NIEUWE
No 2060
Vrijdag IT November 1893.
18de Jaargang.
Geld.
BUITENLAND
De twee Neven.
Spanje.
Engeland.
Frankrijk.
iiRiEnrsror coiirait.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUSBAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
MMhiliXNDBli:
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIBN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekond naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8.
Een wonderlijke macht heeft het geld
altijd op het menschdom uitgeoefend; van
at de oudste tijden zjjn er mannen en vrou
wen geweest, die aan het lieve geld eer en
geweten opofferdeneenigen deden het om
door het geld in het bezit te komen van
allerlei aar.genaamheden des levens, ande
ren daarentegen om den wille van het geld
zelf. Gierigaards zj)n er altjjd geweest; de
oude geschiedenis getfs voorbeelden genoeg
van heD. Was trouwens Judas ook niet een
gierigaard eu verleidde hem zjjn ondeugd
niet tot het verfoeilijkste verraad?
Nooit echter kan men gerust zeggen,
wanneer men de geschiedboeken openslaat,
heeft hit geld zulk een verbazende rol ge
speeld als in onze dagen; het geld is niet
meer alleen ruilmiddel zooals vroeger, maar
het is tevens koopwaar geworden. Vroeger
waren het alleen maar de gierigaards, die er
in hun bjjna ziekelijken lust pleizier iu had
den het op te stapelen eu zelf armoede te
ljjdeD, liever dan aan hun geliefkoosde
rollen goud te raken, thans echter is die
lost om maar altjjd meer geld te winnen en
op elkander te leggen zoo goed als alge
meen geworden.
Men heeft veel geld noodig, dat is zeker!
Geld, geld, nog eens geld, ziedaar de rollen
waarop het voertuig onzer hedendaagsche
maatschappij zich voortbeweegt. Men koopt,
verkoopt, ruilt geld, of iets wat geld ver
tegenwoordigt; men wint of verliest er op,
in elk geval men staat dageljjks op met de
gedachte aan geld, die gedachte verlaat ons
geen oogenblik, zjj volgt ons overal in al
onze dageljjksche bezigheden, 's nachts gaat
zjj met ons mede naar bed, houdt de wacht
aan onze zjjde, outueemt ons maar al te
dikwjjls den verkwikkender), zoeten slaap.
De staat droomt van niets anders dan
zjjn burgers het geld iu alle vormen af te
persen; de koopman denkt de onzinnigste
reclames uit alleen om zjjn waren tegen het
geld van anderen te kunnen inruilen
maatschappijen worden opgericht vandaag
voor den aanleg vau een spoorweg in Ne
braska, morgen voor een mijoontginniDg
in Tartarjjë, overmorgen voor een stoom
vaart, of voor de exploitatie van de een
of andere nit*inding, zoo hersenschimmig als
maar mogel j)k is en alles heeft slechts ten doel
het geld van den eene naar den zak van den
andere te lokkeu. De geheele wereld is in
twee kampen verdeeld, degenen, die geld
bezitten en de anderen, die het op dit geld
voorzien hebben en het op hun beurt trach-
FE U1LLETON.
11.)
(Vervolg.)
Men heeft mjj opgenfi.rd zonder het te willen,
zeide zij bjj zich zel'en, welnu ik zal die opoöaring
moedig aannemen. Indien het geluk dea levens
voor mjj niet is weggelegd, dan zal ik ten minste
ten kalm geweten hebben, ik zal de blijde zelf
voldoening smaken, dat ik mjjn plicht heb ver
vuld. Ik zal eene eerbare vrouw blijven.
Graaf Maximilien, wij hebban het reeds gezegd,
reisde veel en liet Jeanne dan steeds te Parjj»
achter. Zonder de tegenwoordigheid van Gilbert in
het hotel, zoude zjj geheel alleen geweest zjjn.
Deze afzondering motst noodlottige gevolgen
hebben. Even onverschillig als Maximilien tsn
opzichte van zijne vrouw was, even innemend
en broeder jjk betoonde Gilbert zich voor zjjne
schoonzuster.
Jeanne werd ziek.
De Graaf bevond zich te Florence, waar hij
avonturen naliep.
Gilbert telegrafeerde hem zoo spoedig mogelijk
terug te komen, daar de tosstand zijner echtge-
noote elk oogenblik onrustbarend kan worden.
MaximilieD antwoordde:
„Ernstige zaken weerhouden mij te Florence.
Ik hoop dat de ziekte niet dien kaar zal nemen,
waarvan gij spreekt. Doch buitendien, mijne
tegenwoordigheid zoude in geen enkel opzicht
den toestand wijzigen. Zjj is derhalve overbodig.
