NIEUWE
No. 2209
Woensdag 14 November 1894
19do Jurgiig.
De invloed der vrouw.
BUITE\L1VD.
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUEBAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
PBIJS DEB advebtentibn;
Van 16 regels 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Dat de vrouw grooten invloed uitoefent
op het zedeljjk en maatschappelijk leven,
hiervan was keieer Napoleon I zoozeer
overtuigd, dat hjj niet aarzelde te zeggen:
Frankrijk heeft de grootste behoefte aan
goede moeders. Hij begreep het maar al te
wel, dat het den Franschen ontbrak aan
huiseljjke opvoeding onder de leiding van
goede, deugdzame en verstaadige vrouwen.
Hiervoor heeft de eerste Fransche revolu
tie een doorslaand bewjjs geleverd, want toeD
was het karakter der vrouw ontaard, de hu
welijkstrouw werd bespot, de moederplicht
werd veracht, de familie en het huisgezin
waren diep bedorven, en de revolutie werd
door de vrouwen begroet met woeste vreugde.
Ook Napoleon III was ten volle
overtuigd van dien grooten invloed der vrouw
op de maatschappij, zoodat hjj Frank?ijks
nederlaag in de jaren 1870 en 71 voor een
groot gedeelte toeschreef aan de lichtzinnig
heid en aan de beginselloosheid van het volk,
hetwelk zjjne huiselijke opvoeding door
goede moeders ontbeerde.
En voorwaar, de invloed der vrouw is
overal, in alle landen der wereld groot, zeer
groot op het maatschappelijk leven. Waar
de vrouw haar waarde heeft verloren en
opgehouden heeft eene deugdzame huisvrouw
tezjju, daar daalt het volk; waar de vrouw
zedeljjk rein is en beschaafd, daar verheft
zich de maatschappij. Elk volk stamt af
van de vrouwen; wil men dus het volk
beschaven, dan moet de vrouw worden ver
edelt en door strenge opvoediog van zich
zelve over zich zeiven wakeD. Welk eene
menigte van zedeljjk ljjden, van zedeljjke
krankheden hebben onbekwame, geweten-
looze moeders door bet verzuimen van huDne
eerste plichten bjj hunne kinderen veroor
zaakt! Hoevele jongedochters treden in den
heiligen huweljjksstaat zonder de minste
voorstelling van de plichtendie haar als
echtgeucote en als moeder wachtenDe
vronw is niet bestemd om eea gedachteloos
werktuig of het tjjdverdrjjf van den mau
te zijndaarom moet zjj behalve een lief
devol en godvreezend hart ook een gevormd
verstand bezitten om hare eischen als echt-
geuoote en moeder te doen gelden. De
goddeljjke Voorzienigheid heeft aan de
vrouw de lichamelijke gezondheid van het
opkomend geslacht toevertrouwd. Het huwe
lijk is de eigenljjke emancipatie der vrouw.
Door het hnweljjk wordt zjj in het lot der
natie ingelijfd en wei kt zjjdelings op de
Sociale en Staatkundige verhoudingen.
Het is helaas! diep te betreuren, dat er
FEUILLETON.
A g n e s.
zoovele vrouwen, zoovele moeders geweest
zjjo en nog voortdurend zijo, die door hun
boosaardig gedrag zulk een diep verderfe-
ljjken invloed, ook zelfs na hun dood, op
de maatschappij uitoefenen. Maar ook vau
den anderen kant, hoe zegenrjjk hebben
zoovele lichtende gestalten van waarljjk
grootsche vrouwen op hunne omgeving en
op hun tijd ingewerkt. Hier verdient voor
waar op de allereerste plaats genoemd te
worden die edele, die heldhaftige schare
van Godgewjjde Maagden en Yrouweo,
die hun heilig geloof met hun harte-
bloed beleden en voor bun goddelijken Heer
en Meester, voor hun hemelschen Bruide
gom, bereidvaardig den tesderen hals aan
slagzwaard of dolk hebben aangeboden. Zjj
hebben aan het verste nageslacht zulk eea
verheven eu heerljjk grootsch toonbeeld van
waarachtige zielegrootheid, van onwrikbaar
geloof en van onwankelbare trouw gegeven,
dat er geen edeler, geen grootscher voor
beeld kan worden nitgedacht.
