NIEUWE No. 2093 Woensdag 7 Febrnari 1894. 19de Jaargang. CASPAR JOSEPH MART1NÜS BOTTEMANNE, De twee Neven. HiiAIIHSCfflE C0UR1IT. ABONNEMENTSPRIJS Pei 8 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B TJ R E A TT: St. Janstraat Haarlem. iiismuf: AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels80 Centr. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woemd ag- en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteu r-U itgever, W. KÜPPER8. Door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel. BISSCHOP VAN HAARLEM, Huisprelaat van Z. H. Leo XII, Assistent-Bis schop hij den Pauselijken Troon, Aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom, Zaligheid in den Heer. Bjj het begin der Veartigdaagsche Vaste roept de H. Kerk aan hare kinderen toe «gedenk o menscb, dat gij stof zjjt en tot «stof zult wederkeeren». Het is derhalve zeker overeenkomstig den getst der H. Kerk, wanneer Wjj in dit herderljjk schtijven aan u diezelfde vermaning geren en tot n zeg gen: gedenk tocb, Beminde GeloovigeD, overweegt het wel en tracht u zooveel mogelijk te overtuigen en te doordringen van de groote waarheid «dat gij stof zjjt en tot stof zult wederkeeren.» Bovendien meenen Wjj dit daarom nog te meer te moeten doen, omdat die waarheid recht streeks gekant is tegen de dnbbele kwaal, die altjjd wel geheerscht heeft op de wereld, maar in onze dagen vooral zooveel onheil veroorzaakt, nameljjkde hoogmoed van den geest en de hoogmoed van het vleesch. I. De grootste hoogmoed van geest open baart zich in den verblinden en waanwe zen menach, die alleen aan zjjne eigene rede gezag toeschrjjft, zich daarom aan het gezag van God onttrekt, het gezag van God ontkent en zelfs bet bestaan vau God zou wenschen te kunnen loochenen. Doch hier over spreken Wjj niet tot u, B. G., die waarljjk kinderen zjjt der H. Katholieke Kerk. Gjj echter staat even goed b'oot aan het gevaar al is het dan ook op andere wjjze om u door hoogmoed van geest te laten beheerschen, en met het oog daarop vermanen Wij u«gedenkt dat gjj stof zjjt en tot stof zult wederkeeren.» In de eerste plaats roepen Wjj die woor den toe aan hen, die met gezag bekleed of in overheid gesteld zijn, en Wij denken daarbjj allereerst aan onzen eigen persoon. Door den H. Geest gesteld, om de Kerk Gods te besturen, kunnen Wjj zoo licht de handhaving van bet Ous toevertrouwd god- deljjk gezag verwarren met het handhaven onzer persoonlijke jjdelbeid; daar voor kan ons bewaren eene voortdurende herinnering aan onze nietigheid en vergankelijkheid, die Ons noopt, bjj de mee ljjkheden van ons bisschop pelijk bestuur God om inlichting te bidden, bovendien den raad vau andere personen te vragen en dien raad in den regel liever op te volgen, dan te handelen volgens eigen in- FE U1LLETON. 43.) Vervolg.) Het schijnt, dat gij gedurende de lastste maan den weinig in betrekking kwaamt met uw meester. Zeer weinig. Mijnheer de Chaliin» was de eenige persoon, wiens tegenwoordigheid hem aan genaam was. Waarvan schrijft gij den dood van den Graaf toe Aan sijn hoogen leeftijd. Dat is niet aan te nemen. Zjjn leeftijd en zgn Bterk lichasmsgsstel vergunden hem nog lan gen tijd te leven. De Graaf heeft veel verdriet gehad. Heeft bij u daarover wel eens gesproken Nooit, mijnheer. Mijn meester verborg alles in zich zelven. Waart gij in de kamer toen mijnheer de Vadans den laateten adem uitblies Hebt gij ge holpen aan het kisten van het ljjk 1 Ja, mijnheer. Wie heeft zich belast met het doen der noodige stappen ten einde de overbrenging van het lijk nasr Compiègne te vtrkrjjgen. Mijnheer de Challins. En hij is hat, die plaats genomen heeft in den lgk wagen? Ja, mgnheer. Is er dan geen enkel kwaad vermoeden bij a