NIEUWE Advertentiën No 2100. Vrtldag 23 Februari 1894 19de Jaargang. Kerk en Staat. BUITENLAND. De twee Neven. Duitsehland. Brazilië. Frankrijk. i HliftLHSClfKOCRiïT. ABONNEMENTSPBIJ8 Pen 8 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B U" B E A tl: St. Janstraat Haarlem. PBIJS DEB ADVEBTBNTIEN. AGI'TE MA NON AGITATE. Van 16 regels.30 Centr. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woeoid ag- en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. K F P K R 8. in de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT driemaal ter plaatsing op- g et even, worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Vervolg en Slot.) Dd Staat is niet door God geroepen om zorg te dragen voor de opvoeding van het menschdom noch voor dit noch voor bet andere leven. Zjju taak bepaalt zich tot de handhaving der maatschappelijke orde door aller rechten te beschermen, en het lijdelijk welzjjnder burgers te bevordfren.Be machtigt de Staat zich het onderwas der jeugd dan gaat hg buiten zijne bevoegdheid, en tast de rechten der Kerk en der ouders aan. De schoolplicht schendt de rechten der ouders, want de natuurwet stelt zich bjj de voortplanting van het menschdom een twee voudig doel, n.l. het welzjjn der ouders en het welzgn der kinderen. Hot eerste doel verleent aan de ouders het recht al het nut nit hun kroost te trekken bestaanbaar met de persoonlijke waardigheid van het kind. Aan dit recht beantwoordt de plicht der kinderen voor het welzgn Tan hunne ouders te zorgen. Het tweede doel het wel der kinderen baart het recht of veel meer de verplichting der ouders om volgens bonne middelen te voorzien in de lichamelijke, geettaiijke en zedeljjke behoeften vau het kind. Dit recht ziet de Staat over het hoofd als hg de kinderen aan de ouders ontrukt om ze in zgne scholen, naar zijne begin selen op te voeden. Hg slaat de hand aan bet heiligdom der familie onder voorwend sel van aan te vulleD wat de nalatigheid der ouders te wen3chen overlaat. De belangen van den hniselgken haard, zooals het onderwgs, verdienen zonder twg- fel de aandacht der Regeering. Niemand zal echter den Staat alle toezicht op het buisgezin ontzeggen, maar dit toezicht beeft bepaalde grenzen en moet enkel dienen om, waar dit hoogst noodig is, de rechten van ieder familielid te ondersteunen en te waar borgen. De Staat die de kinderen dwingt uitslui tend de openbare sebool te bezoeken door aan die scholen privilegiën niet aileen op financieel maar op allerlei gebied toe te kennen, verliest het persoonlgk recht der kinderen nit bet oog. Niet voor den Staat is de mensch geschapen; hem wacht eene hoogere, persoonlijke bestemming, bijgevolg FEUILLETON. 50.) (Vervolg.) II. Dokter Gilbeit was, in gedachten verzonken en zonder zulks bijna zelfs teweteD,a*n het pa leis van justitie get omen. Hier vroeg hij dan weg, ging de trap op naar de galurjj, waar zich de bureelen bebinden van de Onderzoeksrechters, en zich toen tol een klerk wendende, vioeg bjj: Zoudt gij zoo goed willen zjjn mjj de kame" van mijnheer Galtier te wjjsen In plaats van ta antwoorden, vroeg de klerk: Is het soms voor eene dagvaardigiDg? Neen, bet is voor eene bizondsre zaak. Ik twijfel, of mjjnheer Gallier u ontvangen kan, want hjj heeft het op 't oogeublik zeer druk; dit zjjn allen getuigen, die nog niet eens gehoord zjjn en die hunne beurt afwachten. Werkeljjk wendde Gilbert den blik naar de getuigen die men hem aanwees. De dokter herkende Berthaud, die hem de deur van het ho el in de Garanciè'e-straat geopend bad. De beide andere personen, die hij niet kende, waren de oude Sussnne en Philippe de Garennev. Deze laatste beschouwde met zekire