NIEUWE i\o 2056 Woensdag 8 November 1893 18de Jaargang. Is het leven van Z. 11. Leo Xlll In gevaar? BUITENLAND 70 De twee Neven. Frankrijk. Oostenrijk-Hongarije. H44R1EHSCHE S0UR4IT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 3 maanden vootr Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummerB0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BÜEEAÜ: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 ri Elke regel meer 30 Cent» 5 AGITE MA NON AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag- ea V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. K P P R 8. Daze vraaj, die wjj hier neerschreven, beantwoorden wjj met ja! De toestand waarin wij den H. Vader binnen Rome zien geplaatst, is schrikwek kend. Z. H. Leo XIII, is meer dan ooit in onze dagen van beroeringen prijs gege ven aan de enoode aanvallen van zgue be lagers, en de macht der duisternis treedt met satanisch geweid en met een belscb be drijf zelfs in het openbaar tegen hem op. Italië bedreigt de Europeesche vrede. Verarmd door de kosten van het leger, dat opgewassen moet zga tegen de eischen van den Drievoudigen Bond, is de Italiaansche natie op den rand van den afgrond en van het Staatsbankroet gebracht. Leroy-Beau- lieu niet alleen, maar ook de Europeesche bladen zonder onderscheid van kleur heb ben met cjjfers aangetoond en ook een vrieod in den kring der Triple Alliantie, het Neue Tagebl. van Weeoen, bevestigt den onge- lukkrgen fiuancieelen toestand van het Ita liaansche schiereiland. Geen land ter wereld verkeert in zulk een geldnood als het schoone Italië. De hoogst ellendige toestand wordt van dag tot dag erger. Het zilver is er zoo schaarscb, dat de patroons geen zilveren ot nikkelen pasmunt hebben, om hun werkvolk te be talen. Papier, dat op een gegeven oogea- blik waardeloos kan worden, is schier het eenige geld, dat men er ziet. Bij de uitkee- ring van het werkloon had er te Biello, in het Piëmonteesche, een opstand onder de werklieden plaat?, wjjl de patroons geen ander betaalmiddel hadden dan papier. Ieder nadenkende lezer vraagt zich af: waar zijn de hondarden millioeneu der kloosters en godsdienstige instellingen ge bleven, waarvan de Regeering zich weder rechtelijk heeft meester gemaakt Waarom is het schoone en vruchtbare Italië thans zoo arm, armer dan ooit? Waarom moe ten duizenden het lieve vaderland ver laten, om elders eeue bete broods te verdienen, die het éene Talië niet göven kan? Omdat onrechtvaardig goed niet gedjjt, Qui mange du Pape, en meurt. Van uit Berijjn moest men dezer dagen met kracht tusschenbeide komen om Ita- lië's crediet te reddenwant zoodra dit land niet meer in staat is, zijne verplichtingen te vervullen, zal de Drievoudige Bond er schade door lyden en zelfs gevaar loopen. Er moest dus het mogelijke gedaan worden om den bondgeuoot te redden. Berljjnsche FE U1LLETON. Vervolg.) De paarden schenen, zooals wjj reeds zeiden, uitgeput van vermoeienis, maar de koetsier, die beschut wilde zjjn voor het orkaan, drtef hen met veelvuldige zweepslagen aan. Te half tien kwam het sombere rijtuig te Pon tarmé aan. Raoul de Chalins, die het ljjk van zjjn oom vergezelde, stak het bovenlijf uh ^et portier vau het rqtuig en vroeg, terwijl hij zich tot den koet zier richtte: Weet gij ook soms eene herberg te Pontarmé Ja, mijnheer, maak u maar niet ongerust. Ik weet er een, en 't is de beste hier in dezen omtrek, aangezien zjj de eenige is. Zjj wordt ge houden door de weduwe Magloire, eene achtens waardige vrouw. Ik heb ook haar man gekend, wqlen Maglcire, wjj hebben samen menig kannetje wqn geledigd. Gij zult het best hebben bjj de weduwe. Zie zoo, daar zjjn wq er al! "Volk! riep de koetsier. De kasteleines verscheen onmiddellijk op den drempel der deur, die van de woning taar de binnenplaats leidde. Raoul steeg uit bet rjjtuig. Wel, heb ik ooit, zeide de weduwe, toen zq den koeteier herkende, die haar groette. Gij hier, mijnheer Santurnin 1 Dat had ik nu wel het allerminst verwacht. En welk toeval brengt u hier? 