opgerezen? zichten. Maar evenzeer kunt gjj allen, die, hetzij door uwe priesterlijke waardigheid, hetzij door uwe burgerlijke betrekking, bet- zjj door uwen stand in de maatschappij over andereu te bevelen hebt, evenzeer kunt gjj gemakkelijk nw gezag en overwicht mis bruiken. Door groote gtdichte te hebben van nw verstand, door groote waarde te hechten aan uwe eigene denkbeelden en opvattingen, komt gij 'zoo spoedig tot maat regelen van willekeor en onrechtmatigen dwang, tot liefdelooze, hardvochtige en on rechtvaardige handelingen, die wederkee- rig de hartstochten nwer ondergeschikten in verzet brengen, niet alleen tegen u, maar tegen de gansche maatschappij. Hoeveel onheil ec jammer heeft deze hoogmoed van pjeest reeds voortgebracht! Wilt gij die on heilen niet helpen vermeerderen, herinnert u dan voortdurend, dat gij, zoo wel als zij die aan uwe macht moeten gehoorza men, slechts stof zijt, en even als zij, tot stof zult wederkeeren. Veel noodzakelijker nog is de herinnering aan deze groote waarheid voor hen, die niet met gezag zijn bekleed. Wat toch zien wjj in onzen tjjd dageljjhs gebeuren? E ne menigte personen, zieb inbeeldend verstand te bezitten om over alles te oordeelen, in die inbeelding versterkt door den omgang en de gesprekken van ontevredene menichen, of door het lezen van opruiende dagbladen en andere geschriften,plaatst zich vol trots en eigenwaan op den rechterstoel, om uitspraak te doen over alle mogelgke onderwerpen; meenen zg bjj anderen,inzonderheid bjj boven hen geplaatste machten, misbruiken op te merken, die misbruiken worden op liefde looze wjjze besproken en ten toon gesteld; wat inderdaad geene misbruiken zjjn,zien zjj in hunne koitzichtigbeid dikwerf voor wezeuljjke misbruiken ran; een ieder hunner meent de middelen te kennen, waardoor de maatschappij moet verbeterd worden, en de ware oplossing te kunnen geven voor üe moeilijkste vraagstukken. Vandaar de zacht om alles zelf te regelea en te bestu ren; vandaar hartstochteljjke bestrjjdiog van allen, die met hen in meening ver schillen verdachtmaking van andere per sonen; twist, partjjschappeD, vijandschap pen, oöverzoenljjke haat tusscheu hen, die als kinderen van denzelfJen God en leden derzelfde maatschappjj elkander harteljjk moestan liefhebben. Zouden wjj, B. G. van dat alles getuigen zjjn, indien die hoog moed van geest beter onderdrukt werd, in dien ieder zijne nietigheid en vergankelijk heid beter besefte? Waarlijk heilzaam is daarom voor ons die vermaning der H. Kwaad vermoeden Hoe bedoelt gjj dat Omtrent den dood van den Graaf. Ik begrijp u niet, mijnheer. Wat zoude ik vermoed hebben Wel, dat deze dood het gevolg is geweest van eene vergiftiging, bijvoorbeeld. Eene vergiftiging herhaalde de oude ka merdienaar ontsteld. Dat is zoo niet, mgnheer, dat is zoo niet. D.t, hernam de onderzoeksreehter, dit is e ne persoonlijke meening, die de bewoners van deze wijk, minder vertrouwen stellend of minder helderzimd, in geenerlei opzicht gedeeld hebben. De dood van den Graaf is zoo weinig natuurlijk geschenen, zoo geheimzinnig zelfs, dat het gerecht gemeend heeft daardoor op het spoor van eene misdaad te zijn. Dat is laster, mgnheer, schandelijke laster 1 Wien durft men beschuldigen van zu'k eene lage, afschuwelijke daad Hem dia gjj reeds dagen te vergeefs wacht, en die thans in de gevangenis zit. Mgnheer Baoul de Challios 1 riep Honoré doodsbleek wordende. DeDzelfde. De oude dienear scheen als door den bliksem getroffen. Neen mgnheer, neen hervatte hij, nimmer zal ik dat geloaven. Mijnheer Raoul is niet schuldig, hij kan niet schuldig wezen. Ik s'a voor hem in, zooals ik vcor mg zalven zonde instaan. Hoe zult gjj ons dan verklaren, dat het ljjk spoorloos verdwenen