NIEUWE
No* 2190
Vrijdag 28 September 1894
19de Jaargang»
Een bedenkelijk verschijnsel.
BUITENLAND.
asïas
Agnes.
Duitschland.
Amerika.
BlARlEMCHECOERm.
AB05NE MEN TS FBI J8
Pei S maanden voor Haarlem. 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U B13 A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels 30 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a e t e u r-Uit g e v er, W. KüPPERS.
Wanneer wjj een blik werpen op Europa
en den toestand in oogenschouw nemen, dan
zien wij, dat de gesteldheid, waarin zich de
monarchieën bevinden niet roosklenrig te
noemen is. Het koningschap is in verval
en aan de republikeinsche aspiratiëa wordt
bij elke gelegenheid voedsel gegeven.
De Portugeezen zjjn niet tevreden met
hun Koning. Men zegt, dat zjj veel lust
hebben om han uit bet Duitscbe Huis
Cobarg afstam menden Vorst, zoo spoedig
mogeljjk over de grenzen te jagen. Geen
dag gaat er voorbjj of men hoort van op
roerige bewegingen te Lissabon, te Oporto
en zelfs in de afgelegenste provinciën.
Vooral sinds de onttroning van het Huis
Braganza in Brazilië, toen Don Pedro
naar Europa werd gezonden, heeft de mo
narchie in Portugal een kwijnend bestaan.
Het leger, vooral het officierencorps, is met
republikeinsche neigingen bezield, en in de
volkskringen wordt de monarch als een
lastige indringer beschouwd. Zooals de za
ken iu Portugal staan, kan het niemand
verwonderen als men op den een of anderen
dag verneemt, dat de Portugeezen hun Ko
ning op een schip gebracht en naar eej
ander land geëzpediëard hebben.
Even ODganstig voor de monarchie is
de toestand in Spanje. Daar regeert voor
haar onmondigen zoon Alphonsns eeue
Ooetenrijksche Aartshertogin alsKoningiu-
Regentes. Da Bourbonsche dynastie, welke
ginds den aanvang der achttiende eeuw
over Spanje heerschte, werd reeds tweemaal
onttroond. De eerste maal door Napoleon
in het jaar 1808, de tweede maal door een
oproerigen generaal Prim, en zjjce mede
helpers Serrano en Topetoinhit
jaar 1868.
Ofschoon de dynastie der Bourbons onder
Alphonsus in het jaar 1876 weder
werd ingesteld, ligt het noodlot dermona;-
chie toch geheel en al in handen der zoo
genaamde politieke Generaals, en wanneer
het ook aan de Btaatkunde der Koningic-
Regentes tot dnsver gelokt is, de eerzucht
der militaire bevelhebbers te bevredigen,
gelooft men toch vrjj algemeen, dat Spauj j
het voorbeeld van Portugal zal volgen,
wanneer in laatstgenoemden Staat de repu
bliek werd geproclameerd.
Ia Italië is het heerschende Huis van
Savoye door de revolatie geworden wat
het is. Het heeft met de hulp van Mar-
zini enGarribaldi de Italiaausehe
Vorsten verjaagd, den Paus beroofd en de
eenheid van Italië tot stand
FEUILLETON.
4.)
{Vervolg.)
Ik
betreur het zeer, heer Baron, dat :k
aan uw wenk mij te verwijderen, geen gevolg
kan geven.
Mijne plicht verbiedt het mij. Ik zal de
opdracht van den heer Schroder uitvoeren, mits
u het mij niet onmogelijk maakt, wat ik niet denk.
De bankier beeft mij opgedragen nauwkeurig
inzage te nemen van den stand van uw vermo
gen en indien mij dit geweigerd wordt, zal de
bankier genoodzaakt wezen u de hypotheek op
te zeggen.
Zijne stem klonk bedaard en niet dreigend
maar toch kon men er uit opmaken, dat de
daad op het woord zou volgen.
De Baron verschrok.