Jeanne kan onmogelijk in beter handen zijn dan
in de uwe. Zjjt gjj niet een dei lichten van de
ten te verkrggen of liever ieder op zjjn beurt
is nu eens geldlokker dan weer geld-
echieter. Alle advertentiën die onze schut
tingen, muren, spoor- en tramwagens, cou
ranten en tijdschriften vullen, wat zjj u ze
anders dan pogingen om de guldens en cen
ten van het eene kamp naar het andere te
doen verhu:zen Maar hoe onzinnig en dom
zulke reclames ook zjjn kanoën, zjj belo
ven ten minite waar voor geld, maar wat
te zeggen van den kolossalea handel, d e
thans op de Europeesche en Amerikaanscha
geldmarkten gedreven wordt, ten handel in
papieren meestal, die niet eens wezenljjke
waarde bezitten?
Ddze geldhandel toch is de handel bjj uitne
mendheid, er is haast niemand, die niet er
aan mede doet, die niet meer of minder
rechtstreeks de gevolgen daarvan ondervindt
en dit is dan ook de hoofdreden, waarom
geld thans zoo geheel en al gedachten en
gevoelens der menscbheid in beslag neemt.
Op die geldmarkten wordt dageljjks het wel
en wee van duizenden menschen, van hon
derden huisgezinnen beslist; met sidderen
en beven wordt de uilslag vau elk dier
markten nagegaan. Het bezit van geld is op
die wjjze geen genot meer maar een kwel
ling geworden.
Dat geld beslist over aanzien, geluk, eer,
toekomst; van dat geld is alles afüankeljjk;
geen wonder dat wie het heeft alles doet
om het te vermeerdei en, wie het niet heeft
het onmogelgke beproeft om het machtig te
wordenen zoo is langzamerhand dat
geld het hoogste belaag der menscbheid
geworden.
Iu geesten en harten, vervuld met de ge
dachte aan goud neen geld, want sinds
lang zjjn goud en geld niet meer syno
niem is geen plaats meer voor eiele
gevoelens, voor hoogere belangeD, voor ver
heven uitingen. Wat brengt het mjj op,
welk voordeel geeft het mg, wat bespaart
het mjj? dit is de eerste, om niet te zeggen
eeuige vraag die gedaau wordt, wanneer er
sprake is vau de een of andere ondeme-
mit g, het een of andere goede weik.
Ongelukkig genoeg sluipt zelfs bjj za
ken van barmhattigheid, van liefdadigheid
helaas! zelfs vau godsdienstzin de onge
lukkige geldquaestie er tusschen. Hoe me-
D'gaen geelt niet ter liefde van God en de
naasten maar alleen om voor zichzelf re
clame te maken, om sympathie op te wek
ken voor zjjn persoon en das ook voor zijne
zaken.
Die liefde tot het geld is op weg de
plaats van alles in te nemenom het geld
hedendaagjche wetenschappenIndien Jeanne
niet door u gered wordt, dan zal o)k geen meusch
haar kuni en redden.//
Toen Gilbert dit onhsrteljjke, ja bijna ruwe
antwoord geleien had, huiverde hij.
Arme vrouw! mompelde hjj, met een be
klemd hart en vochtige oogen iV.isachien
tonde het voor haar beter zijn haar te laten ster
ven; maar is heb hier de dubtiele taak vaa broeder
en geneesheer te vervullen. Zjj mjet leven en zjj
zal ook leven 1
De ziekte nam echter met eene hevigheid toe,
waarop dokter Gilbert niet gerekend had.
Weken lang moeBt hjj met de uiterste kracht
inspanning worstelen tegen den dood, die reeds
aan de spande dar zieke zat.
Meer dan eens meende hjj, dat de wetenschap
machteloos nas, maar hij verloor don moed niet,
en zijne toewjjding behaalde de overwinning op
den dood.
Toen Maximilien, na eene afwtz'gheid van
vier maanden, te Parjjs terugkeerde, vond hjj
Jeanne, hoowel nog een weinig bleek, toch vol
komen hersteld.
Ik was er reeds bij voorbaat zeker van,
zeide hjj tegen zijn broeder. Gjj ziet, dat ik vol
komen geljjk had door op u te rekenen eu niet
eene stad te verlaten waar ik mjj zoo uitstekend
vermaakte.
Gedurende de z:ekte en het herstal van de
Gra/in had Gilbert zjjne schoonzuster nog beter
leeren kennen. Nooit had hjj eene reiner ziel,
een meer liefhebbend hart en een rechtschapener
karakter aangetroffen.
