NIEUWE
No. 2162
Woensdag 25 Juli 1894
!9do Jaargang.
Krankzinnigheid.
BUITENLAND.
Vervolgde onschuld.
België.
Italië
BmimmcomiïT.
ABONNEMENTSPBIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B TT B E A U: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels 30 Centi
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en Vrjjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
E e d a c t e u r-U i t g e v t> r, W. KüPPERS.
In onze dagen van stoom en gejaagd
heid, in onzen hooggeroemden tjjd van ont
wikkeling en beschaving, ceamt het aantal
krankzinnigen, in alle landen en Staten
der oude en nieuwe wereld op ontzettende
en onrustbarende wjjze toe. De bestaande
gekkenhuizen letten wjj op onze omge
ving worden maar aldoor vergroot en
nieuwe inrichtingen voor ongelukkigen
die van het verstand beroofd zjju, ziet men
verrjjzen.
Geld en nog eens geld is de spil waar
in onzen godsdienstloozen tgd alles om
heen draait. Het geldverdienen om te genie
ten van de wereldsche vermaken niet alleen,
maar ook om spoedig rjjk te worden, drjjit
de menschen tegen elkaar in het harnas.
Velen ontzien zich niet meer om een boos
aardig spel te spelen ter wille van het
sljjk der aarde. Zjj aanbidden het gouden
kalf tot eigen proijjt, waar zg recht en
gerechtigheid moesten handhaven en ver
dedigen.
Het geweten van den mensch wordt ge
weld aangedaan, gesard als hg wordt, door
een gewetenloos spel, dat sommigen in de
samenleving spelen in een bedwelmend
idiotisme tot eigen gewin, terwjjl dezulken
voor geen laagheid die ze meenen te kan
nen; bedekken, terugdeinzen. Zjj spreken
u van het beoefenen der Christelijke naas
tenliefde, terwgl zij geen besef hebben, om
aan het algemeen welzijn te arbeiden; de mis-
deelden der fortnin eene toekomst te ope
nen; leder het zjjne te geven en vooroor
deel van welken aard ook, ter zjjde te zetten.
Zg steken den godsdienst maar al te dikwjjls
in bnrgerkleeding, en brengen den mensch
in vertnjjftling.
In onze dagen, na de menschen door
zooveel domheid overstelpt, han geweten
denken te kunnen geruststellen, verwon
dert het ons niet, dat in Europa het aan
tal ljjders aau zielsziekte ontzettend toe
neemt en in de laatste dertig jaar m6er dan
zesmaal is vermeerderd.
In de Vereenigde Staten is het er niet
beter mede gesteld.
Hooren wjj hetgeen eene specialiteit voor
krankzinnigen, Dr. M a n d s 1 e y, omtrent
de oorzaak der toeneming van de krankzin
nigheid zegt in zjjn wer«Over de pby-
sioiogie en pathologie der ziel.»
Een der eerste oorzaken voor krankzin
nigheid, zegt deze beroemde geneesheer,
waaraan de beschaving schuld heeft, is de
algemeen heerschende vrees voor armoede
en het onverpoosd jachtmnken op rgkdom.
FEUILLETON.
8.)
{Vervolg)
//"Waar ben ik?// sprak zij halfluid. «God?
welke rotsen, en ik alleen! Hoe kwam ik uit
dit onderaardsche gewelf? Is het een droom!
Maar waar is Fernando Fernando, zie de
rotsen om mij heen, wat staan zij daar duis
ter! En de koude nevel en het vochtige mos,
waarop ik rust! Fernando, treft u dat niet? O,
wat had ik het anders goed bij u, wat was ik
gelukkig aan uwe zijde! Daar stonden geene
rotsen voor mij. Doch stil, stil, waar is Fer
nando? Hij leeft niet meer! Valeria, stil!
geen zuchten, geen klagen! Hij hoort u in zijn
graf! Dat stoort zijne rust; dat hindert hem!
Neen, God in den hemel weet, dat ik niet kla
gen wil! Ik beloof het u, Fernando, ik zal niet
klagen!//
Een stroom van tranen brak hare woorden
af. Zij zag op en bespeurde Lucia. «O goede
getrouwe ziel,// riep zij, //gij hebt mij dus niet
verlaten in mijn nood; gij hebt mij zelfs uit de
handen mijner vijanden gered, o hoeveel dank
ben ik u schuldig en nu kan ik u niets meer
vergelden!