En in den nieuweren tjjd rjjzen onder
anderen vooral twee edele gestalten voor
ons oog op, twee edele Vrouwen omstraald
van onverwelkbare glorie en eereZelfs
op de hoogte der vorstentronen, waarop
zij waren gezeten, hebben zjj hun twee-
voudigen plicht als moeder van een geheel
volk en als moeder van hun huisgezia,
met hooghartige nauwgezetheid vervuld en
zoo zijn zij een lichtend, een helder stra
lend toonbeeld geworden voor elk werkzaam
vrouwenhart. Wjj bedoelen de edele vor
stinnen Maria Theresia, keizerin van
Oostenrijk, en koningin Louise vau
Pruisen.
Groot zjjn de verdiensten, welke Maria
Theresia gehad|heeft aau den vooruit
gang der beschaving ea der vrjjheid ia
de landen, welke onder haren schepter
waren vereenigd, in Oostenrjjk, Bohemen
en Hongarjje. Zjj toonde zich niet alleen
eene moeder van haar volk, maar ook eene
getrouwe, liefdevolle moeder van bare kin
deren, zoodat die kinderen met den innig-
sten eerbied tot die edele Vrouwe opzagen.
En koningin L o u i s e van Pruisen, die
hooge Vrouwe, met welk eene zeldzame ge
trouwheid heeft zjj hare roepÏDg van kouing-
inne, van echtgenoote en van moeder
vervnld. Door hare zielegrootheid heeft zij,
zelfs in de moeieljjke jaren van vernede
ring onder de jjzeren hand van N a p o-
leon I, haar hniseljjk geluk en den vrede
in den kring harer familie gehandhaafd.
In den geest van eene ware christin en
van eene ernstige opvoedster harer kinderen
aanvaardde zjj den harden beproevingstijd en
in het voorjaar van 1808 schreef zjj aan
haren vader, den groothertog van Mecklen
burg— Strelitz: «Gebeurtenissen en verhou
dingen voeden den mensch open het kan
goed zjjn voor onze kinderen, dat zjj de
ernstige zjjde van het leven reeds in hunne
jeugd learen kennen. Waren zjj in den
schoot van overvloed en gemak groot ge
worden, zjj zonden meenen, dat het zóó
moest wezen. Dat het echter ook anders
kan, zien zjj aan het ernstig gelaat van
hun vader en aan den weemoed en over
vloedige tranen hunner moeder.»
Mochten toch alle vrouwen, alle moeders
zich bewust zjjn van hunne hooge, ver
hevene roeping; en huDne plichten met
nauwgezetheid immer en overal vervullen.
Rjjke zegen, voor tjjd en eeuwigheid, voor
het geesteljjk, maar ook voor het maat
schappelijk leven, zou als gevolg daaruit
voortvloeien.
Italië.
In Rome is men er zeker vau, dat de
minister-president C r i s p i en de nieuw
benoemde Duitsche rijkskanselier Hohen-
1 o h e, binnen kort eea ouderhoad zullen
hebben. Men kan er van verzekerd zjjn
als de beide kerkvervolgers een praatje
houden, er niet veel goeds nit gebrouwen
zal worden.
Z o 1 a voelt zich zeer teleur gesteld, nu
te Rome is en deu Paus niet te zien,
veel minder te spreken krjjgt. Zjjn plan
valt in duigen: den Paus spreken en dan
den volke verkondigen wat hjj wil, dat
gaat na niet. Voor zjjn boek «Rome» te
schrjjven was een bezoek aan de eeuwige
stad overbodig, immers hjj heeft Rome
sedert lang bestudeerd, kent bjjna alle palei
zen straten en pleinen, zoodat hjj menigeu
Romein, met zijne topographische kennis
over Rome verbaasde. Z. H. Leo XIII
heeft den goddeloozen schrjjver een streep
door zjjne rekening gegeven, waarin de ge-
heele Katholieke wereld zich zal ver
heugen.
