NIEUWE
No. 2198
Woensdag If October 1894.
I94t JwrgMg.
Onderwijs en misdadigheid
BUITENLAND.
Agnes.
Frankrijk.
Rusland.
Servië.
Oostenrijk-Hongarije.
i 4 R L
E 0IIR A11T.
ABONNEMEN TSPBIJS
Pei 8 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen ia Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad Yerschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B U B E A TJ: St. Janstraat Haarlem.
PBIJS DEB ADVEBTENTIBN.
Van 16 regels
Elke regel meer
30 Gents
5
AGITE MA NOW AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentie n worden uiterlijk M a a n d a g-, W o e n 8 d ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteu r-U itgever, W. KüPPÏÏRS.
Maar al te dikwjjls hoort man het nog
herbalen en luide van de daken verkondigen,
dat de ontwikkeliug van het onderwjjs het
besta tegengift is tegen de misdadigheid.
Zoo denkeu en naar die gedachten handelen
onze liberale machthebbers en zjj sparen
geen kosten voor hun geliefkoosd z. g. neu
traal ouderwijs, dat naar bunne mtening
den monsch moet opvoeren tot eene hooge
ontwikkeling en beschaving. Want, zoo be
weren ds voorstanders van het godsdienst
loos onderwjjs, niet door het bandhaven van
den godsdienst, maar door de wetenschap,
wordt het plegen van misdaden voorkomen.
Men beweert zelfs heel gaarnehoe meer
de mensch onderwezen is, des te minder
misdadig is bjj hoe meer het onderwijs
wordt verbreid, das te minder zullen er
misdrpven en misdaden gepleegd worden.
Deze beweringen, welke voornamelijk te
vinden zjjn op de lippen der aanhangers en
toejuichers van htt verplichtend onderwijs,
bevatten geen greintje, geeD sprankje waar
heid, Spencer heeft gezegd en hier is
het gezond verstand aan het woord: «Hij,
die de aardrijkskunde zou willen oriderwjj-
zen met les te geven in 't Latijn, of die zou
meenen pianospel te leeren, wanneer bij aan
het teekenen is, zcu rpp geacht kunnen
worden voor het krankzinnige jgesticht. Maar
nog onveislandiger zijn zjj, die beweren de
zedelijke richting te zullen verbetoren door
het onderwjjs van taal- en rekenkunde.»
Eön Italiaansch strafrechter, die tot de
materialistische school behoort, heeft niet
kannen nalaten een feit te constateeren,
hetwelk alle goed-nadenkende geesten moet
treffen, wanneer hp schreef: «Indien het
onderwjjs de opvoeding niet tot bondge-
noote heeft, dan zal het meestal niets an
ders doen dan nienwe wapenen leveren voor
de misdaad.»
Het onderwjjs heeft in onzen wereldsge-
zinden tpd wp moeten het bij het aan
schouwen der feiten en gebeurtenissen open
hartig bekennen de meeste opvoedende
eigenschappen verloren. Het neatrale on
derwjjs, waar tonnen goads aan ten koste
wordt gelegd, het onderwjjs dat niet diep-
godsdienstig is, kan op geen enkele manier
de zedeljjke richting verbeteren ea bpgevolg
mist het zjjn doel.
Het bewjjs, het voldingend bewps voor
deze waarheid is te lezen in alle crimineels
statistieken. Sedert een vpftigtal van jaren
is het onderwjjs in geheel Europa erg ont
wikkeld, maar het getal oogeletterden ver
mindert in aanmerkelijke verhoudingen; tsr-
FEU1LLETON.
12.)
Vervolg
En kent gij dat vroeg Siegfried vroolijk.
Natuurlijk, hernam de bedelaar en begon
de rest van zijn maal op te ruimen.
Ik heb reeds genoeg gegeten, zei de oude.
Ik kan u niet uitnoodigen mijn gast te zijn, want
wat ge hier ziet is mijn geheel tafelservies. Ik weet
wel, wat passend is.
De Directeur keek den man verbaasd aan, die
zoo zorgvuldig op zijue woorden paste en met eene
zekere deftigheid dc tafel poetste.
Indien ik honger had, zou ik gaarne met u
gegeten hebben, zei Siegfried ernstig.
Nu 't kan waar zijn bij u; een ander van uwen
stand zou'geducht door den honger gekweld moe
ten wezen om van dien schotel te eten en uit dezen
bak te drinken. Maar zeg mij uw naam, mijn
heer, opdat ik weet, wien ik mijn leven te dan
ken heb.