'tls geen toeval, juffrouw Magloire, maar een eenvoudig gevolg van de uitoefening van financiers hebben dan ook eene leeniug van 600 millioen lire voor Italië gesloten. Zulk een toestand is echter niet houd baar. De Berljjnsche bondgenoot, zeide een eminent staatsman tot de redactie van de Gazetta di Torinokonde wel eens, om Italië goedsuhiks te kunuen kwjjtraken, eau oor log gaan verhaasten in plaats van zooals nu, dien tegen te houden. Een oorlog zou eene uitkomst kunnen worden, ten einde te komen tot eene «nieuwe, redelijke en besteudige organisatie van ons werelddeel.» «De haat en verachting, zegt de liberale Folchettowelke de Fianschen, zjj mogen keizersgezind, Orleanietisehof republikeiusch zjju, ons toedragen, dagteekent van 1870, en de wortelen vau dien haat zjjn diep geslagen en ingegroeid in den muur der Porta Pia, jaist op de plek waar Italië bres schoot en binnen Rome trok.» Rome kan niet als hoofdstad behouden big ven, ea daarom hoopt de vrijmetselarjj, dat, wanneer een oorlog uitbrak eu Italië, hetgeen voorzien wordt, de nederlaag ked, alsdan het Romeinsche en naar Rome ge trokken gepeupel bet Vaticaan zal sloopen en don Paus als gjjzelaar medevoeren. Men kan deze sinistra vooruitzichten reeds lezen in de Italiaausche organen der Loge. Da buiteulandsebe, vooral de Eugelsche katholieke pers heelt reeds de aandacht vau Europa eu geheel de beschaafde wereld ge vestigd op het gevaar dat het Opperhoofd der Kerk, den Stedehouder van Christus boven het hoofd hangt, in geval van vjj- andelgkhnden tusscheu Italië en Frankrijk. De Unitd cattolica citeert de ruafonnieke Riforma, die schreef: «Hadden toch maar de volksmannen der jongste Romeinsche republiek, in 1849 de kerkeu in de lucht laten vliegen, voordat de Franscken binnenrukten 1 Hoezeer zou de oplossing der Vaticaansche quaestie bespoe digd zjju, iudieu niet Alberto Mario, vernemende dat een der vier groote beuken van den St. Pieter ondermijnd was, de po ging bad doen mislukkeD, zeggende dat hij terugschrok voor zujk eene groote heilig schennis.» Een ander ma^onniek blad, de Caffaro van Genua, schreef dezer dagen: «Het is duideljjk dat, in geval van oor log, het den Paus niet zou vrijstaan Rome eigendunkelijk te verlaten; het gouverne ment zou hem zulks kunnen beletten, in dien het meende dat de weigering van toe stemming tot vertrek strookte met de alge- meene politiek des rijks «Wjj willen veronderstellen dat Leo XIII in het Vaticaan bljjft wonen, terwijl mjjn beroep, dat mjj ia de gelegenheid stelt om u de hand te drukken en den necht ouder uw dak door te brengen, antwoordde Saturnin. Wat, gq bljjft hier slapen? hernam de brave vrouw. Om u te dieren, juffrouw Magloire, en mjjnheer ook. Ik ga nn eerst zorgen voor rnjjue paarden, zorgt gq nu voor mqnhser, en denk er om, dat wij allebei rammelen van den honger. Gq zult het beste wat er is te eten hebben. Weet gij waar de stal en waar het koetshuis is? Ja, ja, ik weet het. Ik zal het wel alleen klaarspelen. Do herbergierstor wendde zich nu tot Raoul. Wil mjjnheer niet binnenkomen? vroeg zjj hem. Ik volg n, juffrouw Magloire. Terwjjl de jonge man nu met de weduwe mede ging, spande Saturnin uit. Hjj plaatste zjjn wagen dwars ouder de loods, die tot koetshuis diende, bracht vervolgens zijne paarden op stal, ontdeed ze van bet tuig, wreef ze met een stroowisch af, en, partij trekkende van zjjne bekendheid met de plaats, gaf hjj hun in ruime mate al datgeen, waaraan zij dringend behoefte hadden, nameljjk water, hooi, haver en stroo. Juffrouw Magloire was aangenaam