NIEUWE
No. 2087
Woensdag 24 Jannarl 1894.
19de Jaargang.
Een terugblik.
BUITENLAMP.
De twee Neven.
Servië.
HiARLEMSCHE C0UR4IÏ.
ABONNEMENTSPBIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B TT B E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB advebtbntien;
Van 16 regels80 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woemd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a c t e u r-Uitg ev er, W. K fi F P E B 8.
Het plechtig jubeljaar van onzen grooten
roemrijken paus Leo XIII zal weldra tot
h6t verleden behooren. Op den 18a Februari
e. k. zal het jubeljaar met een Te Deum
en kerkelijke plechtigheden in de basiliek
van Sint Pieter te Rome wel worden geslo
ten, maar met ouuitdelgbare letteren staat
het geschreven ia het boek van Rome's
kerkhistorie. De gedachte aau dat plechtig
jabeljaar, waarin zich zulke heerlij ie mani
festaties vau het christeljjh leven hebben
ontvouwd met grooten luister en kracht,
doet ons onwillekeurig ook denken aan
den smartvollen toestaud, waarin de grjjze
Opperpriester verzacht.Hij toch, de wettige
Koning van R>me, ziet zyne eigene stad
in de macht van een gewelddadigen vreem-
ling, een roofzieken indringer; hij is ge
vangene in zjjn eigen paleis, het Vaticaan,
en de poort van het Vaticaan wordt be
waakt, bespied, beloerd door den grimmigen
haat zjjner doodsvijanden.
Maar het was juist die smartvolle toe
stand, waartoe de Paus van Rome is ge
doemd, waarin hij verzucht, welke de ge
trouwe kinderen der Kerk in het plechtig
jubeljaar 1893 vooral aauprikkelde om aau
's Heereu Hoogepriester het getuigenis vau
hunne dankbaarheid en toewjjding aan te
bieden. Immers, in hacheljjke «ogenblikken,
wanneer geduchte gevaren dreigen, wanneer
van alle kanten de verwoede vjjanden in
gebeten razernij aanstormen, dan vooral
verzamelen de soldaten zich in dichte gele
deren rondom hun veldheer. En zoo is het
ook by de Katholieke Kerk: juist omdat
iD onze dageu zoovele vjjanden den onder
gang hebben gezworen van die Kerk en
Haar daarom bekampen eu bevechten op
alle mogelgke wijzen, juist daarom mooten
de soldaten van Christus de kindereu der
Katholieke Kerkzich meer dan ooit ten
nauwste vereenigen roodom hun Opperhoofd,
zich dichter aaneensluiten rondom hnn aan
voerder d e staat op Sion's tinne en zjjn
uitgelezen keurtroepen met scherpen, maar
ook met bezielenden, bemoedigden blik over-
echouwt.
Heerlpk schouwspel! Ouwrikbare trouw
en heldhaftige toewjjding is het kenmerk,
waaraan de kinderen der Kerk in onze
dagen vooral zjjn te onderscheiden. Zjj
stroomen samen rondom den troon de3
Pauses en herbalen het lied:
FEUILLETON.
37.)
Vervolg.)
Mijnheer, antwoordde de kamerdienaar met
eene zekere stoutheid, ik vertegenwoordig hier de
erfgenamen van mijnheer den graaf de Vadans,
ik meen dus het recht te hebben, u te verzoekeu
mij te willen mededeeleu op wiens last gjj aldus
handelt.
Op last van mjjnheer den Procnreur der
Republiek, zie hier het bevel. Lees.Honoré
boog, terwijl hjj stamelde:
Gaat dan nw gang, mjjne heeren 1
Wil ons den weg wijsen.
Ik ben tot uwe orders. Waar wilt gjj be
ginnen
Met de kamer waar mjjnheer de Vadans
den laatsten adem heeft uitgeblazen. Hebt gjj de
sleutels der kasten?
De sleutels staken allen op de sloten, toen
mjjnheer de Graaf stierf. Sinds zijn zij er niet af
gehaald. Mag ik u dus verzoeken mij te volgen,
mijne heeren? De vier heeren volgden nu den
ouden bediende, die hen het eerst naar de kamer
van wijlen zijn meester bracht.
De vrederechter begon zijn taak; terwijl zjjn
griffier een procesverbaal opmaakte, de aanwijzing
bevattende van ieder meubel, gaf de commissaris,
van politie een teeken aan zijnen secretaris, om
aanteekeningen te maken en zich nn tot Honoré
wendende vroeg hij
Sinds wanneer waart gjj in dienst van den
graaf de Vadans?