Geen dank, oude, doch mijn naam wil ik u
gaarne zeggen ik heet Rolf Siegfried.
De bedelaar keek den Directeur scherp aan.
Slechts „Rolf Siegfried// en geen //Von// er
hij geen Baron of Graaf of iets van dien aard.
Siegfried moest lachen.
Neen man, zei hij. Het spijt mij, u met
geen titel van dienst te kunnen zijn; ik ben een
burger.
zelfdertpd moet men constateeren, dat het
aantal misdrpven en euveldaden toeneemt
en verergert met eene snelheid, die alle
strafrechters en rechtsgeleerden verschrikt.
Men herionere zich eens, dat Fraukrjjk
in 1829, met zjjne 30.536 scholen en
1.357.734 leerlingen te wjjzsn had op41.214
misdaden, terwjjl datzelfde Frankrjjk in
1882, met zjjne 72.217 scholen bevolkt
door 4 716.935 kinderen, ous het verbazing
wekkende cijfer biedt van 172.236 mis
daden
Italië was in 1866 minder onderwezen
dan thans. Men telde onder de 100 mili
ciens 64 ongeletterde. In 1892 telde men
onder de 100 miliciens niet meer dan 42
ongeletterde. Maar in 14 jaren tpds, van
1875 tot 1889, is het getal misdadigers
bpna verdubbeld, want het is van 516 op
1074 gesprongen per honderd-duizend iu-
woners.
Uit deze onwraakbare cjjfers beeft L o m-
b r o s o deze treurige conclusie getrokken
«Het onderwijs verandert de natnur niet,
maar het vermeerdert het aantal misdrp
ven.»
Het onderwps, zooals het tegenwoordig
is georganiseerd, beantwoordt nitt aan het
geen men met alle recht van het ODder-
wps kan verwachten. Het doel van het
onderwps is niet enkel: den geest te ver-
rjjk'n met eenige altpd nuttige kennissen
dat doel is en moet zjjn: vooral het hart
van het kind le vormen en van dit kind
te maken een rechtschapen, eerljjk burger,
een burger die zpn tpd en zpn land waar
dig is.
Men tracht tegenwoordig in schier alle
landen het verbazingwekkend en driest
toenemen der misdrpven en snoode euvel
daden te betengelen. De Staatsmannen
pogen, door weldadigheids-scholen, door
eene verstandige beteugeling van de land-
looperij, door vele andere maatregelen een
slagboom te stellen om het toenemen der
misdaden te stuiten en tegen te werken.
Al deze maatregelen zpn goed en wel;
maar zjj worden niet genoeg gericht op
de volksmassa, zjj kunnen slechts beperkte
en bekrompen uitwerkselen voortbrengen.
Den mensch verhinderen te hervallen, den
mensch opheffen in zpn eigen achting,
het verlaten of verwaarloosde kind bescher
men en onderrichten, dat alles is goed.
Maar de veroordeelde en het verlaten kind
zpn slechts uitzonderingen. Men moet han
delen voor de geheele maatschappij, voor
de menschen in het algemeen.
En die waarljjk beschermende en kracht
dadige werking kan alleen uitgeoefend
Dus geen evenboortigejammer, mompelde
dc oude.
Waarom? Wien niet evenboortig vroeg Sieg
fried verwonderd.
De bedelaar schudde het hoofd.
Nu is het geen tijd, daarover te spreken la
ten we dit nog rusten. Ik kende een zekeren heer
Gebhard Siegfried in Alt-Eernow, die reeds lang
dood is. Alt-Eernow ligt vier mijlen van hier,
doch behoort niet meer aan baron Rotheim. Is u
van zijn familie.
Ik ben zijn zoon, hernam Siegfried.
Zijn zoon, herhaalde de oude verbaasd zoo
zoo,een landsman dus. Zonderling.dat ik tot heden
niets van u gehoord heb. Doch ik spreek ook niet
veel met menschen en gewoonlijk niets anders dan
//erbarm u mijner om Gods wilen God ver-
gelde het n Leeft uwe moeder nog? vroeg Valen
ten na eene poos.
Mijne moeder stierf korten tijd na den dood
mijns vaders, zei Sicgfried.Doch vertel mij uwe ge
schiedenis, oude. Ik wil wel weten, hoe het komt
dat ik u niet ken, daar ik over twaalf jaar toch
hier boschwachter was. Maar zijt ge weer goed
genezen
Neen heer 1 zei de oude man. Het geheele
lichaam heeft mij zeer gedaan, doch nu is het
over.