Ieder oogenblik kan u biervan inzage ne
men, indien dit den heer Schroder zoo noodig toe
schijnt, Sahlberg zal u
Niets van den heer Sahlberg, viel de di
recteur hem beslist in de rede. Met hem wil
en zal ik nooit iets te doen hebben. Ik wil u
voor een ongeluk behoeden, heer Baron en ik
hoop, dat ik dit kan. Gij zult ook ter wille van
uw stand en uwe dochter mijne hulp niet van
de hand wijzen, want, laat het mij u ronduit
zeggen heer Baron, uwe zaken staan slecht. Het
spijt mij u dit te moeten zeggen. Zal het echter
beter worden en ik acht dit niet onmoge-
gebracht. Men zal zich echter deerlijk ver
gissen, wanneer men denkt, dat de revolu-
tionnairen en Italiaansche woelgeesten vrede
hebbeD met het Huis van Savoye. Zij ach
ten hun taak dan eerst volbracht, als
de republiek te Rome wordt uitgeroepen
en zoo zjj meenen en vorlangen met den
laatsten Pans ook den laalsten koning nit de
stad der zeven heuvelen is verdwenen. De
anti-monarchale partgen hebben in Italië
grooten invloed en het valt niet te looche
nen, dat de tot heden gevolgde politiek en
de toenemende ellende van het volk hoogst
ongunstig werken op het koningschap in
het laud, two die Citronen blühenOok
al bljjkt de vrede bewaard, het staatsban
kroet zal iu Italië de revolntie in 't aanzijn
roepen. Komt er een oorlog, dan is het met
de Piemonteescbe souvereiniteit waarscbjjn-
ljjk nog vroeger gedaan.
Over bet koningschap in Griekenland,
Servië, Balgarjje en Rumenië behoeven we
ons het hoofd niet te breken. Deze epbe-
morische monarchieën zullen wel in den
te wachten Europeeecben oorlog de een na
de ander te niet gaan.
Rusland heeft nog zjjn absolute monar
chie. De macht van den Czaar is onbegrensd;
hg beschikt over millioeoen soldaten, en
toch waggelt de troon in het «heilige»
Rusland even hevig, zelfs nog heviger dan
iu Italië. Tegenover het despotisme van
den Czaar staat het nihilisme van bet
volk. De buitensporigheden dar tirannie
worden overtroffen door de gruweldaden
der anarchie. Het is buiten kjjf, dat in
dezen strgd de monarchie het onderspit
moet delven. Na een ongelukkigen oorlog
zou Rusland zoo niet geheel, dan toch
voor een deel waarschijnlijk verdeeld wor
den ia een aantal Staten met een repu-
blikeinsch socialistisch bestuur. Maar zelfs
Da een gelukkigen krjjg zal het volk den
Czaar tot concessies dwiugeD, die met eene
abdicatie van den alleenbeerscher op eene
ljjn kunnen gesteld worden.
In Zweden en Noorwegen «heerscht» de
dynastie B e r n a d o 11 e, die tot beden
voor het land vreemd is gebleven. Yoor
den toestand dezer monarchie is eea veel
beteekenend feit, dat men eerst eenige jaren
geleden in Noorwegen den Koning een
republikeinsch ministerie opdrong, dat de
koninkljjke voorrechten iu vele opzichten
beperkte en de koninklijke macht slechts
tot eene niets beduidende titulatuur heeft
gemaakt. Dit Ministerie moest wel is waar
aftieden, maar men heeft er nog Diets van
gehoord, dat zjjne conservatieven erfge
namen er toe zjjn overgegaan, om den
lijk dan verlang ik, dat zoolang ik hier ben,
baron Sahlberg geen voet op het slot zet.
Waarom? riep de Baron hevig.
Waarom heer Baron? Ik verkeer niet met
een bedrieger.
Dat zult gij bewijzen! schreeuwde hij. Het
is laag afwezigen te beschimpen.
Wees bedaard, mijnheer Baron, ik ben be
reid elk mijner woorden te bewijzen, hervatte de
directeur ernstig.
De handteekening van den brief, dien ik
u toonde, is vervalscht, zooals al dc blieven
aan Schroder. Ik heb ze alle hier. De inhoud
zal u ook bewjjzen, dat Sahlberg, de staats
schuldbrieven zond, van wier aanwezigheid gij
u niet wilt overtuigen. Ik heb uw schrift vaak
gezien, toen ik nog in uw dienst was. Ik heb uwe
eigenaardige trekken niet vergeten, ik heb nog
een getuigschrift van u. Toen ik den vasten
trek in uwe handteekening miste, nam ik een
vergrootglas en ontdekte, dat de letters eerst
met potlood gemaakt en daarna met inkt nage
trokken waren. Dat de staatsschuldbrieven u
ontfutseld zijn, daarvan hen ik ook zeker, want
ieder papier draagt aan den linkerkant boven
de letters G. v. R.
Haastig wendde zich de Baron naar de brand
kast en nam er met bevende handen een pakje
papier uit, waarom een blauw lintje was.