Werkeljjk, zeide hjj bjj zich zalven, om zulk
een schat te versmaden, om dien niet te waardee-
verscheurt men familiebanden ketent me
zijn leven vast, verstoort mea het huiselijk
geluk, sluit men zgo hart,verdroogt men zijn
gemoed, vernedert men zija karakter, leeft
men in gestadige leugens voort. O n het geld
veinst men welvaart, bedriegt men zij a beste
vriendeo, verwjjdert men zich van vrouw
en kinderen, bezondigt men zjjn ziel, bevlekt
men zjjn geweten.
Men heelt geil noodig om aan de on
verzadel jjke genotzucht onzer dagen te vol
doen, maar ook om daardoor zich zelf te
verheffen, om de voldoening te hebben an
deren aan zija voeten te zien, om zjjn be
zitting meer en meer te zien vermeerde
ren.
Dat doen de groote geldboningea de mil-
liardairs van Europa en Amerika, dat doen
de kleine beursmannen elk naar zija ver
mogen. Geld was het wachtwoord van hun
leven maar dan komt de dood en treft hen
naast bun gevulde brandkasten. Hun erf
genamen schenken hen de eer eener deftige
begrafenis, dan haasten zjj zich den buit te
verdoelen en door het gerammel der rijks
daalders, door het knarsen der schaar die
de coupons doorsnjjdt, hooren zij niet meer
het geklaag, gejammer en gevloek van hen
allen, die van hun eigendom werden beroofd
om dien schat zoo ontzaglijk groot ie maken.
Iu Regeeringskringen te Madrid ziet men
den toestand in Afrika ernstig iD. De Spaan-
sche troepen zijn n'et bjj machte zich in
Marocco te doen gelden tegen de Kabijlen,
die de bezetting te Melilla bedreigen. Er
is besloten de strjjdmacht te brengen op
15,000 20,000 man. Eene brigade is weder
uit Barcelona naar Melilla vertrokken.
Prins Antonio van Spanje, zoon van
den Hertog de Mon tp e n s i e r, is scheep
gegaan Daar Melilla, om tegen de Kabylen
te vechten. De Prins, die den rang heeft
van luitenant-kolonel bjj de hazareD, is 27
jaar oud en gehuwd met de infante E u-
1 a 1 i a. Een andere Spaaoscbe Prins, de
jonge Prins van Bourbon, heeft zich al,
geljjk men weet, bjj M'Iilla door zij e dap
perheid onderscheiden.
Te Santander is de to3stand allerbe
droevende. Daar is g/ea hu a, wear men
niet een doode of een gekwetste heeft. Men
begint te vreezen dat van elk van beiden
zoowel dooden als vtrmisten het aai. tal zal
blijken twee a drieduizend te zgn.
ren, moet Maximilirn blind of krankzinnig zjjn
Indian ik de echtgenoot van Jeanne ware geweest,
ik zou haar aangebeden hehben.
Ea terwijl hij weder op z< keren dag met zijnen
broeder sprak, berispte hjj hem liefdevol over
de weinige toegenegenheid die hij zjjne vrouw
toedroeg, en da verlatenheid waarin hjj haar lFt,
zooveel te meer dat het gewichtig tjj Istip, waarop
de Hemel hun een kind zonde schenken, aan
staande, ja allernakendst was. Graai Max'milien,
in plaats van deze broederlijke vermaningen met
liefde aan te nemen, verwierp ze hardvochtig,
hoonde Gilbert op bloedige wijze, waaruit een
twist ontstond, die geheel het hotel in rep en
roer zette, en die voor gevolg had de twee broe
ders in twe gevecht te breDgen.
Ongelukkiglijk had men dit alles aan de Gra/in
bekend gemaakt, en nog dienzelfden nacht be
zweek zjj, ca het 1 wen aan eene dochter te hebben
geschonken. Des anderendaags bad het tweege
vecht plaats i i eene der zalen van het hotel. Graaf
Maximilien werd gewond en viel ala dooi ter
aarde; Gilbert, dit ziende en in de meeniog ver-
keerende dat hij zjjnen broeder had vermoord,
vergaderde iudtriiaast eeaige waarden, stelde in
het geheim aan Honorine, de vrouw die de Gravin
verzorgde, eene aanzienlijKe sons ter hand, om
voor het kind te zorgen, en verdween zonder het
minste spoor achter te laten; MaximilieD, van
zjjnen kant, deed het kind in 't bijziju van twee
getuigen, opschrjj/en in het register van den
burgerleken stand onder den naam van Genoveva,
dochter van Maximilien de Vadans en van Jeanne
de Viefvilla, zjjne echtganoote. Vcrvo'gsns liet
hjj zich naar zjjnen binkier rijden.
