NIEUWE No 2174 Woensdag 22 Angnstns 1894. 19de Jaargang. Eenebedenkclijke verordening. BUITENLAMP. Vervolgde onschuld. België. HUHÜHSIHE (01 RUT. ABONNEMEN TSPRIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÜBEAïï: St. Janstraat Haarlem. A.GITE MA. NOW A.GITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN, Van 1—6 regels 30 Cent» Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlgl Maandag-, Woensd ag- en V r g d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Rod.a c t e u r-Uitg ev er, W. UPPERS. Welke toestanden er zgn te verwachten op Btaatkundig en staathuishoudkundig ge bied, wanneer het stelsel der sociaal-demo craten zou worden verwezenlijkt, dat bebben wjj reeds meer dan eenmaal voor onze lezers uiteen gezet, zooder dat men reden kon hebben ons te beschuldigen van overdrijving of van het geven van valsche voorstellingen. Er is dan ook niet eens veel nadenken toe noodig om tot de slotsom te komen, dat de sociaal-democratie onbestaanbaar moet worden geacht in eene samenleving, waar men prjjs stelt op orde en rust. Deze leer toch drnischt in tegen alle begrippen, welke aan eene ordelijke maatschappjj ten grondslag moeten liggen en wjj vinden het dan ook in ieder opzicht een verbljjdend teekeD, dat eene poging, welke door een der Friesche gemeenten wordt aangewend om de sociaal democratische wanbegrippen tot uitvoering te brengen, door het hooger Bestuur tea sterkste wordt afgekeurd eu bestreden. Onze lezers zulleu begrijpen welke ge meente wij hier bedoelen. Hat is 't bekende Op9terland, waar de meerderheid van den Gemeenteraad sociaal-democratisch gezind is, gelukkig nog slechts de eerste en eeuige Gemeente in ons vaderland, die zich in dit opzicht op treurige wjjze onderscheidt. Deze Gameeuteraai heeft voor eenigen tijd eene nieuwe verordening op het lager onderwgs vastgesteld, waarbjj o. a. is be paald, dat leerlingen, wier ouders of ver zorgers niet voldoende in hunne kleeding, voeding en schoaisel kannen voorzien, daar aan kosteloos worden geholpen, ter beslis sing van het hoofd der school, armvoogden gehoord. Tegen deze bepaling is terecht bjj Gede puteerde Staten van Friesland ernstig be zwaar gerezen en het verheugt ons, dat dit bezwaar van dien aard wordt geacht, dat Gedeputeerden, indien de genoemde bepa ling niet nit de verordening wordt geno men, zich genoodzaakt zien de verorde ning ter vernietiging aan de Koningen- Regentes voor te dragen. Wjj zeggeD, dat het ons verheugt, wan neer deze verordening wordt vernietigd. Niet echter voor de arme kleinen, te wier behoeve bovengenoemde bepaling is vastge steld. Ook wjj gevoelen bet, dat vele kinde ren in deze en andere arme gemeenten reeds vroeg in hun leven met ellende en ontbering kennis maken en dat de toekomst voor zulke ongelnkkigen al zeer weinig roos- FEUILLETON. 20.) (Vervolg.) XVI De vueugde volie Boodschap. Met de grootste haast had Alexis het bootje in de struiken losgemaakt en stevende vol vreugde, dat hij de geluksbode mocht zijn van het leven des kinds, naar den overkant. Nauwelijks had hij den oever bereikt, of hij zag op eenigen afstand reeds een troepje men- schen langs het water heen en terugloopen en uit hunne onrustige bewegingen kon hij duide lijk hun jammer opmerken. Op het angstgeschrei van Valeria was namelijk Lucia met al de be woners van den oever toegeloopen cn dewijl zij den knaap vermistten, begrepen zij maar al te spoedig, wat een schrikkelijk ongeluk hier moest plaats gehad hebben. De mannen maakten al booten los, roeiden den stroom af en op, en zochten overal naar den knaap. Maar ach, allen kwamen zij zonder hem terug. Alexis riep hun toe, zoo hard hij kon, maar dewijl zij hem niet hoorden, wuifde hij hen hoog in de lucht met zijn hoed toe. Eindelijk bespeurden eenigen uit de menigte, dat het op hen gericht was en de vreemdeling naar hen toe snelde. Toen liepen zij ook hem tegemoet, jong zoowel als oud. En op het blijde bericht: //de knaap i3 gered; hij is daar ginds op den an deren oever! Mijn heer heeft hem gered!