NIEUWE
No 2085.
Vrlldag t9 Jannarl 1894.
19de Jaargang.
Wederinvoering van de
doodstraf.
BUITENLAND.
Pei 3 maanden voor Haarlem.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
P-
De twee Neven.
Frankrijk.
Italië.
Duitschland.
LEMCHI COIR AIT.
ABONNEMENTSPRIJS
0,85
1,10
1,80
0,03
Dit blad verschjjnt
elkea DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUEEAÜ: St. Janstraat Haarlem.
vTSiiind
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels30 Cents
Elke regel mser5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentie n worden niterljjk Maandag-, Woensd ag-
en V r fl d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8.
Reeds verscheidene malen is er in on
derscheidene organen der Katholieke pers
met kracht op aangedrongen, dat ter be
teugeling der vele moorden en doodslagen,
waarvan wjj den laatsten tjjd in ons va
derland hooren gewagen, de doodstraf we
derom zon worden ingevoerd. De stroom
van onschuldig vergoten bloed eischt wraak
neming en straf, overeenkomstig de groot
heid van de misdaad zooals een moord,
doodslag is. Een wraakkreet roept ten he
mel. Maar eeue misplaatste, ziekelijke phi
lanthropic, welke onze dagen kenmerkt, beeft
het eenige wapen, waardoor de menschheid
tegen de lage moordzucht van diep gezonken
wezens kan worden beschermd, uit de hand
geslageD, de doodstraf bestaat niet meer
in ons vaderland. En nu is bet wel op
merkelijk, dat juist na de afscbaffiug der
doodstraf het getal moorden en doodslagen
schrikbarend is toegenomen. Hieruit te be
sluiten, dat de doodstraf inderdaad bij machte
is om de lage moordzucht te breidelen en
tegen te gaan, zal dunkt ods toch niet te
gewaagd zjjn.
De beleedigde, de in haar hoogste recht
versmade maatschappij roept luide om ge
rechtigheid. Maar klinkt dat woord; ge
rechtigheid, inderdaad niet als spotternjj,
wanneer de boosdoener aan zgn moordlus-
tigen bloedgierigen hartstocht voldoening
kan geveD, somtijds zelfs jaren achtereen
de vruchten kan plakken van hetgeen bp
door zpDe gruweldaad verkreeg, zonder
andere vrees dan voor hoogstens levenslang
in de gevangenis te komen, terwijl de
ziekeljjke philanthropic onzer dagen het ge
vangenis-leven ook al van zija afschuw
wekkend voorkomen heeft beroofd en ont
daan.
Bovendien, de gerechtigheid, welke door
de doodstraf wordt uitgeoefend, is niet alleen
in staat om de beleedigde maatschappij te
wreken, maar ook om den misdadiger
zedeljjk te Verbeteren; teiwpl de gerechtig
heid, door de philaothropen onzer dagen
voor moordenaars en doodslagers nitgedacht,
zoomin den boosdoener tot betere gevoelens
zal brengen, althans in de meeste gevallen,
als zjj in staat is om der beleedigde maat
schappij tot rechtmatige wrake te strekken.
De boosdoener, die bjj levenslange gevange
nisstraf met andere boosdoeners even misda
dig en misschien nog misdadiger dan hg,
wordt opgesloten, zal zelden of nooit tot
zedelijke verbetering komen.Wèl wijst echter
FE U1LLETON.
35.)
(Vervolg.)
Nog éen oogenblik, als ik u vertoeken mag,
reide de Procureur der Republiek. De quaestie
der erfenis is voor het oogenblik althans opge
lost. Doch er blijft nog eene veel ernstigere zaak te
behandelen.
Eu die isf vroeg de notaris.
Sinds den dood van mjjaheer de Vadans zjjn
er zouderlinge geruchten in de wjjk in omloop
aangaande dit sterfgeval. Deze geruchten, onder
allerlei vorm tot het parket doorgedrongen, hebben
onze aandacht getrokken. Onze plicht is bet om
ons te vergewissen, in hoever de geruchten geloof
verdienen.
Verklaar u duidelijker, mijnheer, zei Baoul,
welke zijn de geruchten, waarvan gij spreekt
Zjjn zij nog niet tot u gekomen
Neen, tnjjnheer!
Ik zal ze u dan ter gelegener tjjd doen
kennen. Voor het oogenblik verzoek ik u, mijnheer
de Challins, ods naur Compiègne te willen ver
gezellen, eveneens als mevrouw de Garennes en
haar soon.
Naar Compiègne? herhaalde Raoul met
verbazing.
