NIEUWE
No 2077
Donderdag 28 December 1893
18de Jaargang.
Belastingdruk
BUITENLAND,
27.)
De twee Neven.
Oostenrijk-Hongarije.
HiiKLKWSIHE <01 KilT.
ABONNEMENTSPBIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor liet buitenland >1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BUBEAÜ: St. Janstraat Haarlem.
jTTMAlNmt»
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KÜPPBR8.
Het was wel te denken, dat bjj de be
raadslagingen in de Tweede Kamer over
de Begrooting voor 1894 da fiaancieele toe
standen van het land, meer in 't bijzonder
die van de Gemeenten, ton ter sprake ko
men. De fiscale maatregelen tocb, die door
den Minister van Financiën waren voor
gesteld en door de meerderheid der Kamer
werden goedgekeurd, hebben een geheelen
ommekeer teweeg gebracht in de wijze,
waarop de belastingschuldigen hunne pen
ningen voor den Staat moeten opbrengen.
Door een der Kamerleden werd o. a. de
opmerking gemaakt, dat door de Bedrjjfs-
belastiog een nieuwe druk gelegd wordt op
tal van personen, die het waarljjk niet te
breed hebben en dat daardoor de ontevre
denheid in het land nog zal toeuemen, terwijl
hjj er bjjvoegde, dat die nieuwe druk niet
is opgelegd als eene noodzakelijke vermeer
dering der Staatsinkomsten, maar alleen
ter wille van eene theoretische opvatting
van rechtvaardigheid.
Met deze zienswijze zullen velen zich ze
ker wel vereenigen. Steeds toch is als grond
regel voor bela&tingherrorming aangeno
men, dat deze geboden moest worden door
hoogere uitgaven of ook, wanneer het dui
delijk bleek, dat de belasting, welke bestond
op den een te zwaar en op den ander te
gering drukte. De beste belasting is die,
welke geregeld i« naar de draagkracht der
belastingschuldigen.
Het eerste motief was niet in zoo hooge mate
aanwezig, dat een geheel nieuw stelsel van
belastingbetaling voor het bestaande in de
plaats moest treden. De Staatsinkomsten
waren bjj het optreden van de Regeering
bevredigend en het was te voorzien, dat de
uitgaven in den eersten tjjd niet zoo zon
den stjjgeu, dat aan groote vermeerdering
van inkomsten moest worden gedacht. Over
het evenwicht tusschen inkomsten en uit
gaven werd in de laatste jaren niet eens
gesproken, omdat er geen groote vrees be
stond, dat dit evenwicht bij een zuinig be
heer gevaar liep verbroken te worden.
Doch daar komt een Minuter van Fi
nanciën, die verklaart, dat het belasting
stelsel op verkeerde grondslagen berust.
Uit liefde voor deu minderen man wenseht
pogingen aan te wenden om den
belastingdruk te verplaatsen. De lagere
volksklassen werden naar zjjne meening
te zwaar belast. Het was noodig om die
menschen, die toch al onder zulke zware
zorgen in den strijd om het bestaan ge
bukt gingen, eenigszins te gemoet te ko
men. Doch daar die klassen in de directe
FE U1LLETON.
Vervolg.)
Ja, mijnheer, met mevrouw de Barones, zjjue
moeder.
's Avonds of overdag
Gedeeltelijk 'savonds, gedeeltelik '«mor
gens.
Op welk tgdstip hebben zjj het hotel ver
laten P
Toen men het Ijjk van mjjn betrenrden
meester had weggevoerd; eergisteren, tegen vier
uur '«avonds.
Dank o, Honoré. Ik heb u geene andere
vraag te doen voor het oogenblik niet, en ik
meen het niet overbodig, wanneer ik u andermaal
't diepste «tilzwjjgen aanbeveel over 't geen hiar
is voorgevallen.
Ik heb mjjn woord gegeven te zwijgen, en
niets ter wereld zonde mjj dit woord kunnen
doen breken.
Zoo. En toch moet ik u nog ieta vragen.
Weet gjj ook wanneer de rechtitreeksche erfge
namen in 't bszit moeten geeteld worden van
de erfenis mij os broeders?
Neen, mijnheer, en ik geloof dat er tot
op dit oogenblik nog geen enkele stap daartoe is
gedaan.