Daar directeur, ge moogt ze natellen, zei de
Baron.
De directeur begon te tellen, tusschen elke twee
effecten lag een vel blank papier.
Er ontbreken juist tien nummers, zei Sisg-
fried.
Koning zgn vroegere rechten terng te geven.
Dezelfde toestanden vindt men in Zweden.
De koninkljjke waardigheid is ook daar
te lande niets als eene decoratie, een uiter
lijk vertoon, dat men nog deelt, zoolang
zij geen verdere eischen doet en op zjj zet,
wanneer zg onbekwaam wordt of de toe
standen van dien aard zgn, dat men haar
overbodig acht.
In Denemarken staat de volksvertegen
woordiging reeds vele jaren op voet van
oorlog met het koningschap. Ook daar zal
de monarchale hesrljjkheid een einde ne
men, zoodra de naburige monarchieën begin
nen te liquideeren.
In België, Engeland en ook in ons
vaderland is de koninklijke macht tameljjk
beperkt. Ofschoon iu genoemde landen wel
een aantal lieden gevonden worden, dia
republikeinsch gezind zgn en de regeerende
Vor3t als overbodig beschouwen, heeft de
monarchie voorhauds vooral in ons land
niets te vreezen. Maar wat zal er met het
koningschap gebenren, wanneer de andere
tronen in Europa, vermolmd als ze zgn,
beginnen te kraken en ta vallen? Dan zal
de een na de ander volgen, om te verdwe
nen, op bevel van het steeds veldwinnend
revolutionnaire element.
Iu Duitschland verhengt zich de Prui
sische monarchie en onder haar vleugelen
gedompeld in een knechtschap ook Beieren,
Wurtenburg, Saksen, enz, in een nog vrg
zeker bestaan. Men vindt in den Pruisiscben
staat en door geheel Duitschland ook wel
anti-monarchale partgen, doch zg zgn Diet
zoo talrjjk, om gevaarljjk voor den Troon
te worden. Het energiek bestuur in Duitsch
land zal zgne moeieljjke missie wel naar
befcooreu weten te volbrengen, om krach
tig op te treden tegen de sociale-demo-
cratie, die trouwens in Germanië nog al
vrjj wat propaganda maakt. Het familie
leven is er vrg goed en dat geeft steun
aan de gevestigde macht.
In Oostenrjjk wordt de monarchie be
dreigd door hit socialistisch gevaar. Indien
ooit Duitschland eene republiek wordt,
waaraan vooreerst wel niet te denken valt,
dau gaat ook de monarchie in Oostenrgk
te niet. Misschien zou de Keizer in het
Alpenland nog een toevluchtsoord kunnen
vinden om als laats'.e monarch de banier
van het koningschap boog te houcen. Zoo
vluchtte eenmaal de laatste afstammeling
der West-gothi9che koningen met het over
schot van zgn leger in de bergen van
Gallicië. Daar werd het Curistelgk-boning-
schap van Spanje geboren van daar begon
zjjn zegetocht tot bet, na bjjna 800 jareD,
De Baron zonk zwijgend achterover in zijn
leunstoel en bedekte zijne oogen met de han
den, terwijl de directeur het pakje weer samen
bond.
Houd moed, heer Baron; zei hij einde
lijk op deelnemenden toon. Ik begrijp, dat
deze onthullingen u leed doen, maar ik mocht
ze u niet verbergen. Nu zal ik aan uw ver
langen volloen, door u alleen te laten. Indien
u geneigd zijt, mijne voorstellen in de zaak
Schroder te hooren, verzoek ik u mij te laten roe
pen, ik ben ter uwer beschikking.
Baron Rotheim liet de hand zinken en keek
den directeur wezenloos aan, die na eene diepe
buiging de kamer verliet.
Nog eenige oogenblikken bleef de Baron op
zijne plaats, daarna stond hij zuchtend op.
Plotseling stond zijne dochter in de deur.
Ja ik ben het Papa. Tante beweerde, dat
gij veel leed en zorgen hadt en daarom wilde
ik naar u toe komen. Ik was daarbinnen en
hoorde alles wat deze Rolf Siegfried u ge
zegd heeft.
Arm, arm kind! zei de Baron en vatte zacht
de hand zijner dochter.
O wees niet bezorgd voor mij Papa, her
nam het schoone meisje met bitteren spot; ik
moet wel zeer sterke zenuwen hebben, daar ik
niet in onmacht viel. Yoor Sahlberg dezen
ellendeling heb ik niets dan verachting, maar de
man,die gaat en staat en spreekt als ware hij van
steen dien Rolf Siegfried dien haat ik
Papa, evenzeer als ik u bemin.