Sinds vjjf-en-twintig jaar, mijnheer.
//Heil U, verwinnaar in ketens geklonken!
Koning van schepter en krone beroofd,
Koning, wiens slapen de stralen omvonken,
Als geen geslacht aan zijn held heeft geschonken,
Stralen der glorie om 't lijdende hoofd
Voorwaar, dit is ééa van de groote tee
kenen des tjjds: de openbare bewijzen van
geloof en liefde, die pelgrimstochten, die
tallooze bezoeken aan de Eeuwige Stad, die
eenparige betuigingen van gehoorzaamheid
en liefde jagens den Plaatsbekleeder van
Christus, het echt apostolisch werk van den
Sint-Pieterspenoing en zoovele andere wer
ken van ijver, liefdadigheid, voortplanting
des geloofs, vrjjwillig en als by mirakel
ingesteld volgens de verschillende behoeften
van lauden en volkeren.
Dit alles herinnert ons aan de vlammende
manifestaties uit de heerlykste tijdperken
des geloofs, dit alles bewjjst ons dat het
leven bj de Katholieken van onzen tjjd
nog sterk is, ja veel sterker, werkzamer,
vruchtbaarder dan op het einde der vorige
eeuw. Dit a les doet ons hopen, dat die
werkzaamheid en dat leven meer en meer
in den boezem der Kerk zal toenemen en
aan de wereld, bevrijd van de begoocheling
der valsche leeringen en van verkeerden
vooruitgang, een nieuw tydpeik van voor
spoed en gelnk zal voorbereiden.
Die manifestaties, met grooten luister
en kracht, in het plechtige jubeljaar van
onzen grooten Paus ontvouwd, zjjn wel in
staat om het vaderhart van dien grjjzen
Opperpriester, te midden van al de smarten,
die hem drukken, te troosten en op te
bearen. Maar wilt ge weten, wat hem nog
méér troosten zal, en wat ieder goed Ka
tholiek bovenal ter harte moet nemen
Het is: de grondige studie, het jjverig en
oprecht in beoefening breDgen van de zoo
gewichtige, zoo volstrekt noodzakelijke en
zoo juist van pas verkondigde leeringen,
welke Leo XIII aan de wereld geschonken
heeft in zjjne laatste merkwaardige Eucy-
clieken. Al die stukken te zanten, vormen
een monument, dat wedjjverea kan met de
werken van de grootste Pausen aller eeuwen.
Zy zjjn voor de christenen van onzen tijd
het schitterende licht dat hen bestralen
moet op al hunne wegen, tijdens geheel hnn
by zonder en openbaar leven, te middeu van
de duisternissen en dwalingen, die van alle
kanten opdoemen. Deze belangrjjke leerin
gen, welke voortdurend in de handen moes
ten zjjn van geestelijkheid en ontwikkelde
Gjj bezat het volle vertrouwen van uwen
meester?
Mgoheer de Graaf wist ia hoeverre hjj zich
aan mjjne eerlijkheid eu mjja troaw had te houden,
doch hij sprak mij nooit over zjjne zaken.
Hebt gij reden om te veronderstellen, dat
mynheer de Vadans een testament gemaakt heeft.
Ik geloof het niet.
Waarom
Na den dood vaD zjjn oom beeft mijnheer
de Cüallins overal gezocht, maar niets gevonden.
Kendet gjj de rechtstreeksche erfgenamen
van wijlen nw meester?
Zeker kende ik die, mijnheer. MevroHW
de barones de Garennes, zuster van den overledene,
en uijcheer de Challins, zijn neef.
Maar behalve die?
Op dat oogrnblik herinnerde Honoré zich deze
woorden van dokter Gilbert:
Zweer mij, zelfs al werd gij ondervraagd door
lieden des gerechts, dat gij geen woord herhalen
zult van 'f geen er tusschen ons gesproken is.
En dezen eed had hij gedaan. Het oogenblik
was thans ook gekomen om zijn eed te houden.
Hij antwoordde dan ook zonderde minste aarzeling:
Ik ken er geen anderen.
De commissaris hervatte
Wie heeft den graaf de Vadans tijdens zjjne
ziekte verzorgd?
Zijn neef, mijnheer de Challins.
Dat weten wij, maar welke dokter behandelde
hem
Geen.
Dat is toch zeer zonderling.