Ik zoude gaarne den dag willen weten waarop
tü bjj den notarii zullen geroepen worden.
belastingen volstrekt niets betaalden, moest
het gevonden worden op de indirecte baten
van de schatkist. Er bestonden nog enkele
accjjnzen op verbruiksmiddelen, namelijk
op zeep en zout. Die moesten worden af
geschaft of ten minste verminderd. De
werkman zou daardoor zeer verlicht worden,
meende de Minister en de handwerksstand
zon hem hulde brengen voor zjjn mensch-
lieveud bestunr. Misschien droomde die
Bewindsman ook wel, dat hij daardoor ook
een kraohtigen maatregel genomen had ter
verbetering van het lot der lagere klassen.
De Kamer steunde hem bjj zjjn mensch-
lieverd werk. Badoelde accjjnzen werden
afgeschaft en verminderd, doch vaneenige
verbetering in de levensomstandigheden
van den werkman is tot nog toe niets ge
bleken. De enkele centen voordeel, die de
werkmansgezinnen door den maatregel uit
wonnen, zjjn niet eens opgemerkt. Wij be
twijfelen het, of er wel een huisgezin in
ons land is aan te wjjzeo, waarvan verklaard
kan worden, dat de Vermindering in prjjs
vau genoemde verbruiksartikelen het voor
deel heeft aangebracht. Zelfs zullen velen
beweren er niets van te merken, dat deze
dageljjksche artikelen goedkooper zjjn ge
worden. Doch al ware dit wel het geval,
dan nog zal men ons moeten toestemmen,
dat de belasting in den vorm van zeep
en zoutaccjjus zeer gemakkeljjk werd opge
bracht en volstrekt niet werd gevoeld. En
dit zjjn toch tweehoogst aasbevelenswaar
dige eigenschappen van eene belasting
heffing.
Maar nu het equivalent. Daar moesten
de gegoeden maar voor zorgen. Dazen heb
ben immers toch geld genoeg en op wat
meer of minder directe belasting komt het
voor hen niet aan. Alzoo zocht de Minister
en vond hij een vorm om die meer ge
goeden te laten betalen. De belastingdruk
werd verplaatst. Allereerst kwam de Ver
mogensbelasting, waarover wjj bp de be
handeling in iertij 1 onze meening hebben
te kennen gegeven. Daze belasting zou alleen
door de vermogenden worden opgebracht.
De Minister voorspelde er veel goeds
van, niettegenstaande de ernstige bezwaren,
van verschillende zijden er togen aange
voerd. De uitvoering dezer belasting heeft
echter zonneklaar bewezen, dat zjj misschien
in theorie heel aardig klinkt, maar in de
practjjk op groote teleurstelling uitliep. Niet
slechts toch heeft zjj veel tegenstand ont
moet en is zjj zoo impopulair mogtljjk, ook
de opbrengst is schrikkelijk tegengevallen.
Aan de beide eischen voor eene goede be
lasting-wetgeving, namsljjk van niet druk
kend te zjjn en geërenredigd aan de draag-
Ik zal zorgen dat mjjnheer dien weet.
Ik reken op u.
Aan welk adres moet ik dst bericht op
eenden.
Gilbert ging naar een lessenaar, nam een pen,
en doopte haar in den inkt en schreef eenige
woorden op een velletje postpapier, dat hjj Ho
noré overreikte.
Aan dit adres, dat u alleen bekend zal zjjn.
Mjjnheer de dokter, mompelde da onde ka
merdienaar, al deze geheimzinnigheid jaagt mjj
schrik aan, de vragen die mjj gedaan zjjn door u
beangstigen mij.
Waarom dan?
Het schjjnt mjj toe, dat gjj aan eene duis
tere zaak gelooft, die ia het hótel is voorgevallen.
Ik geloof nog niets, Honoré, nooh verdenk
iemand. Ik zoek alleen de bewjjzen, die ik noodig
heb om licht te schsffen. Tot wederzien, en wel
licht zal dit spoedig wezen.
Gilbert verliet het hötsl en liet zich naar het
kantoor der begrafenis-vereeniging rjjden.
Ik heb er geen hoogte meer van, mompelde
hjj onder het voortrijden! Welk eene duisternis?
Geen spoor dus van Genoveva, hoewel hjj haar had
doen inschrjjven in de registers van den burger
lijken stand. Geen testiment, en dat niettegen
staande de vier woorden op het vel vloeipapier,
welke het bewijs leveren dat er wel een testament
bestaat! Het is verduisterd geworden; miar door
wien? Om welke reden en met welk doel? Daar er
geene misdaad is gepleegd, daar Maximilieu een
natuurlijken dood is ges'orven, en men eigenljjk
niets te verbergen had, waarom dan aan mjjnen
kracht der be!asting-s.;huldigen, heeft zjj
derhalve niet, voldaanterwjj! daaren
boven de wjjze der heffing aanleiding geeft,
dat groote oneerlijkheid kan plaats hebben.
