NIEUWE No. 2207 Vrijdag 9 November 1894 19do Jwgug. IJdelheid. BUITENLAND. Per 8 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 1—6 regels Elke regel meer 30 Cents 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Advertentiën worden niterljjk Maandag-, Woensd ag- en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. R e d a e t e u r-Uit g ev er, W. KAPPERS. Een jaar is het juist geleden dat twee volken onder oorverdoovend gejuich en op gewonden gejubel het sluiten hunner vriend schapsbanden bezegelden. Men zag het weerzinwekkende schouw spel van een natie, die eenmaal het lot der wereld regelde, in uitgelaten brooddron kenheid dansend en joelend, omdat zjj het bezoek ontvangen mocht van eenige afge zanten van een machtiganVorst; zij, eenmaal de geëerbiedigde gastvrouw van Keizers en Koningen kende haar gelnk niet, nn haar eenRnssischeadmiraal met zjjn officieren kwa men bezoeken, zjj bereidde hun een ontvangst zooals geen prinses ooit ontvingen. Het geheele land verkeerde dagen lang in ba- roering; het was of na lange vernedering eindeljjk een glimlach der Fortuin voor hen lichtte, de geestdrift was onbeschrijflijk, de toekomst scheen verzekerd na men zulk een machtigen boudgenoot bezat. Het regende verzen en redevoeringen,toas ten en fanfares, aan de feesten kwam geen einde, er werd gedanst en gezongen,gekast en omhelsd en in die algemeene vervoering lette men er naaweljjks op hoe de Rus zich die luidruchtige liefkoozingen kalm liet welgevallen, hoe hjj gebruik maakte van de algemeene opgewondenheid voor meer ernstige zaken, zoodat onder den in druk der dolle blijdschap zjjn geldleening meer dan zevenmaal volteekend werd. Aan het hoofd van beide volkeren,waarvan de eeue zoo bljjde alles gaf en de andere ge willig alles aannam, stonden twee mannen in de kracht van hun leven, wier beide namen onafscheidelijk waren verbonden in die dagen. De eene, de eenvoudige ingenieur door een samenloop van omstandigheden aan het hooid geplaatst der Fransche republiek nam met de hem eigene correctheid zon der zichtbare geestdrift misschien maar toch met volmaakte beleefdheid en ingaan in den wensch van het volk de gastvrijheid waar jegens de Russische gasten in wier persoon men echter den grooten, onzicht- baren Meester huldigde, den machtigste autocraat der wereld, de regeerder over millioenen en nog eens milHoenen, het gees- teljjk en wereldlijk Opperhoofd zijner on derdanen, den opvolger van I w a n den Verschrikkelijke en Peter den Groote, den gedachten Czaar, den reus in lichaamssterkte, den vriend en boudgenoot van het zoo verlaten en vernederde repu- blik.einsche Frankrijk. Alexander III en C a r n o t, die FEUILLETON. 81.) Ag nes. Louis sprak zoo beslist, dat Sahlberg het hoofd beide namen schenen één, men zag hun por tretten naast elkander, dikwjjls op fantas tische wjjze verhoeden, men wenschte hun een laDg leven toe, dronk op hnn welzijn; zjj wisselden telegrammen vol liefeljjke woorden, men juichte den President toe en vereerde afgodisch de vertegenwoordigers van den Czaar.Frankrjjk putte zieh uit in be tuigingen van vriendschap en liefde, in geschenken en oplettendheden jegens hem van wien zjj alleen bescherming en heil ver wachtte tegen den machtigen, drievoudigen vjjand. Wat nooit vereenigd scheen te kannen worden, het bevallige, lichtzinnige Frankrijk en het ruwe, plompe Rusland deSchoone en het Beest, zooals wjj toen schreven, was na onafscheidelijk verbonden. Wat kon zulk een bond ooit verscheuren? Dat is een jaar geleden en nu! Reeds sedert eenige maanden zjjn de rouw- klanken verstomd, weergalmend om het bloedige Ijjk van C a r n o t. De dolkstoot van een verwaten knaap, een kind bjjna, maakte een einde aan het leren van het hoofd der Fransche Republiek, de