Neen, mijnheer, dat is het niet. Mjn arme
meester wilde geen geneesheer aan zjjn ziekbed
hebben.
Heeft hij u dat gezegd
—Aan mjj niet, mynheer, maar wel aan mijn-
leekeD, welke voortdurend overwogen moes
ten worden door de christelijke staatslieden,
kunnen we hier niet ontleden. We zouden
te uitgebreid worden. Slechts dit stippen
we aan. Daghelder en zonneklaar, met even
groote juistheid als diepzinnigheid, geven
die Encyclieken de voornaamste punten aan,
waarop de aandacht der geloovigen zich
moet vestigen eu tevens het ware terrein,
waarop tegenwoordig de strjjd des geloofs
moot worden voortgazet, iu het onwankel
baar vertrouwen op de glorieuse eind-over-
winuiug.
Iu zyue geschriften betoogt Leo XIII aan
ons, wat voor de verdedigers der Kerk van
het hoogste gewicht is: n.l. de degelyke
studie der wysbegeerte, der geschiedenis,
der letterkunde, der H. Schriftuur en andere
wetenschappen. Daarin legt Hij de nood
wendige wetten van het christelyk huisgezin,
dat in onze dagen door de slechtste vjj-
anden der beschaving wordt aangerand,
aan ons bloot. Daarin ontwikkelt hjj voor
ons de hoofd-voorwaarden van de christelyke
inrichting der Staten, terwijl hy terzelf-
derty'J de eenig ware oplossing geeft van
die vreeselyke sociale quaestie, welke de
wereld met de ergste rampen bedreigt.
Daarin eindeljjk maakt by de kwalen ken
baar, welke de tegenwoordige maatschappy
ondermjjnen, en geeft ons ook de eenig
krachtdadige geneesmiddelen aau de hand,
die genoemde kwalen kuunen genezen en
aan de maatschappij eene sterke en bloeiende
gezondheid kannen hergeven.
Het bisschopsjubilé van Leo XIII is,
zooals een Fransch Godgeleerde zegt«een
blykbaar middel van de goddeljjke Voor
zienigheid om de blikken van alle menschen
te vestigen op dien weêrgaloozan luister
van geloofs- en zedenleer, uitgespreid in
de Encyclieken van onzen roemryken Paas.»
Un moyen prooidentiel d'atlirer les regards
de tous les hommes sur cetté incomparable
splendeur doctrinale et morale des Encycliques
de notre illustre l'ontije.»
Op ons rast de plicht te beantwoorden
aan deze oproeping der Voorzienigheid en
tevens te voldoen aan den dierbaarsten
wensch, aan het wettigste en vurigste ver
langen van den grooten Paus, die hopen
en vertrouwen wjj en smeeken wjj vurig
van God nog langen tijd de Kerk zal
bestoren tot de hoogste eere Gods en het
heil der volkereD.
heer Raoul.
De commissaris van politie vroeg geene nadere
verklariag.
Geleid ons naar de vertrekken, die rojjuheer
de Challins bewoorde, beval hij.
Maar, mjjnheer, gjj gaat bjj mijnheer Raoul
den boel toch niet verzegelen?
Ja wel.
De kassen, maar toch zeker niet de deuren?
De deuren ook.
En wanneer mijnheer Raoul dan t'huis
komt?
Mjjnheer de Challins zal in den eersten
tjjd niet in het hö'el terugkeeren, antwoordde
de commissaris. Honoré begreep de vreeselyke
uitgestrektheid van dit gezegde niet en veronder
stelde dat de jonge man ergens anders zoude
wonen, tot dat alles weder ontzegeld zoude zjjn.
Alles werd nu verzegeld, waarop de commissaris
nu hervatte:
Wjj zullen thans vluchtig uwe kamer en
die van de keukenmeid en den portier door
zoeken. Hierin ligt voor u volstrekt niets belee-
digends. 't Is slechts een maatregel, dien wjj
voor den vorm nemen.
Het onderzoek leidde verder tot geen den min
sten uitslag.
Gij zjjt aangesteld tot zegelbewaarder, zeide
de vrederechter tot Honoré. Gjj kent de wet en
weet welke plichten er op u rusten.
Ja, mynheer. De magistraten vertrokken
hierop weder, de bedienden noogst ongerust, en
niet begrijpende wat er eigenlijk voorviel, achter
latende.
Toen Philippe het kerkhof van Compiègne ver
liet, om zich naar 't station te begeven, had hjj
tot de Barones slechts deze woorden gesproken
De millioenen behooren ons.
