NIEUWE
No. 2193
Vrijdag 5 October 1894.
I9d§ Jaargang.
Eene Terechtstelling.
~B I T E N L A N S).
7-)
Agnes.
België.
China en Japan.
Oostenr ij k-Hongarije.
iSUBüHSI
ABONNEMENTSPRIJS
Pei S maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
(I0IIR4ÜI.
PRIJS DER ADVERTBNTIBN.
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Advertentiën worden niterlpk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 nnr ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8.
Geljjk ik had mogen versvacbten, heeft
mgn Rabbjjutj^, Dr. P e r e 1, ter oorzake
en tengevolge van mjjn laatste artikel, in
woede ontstoken over zooveel snoodheid,
als ik daarin durfde bedrijven, mij definitief
«in zijne ijzeren vuisten doodgedrukt
Dit is voor mjj hoogst onaangenaam.
Ik had gehoopt, dat er ten minste iets
van mg zou overbljjveD; mijne eigenliefde
beeft mjj bitter bedrogen! Ik had gedacht,
dat er ten minste eenige waarde mocbt
gehecht worden aan het gezag der tiental
len wereldberoemde kenners der Hebreeuw-
sche taal, Professoren aan Daitsche Uni
versiteiten; ik had mg wjjs gemaakt, dat
hnn eenstemmige veroordeeling van den
Talmud beslissend was in deze qnaestie.
zelfs al verstond ede gemeenste schotschrijver
dien Rabbi Perel ooit ontmoet heeft», onder-
geteekeods A. van Ros, geen stomme
letter Hebreeuwscb. Er hat nicht sollen
sein
Ik ben op de messt pjjnljjke wjjze door
mgn Rabbjjnfje terecht gesteld.
Den lezer ben ik verplicht mededeeling
te doen, van de wijze, waarop onze gemeen
schappelijke vriend mij heeft vermoord.
Dat een tegenstander met open of
dicht vizier, het zwaard in de vnist, tegen-
trede; dat hij een kamp met u aanga op
leven en dood; indien de kamp eerljjk
wordt gestreden, is de nederlaag, hoewel
vernederend en pjjuljjk, toch te dragen,
want gjj zjjt in eerlijken strijd overwon
nen. Maar dat gij telkens en telkens weder
het strijdperk intreedt, dat gij immer roept
om den katnp te aanvaarden met een vijand,
die u in het geniep van achter eene heg,
van een kreupelboscbje uit, met vinnige
keisteentjes werpt, maar weigert voor de
punt van uw staal te komen, maar weiger',
het ridderlijk rapier met u te kruisen, en
n in het worstelveld laat roepea en uitda
gen, totdat gjj bet vergeefsche nwer pogin
gen inziende, nederzit in verterende wer
keloosheid en het gevoel vau ongewenschle
rust u wegknaagt, dat is eene terechtstel
ling, die zoo pguljjk is, dat men wenschen
10 j liever de smartelijkste wonde uit de
La- '1 van den tegemtauder te ontvangen.
D ze wjjze van kampen noemt men in
de letterkundige wereldedoodzwijgen
Rabbi Perel, na mjju 6 kolommen
groot a t'kel over den Talmud, van Maart
1892, te hebben doodgezwegenzweeg ook
mijo artikel van 19 Augustus 11. dood.
Daar zit ik nu!
Met belangstelling heb ik Perei's on-
FEUILLETON.
Vervolg
Tante Lonn, wier schoone handen zelden ledig
waren, werkte aan eene prachtige kant, en dit
vereischte zooveel oplettendheid, dat barones Ag
nes reeds vaak verklaard had, dat ze reeds zenuw
achtig werd als ze het zag.
Heden was echter de oude dame niet met hart
en ziel aan haar werk, dat haar anders zulk ge
not verschafte. Tante Lona wierp menigen bezorg
den blik op hare schoone nicht, die in een
schommelstoel zat en de kleine voeten tegen den
haard hield.
Het welige haar golfde in zware lokken over
den trotschen hals en werd door een prachtigen
kam bijeengehouden.
Het jonge meisje zat onbeweeglijk met de
armen over de borst gekruist en staarde in de
vlammen.
bene vonk kwam op haar kostbaar zijden
kleed terecht. Agnes verroerde zich niet, ja, ze
scheen het te betreuren, dat het vonkje haar
kleed niet meer beschadigde.
Schuif dan toch een weinig terug Agnes,
indien ge geen scherm voor het vuur wilt heb
ben, sprak de oude dameer zullen nog meer
vonken op uw kleed vliegen.
Wat zou dat, Tante vroeg bet schoone
meisje onverschillig.