en tevens onaangenaam verrast geworden door do onver wachte komst van reizigers op dit late uur van den avond. Aangenaam, omdat deze komst haar een aan zienlijk voordeeltje zoude opleveren. Onaangenaam, omdat zjj onmogeljjk alleen alles kon doen, wat er thans van haar gevergd werd. de legers teu strijde trekken. Iudien de tjjdiug dat de Italiaansche troepeD, wjj zeg gen niet een volslagen nederlaag geleden hadden, maar dan toch geslagen waren, Rome bereikte, wat zou dan volgen? Wel, natuurljjk dit: dat er vau het Vaticaan de eene steen niet op den anderen zou bljjven en dat geen enkele officieels machtjin staat zon zjjn de veiligheid en het leven der bewo ners van dat paleis te waarborgen.» Ziedaar wat de Loge durft voorspellen en wat zij hoopt. Er bljjkt maar al te verachrikkeljjk uit, hoe weioig de vrjjheid van den H. Vader in de boofdstal van het re Italië thans beteekei.t en hoe diingeud noodig het is dat Z. H. de Paus het wereldljjk gezag, de vroegere onafhaukeljjkheid in vollen om vang berkrjjge. Da tFigaroheeft nog niet afgedaan met da Russomauie. Ia eeu zeer ernstig bedoeld hoofdartikel trekt een der mede werkers een uitgesponnen parallel tusschen «Twee Keizers», den Duitschen Keizer en den Czaar. Die twee schijnen bijna alle tegenovergestelde eigenschappen te bezitten: de een spreekt veel, de ander zwijgt; de een is gematigd en koel, de ander heft g en opgewondendeze geniet in zjju kei zerschap, gene berust erinde een reist steeds, de ander gaat eens per jaar een bezoek brengen aan zjjne familie; bjj den een is alles officieel, etiquette, hofcostumes, de ander is de een vond zelf; de een is ge haat., omdat hjj gevreesd is, de ander wordt bemind door zjjne onderdanen in de verste streken des lands; de een houdt zjjne die naren zoolang hij kan, de ander is ondank baar en zendt zijne trouwste helpers zon der reden weg. Zoo gaat het voort, totdat de schrjjver eindigt met de ontdekking, dat bjj keizer Wilhelm geen spoor van logica in denkbeelden en politiek te vinden is, terwjjl de Czaar geen duimbreed afwjjkt van de eens ingeslagen richting. Vele menschen zjjn in Fraukrjjk door Ruseenliefde krankzinnig geworden en heb ben zelfmoord gepleegd; bjj sommige jour nalisten toont de manie zich te uiten in hoofdartikelen als dat waarvan wij den ir- bond hierboven hebben medegedeeld. Bjj de ljjkschouwing der beide Fran- sche stroopers Bine, vader en zoon, die door den Dait&ehen gendarme werden dood geschoten, en bjj het gerechterljjk onder zoek is de onschuld van den Duitschen Wjj hebben de goede vrouw tegen Julien Vandame hooren sproken over een meisje uit de buurt, dat zjj voor Zondags in dienst had genomen, den dag waarop de klanten naar de herberg stroomden. Zij weende nu dat het 't beste zoude wezen, dit meisje te balen en haar te vragen, of zjj een handje wilde helper, bjj het gereedmaken van het avond- maBl en bjj het in orde brengen der kamers. Haar besluit was weldra geoomen. Heb een weinigje geduld, mjjnheer, ik kom terstond terug. En zq spoedde zich naar het dorp om Franqoise op te zoeken. Na verloop van vijf minuten trad Saturnin binnen. Zjjt gjj zoo alleen, mijnheer, zeide hij, en waar is juffrouw Magloire dan? Uitgegaan! Och, die brave vrouw. Zjj is zeker provisie gaan opdoen. Maar ze zal wel spuedig terug zijn. Lang duurde 't niet, of de weduwe Magloire vertoonde zich weer met Franqoise. Deze was eene wakkere boerin, bezield met goeden wil, die met een bewonderecswaardigen ijver een avondmaal begon te bereiden dat zoo niet keurig, dau toch overvloedig was, terwijl de herbergierster aan Raoul vroeg. Zal mjjuheer hier of op zjj ne kamer eten Hier, antwoordde de jonge man, tot groote voldoening van den koetsier,die bjj zichzelven zeide: Zoo mag ik bet zien. Daar zit nn geen haartje trots