Hier vernam bjj, dat zijn brie Ier twee uien ta
De Eogeleche Regeering ziet met groote
bezorgdheid den staat van zaken in, door
de werkstaking in de kolenmjjnen in het
leven geroepen. De heer Gladstone
heeft in het Lagerhuis daarvan kennisge
geven en er op gewezen, dat het oogen
blik gekomen mag worden geacht, waarop
met vracht stappen tot bemiddeling tus
schen patroons en werklieden, kunnen wor
den gedaao.
De Regeering heeft aan beide partgen
een schrjjven gericht en den Minister van
Bnitenlandsche zaken, Lord Rosebery,
heeft zich bereid verklaard, de verschillen
te helpen uit den weg ruimen. Do M nister
zal daarbjj geenszins als scheidsrechter op
treden, maar er zich toe bepalen aan beide
pir ijm zjjne goede diensten aan te bieden
tot het verkrjjgen van eene minneljjke schik
king der bestaande geschillen.
De armoede onder de werkstakers moet
verschr.kkeljjk zgn, duizenden, vooral de
vrouwen en kinderen ljjden djjpend gebrek.
Moge de Engelsche Regeering slagen in het
werk der verzoening dan voorzeker tullen
velen voor meer ellende bewaard bljjveo.
Op eene te Manchester gehouden bjj-
eenkomst van den mjj nwerkersboni is het
bemiddelingsvoorstel der Regeering aange
nomen. Ook de vereeuiging der mjjneigena-
ren verklaarde zich daartoe bereid.
Beide pattjjen zgn onmiddelljjk overge
gaan tot het benoemen hunner gedelegeerden,
die reeds heden, onder voorzitterschap vaa
Lord Ro sebery, bare werkzaamheden
zullen begint.en. De Engelsche bladen zgn
van oordeel, dat de R^geering een hoogst ge-
vaarljjk standpunt heeft ingenomen.
In de Kamer van Afgevaardigden heeft
de Voorzitter eene toespraak gehouden die
tint/lt van Rnssenliefde en lui Je werd toe
gejuicht. Frankrjjk en Rusland, zeide hjj,
hebben huone vaandels dooreengemengd en
in hunne harten den vrede van Europa
geteekend. Nooit zal men dat onsterfelijke
telegram vergeten, waarmede de edelaardige
Smverein de alliantie der beide landen be
zegelde. Frankrjjk staat niet meer alleen,
is van zjjte zorg ontheven en koestert hoop
Ook in den Senaat heeft den heer C h a 1-
lemel-Lacotar gewezen op de duurzaam
heid der Frhnsch-Russische sympathie, om
dat zjj op wederzjjdache belangen berust. Da
Senaat richtte tot den Czaar een adres van
hulde en eerbied.
voren eene aanzienlijke som was komen vragen.
Zulks verwonderde hem niet in 't minst, hjj
had er zelfs op gerekend.
Op zgne beurt liet hjj zich gelden ui'.betalen,
trad een restaurant binnen, waar hjj iets nuttigde,
ten einde nieuwe krachten te krijgen, en vertrok
vervolgens weer naar Compiègne.
Honorine bad haar geheugen geraadpleegd om
trent namen van vrouwen, met wienzjj wel eens
in betrekking was gekomen, toen zjj Bog het
beroep van vroedvrouw uitoefende. Zjjherinnerda
zich nu eene arme boerin, wier eerijjkheid echter
bo«en alle verdenking verheven was, en meende
dat zfj het haar toevertrouwde wicht aan geen
beter handen kon overleveren.
Deze vrouw, de echtgenoote van een kleinen
boer nit Nauteuil-le-Haudoio, was moeder van
een huisgezin en heette Julie Vandame.
Zij zo .de geen oogenblik aarzelen om zich ter
beschikking van Honorine te stellen, die haar
meer dan Wt Ltand,die haar rijkdom kwam brengen
vijftigduizend franks 1
Toen mijnheer de Vadars teruggekeerd waj,
wilde Honorine hem haar plan mededeelen.
Reeds bjj de eerste woorden viel hjj haar in
de rede.
Wat gaat mjj dat aanzeide hij nor ach. Ik
wil daar niets van weten. Dat dit kind verdwjjoe.
dat het voor mjj zjj, alsof het niet bestond; ik
herhaal het u, dat is alles wat ik verlang. Ziehier
de som, vijftigduizend franks, die bestemd is
voor de min, die gjj gekozen hebtverder een
gezegeld vel papier voor de kwitantie. Het overige
is mjj onverschillig.
Wordt vervolgd