Juist, ten einde tegenwoordig te zijn hjj
de opgraving van het lijk van mijnbeer do Vadans,
dat men naar Parijs terug zal voeren ten einde
het aan eene lijkschouwing te kunnen onderwerpen.
Raonl werd doodsbleek.
de historie der gerechteljjke strafoefening op
vele gevallen, waarin de misdadigers in 't
aangezicht van den dood vol berouw tot
GoJ teragkeerden, wiens hoogste wet zjj
tijdens hun leven zoo schaamteloos en over
moedig hadden veracht.
Men begrjjpe ons echter goed: wij be
weren niet, dat door de wederinvoering der
doodstraf alleen de misdaden oogenblikke-
Ijjk van het aardrjjk zullen verdwgoen of
zelfs maar eenigszins verminleren. Neen,
daartoe is het kwaad te diep ingekankerd
in het lichaam der hedendaagsche maat
schappij. AU0 wer^ er verwacht van
eene zedenleer zonder godsdienst; men had
gehoopt dat verbeterd onderwgs de maat
schappij zou opheffen uit haren Staat van
verval. Maar o! welk eene bittere ontgoo
cheling moet da ondervinding der laatste
dagen voor degenen, die zulke verwachtin
gen koesterden, geweest zgn Da verwach
ting der moderne wereldbeschouwers, dat
door het vermeerderd aantal scholen weldra
de gevar ganisjen overbodig zouden worden,
is nooit scherper ten spot gesteld dan door
het bericht, hetwelk voor eenigen tjjd ge
leden in de dagbladen stond te lezen, na-
meljjk dat de verschillende gevangemshui-
zen in ons land zóó overvol waren, dat
eenige misdadigers, die tot uitboeting van
hunne straf zich kwamen aanmelden, met
onbepaald verlof naar huis moesten gezon
den worden.
De weekelgke, ziekeljjke, huichelachtige
philanthropie onzer dagen wil van geen
doodstraf weten. Doch welk recht hebben
die philauthropeu voor deze hunne dwaze
meeniug? God alleen heeft den mensch het
leven geschonken, Hij i3 dus alleen messter
over het leven, maar ook meester over den
dood van den mensch. Dat recht op 's mec-
schen leven en dood staat God alleen af
aan de bevoegde machten hier op aarde,
en waar Hjj de volkeren en natiën, in den
oorlog, tuchtigt en kastgdt. In dien wetti
gen oorlog doodt de eene broeder den an
dere; maar God bestuurt den loop der
veldslagen. Hg richt deu kogel, den sabel
houw en den steek der bajonet. Maar in
andera gevallen zal niemand straffeloos
zich vergrjjpen aan het goddeljjk rechtop
leven en doodealwie menschenbloed zal
vergoten hebbendiens bloed zal ook vergo
ten wordenZiedaar één der eerste artike-
Iod, neêrgescbreven in het Wetboek van
den oppeisten Heer en oppersten Wetgever;
ziedaar Zijn wil uitdrukkelijk geopenbaard
omtrent dit punt. Het is eene positieve,
eene besliste uitspraak, die niet valt weg
te cjjferen, want zjj staat met nooit uit te del-
Eene opgraving I Eene lijkschouwing riep
hij uit. Gq gelooft dus dat ntjjn oom zjjn na
tuurlijken dood niet is gestorven
Wij gelooven niets, wij wilhn alleen maar
zekerheid hebben.
Gij denkt dus dat er eene misdaad begaan
is geworden
Indien men moest afgaan op de praatjes
van het volk, dan zoude hier niet aan te twijfelen
vallen.
Maar in dit geval, hernam Raoul driftig, ben
ik het dien men verdenkt, dien men beschuldigt 1
En waarom vroeg de magistraat op drogen
tooD. Waarom gjj eerder dan een ander
Omdat ik bjj tnjjn oom inwoonde, omdat
ik gedurende zijne ziekte hem geen oogenblik ver
laten heb, omdat ik hem bjjna alleen verzorgde.
Eoei dat is verschrikkelijk, dat is afschuwelijk
Met gehuichelde belangstelling vatte Philippe
Raonl's handen.
Bedaar toch, wsarde neef, zeide hij hem met
eene honingzoete stem. Hetgeen hier voorvalt is
in den hoogsten graad onaangenaam, ik erken
het, en zeker is er niets ongerjjmder dan zulke
geruchten, die ontstaan, men weet niet waar, en
die verspreid woeden, men weet niet door wie.