flikkering van een dolk te midden van een feest, een nauw hoorbare kreet, enkele aren van ljj- den en alles was gedaan voor hem, den on- berispeljjken gastheer der Russische vloot. En nn is zjjn naam reeds bjjna vergeten,van de lippen des volks verdwenen, een andere zeielt op zjjo plaats, krachtiger, schitte render, meer koninkljjk zegt men; wie denkt nu nog aan C a r n o t, den braven weinig zengenden, automatischen president? Het feestgejuich van het vorige jaar is verstomd al» de treurzangen om zjjn ljjkbaar. En de Czaar! Daar ligt bjj neer op zjjn pi aal bed, nog geen vjjf tig jaren oud, het reu- zei.lichaam gesloopt door een geheimzin nige vreemde ziekte, neergeveld in de kracht van zijn leven, van zjjn gezondheid; ge knakt als een eik door den storm en met hem daalt zooveel ten grave. Ook de vriendschap voor Frankr jjk, ook het verbond tusschen de beide natiën? Wie kan het zeggen Niemand weet iets van de gedachten en gevoelens van den jonkman op wien9 zwakke schondors het ontzettende gewicht is neergevallen van zulk een erfenis, znlk een verantwoorde lijkheid. Zal bp regeeren als zjjn vader, zal hjj d6n vrede liefhebben als hg, zal bjj eerder de gnnst zoeken van de coqnette Fran$aise dan van den stroeven Praia? Raadselen der toekomst, waarop niemand nog het ant woord kaD geven! Een ding is zeker, op het oogenblik is de vriendschap tnsschen beide volkeren, die een jaar geleden zoo onverbreekbaar vast scheen, losser gewordenmet angstige blik ken ziet men op naar den nieuwen Keizer, die in zjjn handen het wel of wee der wereld draagt! Weer voelt Frankrjjk zich verlaten en alleen; weer ziet zij het spookbeeld van een grnweljjken oorlog haar grenzen naderen. Niemand immers had kannen vermoeden een jaar geleden, dat nn reeds die eene souve- rein door den wil des volks dat schaduw beeld van een vorst reeds sedert maanden in de grafgewelven van het Panthéon zou rusten, de tengere C a r n o t vermoord door een bakkersjongen, de sterke Czaar, ge sloopt door een onverbiddelijk ziekteproces, beiden dood, beiden machteloos, beiden reeds geoordeeld door God! Is er iets dat beter de jjdelheid der men- schelgke plannen en berekeningen doet uit- komeu dan het lol van deze beide mannen een jaar geleden door twee volken nog gevierd, bewierookt, verafgood, thans mach teloos neerliggend in de armen van denDood? Alle feesten, alle gejuich en gejabel weg stervend in rouw en droefheidtwee wedu wen beroofd van hnn echtgenooten en daarmede van alle aardsche macht en glorie, kinderen schreiend bg het graf van zorg volle,liefhebbende vaders, twee volken in som beren praal de laatste eer bawjjzend aan hun heerschare, en achter hen een onheilspellende drom van ontevredenen en omverwerpers der maatschappeljjke orde, stil of laide jui chend om het lot van beide machtigen der aarde, een lot, dat zjj nog zoo gaarne door hnn moorddadige pogingen vervroegd had den. IJdelheid, niets dan gdelheidkomt ons als van zelf op de lippen bg het herdenken der feestvreugde van twaalf maanden gele den en bg het rouwbetoon van heden. IJdel die vriendschapswoorden, jjdel die verzekeringen van eeuwige trouw, ijdeldie wenschen vol gloed en vunr, jjdel die fees ten, onnavolgbaar in hun rijke, verkwis tende pracht, jjdel dat gejuich en gejubel, jjdel die bljjdschap en die geestdrift, die hoop en die vreugde. De dood ging voor- bjj, niets bleef van alles over en onwille keurig herhalen wjj de woorden door B o s- s u e t, gesproken bjj het geopende graf eener vrouw, die ook de hoogten van men- scheljjke grootheid en de diepten van aard sche ellende had gekend, nu wij neerzien op het reeds gesloien graf van C a r n o t i en bet paradebed van den Russisohen Keizer: «Hg, die regeert in de hemelen, en van wien alle rjjken