Lieve hemel wat dat zou? Afgezien
fatsoeoljjk «Orgaan» van 24 en 31 Augustus,
van 7 en 14 September doorsnuffeld, en
daatbjj heb ik veel onvermengd genot ge
smaakt, maar, wat ik zocht, mocht ik
arme niet vindaü 1 De man schjjnt bepaald
bjj zjjne houding van kwajongen in het
kreupelboscbje te willen volharden, en hij
laat mg als een andere Don Quichotte
in mijn worstelperk alleen
Het steenen gooien kan de man echter
niet laten.
Iu zjjn eOrgaanvan 14 September 11.
waagt hg er weder een aan mgn adres.
In eene zeer gunstige bui schrijft hjj in
dat nnmmer, pag. 2. een artikel met den
zeer zonderlingen titel<Die leepe Heer
A. v. Ros». Dit artikel is bjjna drie kolom
men groot (het feuilleton over zekeren <Hoe-
der Israelser afgerekend). D,t artikel ver
toont het zeer merkwaardig versehjjüsel,
dat roiju Rabbjjatje er slechts 28 regels van
schreefde rest der 3 kolommen bestaat
uit een stuk vau den zeer loepen A. v a n
Ros, overgenomen uit het Noord-Bra-
banisch Dagblad vau 28 Aug. 1894. Ik
stel mjj voor, dat mgn waardigej pers
broeder, Dr. Perel, indien hg de radactie
van een blad aldus verstaat, gemakkelijk
iedere week 3 bjjvoegsela zou kannen geven
iets hetwelk de vrome Jehoedim, die de
oorspronkelijke gedachte hadden zien op
zjjn blad te abonneeren, eene zeer aange
name zaak zon wezen.
Dr. Perei's artikel: «Die leepe Heer
A. van Ros», op genoemde eigenaardige
wjjza verdeeld, bevat in 13 regels inleiding
lo. eene verdediging van de Vrijmetse
larij, 2o. een steek onder water voor het
Roomsch Katholiek Hoofdorgaan ede lijd»,
3e. een paar dito voor het «IV. Br. Dag
blad» en 4o. de bewering datA. van Ros
een Jodenhater is.
Hierop volgt 2l/a kolommen lang mjja
artikel, 28 Aug. in het eN.-Br. Dagblad»
verschenen, en getiteld: eOpen brief aan
Laicus». Da lezer weet wellicht, dat Lai-
cus, een der medewerkers van ede Maas
bode», voor eenige weken een zeer lezens
waardig geschrift uitgaf onder den titel
ede Vrijmetselarij*. Ik nam de vrjjheid den
sckrjjver in een «Open brief» met dit boekje
gelat te wenschen.
D.t mocht echter mjja Rabbjjntje niet
Daarop voegt hg, ca 2 kolommen van
zjjn blad met mgn artikel gevuld te heb-
beD, nog 25 regels aan- en opmerkingen
toe. In deze 25 regels komen de keisteen
tjes uit het kreupelboscbje voor den dag.
Hg vindt tenminste schijnbaar, in mijn
van een ongeluk, waarvoor de hemel ons beware,
bederft gij uw kleed, zei de barones Von Balten
een weinig geërgerd.
Dan trekt men een ander aan, hernam
Agnes onverschillig.
Het goedige gelaat van tante Lona kreeg
eene uitdrukking van ontevredenheid.
Dan trekt men een ander aan, herhaalde
ze na eene kleine pauze, terwijl ze ophield met
werken, en het oude kleed geeft men weg, niet
waar? Ik weet wel, dat gij zoo doet, ging
de dame voort, toen hare nicht niet antwoordde,
maar goed is dat niet, Agnes, zeker niet. Spa
ren is de plicht van elke vrouw om 't even
van welken stand ze is, zij ze vorstin of werk
vrouw. Geloof mij, Agnes. Men kan dan
toch aan de plichten van zijn stand voldoen.
Het bevalt mij niet, dat ge reeds 's morgens
zoo vroeg groot toilet maakt, dat was niet noodig.
Tante Lona preekt, zei het meisje spottend.
Spaar de moeite, tante, bij mij baat ze toch niet.
Mij verandert niemand meer. Ik houd van glans
en pracht, en heb er genoegen in, mij kostbaar
te kleeden en dit genoegen laat ik mij van nie
mand nemen. Tot eene eenvoudige huisvrouw
ontbreekt mij alle aanlegdeze zit niet in de
Rotheims.
Wanneer echter inkrimping noodzakelijk
is, Agnes, zei mevrouw Von Balten ernstig, zon
der zich beleedigd te toonen door den spot van
het meisje.