nieuwsgie righeid den langen grjjsaard met lijn si verwit haar en grijzen baard, wiens vermagerd gelaat iets buitengewoons had en wiens hooge gestalte eene zeldzame waardigheid verried. Gilbert hervatte: heeft hjj eeo onvervreembaar recht op eene opvoeding welke met deze overeenkomt. De Staat miskent dit recht als hij het kind dwingt in zgne scholen voedsel voor geest en hart te zoeken. Ook hier staan wjj voor eene stuitende contradictie: de Staat die allen volkomen vrjjheid beloolt, maakt zich mees ter van het kind in de wieg waarover bij oppermachtig wil beschikken. Het kind is echter naar Gods geljjkenis geschapen, door het bloed des Verlossers vrjjgekocht en door den H. Geest geheiligd, bijgevolg eerst lid van de Kerk en daarna burger; het kind heeft recht op eene christelijke opvoeding alvoreus onder de plak van o'eu Siaatson- derwgzer te komen. Een eerljjk gemoed protesteert tegen het huichelend misbruik der woorden, wanneer men ons den leer plicht als de bron van talrgke weldaden voorstelt. De Staat die aan geen God gelooft of ten minste alle godsdiensten op gffgken voet plaatst, de moderne Staat eigent zich het recht toe de kloosterorden te besturen, op te heffen en hunne grondregels te wjj- zigen. De zaak zou ongeloofoljjk schgueu, indien de geschiedenis hare werkelijkheid niet bewees. Het machtige Duiteche Rjjk dat Frankiijk's legerscharen verpletterde, beeft voor den witten borstsluier van eene liefdezuster en de bruine pjj van den Min derbroeder. Daar joeg men de landskinderen over de greazen, omdat zjj een priesterkleed droegen, hun verheven roeping getrouw ble ven en geen ODeer wilden aandoen.De Rijks kanselier verklaarde dat de Orden gevaarlgk waren voor de openbare rust en verbande hunne leden bniten het vaderland.Is het niet opmerkelgk dat de Fransche revolutie de zelfde sebgareden tegen de kloosters ge bruikte. Onder de voorwendsels door B »r- n a v e aangevoerd om de wet van 1790 te rechtvaardigen, lezen wjj het volgende: «Je kloosterorden zgn gevaarlgk voor den Staat.» Maar wat is met dat alles van het schoone Frankrgk goworden, weleer zoo deugdzaam, machtig en rjjk? Vol bedrog, hand aao hand met de regeerders van het ten verderve gevoerde Italië, dansen de mo derne staatslieden op een valkaan boordevol van goddeloosheid. Want zjj hebben God uit den Siaat gejaagd en gewetensdwang in de plaats gesteld. De bespottelijke, maar desniettemin gevaarlgke Staat-theologanten treden er op. Do eerbiediging van den gods dienst, boven deD Staat, welke de grondtoon van het onderwgs behoorde te zgn, is nergens te vindenintegendeel, de godsdienst wordt ten strengste vermeden. Overbodig mag het heeten met vele woorden te wgzen op het Warneer denkt gjj dat mjj heer Galtier mij te woord zou kunnen slaan P Niet voor zesteo. Goed, dan zal ik legen dien tjjd terugkomen. Indien gjj hem gaarne wilt spreken, wees dan hier om balf zes, ik zal hem daa uw kaartje overhandigen. Waar bevindt zich het parket van den Pro cureur der Republiek Op de bovenverdieping. De eerste de beste zal het n wjjzeo. Ik dank u., Gilbert vond zonder vesl moeite de kamer die hjj zocht, en wendde zich hier tot eenen deu'- waarder, die, even als de klerk gedaan had hem vroeg: Zjjt gjj hier ontboden, mijnheer P Neen, maar de reden die mjj hier voert ia van het grootita gewicht; het is hoogst noodza kelijk dat de overste van bet parket mij ontvangt en mij zoo spoedig mogelijk hoort. Dat zal moeiljjk gaan, mjjnheer. Geef mij echter uw kaartje, dan zal ik het mijnheer den Procureur der Republiek laten zien. Hjj kent mg niet en daarenboven heb ik ook geen kaartjes bij mjj. Wees eohter zoo goed om te zeggen dat ik