afhangen, wien alleen de glorie, de majesteit en de onafhankelijkheid toebehoort, is ook de eenige die zioh ver heerlijkt den koningen de wet voor te tchrjj- ven, en hnn naar 't Hem behaagt groote en verschrikkelijke lessen te geven. Hetzjj Hjj tronen opricht of nederwerpt, hetzjj Hij Zjjn macht geeft aan de vorsten of ze hnn ontneemt, en slechts hnn eigen zwak heid laat, Hg leert han hnn plichten op een vorstelgke en Zgner waardige wjjze. Want door hnn Zjjn macht te geven, be veelt hjj hnn er gebruik van te maken, zooals Hjj zelf doet voor het welzjjn der werelden Hg laat han zien door haar te ontnemen, dat alle majesteit aan Hem is ontleend, en dat zjj, al zitten zjj op hnn troon, toch onder Zjjn hand en Zjjn gezag staan. Zoo is het dat Hg de vorsten niet alleen door zjjn lessen en woorden leert, maar door daden en voorbeelden Et nunc Reges, intelligiteerudimini, qui judicatis terramEn nn koningenBegrjjpt! Onder richt n gjj, die de aarde beheerscht!» België. De Tentoonstelling van Antwerpen be hoort tot het verleden. Het eindigen van haren laatsten levensdag werd aangekon digd door twaalf kanonschoten. De tronwe bezoekers stroomden er heen in dichte drommen en vulden de hallen, waar zjj een laatsten blik wierpen op al hét schoons, dat zoo dikwjjls bun belangstelling had afgedwongen. Anderen verdrongen zich om van een verkooper voor minderen prjjg het een of ander lane beloerde voorwerp mach tig te worden. Met koortsige haast wilde men alles nog eens overzien. De klok sloeg vier uur, de avond viel, een laatste maal zond de trompet, die dageljjks den aftocht blies, hare schette rende tonen door de hallen, men drong naar de uitgangen en ditmaal werden de deuren voor goed gesloten. Ia de tninen zocht men zgn troost en Oud-Antwerpen vergastte de menigte op een uitrijden van een stoet voorstellende de «Intrede van Keizer Karei». In de Koninklgke Harmonie had een groot feestmaal plaats, waar rnim 400 personen aanzaten, door de Kamer van Koophandel den inrichters der Tentoonstel ling aaogeboden. Na het feestmaal, dat door de ministers De Brug d, en De gedacht en eerst had Agnes met dit plan gelachen, maar toen gaarne een half dozijn oude kleeren daartoe afgestaan. Toen ze langs de vertrekken van Rolf Siegfried ging lag Loki in de geopende deur. Een menigte dennennaalden hingen in zjjn ruig haar. HUllliflSdll 00IIR4HT. ABONNEMEN TSPBIJS PRIJS DER AD VERTEN TIEN. AGITE MA NON AGITATE. {Vervolg.) Neen Louis, die kan hem niet geschreven heb ben. Heb je vergeten dat ze na het ongeluk in de fabriek heelemaal blind geworden is. Dus was het niet alleen een praatje, zei Louis daar kunnen we ook gebruik van maken. Magdale- na woont nog hij hare moeder in Lindenthal. Ik meen het, zeker weet ik het niet, her vatte Sahlherg. En het dochtertje Zal wel bij moeder en grootmoeder wezen. Waarom rakel je die «uwe geschiedenis op Geduld, geduld heer Baron riep Louis zich de handen wrijvende. Dit zijn de eerste schakels eener ketting, die ik den waarden Directeur met Kerstmis hoop te vereeren.Doch gij moet weer ver trekken. Onmogelijk, eer ik Agnes gezien en gespro ken heb. Ik kan niet eerder weg, Louis, riep de Baron hartstochtelijk. Zoo meteen ga ik mij om- kleeden en haar vragen. Of ze een gek tot man wil hebben, viel Louis zonder schaamte in dereden. Indien ge een voet verzet zonder mijn voorkennis, geef ik het spel verloren en roer geen vinger meer voor n. Vandaag blijft ge in uwe kamer en morgen zeer vroeg gaat ge naar de stad, en vandaar waar ge wilt, ik zal u verwittigen, wanneer het tijd is. boog en zweeg hij waagde het niet zijn knecht een woord tegen te spreken. Langzaam ging voor de slotbewoners de droevi ge Zondag voorbij. Mevrouw Von BaltenhadAgnes verzocht den directeur Siegfried op het diner