Dat is niet noodzakelijk, tante, hernam
Agnes misnoegd. Ik heb papa gisteren gevraagd
of hij reden had tot ernstige bezorgdheid en
Papa heeft mij heelemaal gerust gesteld. Ik wist
Open briej aan Laicus* everkropte spijt»
dat«Laicus het Jodendom niet met de
Vrijmetselarij heeft vereenzelvigd,» het
heet: «dat de Heer Lacius den leepen
A. van Ros op dit pont geheel heeft
teleurgesteld». Maar als Rabbi Perel toch
nog eenig begrip heeft vau de eerlijkheid,
die een Journalist tenminste uiterlijk moet
toonen, dan was het toch zjjn plicht ge
weest ook van het antwoord van Laicus
op mgn eOpen brief* te gewageu. Dit
antwoord van Laicus verscheen in ede
Maasbodevan 2 September l.l. En als
Rabbi Perel in dat antwoord (van La i-
cus) aan A. van Ros iets kan vinden,
waarnit voor iemand die 'c Hollandsch ver
staat bljjken kao, dat Laicus het niet geheel
met mij eens is, over de quaestie van ejoden-
dom en Vrijmetselarij» dau beloof ik hem
mgn pseudoniem te zulLn lichten en onder
mgn waren naam, in zooveel bladen als
de Rabbjjn mg aan zal wijden, amende
honorable te doen. Maar als Rabbi Perel
ook hierop bljjft zwijgen, hoewel bg dit
artikel even goed ontvangen zal als mgn
vorige, dan zal het niet mijne schuld zjjn,
als het pnbliek zal gaan begrjjpeu, wie hg
is en de vrome Jehoedim, die zich door
zulk een man eene opinie laten aansmeren,
lieden zjjn, van wie men zich op zeer verren
afstand moet honden.
In dat treurige geval zal het de beurt
ziin van Dr. P e r e 1, om te worden «terecht
gesteld», ui at door rog, maar door duizen
den Christenen in Nederland.
A. VAN Ros.
In tegenwoordigheid van koning Leo
pold van België, omringd door zjjn Minis
ters, het diplomaten-korps, het personeel
der Gezantschappen, leden' van Senaat en
Kamer, benevens burgerlgka en militaire
overhedeD, heeft Dinsdag in een der feest
zalen vaD de Antwerpsche Tentoonstelling
de afkondiging plaats gehad van de bekro
ningen der exposanten. Ongeveer 10,000
personen woonden de plechtigheid bg. De
Koning werd zeer toegejuicht.
Het totaal der exposanten van alle lan
den bedroeg 12,000. Daarvan verkregen er
401 groote prijzen, 812 eere-diploma'e, 1813
gouden, 2238 zilveren, 1671 bronzen me
dailles en 870 eervolle vermeldingen. Voor
schoone kunsten ontvingen Duitschland en
Holland de meeste prjjzsn. Van de 386
Nederlandsche exposanten ontvingen er 1 2
ook werkelijk niet hoe ik het zou aanleggen, in -
dien ik moest sparen.
Een weemoedig lachje speelde om de lippen
der oude dame, toen ze weer voorzichtig den
draad om de naald legde.
God geve, dat uw vader gelijk heeft, zei
tante Lona zachtjes. Ik vrees, dat Papa je verwend
heeft, Agnes. Van sparen kind, zal ik je bij gele
genheid eens eene geschiedenis vertellen.
Agnes stond op en schoof vlug haar stoel naast
dien van tante.
Vertel het nn, tante Lona, zei ze bijna
bevelend, tegelijkertijd echter nam ze het ge
zicht der oude dame in hare handen en drukte
een kus op het door grijze haren omlijste voor
hoofd. Toen ze zich weer oprichtte zag ze naar
buiten en haar gelaat kreeg zulke ijzige uit
drukking, dat barones Von Balten verwonderd
de richting harer oogen volgde.
Voor het geopend hek van den tuin bemerk
ten de twee dames de krachtige gestalte van
Siegfried op zijn statig paard, dat op dit oogen-
blik steigerde, waarschijnlijk verschrikt door een
bedelaar, die plotseling achter een hoek te voor
schijn kwam.
Woedend sprong de groote hond op den
bedelaar toe, die zich vol angst tegen het dier
zocht te verdedigen met zijne kruk. Siegfried
riep den bedelaar iets toe, wendde vlug zijn paard
en reed den weg op gevolgd door Loki. Toen
hij na eene minuut terugkeerde, waren paard en
hond tot bedaren gebracht. Dankend nam de
bedelaar de pet van zijne grijze haren. Sieg
fried gaf hem een geldstuk en deed Paul zijn
paard wegbrengen.
groote prgzen, 14 eere-diploma's, 81 gou
den, 102 zilveren, 73 bronzen medailles en
27 eervolle vermeldingen.