kom voor de zaak, betref fende den dood van den gr'.af Maximilian de Vada.s, dat ik dokter G.lbert heet en dat ik kostbare en onverwachte inlichtingen kom geven. Op het ooganblik ging da bel in het bureel, waarop de deurwaarder zich haastte naar binnen te gaan. De dokter bleef wachten iu de voorzaal met nog een twaalftal personen. Doch lang duurde dit wachten niet. De deurwaarder vertoonde zich ongerjjmde en onzinnige van deze aanma- tiging. Wil de Staat dus zijne bevoegdheid niet te buiten gaan en zgn eigen belang be vorderen, dan moet hjj de vrjjbeid der Kerk eerbiedigen in de leering en verkondiging van Gods woord, in de voorschriften en uitspraken betreffende de zedeleer, in de bediening der Sacramenten, de missiën en de uitoefening van het kerkelgk gezag. De Staat zal echter dezen plicht niet ver vollen, zoolang bjj luistert naar de leer meesters dar nieuwe philosophie, welke voor den Staat geen hooger welzgn kennen dan het wroeten in het stof der aarde, geen verhevener bestemming dan uitbreiding van macht naar buiteD, vermeerdering van rgk- dom en zingenot, en volkomen overheer- scbiog der onderdanen in eigen laud. Komt men eenmaal tot do overtuiging dat de Slaat verplichtingen heeft jegens anderen en eeue zware verantwoordelijkheid tegen over hooger gezag, dan zullen de betrek kingen tusschen Kerk en Staat een geheel ander aanzien krijgen en beiden hand aan band aan het geluk van het menschdom samenwerken. De oude prins Von Bismarck, zoo schrjjft men uit Friedricbsruhe, was bljjk- baar zeer ingenomen met het bezoek van keizer Wilhelm. Reeds in den loop van den middag, eenige uren voor de komst des Keizers, liep hg in eane pelsjas gekleed ge heel alleen naar 't station te wandelen, om naar de versiering te kjjken. Met enkele bekenden wisselde bjj een vriendelgk woord, en journalisten opmerkende, zeide hg, lachend: «De heereu zuilen niet veel te zien krggeD, want de Keizer heeft verzocht van allen omhaal verschoond te blij vgd ge zult dus waarschijnlijk een sehr tchlechtes Ge schaft machenmaar als troost zult ge veertien gendarmes te zien krijgen.» De Vorst voegde er nog aan toe: of de guirlandes aan het station eigenljjk wel blgveu mochten, want het is tegen het be vel des Keizers. «Maar ik heb hier niets te zeggen,» dus eindigde bjj, lachend en groe tend, omdat het stationsterrein fiscaliseh is. Hoe voorkom' ni Von Bismarck ook was tegen de journalisten, had hg wel zorg gedragen, dat deze persmenschen,zooals hjj ze noemt, zoo weinig mogeljjkte zien en te hooren kregen. Toch kwamen zjj nog te weten, dat weder, giog naar hem toe, en zeide hem: //Gelitf nog te volgen, mijnheer." Toen Gilbert in 't kabinet kwam, was de Pro cureur opgestaan om hem te ontvangen. De binnenkomende maakte e>ne diepe buiging voor hem. Heb ik de eer met Dr. Gilbert te spreken P vroeg de Procureur. Oes u te dienen, mjjnheer. Zjjt gjj het geweest die mjj ongeveer twaalf of veertien dagen geleden een brief toegezonden heb', waarin ingesloten was de geboorteakte eener dochter van den graaf de Vadans, die zeer ge- heimsinnig bij vreemden is grootgebracht en wier erfdeel men zonder u wederreehlelijk in bezit zoude genomen hebben 1 Dat ben ik geweest. In nwen brief verzekerdet gij niet, dat dit meii-je nog leefde En ik kan zulks op het oogenblik nog even min doen. Da eenige persoon, die in staat is om mjj inlichtingen te geven omtrent de dochter van den graaf de Vadan», bevindt zich in A.merik», waar zjj in een hospitaal gevaarlijk ziek li*t en onmogelijk in den toettand waarin zjj verkeert, ondervraagd kan worden, zooals bljjkt uii dit telegram, d*t ik gisteren-a?ood uit New-York ontving. Dokter Gilbert