De eerljjken moeten bloeden voor de oneer
leken.
Als aanvulling krjjgt men nu ook nog
de Bedrijfsbelasting, waarvan een der vrien
den van de Regeering, de heer Goeman
Borgesins, reeds nu in de Kamer heelt
verklaard, dat de opbrengst nog meer zal
tegenvallen dan die van Je Vermogensbe
lasting. Door hem wordt dit voornameljjk
toegeschreven aan de ontduiking der be
lasting. Maar mag het nu als eene verdien
ste voor den Minister van Financiën worden
aangerekend, dat hjj eene belasting intro
duceert, welke zoo gemakkeljjk kan ontdoken
worJen? Iutegendeel meenen wjj, waar het
goed vertrouwen hier te lande in den laat-
sten tijd zoozeer is geschokt (men deuke
slechts aan het misbruik, dat in deu haudel
vau het crediet wordt gemaakt) dat een
Minister niet met eeue heffing had moeten
aankomen, waarbjj uitsluitenJ gerekend was
op de eerljjkheid der belastingschuldigen.
Behalve beide heffingen zjjn er nog ao-
andere aangekondigd, welke ook tot equi
valent van de afgeschafte indirecte heffin
gen moeten dienen, en er ook hoofdzakelijk
op toegelegd zjjn om de meergegoedeu te
treffen.
Wat dit laatste aangaat, hebben wjj reeds
vroeger onze meaning ontvouwd. De rjjken
zullen zich niet spoedig gaan beperken in
hun uitgaven voor dageljjksche verbruiksar-
tikelen. Zij zullen evenmin minder genotmid
delen waarnemen.Allereerst bezuinigen zy op
zaken, waardoor de mindere man wordt
getroffen. Daardoor komt er minder arbeid,
neemt de werkeloosheid toe en de dupe der
historie wordt juist de werkman, de man
uit de lagere klasse, die door den Minister
ook rau belastingbetaling langs indirecteu
weg we d ontheven.
Er mag bier derhalve wel gesproken wor
den van eene theoretische opvatting van
rechtvaardigheid bij den Minister van Finan
ciën en bjj de Regeering. De liberalen heb
ben hier weder een staaltje gegeven van
hun zucht tot Prinzipiën-reiterei, welke tot
groot nadeel van het land uitloopt.
Het betrachten van rechtvaardigheid is
voor eene Regeering eene eerste taak. Indien
zjj deze lot richtsnoer van haar handelingen
stelt, kan het niet anders dan toejuiching in
den lande verwekken. Maar hier heeft men te
doen met een vreemd soort rechtvaardig
heid, welke niets meer is dan een klank,
geljjk de liberalen zich altjjd sterk hebben
getoond in geschetter en woordenpraal, eene
broeder het graf zjjner familie onthouden? Waarom
hem begraven in het open veld, gelijk hst lichaam
van een onrein dier? Ik begrijp er niets van, maar
al moestik de wereld het onderste boven keeren, ik
zal de oplossing van het sombere raadsel vinden.
Gilbert was tot zoover met zijne alleenspraak
gekomen, toen het rjjtuig stilhield.
Wij zijn er, zei de koetsier, zich naar het
portier toebuigende.
De dokter stapte uit en trad nu onder een
gewelf, dat naar eene groote, met glas overdekte
binnenplaats leidde.
Een beambte naderde hem en vroeg of hjj eene
bestelling te doen had.
Neen, ik kom inlichtingen inwinnen.
Over wat, als ik u vragen mag
Over het vervoer van een ljjk.
Zeer wel, mjjnheer. Ginds aan uw linkerkant,
bureel nummer 3.
Gilbert meldde zich nu aan gezegd bureel aan,
waar een bejaard beambte hem beleefd naar het
doel van zijn bezoek vroeg.
Ik kom hier, mijnheer, zeide hem de dokter,
om u te verzoeken mjj in te lichten omtrent de
wjjze, waarop nu drie dagen geleden het lijk van
graaf Maximilian de Vadans, overleden te Parijs,
in zijn hotel in de Garancière-straat, naar Com-
pieègne is vervoerd geworden.