Nu vroeg zij om haar kind. Lucia gaf het
haar op de armen, en bleef weenend naast baar
staan. Zoodra de knaap het gelaat zijner moe
der herkende, hield het terstond op met snik
ken en scheen honger en dorst en koude te
Velen kennen, helaas! in onzen tgd geen
aoder Evangelie dan alleen dat, 't welk
leidt tot «geldmaken,» tot de zoogenaamde
verbetering van den inaatschappelijken toe
stand. De menschen worden enkel geëerd
om het geld. Iedereen wordt getaxeerd, en
de bekwaamheden worden afgemeten naar
het geld dat men bezit. Hoe vaak hoort
men niet zeggen als men verneemt van een
aanstaand huweljjk van dezen of genen:
Heeft hg of zij veel geld? Naar godsdiens
tigheid, verstand, liefde enz., wordt niet
gevraagd; geld is de hoofdzaak; het geld
en niets anders bepaalt de maatschappelijke
positie, den stand.
Daarom ook doet iederen zijn best om
welstand te bereiken, om datgene te ver-
krjjjen, waardoor hg in eer en aanzien
stjjgt. Dientengevolge wordt er in de groote
handelskringen op de ergerlijkste wijze ge
speculeerd. Tal van lieden verkeeran bjj het
rjjzen en dalen van de geldmarkt in eene
voortdurende spanning, in eene pjjnljjke en
aangrijpende onzekerheid.
Onder de minder welgestelde lieden be
staat voorts eene vreeselgke zacht naar
kleine winsten, welke op hemeltergende
wjjze wordt aangemoedigd in en door de
pers, door leugenachtige annonces of door
kanBspel, door het vooruitzicht op eene of
andere premie. De gemoederen worden
daardoor onophoudelijk gekweld en daarom
vindt men zooveel zenuwljjders in ODzen
tgd. De menschen zjjn in het algemeen
kleingeestig en toch alles behalve bang
voor onrechtvaardigheden. Wanneer de
mensch in zjjn leven slechts één ideaal kent,
nameljjk rjjk te worden, dan kan men op
zjjne zadeljjkheid niet meer rekenen.
Maar om bg de oorzaken der krankzin
nigheid te big ven; iemand, die den gaa
sehen dag van schatten en rjjkdommen
droomt, moet meermalen geweldige schok
ken voelen, die zjjne ganache gemoedsge
steldheid iu de war brengen. Elke teleur
stelling veroorzaakt hevige smarten. Wan
neer er crisissen in den handel komen,
geraakt de speculant ;.n een toestand, die der
razernjj heel dicht nabjj is. Maar ook, wan
neer hjj niets anders heelt dan voorspoed,
loopt zjjn gezond zieleleven gevaar. Hoe-
velen worden als ergerljjk waanwijs inder
daad als gekken met ien vinger nagewezen.
Hoevelen heeft men niet onuitstaanba
re, onmogeljjke meoscbeu voor de samen
leving hooren noemen! Het treurigste is,
dat volgens gedane waarnemingen, ver
scheiden jonge menschen aan eene krank
zinnigheid Igden, welke zg van de ouders
hebben overgeërfd. Ik durf bevestigen, zegt
vergeten. Het trachtte de ingewikkelde handjes
los te maken en speelde vriendelijk met haar
lokken.
Voor de eerste maal kwam de moeder tus-
schen haar tranen weder een zoete glimlach op
de lippen. Zjj boog zich dieper om zijn aardig
spel niet te storen. «Neen, ik wil niet klagen,//
sprak zij dan tot Luca: «Ik wil niet morren
God is toch goed, ik wil hem duizendmaal
danken; Hij heeft mijn Eernando niet geheel
weggenomen; Hij heeft mij zijn zoon, zijn levend
beeld nagelaten. Thans eerst begrijp ik de
woorden van den vromen Erancesco, o hoe
waar heeft hij gesproken! Ja, nu is mij de naam
van het kind zoete balsem op de wonde, welke
mij de Heer in dezen zwaren tijd der beproeving
slaat!//
De herfstzon was inmiddels hooger aan den
hemel en verdreef door haar milde stralen den
nevel.
«Hier//, begon de Gravin na een gcruimen
tijd nadenkend geweest te zijn opnieuw, «hier,
goede Lucia, kunnen wij slechts zoo lang blijven
totdat wij door eene korte rust gesterkt worden.
Zou ik naar Sevilla teruggaan en mijn vader
te voet vallen? Zou ik hem den zoon zijner doch
ter laten zien, het arme knaapje, dat onschul
dig deelt in den jammer en de ellende der
moeder? Zal hem dit niet met medelijden be
wegen en hij ons met open armen ontvangen?