is De kamerdienaar begon thans over zijne leden te beven. Kerk«gedenk o mensch, dat gjj stof zijt en tot stof zult wederkeeren.» II. Wjj spraken nog van eene tweede soort van hoogmoed, dien wij den hoogmoed, van het vleesch noemden. Want het vleesch, dat is, de zinneljjke natuur, behoort te ge hoorzamen en onderworpen te zgn aan den geest, aan de rede; en juist het tegendeel heeft plaats; volgens bet woord van den Apostel«het vleesch legeert tegen den geest1)» verheft het vleesch zich boven den geest en de zinneljjke natuur brengt den mensch tot handelingen, die zijne rede moet ver- oordeelen en verafsjbuwen. Heiaas, B. G.hoe groot is tegenwoor dig de hcersehappjj der zinneljjkheid? Hoe velen leven alleen om hunne zinnelgke lus ten te bevredigen door eten en drinken, vermaken en uitspattingen! Omdat doel te bereiken schjjnen geen offers te groot; ver teringen worden gemaakt die de huisgezin nen ton gronde richten: verteringen, die louter diefstal zijn, omdat men daarvoor schulden maakt, die men niet betalen kao; de buitensporige weelde der hoogere stan den wekt nitt alleen wrevel bjj de mindere klassen der maatschappjj, maar wekt ook bij dezen een verlangen, eene begeerte, een bgna onweerst;.anbaren lust, om op hare beurt zooveel mogtljjk van de aarde te ge nieten. Ziet slechts rond in de wereld: zucht lot arbeiden vermiodert, zorg voor het ge zin verdwjjot, en wjjl de armoede daardoor toeneemt, komt men tot diefstal en on rechtvaardigheid want men wilmen moet zjjne zinnelgke hartstochten voIJood; en men leeft, alsof men geschapen was alleen om dat lichaam, dat vleesch te bevredigen, dat Blechts stof is, en dat na korten tjjd inden schoot der aarde zal worden weggeborgen, om daar ontbonden te worden en tot stof weder te keeren. III. Wilt dan, B. G., vooral in den aan staanden Vasteutjjd, volgens de vermaning van de H. Kerk, met grooten ernst uwe nietigheid en vergankelijkheid overwegen. Die overweging zal u helpen, om dien hei ligen tjjd door te brengen geljjk het be hoort, namelijk: als een tij 1 van gebed, van versterving en boetedoening. Als gjj diep doordrongen wordt van uwe nietigheid en menschelgke ellend0, dan zult gg luisteren naar het woord, dat da ge] jjks gedurende de Vaste n in de H. Mm wordt toegeroepen«vernedertbuigt uwe hoofden voor Goden door het gebed zult gjj hulp en kracht zoeken bjj Hem, met Wiens genade wjj alles kunnen. I) Gal, V, 17. Htt lijk spoorloos verdwenen stamelde ijj- Ja. Het opgraven van de lijkkivt beeft plaats gehad in tegenwoordigheid van het gerecht en van de leden der familie. Dtze ljjkkist is geopend geworden J. Zij was ledig of lievtr een hoop aarde had de plaats ingenomen van h«t lijk. Groote God! riep de grjjsaard, de handen ten hemel heffende. Wie heeft die heiligschennis gepleegd Wie Raoul de Challins 1 Alweer hij 1 Steeds mijnheer Raoul, omdat hg da cenigste was, die er belang bjj had, om het stoffelijk be- wjjs van zijne misdaad te doen verdwijnen, door het met vergift doortrokken ljjk te verduisteren. Maar waartoe die misdaad O, die ongelukkige,die ongelukkige,stamelde Honoré, het hoofd op de borst latende zakken. Gjj beklaagt dien moordenaar, den heilig schender dus nog Ik beklaag hem uit den grond van rojjn hart, indien hjj schuldig is. Twijfelt gjj daar nog aan Ja, mjjnheer en ik bid u, Iaat mij in den waan dat hjj onschuldig is. De naarheid bljjkt echter te duidelijk. Al leen vergezelde bjj het lijk, dus heeft hjj ook alleen het heiligschende feit kunnen plegen. Dat is zoo klaar als de dag Mijnheer de vrederechter, vervolgde de on derzoeksrechter, wjj zullen thans overgaan tot het lichten der zegels en het onderzoek der papieren. i Dit werk, alhoewel onmiddellijk aangevangen Als gjj