Dat is u gemakkeljjk te zeggen, mijDheer. Ik
zal het onmiddellijk voor u nazien en uwe vraag
trachten te beantwoorden.
De beambte nam nu uit eene kas een ljjvig re
gister, op welks rug met gouden letters het
woord; /rVeryoer// gedrukt stond
rechtvaardigheid, welke met de rechterhand
geeft om met de linker nog meer te ont
nemen.
En by den ontredderden toestand van
's lands belastingen komt nu nog de nood-
lydeudheid der geldmiddelen van vele ge
meenten. Ook daarover werd in de Kamer
gesproken. Tot nu toe heeft de Regeering
niets gedaan om in den toestand der ge
meentelijke financiën verbetering te brengen.
Daardoor is bet noodig, dat verschillende
gemeenten als van de armen door het Rjjk
worden bedeeld. Soms valt die bedoeling
mede, soms ook tegen; het laatste meestal,
want er zija gemeenten in ons land, welke
nauweijjks geld hebben om haar ambtenaren
te betalen en noodzakelijke verbeteringen
in den toestand van gebonwen, straten enz.
aan te brengen.
Naar wij meenen, ware het beter ge
weest, wanneer de Regeering juist was be
gonnen met het Gemeenteljjk belasting
systeem in orde te brengen. Ware dat op
hechte grondslagen gevestigd geworden, dan
had de Minister daarna kannen zien, welke
gevolgen de toestand der ge meen te-fin an
cien voor die van het Rjjk zou hebben. In
dien hjj dan had nagegaan, op welke wjjze
eene gezonde opvatting van het rechtvaar
digheidsbeginsel ten opzichte der belasting
heffing zou kunnen toegepast worden, hij
zon meer aanspraak hebben op de dank
baarhei 1 van het volk dan thans.
Op dit oogenblik heeft de Minister de
treurige eer zoogenaamd aan de stelselloos
heid op belastinggebied een einde te hebben
gemaakt, boe wel daarop nog wel wat zon
zjjn af te dingen. Maar bovendien heeft hjj
de voldoening door het wegnemen van een
indirecten druk op de lagere klasss te hebben
bewerkt een direct nadeel aan diezelfde
klassen, een nadeel dat in deze dagen van
werkeloosheid nog te meer wordt gevoeld.
Heeft men das reden het financieel be
leid der Regeering zoo hoog te prjjzen, als
dit door sommigen, ook in de Kamer bp
de behandeling der Begrooting gedaan is?
Wjj gelooven het niet.
Door dolksteken is te Praag een werk
man,zekere Aloys Merna, handschoen
maker van beroep, vermoord. Deze moord
wekt veel opzien, omdat deze man onder
verdenking stond van in dienst der politie
te wezeD. Niet ten onrechte wordt opge
merkt, dat in Bohemen meer en meer Ier-
sche toestanden beginnen te heerschen.
Mag ik, als 't u balieft, den juisten dstam
welen, mjjnheer?
Het was den 27 December.
De ambtenaar xooht den bewusten datum op.
Hier stast de naam van den overledene,
zoido hij vervolgens. Graaf-Charles -Maximilien
de Vadans, overleden in de Garancière-straat, ver
voerd naar Compiègne (Oise), wagen no. 7 vertrok
ken uit Parjjs om half vjjf 's avonds.
Zeker om p"r spoor weer vervoerd te wor
den?
Neen, mjjnheer,die wagen heeft den gewonen
straatweg gevolgd; en daar de afstand nog al
groot is, heeft de geleider last gekregen om in
het dorp Pontarmé te rusten; hjj is er tegen negen
uur '8 avonds aangekomen, heeft er geslapen, is
weer vertrokken om vier ure 's morgen», en be
vond zich te half tien op de plaats zjjner bestem
ming, Compiègne.
Dan heeft men den wagen te Pontarmé
gestald? hervatte Gilbert.
Ja, mjjuheer, gedurende bjjna zeven uren.
Wie van de familie vergezelde den wagen?
Hjj. die de stukken geteekend heeft, mijn
heer Raoul de Challins een neef van den
overledene, naar ik meen.
Wie geleidde den wagen?
Een zekere Saturcin, een brave kerel. Hebt
gjj soms 69ne klacht tegen hem in te brengen?
Ia het geheel niet, mjjnheer; ik wilde alleen
maar wetea of het vervoer heeft plaats gebad
langs den spoorweg of langs den straatweg. Dit
weet ik thans en ik dank u er harteljjk voor.
Wordt vervolgd.)