// was er zulk eene vreugde onder dó goede lieden dat kleurig kan heeten. Wg wenscheu dan ook op den voorgrond te plaatsen, dat het hard vochtige in onze zienswijze slechts schgu is, en dat werkelijke barmhartigheid ten opzichte van onze toekomstige staatsburgers en bezorgdheid voor het heil van ons vader land de motieven zgn, waardoor wij wor den geleid. De verschaffiag van voeding, kleeding en schoeisel van overheidswege aan arme school kinderen zon, indien al het wenschelgke er van kon worden betoogd, onmogelijk zijn toe te passen in onze tegenwoordige samea- leving, en overeengebracht kannen worden met de bestaande wetgeving. Bjj zulk een onderstand van Gemeentewege is volstrekt geen rekening gebonden met de voorschrif ten der armenwet. Deze wil den onderstand slechts verleenen, wanneer kerkeljjke en particuliere liefdadigheid te kort schieten en dan nog in het geheel niet in den vorm waarin de Gemeenteraad van Opsterland dit zou wenschen. De hoogere Bssturen zou den dus handelen in strjjd met de wet, wanneer zjj hun zegel hechtten aan de vastgestelde verordening. Maar dit is niet ons hoofdbezwaar, want indien er zich een geval voordoet, 't welk niet door den wetgemr is voorzien, dan mag deze leemte in de wet geen reden wezen om eene zaak af te keuren, die wer kelijk goed is. Het eenige zou dan wezen, dat de wetgevende macht zich zoo spoedig mogeljjk de zaak aantrok en bjj de eerste de beste gelegenheid de leemte in de wet aanvulde. Het hoofdbezwaar tegen de verordening der gemeeute Schoterland achten wjj daarin gelegen, dat bjj de ouders het besef zal verzwakken, dat zij in de eerste plaats zeiven verplicht zgn om hun kinderen op te voeden en te onderhonden. Indien toch onvermogende ouders geen of bjjna geen middelen bezitten om hun kinderen te ge ven, wat dezen behoeven en alzoo de taak der ouders wordt overgenomen door den Staat of de Gemeente, dan kan het niet anders, of bjj dezulken rjjpt allengs het denkbeeld, dat de zorg voor hun kroost eigenlgk behoort bjj de Overheid. Een der schoonste deugden wordt aldus verlaagd tot een last, welke door gewetenlooze ouders op de schouders van de Overheid kan wor den gewenteld. D.t gevaar is niet denkbeeldig, maar integendeel van hoogst ernstigen aard, want wanneer het eenmaal binnengeslopen is, dan ondermjjot het de hechtste grondzuilen, de mannen den bode op hunne schouders hie ven om toch maar gauw daar onder den wil geboom te zijn, waar de ongelukkige vrouw nedergezonken was. Door het gejuich der naderende menigte ont waakte Valeria langzamerhand uit hare op den dood gelijkende sluimering en stond vermoeid en krachteloos van den grond op, leunende op de armen van Lucia. «Waar ben ik?// sprak zij en keek angstig en vreemd om zich henen in den kring der vrouwen van de vallei, die haar allen zoo medelijdend beklaagden. Heb ik ge droomd? Ach hoe schrikkelijk heb ik gedroomd! Waar is mijn Fernando Neen, dat was geen droom? Daar die stroom! O God, o God! help mijDie stroom heeft hem verzwolgenu Zoo riep zij jammerend en strekte beide armen naai den stroom uit. Op dit oogenblik kwamen eenige mannen uit de menigte die vooruit gesneld waren, terug onder den vreugdekreet: "Hij is in veiligheid!// Dit had de arme vrouw nog gehoord, eer zij in eene nieuwe bezwijming terugviel. «Waar, waar is hij, mijn engel?// riep zij nu weer en hare oogen schitterden van vreugde. Op het ant woord: «Dat alles zal u de bode zeggen, dien zij daar op de schouders hier heen dragen!