diep doordrongen zjjt van de nie tigheid en vergankelijkheid van uw lichaam, dan zult gjj er u op toeleggen, otn door werken van versterving dat vleesch onder bedwang tehouieu, dat aan den geest on derworpen moet zgn, en door werken van boetedoening te herstellen wat gjj vroeger door zinneljjkheid misdaan mocht hebben. Volgens gewoonte vermanen Wjj u om te bidden voor de verheffing OLzsr Moeder de H. Kerk en voor haar zichtbaar Opper hoofd, Z. H. Paus Leo XIII; vraagt ook Gods overvloadigen zegen voor ons dierbaar Vaderland, inzonderheid voor onze jeug dige Koningin en Hare doorluchtige Moe der, de Koningin-Regente», en voor al uwe Overheden zoogeasteljjke als wereluljjke. Overeeukomstig de Ons daartoe door den Apostolischen Stoel verleende volmacht, ge ven Wij u dit jaar de gewone Dispensatiè'n in de Kerkeljjke wetten vau onthouding on der de gewone voorwaarden: welae dispen sation en voorwaarden door de WelEer- waarde Pastoors en Rectoren zullen worden afgekondigd. Krachtens bizondere Apostolische mach tiging, Ons, bg sch-gven van het H. Offi cie, den 22sten Juni 1893 door den H. Va der verleend, dispenseerenWij, bjj deze, voor ons Bisdom, in de Kerkelijke outhoudings- wat, in zóóverre dat, tot aan de Veertig- daagsche Vaste van het jaar 1895, het gebruik van vleeschspjjzen wordt toegestaan aan heD, dia in hotels, rastanraties, her- bargeu of aan open tafels eten, alsmede aan hen die op reis zgn, op alle Zaterdagen door het jaar, behalve op Zaterdaaen van de Veertigdaagsche Vaste, de^Qaateinper- en die Vigilie-Zaterdagen, waarop het gebodea is te vasten. Voorts verleenen Wjj, krachtens dezelfde Apostolische machtiging, aan alle Pastoors, Deserritors en aan alle Biechtvaders in OnB Bisdom, de bevoegdheid om, aan alle ove rigen, die het aanvragen, of voor wie het aangevraagd wordt, dezelfde dispensatie te verleenm. Eu zal dit Ons herderlijk schrjjven in alle tot Ons Bisdom behoorende kerken, alsmede in de kapellen, waarover een Rec tor is aangesteld, op Zondag Quinquagesima op de gebruikeljjke wjjze worden voorge lezen. Gegeven te Haarlemden 29sten JaEuari 1894. f CASPAR, BISSCHOP VAN HAARLEM. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, H. J. A. COPPENS, Secretaris. vernachte veel tijd. Alle kasten werden doorzocht. De papieren die men vond, werden bijeengepakt en verzegeld, ten einde naar het bureel van den vrederechter gebracht te worden, die ze later op rijn gemak wilde inzien. Tersijl men in het hotel der Garanciè.-e-straat te Parga eene huiszoeking deed, had hetzelfde plaats gehad te Compiègie in de villa van wjjlen den graaf de Vadans. Evenmin als te Parjjs vond men te Compiègne hetzjj een testament, hetzjj een of ander papier, dat aanleiding gaf om aan te nemen, dat Raoul het testament zgn ooms ver nietigd had. Doch in de oogen des gerechts was de ledige lijkkist een overtuigend bewjjs, d.t alle verdire bewijzen bijna overbodig maakte. Voor dat hij Raoul de ChalliDS een verboor deed on dergaan, wilde hjj de getuigen ondervragen, die iD staat waren om hem tenige inlichtingen te verschaffen, welke hem van nut konden wezen. Deze getuigen waren ten getalle van twee. In de eerste plaats de koetsier Satnrnin, die Raoul van Parjjs naar Compiègne had gebracht, toen deze het lgk van den «raaf de Vadans begeleidde. Vervolgens juffrouw Magloire, de eigenares van het logement te Pontarnsé, waar gedurende dien nacht het voertuig ia dan stal had gestaan. De koetsier en de weduwe werden als getuigen gedagvaard.Op het gestalde uur waren zjj aanwezig. De rechter ondervroeg hen tot in de kleinste bizonderheden, maar geen de minste besehuldiging drukte daardoor op Mjjnheer de Challins. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1