Maar gjj hebt, goed en wel beschouwd, immers
niets te vreezen. Gjj zjjt aan u*e eer cn ook aan
de onze verschuldigd de publieke meening eene
stellige logen straffing te geven, en die logenstraf
fing zal voortvloeien nit het onderzoek, dat gij
zoudt behcoren te eischen, indien het niet mocht
plaats hebben.
Gjj hobt gelijk neef, hernam Raoul, een wei
nig aangemoedigd door de woorden van don aövo-
gen letteren gegrift in het Boek der boeken.
En toch is de mensch vermetel genoeg
om tegen dien uitdrukkeljjk geopenbaarden
wil des Heeren in te gaan; de mensch
schaft de doodstraf af, als waren de woor
den, hierboven aangehaald, welke geschre
ven staan in het Boek der Schepping
Hoofdst. 9. vers 6., eene doode letter. Maar
de ondervinding bewjjst dan ook ten dui-
deljjkste, welke noodlottige gevolgen uit
die vermetele daad zgn voortgekomen. Het
getal moorden en doodslagen, in den laat
sten tjjd gepleegd, geeft ons een treurig
denkbeeld van de praktijk der hedendaag
sche philauthropeu.
Hieruit bljjkt, dat wjj terug moeten naar
hetgeen de opperste Wetgever vereischt en
gebiedt omtrent dit punt«alwie menschen
bloed zal vergoten hebben, diens bloed zal
ook vergoten worden.» Keeren wjj hier
naar terug, dan zullen wij wederom de
groote stelling zien bewezen, dat, naarmate
de aardsche wetten meer onmiddellijk het
uitvloeisel au de toepassing zgn van de
eeuwige wetten, zjj ook in dezelfde mate
tot welzjjn en zegan zullen strekken van
de maatschappij.
Eenige anarchisten te Parjjs hebben ver
zet aangeteekend tegen het besluit van de
hertogin d'Uzès, die zich het lot van de
kleine Sidonie Vailiant, het kind
van den bommenwerper in de Frausche
Kamer, die dezer dagen ter dood is veroor
deeld, heeft aangetrokken. Zjj verzetten zich
tegen het besluit der Hertogin, om bet kind
eene goede opvoeding te willen geven. Zjj
vergaderden in het Maison da Peuple, en na
men daar eene motie aan, waarbg de anar
chisten verklaarden, de opvoeding van het
meisje voor hunne rekening te willen nemen,
tan einde het groot te brengen in hunne
«leer.»
Y a i 11 a n t, die om gratie van de dood
straf heeft verzocht, wil men over het lot
van zgn kind laten beslissen.
Een later bericht maakt melding, dat
nog vcór dat de hertogin d' zè s aan den
bommen verper V ai 11 a n t aaubood 70or de
opvoeding ran zjjn dochtertje te zorgen,
had een vriend van V a i 11 a n t de schrjjn-
werker H a y t z, die ook zelf kinderen heeft,
hem een dergelijk aanbod gedaan. Dit aan
bod is door Vailiant aangenomen, maar
aan de hertogin d'Uzès deed hg weten,
dat hjj haar erbenteljjk zou wezen wanneer
zjj zjjnen vriend daarbjj wat wilde steunen.
caat, er moet licht iu deze raak komen. Wanneer
ik wist dat er een vermoeden op mjj rustte, zoude
het leven mjj eene oamogeljjkheid zjja. Mjjnheer
de Procureur, ik ben te uwer beschikking.
Is mijne aanwezigheid te Compiègne bepaald
noodzakelijk vroeg de Barones.
Bepaald, ja, mevrouw, en ik zonde u onmo -
geljjk kwjjtachelding kunnen geven van de ver
pachtingen om mjj te vergezellen.
Ons rjjtuig stsat nog voor de deur, hervatte
Philippe, dit rijtuig zal mijne moeder, mija neef
en mij naar 't Noordatation brengen, waar wjj
dan ts geljjk zullen aankomen. De magistraat
schudde het hoofd. Ik zoude mjjnheer de Chsllins
willen verzonken mjj niet te verlaten, antwoordde
hjj, ik moet bem onderweg nog ceniga vragen
doen.
Deze woorden onze lezers raden zulks gemak-
keljjk verborgen deu wensch om dan jongen
man niet uit het oog te verliezen, zonder hem ech
ter openlijk in arrest te willen namen. Philippe
en de Barones gingen het eerst naar beneden
en etapten in het rjjtuig, waarmede zjj gekomen
waren. Do Procureur der Republiek sprak zacht
eenige woorden tot den notaris, verliet het kabi
net met Raoul en den overste der veiligheids
politie en coodigde beiden uit om in het rjjtuig bjj
hem plaats te nemen.Men begaf zich naar 't Noord
station. De landouwer der Barones reed ongeveer
een honderd pas vooruit.