// stond zij schielijk op. Zij gevoelde zich op eens krachtiger dan ooit, en eilde met de handen altijd gevouwen ten hemel, den stoet vooruit. «O, welk eene blijdschap was datZij viel Alexis om den halszij bad voor den redder van haar kindzij zegende hem, ook Alexis. Nu eens glimlachte zij, dan weder weende zij, viel op hare knieën, vouwde de handen, dankte den lieven God en wilde den bode van hare blijdschap schenken, wat zij had. Allen, die waarop het maatschappelijk gebouw is ge grondvest. Nog altjjd gelooien wg, dat het niet de wetten zgn, die de samenleving bebeerschen, maar de hooge, verheren eigen schappen, welke de Schepper den mensch heeft geschonken. Ea daarom wake men er voor, dat de liefde van ouders tot hun kin deren en omgekeerd, een der heerlgkste eigenschappen van den mensch, Diet worde verzwakt of vernietigd door wettelijke maat regelen. Kan er een reiner, edeler aandrift wor den genoemd, dan de onder- en de kinder liefde? Niet ten onrechte werd deze door de dichters bszongsn en geprezen. Is het dan niet onbarmüartig, om in dezen tgd van zedelijke verstomping, van moreelen achteruitgang, eene poging te gaan wagen, ten einde bij den mensch nog een zjjner edelste neigingen ts dooden? Liefdeloos in de hoogsts mate moeten wjj het heeten, wanneer men den mensch, die weinig geld en goed heeft in de wereld, ook nog wil berooven van een gevoel, dat hem zelfs in de grootste ontbering, gelukkig kan maken. Ea dit geschiedt toch, als men de zorg voor de tjjdeljjke nooden hunner kinderen aan de ouders ontneemt, daargelaten nog den ongunstigen invloed, dien zulk eene be deeling aan de kinderen op het hart dier jeuglige misleelden moet uitoefenen. «Al is eene moeder arm, toch dekt zjj warm» zegt een spreekwoord terecht. Da kleinen moeten dan ook hnn behoeften ontvangen nit de banden hunner ouders en niet uit die van de O verheid, welke geen bart bezit voor de schepsels, welke zjj zich zou aan trekken. Ons hoofdbezwaar tegen de schoolveror dening van Opsterland beeft derhalve een zedeljjk, men zon kunnen zeggen paedago- gisch karakter. Verschillende andere motie ven zonden er nog bjjgevoegd kunnen wor den om de voeding, kleeding en schoeisel, van overheidswege te verschaffen, hoogeljjk af te keuren. Maar wg onthouden ons om die te vermelden, daar zg in het niet zinken bjj de groote zonde, die men zoo plegen aan den mensch zeiven, indien de wenschen van genoemden Gemeenteraad werden inge willigd. Niet ernstig genoeg meenen wg te kunnen waarschuwen tegen de heillooze dwaalleer, waarvan de besproken verordening een der gevolgen is, vooral ook omdat de wenschen der sociaal-democraten dikwerf schjjnbaar zijte billgken. Zoo gamakkeljjk komt men er toe om uit medelijden met de misdeblden rondom haar stonden, waren tot tranen toe be wogen. Eindelijk kwam zij tot bezinning. "Daarover! daarover!// riep zij«o goede lieden, ik bid u, voer mij daarover Alle bootjes aan den oever werden losgemaakt. Wie slechts even koude, vergezelde de edele vrouw. Ieder wilde getuige zijn van hare dank baarheid jegens den onbekenden redder: ieder een wilde deelen in hare vreugde. XVII. De Vreugde. Graaf Von Kreuz was intusschen alleen met het knaapje bij Eernando's hut gebleven. Hij hield nog het veelbeteekende beeld in de hand. In zich zelf gekeerd en nadenkend stond hij daar. Hoopvolle gedachten hielden zijn geest bezig. «Hoe?