Het ministerie heeft zyn ontslag genomen,
nu de ex-koning Milan zyn gegeven
woord ontrouw is geworden en naar Bel
grado is teruggekeerd. Hy ontving by zjjne
abdicatie eene aanzienlijke som geld, en
sloot eene overeenkomst waarbjj hy zich
verbond Servië voor goed te zullen ver
laten. Wy zullen dezen Koning niet volgen
op den weg, dien bij in zyn losbandig en
verkwistend leven te Parijs en elders heeft
bewaudeld.Te meer niet nn ook zjjne gemalin
koningin Nathalie, die haar land moest
verlateD, omdat de bekende twisten tus
schen M i 1 a n en Haar het land geheel ten
gronde dreigden te richteo, Daar baar kind
den jeugdigen koning Alexander zal
terngkeereD. Het echtpaar verliet Servië en
keerde daar niet terag, zoolang koning
Alexander de regeeriog voert. In het
begin van 1889 aanvaardde A 1 e x a n d e r
de regeering, onder toezicht van een regent
schap, maar reeds in 1893 verklaarde de
Koning zich meerderjarig en ontsloeg de
drie regenten, die tot dusver de teugels
van het bewind in handen hadden gehad.
Da terugkeer van koning M il a n in Ser
vië heeft aldaar eene algemeene beweging
veroorzaakt, maar er heerscht in Belgrado
en elders volkomen rust.
Tot bevestiging van de dynastie Obreno-
witch in Servië zal zeker de ontronw van
koning Milan aan zyn gegeven woord
niet bijdragen, tenzij hjj door zyne fouten
te herstellen medewerkt, om den troon van
zyn zooq krachtdadig te stennen.
Koning Alexander beeft het ontslag
van het Kabinet aangenomen en sprak daarbjj
de verwachting uit, dat de terugkeer zjjns
vaders dea politieken toestand zuiverder
zon maken 't Is voor den jeugdigen vorst
te hopen.
Volgens geruchten te Weenen in omloop
zonden de aanhangers van den kroonpre
tendent prins K a r a g e o r g e w i t c b, de
schoonzoon van den vorst van Montenegro
beginnen het hoofd weder op te steken, en
den troon van den jeugdigen Alexander
te bedreigen. Ware er geen dringend gevaar
geweest dan zon. zoo meent men, de ex-
KonÏDg zeker niet uit Parjjs naar Belgrado
teruggekeerd zijn.
Volgens de Frankfurter Zeitung had de
Maar de wettige dochter dan, mompelde
de Barones.
Ik ga mjj thans met haar bezig houden.
De avond begon reeds te vallen. Julien Vandame,
die reeds zijn fortuin sla gemaakt beschoawde,
indien de onderneming, die met talk eene helsche
behendigheid wa3 voorbereid, gelukte, wachtte
met een licht te begrjjpen ongeduld de komst
zijns meesters.
Bjj een geopend venster eene sigaret rookende,
zat bij te wachten. Terwjjl het rjjtuig van Phi
lippe onder weg was, ging deze in zjjn geest al
bet gebeurde nog eens ca. Zooals de omstandig
heden thuis waren, moest Julien Vandame opnieuw
en meer dan ooit het werktuig en de medeplich
tige van zijnen meester worden, omdat hij door
een wonderlijk toeval de eenige man was, die
hem inlichtingen kon geven omtrent het bestaan
van Genoveva. De met het testament geslotene
aanteekening sprak van eene zekere Honorins
Lefebvre, die het kind aan de Vndame's had
toevertrouwd. Deze Houoriue woonde niet meer
te Compiègne, daarvan had Philippe de zekerheid.
Men wist overigens niet, wat er van haar was
geworden; naar alle waarscbjjnljjkheid kende de
geheimzinnige briefwisselaar van den Procureur
der Republiek het bestaan van deze Honorine.
Bij haar zou hjj 't spoor van Genoveva gaan
zoeken. Eéne zaak prikkelde echter in het bij
zonder de nieuwsgierigheid van den jongen Baron.
Wie kan toch die onbekende briefwisselaar van
den Procuieur der Republiek wezen Hoe bevond
deze zich in het bezit van een geheim, dat zelfs
de familie niet kende P Deze vraag bleef voor
hem een onoplosbaar raadsel. Het stilhouden
van het rjjtuig wekte hem uit zijne overpeinzingen.
Hij had de Assas-straat bereikt.
(Wordt vervolgd.)