overhaniigde het tele gram aan den Procureur der Republiek, die het zelfde las, en die no weder zjjne oogen ves tigde op den grjjssard, wiens geheel voorkomen, hoe zonderling overigens ook, toch eerbied af dwong. Gjj kunt dns,hernam de Magistraat, mg niets anders omtrent het bewuste meisje mededeelen. prins VonBismarck aan tafel op de ge zondheid dei Keizers dronk met een glai uit de historische flesch Stemberger Kabinet en dat, Dr. S c h w e n n i g e r, die men te Berljjn ongeveer als een der bedienden had behandeld, mede aan tafel aanzat. Na den maaltijd stak da Keizer eene eigaar, Von Bismarck zijae lange pjjp op, en ver diepten beiden zich in een lang gesprek, waarin ook na en dan de overige aanwe zigen gemengd werden. Bij de ontvangst van den Keizer waren slechts enkele genoodigden tegenwoordig, ook was VonBismarck vergezeld van zgne twee bekende hondeD. De burgeroorlog wordt nog maar steeds voortgezet en de werkkrachten worden ook tot groote ontevredenheid onder de koffie planters, wegens het mobilieeeren der na tionale garde aan den arbeid onttrokken. Afwisselend wordt Rio de Janeiro gebom bardeerd. Er loopt een gerucht, dat de Nictheroy, een der nieuw aangekochte sche pen van president P e i x o t o, een aan val op de vloot der insurgenten zal doen en vrjjwilligers uit Bahia buiten de baai beeft een wal gezet. Bjj het gevecht in de nabijheid van Nictheroy hebben de opstandelingen zich meester gemaakt van 18 stukken geschut en verbrandden bet tuighuis. Ze brachten voorts aan de RegeeriDgstroepen een verlies toe van 728 man. Zij verloren slechts 270 mao. M e 11 o's partij genooten te Rio de Janeiro, deden eene poging om daar door middel van dynamiet, de bureelen te vernielen van het Regeeringsblad Tempo. Met welk eene onverschilligheid de anar chisten te werk gaaD, komt vooral aan bet licht in de antwoorden die de bommen werper Emile Henry telkens geeft als men hem ondervragen wil. De Rechter van instructie begaf zich gisteren naar de conciergerie om hem op nieuw in verhoor te nemen. Maar de anar chist heeft eenvoudig op zeer hoogen toon geantwoord«Ik heb u het offer van mjjn leven gebracht, en ik zal u nu erkentelijk zjjo, indien gjj mg niet telkens met hwo zotte vragen komt lastig vallen». Niet m'nder dan omstreeks 150 huis zoekingen zjjn gedaan bjj anarchisten, zoo wel in de departementen als te Parjjs. Te Lyon zgn er zes gevangen genomen. Te Romans zgn insgelgks zes en te Bonrg da Neen, mjjnheer, maar de reden mijner komst was om met u te spreken over eene hoogst ernstige zaak. Heeft zij betrekking op de nsk van den graaf de Vadsns Ja, mjjnheer. Hebt gjj den Graaf gekend P Ja, antwoordde hij meteen bewogene stem, ik heb hem zelfs zeer goed gekend. Komt gjj soms ophelderingen brengen over zgn dood f Ik kom hier om u ta beletten eene on herstelbare rechterljjke dwsling te begaan. Wat bedoelt gjj dasrmede. Ik kom nameljjk van u vorderen, nit naam der gerechtigheid, niet van die, welke gjj verte genwoordigt, maar van de Gerechtigheid Gods, dat gjj den burggraaf Raoul de Challins on- middelljjk in vrjjheid stelt. De Procureur der Republiek keek zgn bezoe ker met zekere ongerustheid aan. Ik heb ongetwijfeld met een gek tedoen, dacht hjj. Gilbert las deae gedachte op zgn go- laat, schudde het hoofd en antwoordde met een droevigen glimlsch: Gjj vergist u, mjjnheer. Ik ben bjj mjjn volle verstand en gjj suit er weldra het bewjjs van hebben. Verklaar mjj dan uwe woorden. Zoudt gjj soms niet weten, welke beschuldigingen er op mjjnheer de Challins rusten. Zeker weet ik, dat men hem beschuldigt zjjn oom vergiftigd te hebben. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1