// sprak hij zacht tot zich zelf«zoude het niet de l^chikking des Heeren zijn, dat deze drie harten elkander terugvinden Ik weet niet, hoe vreemd het mij in deze eenzame vallei te moede wordt. Het schijnt mij, alsof met de ondergaande zon een beslissende, zalige avond in dit rotsenland komt opdoemen, als vlogen de engelen Gods naar beneden om de edele bewoners dezer stille hutten te zegenen. Dat geve God! Dan wil ik, hoe ongaarne ook, met een opgeruimd hart de vallei van Jamelia ver laten. Uit deze alleenspraak werd hij gewekt door het angstgeschrei van het knaapje, dat tot hier toe onder de bloemen gespeeld had en nu op eens verschrikt opgesprongen was. Eene hage- eene hoogst afkeurenswaardige philantropie te verdedigen en zonder het te willen, zon men een stelsel bevorderen, dat g^ljjk wjj reeds in den aanvang zeiden op den ondergaog der samenleving moet aitloopen. De vermeerdering der Staatszorg en de opheffing der plichten van den individu twee verschjjnselen, welke hand aan hand gaan dit zjjn de grootste vjjanden van de welgeordende maatschappij. Zjj moeten dau ook krachtige bestrgding vinden bjj hen, die het gezag hier te lande handhaven en die verplicht zgu om de rust en de orde te bewaren. Daarom hopen en vertroawen wg, dat de Gemeenteraad van Opsterlaud alsnog de gewraakte bepaling uit de besproken veror dening zal doen verdwguen. En moge de sociaa'-democraliscbe meerderheid van den Raad daartoe niet genegen zjjn, dan ver wachten wjj, dat de hoogere Besturen het znllen belettan, dat hier te lande een beginsel wordt in toepassing gebracht, van hetwelk met groote zekerheid ds geheele ontbinding der samenleving moet verwacht worden. De conferentie die heden te Brussel door de hoaders van Grieksche schuldbrieven zou gehouden worden, is uitgesteld tot 1 Sep tember a. s. om rede de heer O b e a r i, die de Eugelschs aandeelhouders bjj deze Conferentie zou vertegenwoordigen, door ziekte verhinderd is de vergadering bjj te wouen. De Kölnieche Zeitung beweert te weten dat de Fransche en Dnitsche comité's het volkomen eens zija. Er bestaat nu alle kaus, dat ta Brussel ook de steun der Engelsche schuldeischeischers zal worden verkregen. DdKoopliandel van Antwerpen meldt, dat veel Vlamingen naar Middelburg zullen reizen om de Koningin-Regentes eu Ko- niugin Wilhelmina te gaan begroeten. De Brusselsehe Vlamingen zullen op het eiland Walcheren de minst geestdriftigen niet zjjn, dat mag ik u verzekeren, zegt de correspondent van de Koophandel. De Holland8che club in Antwerpen zal den 14n verjaardag van Neerlands koningin vieren met een groot banquet, voorafge gaan door een gemeenschappelijk bezoek aan de Nederlandsche Bfdeeling van de Ten toonstelling en door de te Antwerpen geves tigde armoedige Nederlanders te gedenken. dis, welke zich in de zon gekoesterd had, werd door zijn spel gestoord en kronkelde zich nu onder zijne handen pijlsnel tegen de rotsen naar boven. De Graaf kwam nader en ving haar met zijn hoed«Vrees niet, lief kind, het diertje doet u geen kwaad. Beschouw het eens goedZie, hoe schoon groen het isHebt u zulk een diertje nog niet vroeger gezien Vaarom niet,// antwoordde de knaap: «Lu cia heeft er mij dikwijls een gevangen. Toen was ik er volstrekt niet bang voor!" //Is Lucia uwe moeder,// vroeg de Graaf. «O neen,// viel de knaap hem in de rede: «Lucia is ja, wat zij is, dat weet ik maar zij is goed, zeer goed, dat weet ik wel.// «Eo uwe moeder vroeg de Graaf verder. «O, die is nog beter,// antwoordde de knaap met levendige blijdschap «die is beter dan alle menschen op de geheele wereld. Zij is treurig, zeer treurig en bleek en weent altijd. En als ik met haar ween en haar vraag, vertelt zij mij dat ik een vader, zulk een goeden vader moet gehad hebben. Doch booze lieden hebben hem om het leven gebracht. En als ik dan nog meer ween, dan droogt zij mij de tranen af en wijst naar boven, naar omhoog. Daar heb ik nog een vader. De lieve God is mijn vader. Dan wordt zij weder opgeruimd en ik verblijd mij kinderlijk en val haar in de armen en ben zoo verheugd, dat zij mijne moeder is. Maar, ach! nu ben ik reeds lang hier en ik zag haar nog niet. Goede man, zeg mij toeh, waar is zij, mijne lieve, lieve moeder?// (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1