Welnu, moeder, vroeg Philippa, wat denkt
gij er van?
Ik denk, antwoordde mevrouw de Garenne?,
dat gij dwazeljjk een gevaarlek spel speelt, en dat
gjj het zult verliezen. Het was werkelijk niet
Overigens heeft het wstarlgk niet aan
bljjken vau belangstelling in de kleine
Sidonie ontbroken. Van alle zgden kwa
men aanbiediugeD, sommige om het kind
te adopteeren. Onder de gegadigden noemen
wij de bekende Madame S v e r i n e, den
zee-officier Griveaux, Sebastien
F a u r e, een werkman nit Marseille, den
anarchist A. Chevalier eu nog zeer
veel anderen.
Ia de buurt van Forano hebben rnitn
zeshonderd werkstakers een gevecht geleverd
tegen de soldaten; acht werklieden werden
gedood en velen hunuer werden gekwetst.
Van de troepen werd niemand gedood. In
de stad heerseht groote ontsteltenis, al de
straten zjju door de militairen afgezet.
Ia de stad Carrara is een oproer ont
staan door ontevredenheid der bevolking
over het oproepen van miliciens voor de
verschillende lichtingen. Het is tot formeele
gevechten met vuurwapenen gekomen, waar
bg aan beide zgden verscheidene dooden
vielen.
De fanjulla een blad, dat te Rome
verschjjnt, deelde dezer dagen onder voor
behoud mede, dat de minister-president
C r i s p i een onderhoud zou gehad hebben
met kardinaal R a m p o 11 a. Natuurljjk
trok een ieder, die ook maar een weinig
met den toestand te Rome bekend is, over
dit bericht de schouders op, en toch zgu
die beide Heereu, zoo althans wordt nu uit
Rome gemeld, met elkaar in betrekking
gekomen door een kaartje. Ziehier wat is
gebeurd. Eeu bediende vau kardinaal R a m-
p o 11 a bad in last diens kaartje af te
geven aan den heer I s w o 1 s k y, Ruslands
zaakgelastigde. Deze nu woont in hetzelfde
paleis als de heer C r i s p i, en de bediende
beging eene kleine vergissing: bij gaf het
kaartje af aan een dienaar van deu Minister
president, in plaats van aan dien deB Rus-
aischen zaakgelastigden. C r i s p i zeker niet
kunnende verklaren, waaraan bij die beleefd
heid van 's Pausen Staatssecretaris te danken
bad, wilde evenwel niet minder beleefd zgn
en zond een kaartja aan kardinaal R a m-
p o 11 a terug.
Dat over het geval harteljjk is gelachen
zal wel door niemaod in twgfel worden
getrokken.
Het Pruisische huis van Afgevaardigden
is met eene niet veel zeggende troonrede
geopend.
Blijkens de nieuwe officieels ljjst is de
getalsterkte der partgen als volgt: coocer-
noodig om het testament te verduisteren en te
doen, wat gjj gedaan hebt, om onze pogingen to
taal te zien mislukken, onze hoop in rook te zien
verdwjjnen.
Zjjt gjj bevreesd 1
Openhartig bekend, ja
Waarvoor?
Voor het onbekende, het onvoorziene, het
toeval, kortom voor alles. Ik zoek van waar de
slag zal komen, die ons bedreigt. Door welke ge
heimzinnige tusschenkomst is deze geboorteakte in
handen geraakt van den Prccureur der Repu
bliek
Dat is eene zaak, die wjj behooren te weten;
indien wjj zulks thans wisten, zouden wij den
sleutel van bet raadsel hebben en konden wjj de
stappen tegenwerken, die waarschjjnljjk gedaan
zullen worden. Men weet niet of de doohter van
mjjn oom nog leeft. Men zal haar trachten op
te sporen, maar dat zonder eenig richtsnoer. Wjj
daarentegen weten waar wjj haar vinden moeten.
En dat is juist onze kracht.
Dat is waar, zei de Barones; de noot, bjj
het testament gevoegd, zegt ons dat Genoveva
toevertrouwd is geworden aan eene boerenfamilie
uit Nanteuil-le-Haudoin.
Aan de familie Vandame en Julien C'jjn
bediende is juist de zoon van dezen Vandame. Door
hem zal ik dus vernemen wat er van Genoveva
geworden is.
Wees op uwe hoede, mompelde mevrouw
de Garen nes.
Waarvoor
Gjj speelt een vreeseljjk spel.
Wordt vervolgd.)