Doch neen, neen, daar is ook Oviedo; hij zal
zijn vader tegen ons ophitsen. Hij zal met ge
weld verkrijgen, wat hij door list niet vermocht
hij zal bij mij aandringen en mijn kind dat
zal men mij ontrukken! Neen, nooit, nooit
Dr. M a n d s l e y, dat vele kinderen van
ouders, die, zooais men het noemt, «'t ver
bazend ver in de wereld hebben gebracht»,
in hunne geestvermogens jammerljjk waren
gekrenkt. Meermalen vond ik het zieleleven
van kinderen totaal ondermijnd. Meermalen
vond ik ook bg de kinderen van geldzuch
tige ouders eene instinctmatige sluwheid en
esne eigenliefde, die walging inboezemen.
Niet zelden waren zg stomp voor zedeljjke
indrukken. Welwillendheid of toegevendheid
kenden zg volstrekt niet.
Hoe ook anderen hierover denken, zoo
eindigt Dr. Mandsley zijn uitmuntend
betoog, ik kan mjjne overtuiging- niet ver
zwijgen, dat de overdreven zucht naar rgk
dom, die het ganache denkvermogen op dit
eene punt vestigt, oorzaak is vau de onze
delijkheid en het pby.-iak verval der nako
melingschap en dat het gevaar voor krank
zinnig worden steeds toeneemt.
Niet genoeg kan herhaald worden, dat
de gevolgen van het kwaad boven omschre
ven op elk gebied de zwaarste rampen
brengen.
Mogen allen, die zich aan de door den
geleerden pbysioloog gebrandmerkte ondeug
den overgeven, van den weg der dwaling
terugkeeren. Zjj zeiven, hnnne nakomelin
gen, ja, de gaosche maatschappij zou er
wel bg varen.
Te Antwerpen is men er zeker van, dat
keizer W i 1 h e 1 m weldra de Tentoon
stelling zal bezoeken. Da Dnitsche Keizer,
die zich nog in het noorden bevindt, zal,
naar het heet, na zijn bezoek te Londen naar
Ostende gaan en van daar een bezoek bren
gen aan de Antwerpsche Tentoonstelling.
Tot de andere gasten, die weldra ver
wacht worden, behooren ook 200 Bulga
ren, die den 14ien Aug. met een extra-
trein ait Sofia zullen vertrekken, ten einde
een bezoek te brengen aan Antwsrpen. De
vrachtprjjs voor de geheele reis bedraagt
220 franks. Da trein, die twee dagen en
drie nachten noodig heeft, om den afstand
van Sofia naar Antwerpen af te leggen,
zal vermoedelijk Pest, Weenen en Keulen
aaodoeo.
Zondag werd te Brassel op de gebrui
kelijke wijze het jaarljjksche nationale feest
van België's onafhankelijkheid gevierd.
In de kerk St. Gudule werd eene plech
tige godsdienstoefening gehouden waarbjj
koning Leopold met alle leden van
meer mag ik Sevilla zien, liever in dit woud
onder de wilde dieren leven en wortelen eten
dan in Sevilla bij muziek en bekergerinkel aan
de zijde van Oviedo?
«Edele vrouw//, viel haar Lucia in de rede,
«zooals ik u reeds gezegd heb, wandelen wij
naar de hut mijns broeders. Hjj zal ons met
groote blijdschap opnemen en ongetwijfeld alles
doen om u het verblijf in zijn huis zoo aange
naam mogelijk te maken. Daar kunnen wij licht
eiken bespieder, elk navorschen van vervolgers
ontgaan en ons zoo lang verborgen houden, tot
een eenzamer geschikter plaats gevonden is.//
Door deze verklaring van het meisje was op-
nieuw in het hart van Valeria eene zichtbare
rust teruggekeerd. «God zal ons niet verlaten,//
sprak zij getroost en vouwde de handen: «Hij
heeft ons veilig hierheen gevoerd: «Hij zal ons
ook verder zijne hulp niet weigeren.//
Intusschen had Lueia droog, zacht mos ver
zameld, en onder eene overhangende rots eene
zachte rustplaats voor de Gravin bereid. Uit de
bron, die op eenigen afstand vriendelijk uit eene
rots ontsprong, haalde zij een aarden schoteltje,
dat zij onder haar reisgoed had, frisch water.
De karige maaltijd bestond uit brood en ap
pelen.