uit te noodigen. Onverschillig verleende Agnes hare toestemming. Eer echter mevrouw een bediende naar Siegfried gezonden had, liet deze zich zelf bij de dames aanmelden om afscheid te nemen; drin gende zaken riepen hem naar de stad. En vertrekt ge heden nog in dat slechte weer vroeg de oude dame, terwijl ze bezorgd naar den grauwen hemel keek. Ik geef niets om het weer mevrouw, hervatte ïtolf lachende. Daar het weer weinig kans heeft op heter worden, kan ik hier niet veel doen. Overmor gen hoop ik terug te wezen. Weet u niet, wanneer Papa terugkomt, vroeg Agnes eensklaps den Directeur. De heer Baron zal heden-avond weerkomen hij heeft het mij ten minste gezegd. Dan is het goed, knikte Agnes. U weet heer Directeur, dat een huis waarin schatten van den berggeest geborgen zijn goed bewaakt moet worden. Verbaasd keek mevrouw Von Balten op, ze be greep natuurlijk niets van die woorden ook Sieg - fried was niet weinig verwonderd. Vreesde Agnes voor Sahlberg aan wiens verschijning Rolf nog niet geloofde. Of was ze zoo nieuwsgierig om iets meer van de schat te hooren Wees onbezorgd, hernam Siegfried.ïk neem den schat mee en dus heeft geen slechte geest macht over dit slot en zijne bewoners. Een onge luk kan mij alleen treffen. 1) Henrietta Marie van Frankrijk, Gemalin ran koning Karei I van Engeland. Ik begrijp niets van hetgeen u vertelt, zei me vrouw Yon Balten den Directeur de hand toeste kende, die deze eerbiedig kuste. Agnes keek Rolf scherp aan, hij boog zeer diep voor haar zonder een woord te zeggen. Een uur later rolde het rijtuig door het park, dat den directeur Siegfried naar de stad bracht. IX. Eenige dagen voor Kerstmis was het kouder geworden en eene dikke sneeuwlaag bedekte den grond, zoodat het werk stil moest liggen. Baron Sahlberg had het slot weer verlaten, na eerst baron Rotheim gesproken te hebben. Deze ontving hem zeer koel, toen Sahlberg echter verklaarde, dat hij alleen gekomen was om eeni ge papieren te halen, die hij noodig had en hij liet doorschijnen, hoe diep hij zich gekwetst ge voelde door het gebeurdetoen voelde de oude Baron zijn hart week worden. Ten slotte reikte hij den jongen man geroerd de hand en drukte de hoop uit, dat alles weer ten goede mocht afloopen. Triomfantelijk berichtte Sahlberg zijn getrouwen dienaar den uitslag van zijn onderhoud met Libor Von Rotheim. Na het bezoek dacht de slotheer niet zoo gunstig meer over Rolf Siegfried. In den namiddag ging barones Rotheim naar den rechter slotvlengel, waar een paar naaisters bezig waren eenige kleedingstukken klaar te ma ken voorarme meisjes, die hun met kerstmis zou- den,uitgereikt worden.Tante Lona had dit zoo uit- Wat zie jij er uit, Loki vroeg de dame half luid en trad dichter bij den hond ze wist, dat zjjn meester nog niet thuis was. Loki richtte zich heel bedaard op en zag met zjjne heldere oogen het schoone meisje aan,waar- aan zijn hondenhart .zeer gehecht scheen, want liefkoozend bracht hjj zijn kop onder Agnes' fijne hand. De Barones bemerkte, dat de vloer met dennen naalden bedekt was. Aarzelend trad de jonge dame over den drempel. Ook de deur van zjjn bu reau stond open; het beeld eener oude goedig uit ziende vrouw was ook met groen gesierd. Dat is zijne moeder, dacht Agnesze ziet er goediger uit dan hij en toch heeft hij dezelfde trekken. Op een tafeltje stond een sierljjke vioolkist en ook deze Agnes moest lachen was met groen getooid. Onwillekeurig dacht de Barones aan het lied Aennchen Von Tahrau,dat ze denDirecteur in den laten avond had hooren spelen. De jonge dame wilde gaan, daar stond de krul- harigc Paul voor haar en achter dezen Milka, die zeker Paul een weinig wilde helpen, want ze had eene lange guirlande om den hals. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1