Gelukkig dat u kwaamt, want alleen kon ik
niet opstaan en mijn hulpgeschreeuw kon ook nie
mand hooren. Waarom mocht Sahlberg toch zoo
woedend zijn Hij schold altijd op mij, wan
neer hij mij in de nabijheid van het slot zag,
dcch dien dag, was hij buitengewoon slecht gc-
lpmd.
worden op de school, door het godsdienstig
onderwps, hetwelk aan den mensch de beste
en duurzaamste gedragsregels voorschrijft.
Op de school moet de ziel van het kind
gevormd en beschaafd worden. Da gebeur
tenissen verdriugeu elkander tegenwoordig;
vroeger onbekende misdaden worden tbaus
met de grootste driestheid gepleegd. Zou
men niet gemakkelijk kunnen gissen, wat
hiervoor het geneesmiddel, het eenige ge
neesmiddel is?
Het onderwps, dat enkel het verstand
vormt, en dat de godsdienstige en zelelpke
vorming verwaarloost, is in het beste geval
een onvolmaakt en verminkt systeem, om
niet te zeggen een mislukt systeem. Het
woord van den grooteu paos B e n e d i c-
t u 8 XIV, blijkt altoos nog van kracht te
zij a«De onwetendheid is de bron van
alle kwalen.»
Maar neutraal onderwps is allerminst in
staat om die bron van alle kwalen weg
te nemen. Eene wereldsche opvoeding alleen
is niet voldoende. Voor alles moet de vor
ming, de ontwikkeling godsdienstig, diep-
godsdienstig zijn. De vorming van het
verstand en de vorming van het bart moe
ten hand aan hand gaan, anders zal men,
zooals do ervaring reeds leert, bp bet kwee
ken van geletterde menschen tegelpkertpJ
misdadige menschen opkweeken.
Verscheidene dagbladen verspreiden ver
ontrustende, maar valsche berichten over
den gezondheidstoestand van den grooten
katholieken redenaar graaf Albert de
Mud. Wp kannen met alle zekerheid deze
berichten tegenspreken. Graaf D e M n n
is wel ljjdende aan eene smartelpke kwaal,
maar zp is in geen opzicht gevaarlijk. De
aangezichtszennwppn is Diet van dien aard,
dat men zich er ongerust over behoeft te
maken.
De president der Republiek, de heer
Casimir Périer heeft op voorstel van
den Minister van Baitenlandsche Zaken het
kruis van grootofficier van het Legioen van
Eer doen toekomen aan den heer M o u-
r a v i e f f, minister van Justitie te Rusland.
Casimir Périer heeft als President
der Republiek het eerst de opera te Parps
bezocht, waar Othello van V e r d i werd
gegeven. De componist werd na de eerste
acte in de loge van den President toege
laten, en ontving onder het gejuich der
aanwezigen, het groot ordelitt van het
Legioen van Eer.
Ik zou mij wegpakken, riep hij, en toen ik
niet gauw genoeg was, rukte hij mij de kruk uit
de hand en sloeg ze aan stukken.Nu viel ik ook en
verloor het bewustzijn.
U heeft mij opgenomen en zich niet ge
schaamd voor een bedelaar. U heeft mij naar het
slot doen dragen en mij verkwikt en versterkt. U
heeft mij eene nieuwe kruk laten maken en nu
komt u tot mij, den verstooteling. U zit aan mijne
tafel, in mijn hut, u spreekt tot mij als tot een
mensch en niet als tot een hond. Ik wil niet zalig
worden, heer, indien ik dat ooit vergeet.
Tevergeefs had Siegfried den ouden willen
doen ophouden, doeh steeds sneller vloeiden de
woorden over zijne bevende lippen en bij de laatste
woorden legde de bedelaar zijne hand op het
kruisbeeld, als wilde hij zijne woorden onder eed
bevestigen.
De gebaren van den ouden man waren zoo
zonderling, dat hij vreesde een krankzinnige voor
zich te hebben; in het slot vertelde men algemeen,
dat de oude Valentijn zinneloos was.
De bedelaar liet dc band zinken en raakte even
tjes dc kleine pbotographie aan, die den Direc
teur voor dc voeten viel. Deze nam ze op en zag
met verwondering, dat hij het afbeeldsel van een
aanvallig meisje van ongeveer zeven jaar in de
hand hield.
Het kind zat op een rotsblok en keek droo-
merig in het rond ervoor lag eene pop op den
grond.