Doch het smaakte de Gravin noch haar dienst
meisje, al had de maaltijd ook uit de kostbaar
ste gerechten bestaan. De kleine Eernando ech
ter dronk met smaak de zoete melk, welke
de voorzichtige Lucia in een verborgen drink
glas medegenomen had.
Het uur der rust was weldra verstreken. «La
ten wij in God's naam den moeielijken woud_
het vorstelijke hnis aanwezig, waren. Ook
woonddn de Ministers, de leden van het
corps diplomatique en vele leden van den
Senaat en de Kamer het Te Deum bg.
Turkije.
Volgens de laatste berichten uit Kon-
stautinopel is eeue samenzwering ontdekt
tegen het leven vaa den Sultan. Ia deze
samenzwering zjjn betrokken de Grootvi
zier, de Minister van Oorlog en anderen,
die in hechtenis genomen en in de boeien
geslagen ziju. Da politie heeft inmiddels
eeue groote hoeveelheid papieren van re-
volntiounaireu inhoud ontdekt;men verwacht
nieuwe inhechtenisnemingen.
Nog steeds herbalen zich de aardbe
vingen. zg zjjn echter te Konstautinopel
niet zoo hevig meer als die der leatrte
dagen; dit neemt echter niet weg, dat al
wat vlochten kan, door schrik bevangen, de
stad verlaat, om in de open lucht te kam
peeren.
Naar de Standard uit Konstantinopel
verneemt, staat, ondanks de verheimelij
king der cjjfers van ambtswege, vast, dat
minstens 1000 menschen bg de aardbeviag
zjjn omgekomen.
In de Italiaansche Kamer van Afge
vaardigden heeft de minister C r i s p i
de overwinning aangekondigd van de Ita
liaansche troepen behaald op de Derwi-
schen te Kassala. «Het moreele en mate-
rieele gevolg onzer overwinning, aldns
seint de Italiaansche generaal, is onbere
kenbaar.»
Het wil ons voorkomen, dat deze Ge
neraal van de Italiaansche troepen in
Abessiuië, het innemen van de stad Kas
sala, die door de Dorwiachen werd prjjs
gegeven, als een te groot wapenfeit be-
bsschouwd wil zien, want de vraag zal nog
wezen, of het den Italianen zal gelukken
zich te handhaven in deze stad, welke de
Engelscben indertjjd weer moesten ontrui
men. Da Frankfurter Zeitung vergeljj kt de
bezetting van Kassala met de verovering
van Bosnië en de Herzegowina door de
Oostentjjkers. Zoowel Italië als Oostenrjjk
namen een gedeelte van het grondgebied
des Sultans in bezit, ouder voorwaarde, dat
zjj deze provinciën later zouden teruggeven,
maar inderdaad met het vaste voornemen
om het land eenvondig te behonden. Er
bestaat echter dit verschil, dat Oostenrjjk
door de bezetting van Bosnië geen nieuwe
lasten op zich nam, terwjjl daarentegen
het bezit van Kassala voor Italië ernstige
weg inslaan,// zeide Valeria en stond op om
den knaap van Lucia's schoot in hare armen
te nemen: «de herfstzon staat weldra op haar
hoogste punt en wij zullen ons moeten haasten,
als wij voor den ondergang een gastvrij onder
komen willen bereiken.//
Lucia brak van eene ahornstruik een wan
delstok voor hare meesteres af. Zij ging voor
uit om het puntige hout op zijde te buigen
en Valeria volgde met den knaap. Uren ver
liepen, zonder dat er een woord over bare lip
pen kwam. De weemoedige stilte werd slechts
door het gedruisch onderbroken, dat hare voet
stappen in het vale herfstloof maakten, of hier
en daar door een luiden zucht, waardoor de
Gravin aan haar beklemd hart lucht gaf of
door het fladderen van eene goudmerel, die
door de nadering der vluchtelingen opgeschrikt,
den dichten vlierstruik verliet en met angstig
geschreeuw door het hout vloog. Nu ging het
naar het bergwoud en dan voerde de weg steil
en donker door de akelige afgronden nu eens
lage steile rotspunten met verrotte overhan
gende boomstammen, die onoverkomelijk sche
nen, voor hare oogen, dan weder hadden zij
met woeste doornstruiken te worstelen. Zelden
maar bood zich na vele doorgestane vermoeie
nissen een vriendelijk plaatsje aan, dat met zacht
mos en geurige woudbloemen begroeid en door
de stralen der steeds lager dalende herfstzon
beschenen, der arme schepsels eene korte rust
gunde.
Wordt vervolgd.)