in. Da herbergierster dekte de tafel en terwjjl zjj zich tot den koetsier van den ljjkwagen richtte, hervatte zij: boschwachter nog niet gebleken. Een in woner van Champenay verklaart, dat hg I twee schoten heeft gehoord, terwjjl de bosch wachter volhoudt, dat er vjjf schoten ge lost zjjn, waarvan drie door de stroopers. De wjjnoogst ia Fraukrjjk, die, men weet het, dit jaar buitengewoon ruim is, wordt geschat op 49,800,000 hectoliter, tegen 20,700,000 in het vorige jaar en te gen 20,900,000 als gemiddelde in de tien laatste jaren. Het Journal des Débats deelt mede dat de Fransche regeering voornemens moet zjjn, den gezant bjj het Vat;caan L e f b è- vre de Behainete pensionueeten en in zjjne plaats te benoemen den heer L e- grand, Fransch Gezant te 'sGravenhage, die aldaar dan zou worden vervangen door den gewezen Gezant te Kopenhagen, den heer d 'A u n a y. In de Petit République komt een arti kel voor van Milleraud waarin hjj zegt, dat de werkstaking in het noorden van Frankrjjk is geëindigd met eene ne derlaag der mijn werk eis. De werkgevers hebben volgens La Defaite eenvoudig afge wacht wanneer het den werkstakers zou believen den arbeid te hervatten. Zeven weken heeft de werkstaking geduurd, zjj is geëiodigd, omdat de strjjd niet meer was vol te houden. Hadden de mjjnwerkers zich niet laten opruien, dan was hnn veel ellende gespaard gebleven. Prins Alfred Windischgratz heeft de taak om een ministerie te vormen aanvaard. Hjj is een man van 42jarigen leeftjjd vau conservatieve grondbeginselen, zeer gezien eu volstrekt n et alkecrig van eiken geregelden vooruitgang. Prins Alfred Windischgratz, het hoofd vau het aloude adelljjke geslacht der Windiscbgiatz, is de kleinzoon van den bekenden veldmaarschalk, wiens krachten bij het bedwi risen van den Hongaarschen opstand in 1848 te kort schoten en die daarom in ongenade viel. Van 1869 tot 1871 studeerde hjj te Bonn in de rechten en promoveerde in 1877 te Piaag met bizon- dere staatsie, na verdediging van een proef schrift over den juridischen aard der stam goederen. Reeds een jaar vóór zjjne promotie was prins Alfred door het overljjden zjjns vaders erfeljjk lid geworden van het Oosten- rjjkscbe Heerenhuis, dat hem later tot on- der-voorzittbr koos. Het bekende ministerie-T a a f f e zal nu weldra tot het verledene behooren. Vrijdag-avond werd te Weenen eene Vertrekt gij morgen-ochtend vroeg? Ja, heel vroeg. Wq moeten om 9 ure te Compiègne wezen. Het avondmaal werd zwqgend genuttigd; de beide vermoeide mannen zochten hunne kamers op, Era' qoise ging weer naar huis, joffrouw Mag loire sloot hare deuren, legde zich ter ruste, en weldra waren in de herberg allen, ondanks het ge rommel van den donder, ingeslapen. De regen viel bjj stroomen en doorweekte den zandigen bodem, waarin de wielen van den bank- wagen bjjua tot aan de naaf wegzonken. Het paard, door Julien Vandame bestuurd,hijgde en kwam slechts met zeer groote moeite vooruit. Eensklaps verdteef etne vreeseljjke bliksem straal de heerschende duisternis en verlichtte den hoek van den mnur. Vandame boog zich naar Philippe. Wij zjjn er, zeide hjj, thans moeten wjj uit- stqgen. Wjj zijn zoo nat als eljjk, maar dat doet er niet toe; de regen is Goddank 1 niet koud. De Baron en zjjn knecht stegen uit, en stonden thans voor een vrjj hoogen muur, waarin zich een deur bevond. Ziehier de deur wsarvan ik u gesproken heb, en die ons het werk buitengewoon gemakkelijk zal maken, zeide Vandame. Achter dien muur ligt de binnenplaats der herberg. Rechts op de plaats bevind zich de loods, waaronder de lijkwagen moet gesteld zjjn. Indien zjj eens van plan veranderd waren? mompelde Philippe; indien zjj eeus niet stilhielden te Pontarmé? (Wordf vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1893 | | pagina 1