Het beeldje was omstreeks tien of twaalf jaar
oud en reeds vaal geworden door het licht. Men
kon echter nog best zien, dat het een aeer mooi
i kind geweest was.
De heer O 1 a n g a 1 i, ambassadeur van
Rusland aan het Quirinaal doet het ge
rucht loochenstraffen, dat loopt over de
gezondheid van den Czaar. Er is volstrekt
geen gebed voorgeschreven aan de Russi
sche kerk, zooali gemeld werd. Hp voegt
er aan toe, dat de gezondheidstoestand
van Alexander III niet onrustbarend
is en dat de pessimistische beweringen,
die verspreid worden nit kwaadwillige
bron ontspringen.
Koning Alexander van Servië heeft
in een gesprek met een zijner Ministers
gezegd, dat Servië in goede verhouding
wenschte te staan met alle Statendat de
financiën hersteld zonden worden en in de
aanwezigheid van konipg Milan niets
onwettigs lag en hem zelfs zeer aangenaam
was. Hp zon er bpgevoegd hebben, dat de
liberale en progressistiBche partpen verwant
zpn, maar dat men dat niet van de radi
calen kon zeggen. Voor de rest, was de
eenigste begeerte van alle drie partpen de
maebt in handen te krpgen en die wenschte
de Koning zich niet te laten ontnemen.
De Oostenrpkscbe bladen melden ons het
overljjden van den oud-minister graaf B e 1-
c r e d i. Geboren den 12sn Februari 1823
werd hp in 1862 tot gonvernenr van Sile-
zië benoemd en wist zich gedurende zjjn
bestuur geacht te maken zoowel bp Duit-
schers als aüdere volken. President van den
raad van Ministers in den oorlog met
Duitschland, trachtte hp vergeefs zich
staande te houden.
Ia 1867 werd hp gedwongen zich terng
te trekken om plaats te maken voor V a n
B e u 8 t. Het Vaterland ts Weenen brengt
hulde aan de goede hoedanigheden van den
overleden graaf B e 1 c r e d i, die altpd met
overtuiging en opoffering de Katholieke
zaak, zoowel conservatieve als patriotische,
wist te verdedigen. Hp was een der eerste
aanvoerders van de groote Katholieke volks-
vereenigingen in Oostenrpk en streed vip
moedig en onverschrokken voor de belan
gen van Kerk en Staat. Requiescafc in
pace!
De Hongaarsche Bisschoppen zpn te
Buda-Pest vergaderd geweest om de ge
dragslijn te bespreken, die zjj tegenover
de godsdienstwetten vaa Dr. W e c k e r 1
hebben aan te nemen. De vergadering werd
geopend met eene rede van kardinaal V a b-
z a r jj. Het doorluchtig Episcopaat van
Hoe komt ge aan dit portret, oude zei
Siegfried, nadat hij het lang beschouwd had,
terwijl de bedelaar zichtbaar verlegen naast hem
stond.
Ik heb het gekregen van den zoon //harer//
min, toen deze dood was, hernam de oude bijna
trotsch. Voor dien vlegel had het toch geene waar
de en voor mij des te meer ze is schoon. Heeft u
het kind herkend
Dadelijk, hernam Siegfried nadenkend,
voor wien de oude voortdurend raadselachtiger
werd. De trekken van het kind waren in net
volwassen meisje nog altijd terug te vinden.
Doch heeft het portret van Gabriëlle Von Rot
heim alleen waarde voor u, omdat het mooi is
Neen I Waarschijnlijk zou ik het beeldje ge
stolen hebben, indien ik het niet anders kon krij
gen en al was de Barones even leelijk, als ze nu
schoon is. Zie mij niet zoo verwonderd aan, mijn
heer indien u mij wil aanhooren, zal ik u mjjne
geschiedenis vertellen. Ze is geen geheim, slechts
oude menschen kennen haar, de jonge lui denken,
dat ik gek ben.
Waarom vroeg Siegfried.
Waarom herhaalde de bedelaar verwon
derd. Wel, mijnheer, u zal mij wellicht voor een
onde gek aanzien, toch zal ik het u zeggen. Omdat
ik niet van hier ga, eer ik sterf, omdat ik geen an
dere lucht kan inademen, als die van mijn ge
boortegrond, wijl mijn bart aan alles hangt, wat
Rotheim heet, wijl ik zoo gelukkig ben vaak
het fiere meisje te zien, dat toch mijne nicht is
Wordt vervolgd.)