De Japansche vloot, die na den zeeslag
het ruime sop gekozen heeft, is gezien op
10 mjjleu afstand van Sjanhaikwam, gele
gen op 200 mglen van Peking. Talrgke
Cbineesche strjj 1 krach ten zjjn onmiddellgk
naar de bedreigde plaats gezonden. Als na
de Japanners maar geen schjjn-manoeuvre
hebban aitgevoerd om de zoo het schijnt
onbedreven Chineezen te misleiden. Een
officieel bericht meldt, dat 5000 Japanners
zjju aangekomen in de nabgbeid van de
Possiet-baai, nabjj de Russische grens.
Tegenover het kloeke en rappe optreden
der Japanners maakt inderdaad het iutri-
getren en gebeuzel van Cainee3cha zjjde
eenen jammerlijken indruk, te meer nog,
na de Japanners de heilige stad Mukden
bedreigeo. Valt Makden in handen van het
Japansche leger, dan zal dat verlies een
zedelijk verpletterenden indruk in China
maken. Een Japanscb leger bedreigt Peking
en luim 35000 man zjjn niet ver van Tient
sin geland.
Europeescbe oorlogsschepen van alle
natiëj, verzamelen zich, in afwachtiog van
de dingen, die komen bunnen, in de Pet-
schil golf.
Te Weenen trokken jl. Zondag rnim
10,000 werklieden met vrouw en kinderen
de straten door, eene betooging houdende
ten gnnste van het algemeen stemrecht.
Vóór het parlementsgebouw en op andere
punten der straat gingen nit hun midden
de kreten: «Leve 't algemeen stemrecht!»
«Leve de werklieden!» op; hier en daar
weerklonk het lied der socialisten. De politie,
die versterkt was, nam eenige dvrarsdrgvers
gevangen.
TePilsee is eene bom geworpen naar het
Luis van den mjjneigeoaar Zeiler. De
bom stuitte af op de tralies van het kelder
venster, kwam op de straat terecht en ont
plofte daar. De steenen vlogen twee ver
diepingen hoog uit de straat en de ruiten
van bet hnis werden verbrgzeld, maar daar
mede liep het dan ook af.
—In Hongarge verkrij ^enDr.W e c k e r 1 é's
wetten tegen de Roomsch ^Katholieke Kerk
gericht, langzamerhand de zekerheid om
aangenomen te worden. Er gaan dan ook
reeds nn juichkreten op uit de holen der
vrijmetselarij over de overwinning, op de
Roomsch Katholieke Kerk reeds behaald,door
De Directeur stapte naar het slotportaaltoe
vallig keek hij naar boven en bemerkte de dames
voor de vensters van de roode zaal. De Directeur
groette vriendelijk, hetgeen door mevrouw Von
Balten zeer minzaam beantwoord werdbarones
Agnes bewoog echter nauwelijks het trotsehe hoofd.
De jonge dame had met hoogmoedigen blik
het kleine tooneel gade geslagen.
Toen de Directeur de trappen^opsteeg, wendde
zich Agnes van het venster af en ging weer in
den schommelstoel bij den haard zittenze
dacht zeker niet meer aan de vertelling harer tante.
We zullen den ouden Valentijn weer eens
op gevoelige wijze duidelijk moeten maken, dat
hij in het slot niets te doen heeft, zei Agnes
knorrig en begon weer met hare lokken te spelen.
Ik begrijp niet, wat ge allen tegen den
ouden man hebt, hernam tante Lona goedig.
De arme stumper is toch te beklagen, hij toont
wel is waar eene zekere voorliefde voor het slot
Rotheim en alles wat er op betrekking heeft,
maar daarmee doet hij toch geen kwaad en hij
hindert niemand.
Agnes richtte zich op.
O tante, zoolang als ik mij herinner, kan ik
geen stap doen of ik vind den ouden Valentijn
op mijn weg. De man is niet weg te slaan,
Papa bood hem eene jaarlijksche ondersteuning
aan, indien hij van hier wegging. Alles ver-
geefsch. Hij liet Papa zeggen, dat hij van baron
Rotheim geen aalmoes aannam en nooit uit het
dorp Rotheim wegging. Daarbij komt nog, dat
alle bedienden niet genegen zijn om den ouden
man weg te jagen.
\{_Wordt vervolgd