En weenend wierp zich Agnes aan haar vaders
borst.
den laatsten Mooren-koning nit SpaDje
verdreef en het kruis op de Moskeeën van
Cordova en Granada plantte. Misschien
blgft Oostenrijk van de grawelen eener
revolutie verschoond. Wellicht zgn de staats
lieden aldaar voor hun tdak voldoende be
rekend, anders zal een der laatste chris
telijke monarchen wel genoodzaakt zgn
zich met de rest zjjuer getrouwen in de
Alpenbergen terug te trekken, om daar den
dag te wachten, waarop de volkeren van
hunne dwalingen tot inkeer komen en ver
langend uitzien naar een redder.
Laag is, het peil der zadeljjkheid, waarin
de volken tot in de hoogste zamenleving
gezonken zijn. De godsdienst en de belan
gen der volkeren worden prjjs gegeven en
de aardsche grooten missen schier allen de
kracht, om onverschrokken op te treden
ter handhaving van de alleen rechtvaardige
en volksheil wrochtende, goddeljjke wetteD.
Hbt gewjjie karakter der Vorsten is ver
dwenen, en alras zrllen tronen in elkaar
storten, omdat zg missen de Godsdienst
tot grondslag.
By het bezoek der Von Bismarcks
vereerders op Varzin, 1500 dames en heeren,
heeft den ex-rijkskanselier eene lange rede
voering gehouden over de Poolsche qaaestie.
Hg prees daarin den Keizer wegens diens
jongste toespraken en diens oproeping tot
het bestrjjden der omverwerpings-partjjen.
Da Poolsche adel, die Von Bismarck
zeer vijandig gezind schjjnt te zjjo, kreeg
er geducht van langs. Von Bismarck
beschuldigde dien adel van te bebooren tot
de omverwerpiog8-partjj en was overtuigd,
dat de Keizer de Duitscbe nationaliteit zal
versterken en de begeerte der Polen om
zich af te scheiden wel zal weten te beteu
gelen.
God begunstige deze voornemens, dus
besloot de Kanselier, en geve den Keizer
raadslieden, bereid om in dien geest te ban
delen. Leve de Keizer! God behoede hem!
Binnenkort zal Keizer W i 1 h e 1 m's
compositie Sang an Aegir, io het Op8rnhaos
openljjk worden uitgevoerd en de opbrengst
daarvan gestort worden in het bouwfonds
van de voor wjjlen keizer Wilhelm I
op te richten gedachteniskerk. Dezelfde be
stemming heeft de opbrengBt van dea ver
koop der compositie in den boekhandel.
In de Vereenig le Staten heeft een hevige
II.
Slechts eene kleine, geelroode plek aan het
uitspansel wees de plaats aan, waar de zon on
dergegaan was. Grauwe wolken kondigden een
naderend onweer aan. De wind huilde in de
schoorsteenen en sloeg elke deur, die niet goed
gesloten was, telkens open en dicht.
In een der aan den voorkant gelegen vertrek
ken had zoo even een net gekleed jonge man
plaats genomen.
Licht! Eu de blinden sluiten! riep hij zijn
knecht toe, die hem gevolgd was.
Eenige oogenblikken later verlichtte eene
kostbare lamp het rijke vertrek en het gelaat
van den jongen man, die zich op de sofa wierp
en de oogen sloot alsof hij slapen wilde.
De bediende sloot de blinden op zijn ge
mak, zoodat men van het woeden van den storm
niet veel hoorde. Daaina zette Louis, de kamer
dienaar van baron Sahlberg de armen kruise
lings over de borst en bleef voor zijn meester
staan.
Mijnheer schijnt zeer vermoeid, sprak hij
op een half spottenden, half medelijdenden toon.
Bij al de drukte van heden is dat ook geen
wonder, zelfs mijne zenuwen zijn aangedaan.
Vooreerst het roerende afscheid van een vriend,
die ons om de betaling eener eereschuld maande,
die we echter dadelijk konden betalen dank
zij onze nienwe hulpbronnen daarna het be
koorlijk gezelschap, dan de koele ontvangst bij
uwe tuiskomst, het kort onderhoud met uw aan
staanden schoonvader; dat alles zou wel den
sterkste afmatten en ik vraag daarom verlof
ook te mogen gaan zitten. C Wordt vervolgd).