend rede naarstalent; slechts van hem hing het af, om door werken een beroemd advocaat te worden, tot den hoogeu staat te geraken ea zich zeiven spoedig eu op eerljjke wjjze een aanzienljjk for tuin te winnen. Maar hjj wilde of liever hij kon dit niet, medegesleept als hjj was door de be dwelmende genoegens van een bu tensporig leven. Julien Vandame was gesproten uit eene familie van brave boereu uit Naateuil le-Haudin, was vjjf jaar geleden te Parijs gekomen, nadat hjj de Bchrik van zjja geboortedorp en van den omtrek was geweest. Daar zjjn vader, een eerljjke pachter, die een arbeidzaam leveu leidde, niets van dezen knaap had kunnen maken, had hjj hem zonder veel spijt zien vertrekken. Te Parjjs voerde Vandame eece woeste le venswijze; hij beproefde alle ongeoorloofde baant jes, en daar zjj hem gein brood verschaften, en hjj aan den eenen kant het hospitaal en aan den anderen de correctioneele politie en de gevan genis in 't verschiet zag, besloot bjj geregeld te gaan leven, ten minste in schjjn, en zjjne ondeug den met een veraisje van braafheid le bedekken. Zoo/eel te erger, indien dit vernis eenmaal van al e zjjden barstte In afwachting dat het masker geheel gevallen was,zoude zich wellicht eene gelegenheid voordo vecht, maar een barbaarsche slacks.ie;» ge leverd met jjzer, kruit en lood. Spanje. Volgens vertrouwbare berichten Afrika hebben de Ka'ojjlenstaiu':.';!. die tot nu toe den Spanjaarden gunstig-1; ij:. wareD, zich bg hun stamgenoot/-,; aan gesloten. De geheele bevolking; ia Afrikaansche kuststreek van C.i t i tot Ceuta zal nu de wapenen tegeu Ja Spanjaarden opnemen. De Spaansche troepar» vindanjnj haftiga en goed gewapendtj vaarljjke tegenstanders; TcC aangename, verrassing hebbelj den ondervonden, dat de Rij schoots voorzien zgn van niél mington-gewereo en patronen, we door sluikhandelaars nit Gibraltar w.*r bezorgd. Teneinde ten minsts pogen aan dezen handel een einde ta snaken, zal de Spaansche regeering de kuststreek tusschen Kaap Tres-Forcas en O ran door een kanonneerboot laten bewaken. Geweldig worden de Spaansche posten door het geweervuur van dec vjjr.nd ba- stookt. De Kabjjlen komen bg r-Jie.-'in .Ta telkens opdagen achter in der v. opge worpen heuvels en tasten zelfs de forten der Spanjaarden met hun geweervuur nar.. De Spanjaarden trachten dan door uit vallen waarbjj de krggsverricbtteaea zich slechts tot schermutselingen be paton, met hun kanonnen de vjjanden uit, schuilplaatsen te verdrjjven. Va we.ui- den wordt gedurende den dag m*ni*o ko gel gewisseld, zonder dat echter ernstige verliezen worden geleden. Men verwacht dat generaal M a c 1 r* sjp de opperbevelhebber der Spaansobo rro pen binnen enkele dagen een be strijd zal aanbinden om den vijand ni zjjne stellingen in de nabgheid -a JAéN-Z te verdrjjven. Bjj eene bt tooging die gip r t M drid gehouden werd ten gev ',.;c van ee:. telegram, dat door den Frause.hen afge vaardigde Deloncle nit Marseille zonden was aan den Spaansehon gezant te Parjjs, betreffende het geschil 'u 1 rokko, hebben ongeregeld: en r gehad. Eene talrijke menigte had zich voor prefectuur en de Fransche anbaf-itde v eenigd. De bereden gendarme'a rm ,k. eenige charges om het volk uit ca to irr ven. Drie gendarmes zjjn ge oud. Dogen darmerie en de politie zgn f,.; baasade opgesteld, ten eindt: voor de manifesteerenden a» te Er hadden 23 arrestatiëa piaats. in hechtenis genomen personen ook E m i 1 o R u t o, uitgever -v.; republikeiosch dagblad Ideal. De heer Deloncle vestigde telegram de aaodacht op het eene te Marseille gehoude- bye genomen, waarbjj de wensch werd sproken, dat de Spanjaarden in zouden overwinnen en waarin protesteerd tegen de houding sche pers, welke betoogde, ds Spaaosche volk zjjoe rol als geodheid moest opgeven. De leiders der betooging zuimd de machtiging der v ge hun manifestatie te vragt De om door een stouten slag de fc tuinm ven. Va o dame werd huisknecht, nadsSLégj I baantje had waargenomen van o, eindjes sigaren, figurant in eea klein geweest, vervolgers bij een Z2 gediend, enz. Later zullen wï rv.,1 hjj eenmaal kamerdienaar van Baron nes geworden, tot de waardigheid «a weling en medeplichtige opklom Philippe en Julien verlieter gen de trap af. Da herbergierster bevond zich in kamer. Haar man en haar zoon, re het werk, waren reeds naar I -I gfcgns Gij gaat vertrekken, heeren 'Jv-;f.; vrouw, terwjjl zjj de gemaakte vci;c: een biljet van vijftig franks al hield. Het kan niet anders, an. woord I moeten dezen avond nog te - c Gjj zoudt beter doen hier te bigt Onmogelijk Er zal een verschrikkeljjk onwee Dat zal ons wat opfrissohen. paard genoeg gedronken en zjjn dobbel haver verteerd? Ja, mjjnheerMaar het is buiten dat men geen hand voor da ooges Neem tan minste eene lantaarn nii Nu, die wil ik hebbei zal haar wel dragen. De herbergierster stak eet ha: ea eeuige oogenblikken latgr den bankwagen gi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1