In het hedendaagsche Rome gaat het
er allerellendigst aan toe: Een ljjkstoet voor
afgegaan door muziek, gevolgd door familie
vrienden eu vereenigingen met hare banie
ren trok dezer dagen door de stad om den
overledene naar zjjne laatste rustplaats te
brengen. De politie had den weg aangege
ven, maar de deelnemers aau den stoet
wareu hiervan niet gediend, en toen de
ljjkstatie bjj de Garibaldibrug kwam, gre-
zich neemt. Wij zullen den man ik meen oom
pen de politieagenten de paarden van den
Ijjkwagen in den bek en deden ze omkee-
ren, toen namen drie der familieleden een
voudig de ljjkkist uit den wagen en op
hunna schouders, om ze aldus verder te
dragen. Doch gendarmes en politie trokken
de sabel en hienwen op de dragers, op de
ljjkkist;, op de familie in, deze antwoord
den door steeneo, slgk en alles wat bjj de
hand was hnn naar het hoofd te werpen;
van beide zijden groeide de troep, er ont
stond een formeel gevecht, da banieren wer
den verscheurd, er vielen gekwetsten, de
lgkkist lag vergeten op de brug, totdat
eindeljjk een kapitein van het leger ge
lastte de sabels op te steken. De kist werd
nu weer in den wagen geplaatst, de stoet
stelde zich op, menigeen met bebloeden
kop of blanw oog volgde het ljjk opnieuw
en voort ging het langs den voorgeschre
ven weg.
China en Japan.
Bjj de Enropeesohe regeeringen is men
het nog maar niet eens om tot eene inter
ventie in Oost-Azië over te gaan. Volgens
berichten nit Washington is het mogeljjk,
dat de heer Cleveland, president der
Vereenigde Staten van Amerika er in zal
toestemmen om als scheidsrechter tusschen
China en Japan op te treden.
De Japansche Minister van Oorlog, gene
raal O y a m a, die het leger voor Port-
Arthur commandeert, heeft zich van Kin-
chow en Talienwhan meester gemaakt. De
Chineesche troepen, die Kinchow bezet hiel
den, telden 1000 man infanterie en 100
ruiters. Talienwhan was bezet door 3000
man infanterie en 180 ruiters. DeChinee-
zen ontruimden beide plaatsen na kortston-
digen weerstand en trokken terng naar
Port-Artbnr. Aan beide kanten was het
verlies zeer gering.
De Keizer van Chiua acht zich niet meer
veilig iu zgn hoofdstad voor de steeds voor
uittrekkende Japansche troepen, zoodat te
Peking reeds toebereidselen gemaakt wor
den voor de verhuizing van den Keizer en
het Hof naar Sinjaufu, in de provinoie
Kiangsu.
Volgens de laatste berichten nit China
heerscht in het leger de grootste wanorde
die men zich denken kan. De overheden
zjj a radeloos en geheel gedemoraliseerde
troepenafdeelingen nemen, zoodra het Ja
pansche leger zich vertoond overal de
vlucht.
Port-Arthur is eergisteren door de Ja
panners bjjna zonder slag of stoot gano-
meD. Toen de Japanners, na beschieting,
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMEH TSPBIJS
AGITE MA HOST AGITATE.
COURANT.
23.)
(Vervolg.)
Siegfried zag het meisje verwonderd aan, dat
hem haar hand toestak. Ik dank u, Agnes sprak
hij op hartelijken toon en kuste de hand, die koel
in de zijne rustte.
Daar klonk de bel, die hen naar het sou
per riep.
X.
Het Kerstfeest was voorbij.
Toen Agnes 's anderendaags ontwaakte en over
het gebeurde van den vorigen dag nadacht, was ze
boos op haar zelve,op hare zwakte en karakterloos
heid. Hoe kon ze van den man, dien ze wilde ont
maskeren en vernederen, zulk een geschenk aan
nemen Was ze dan betooverd door den man, dien
ze wilde brandmerken Waar was gisteren hare
trotschheid, hare koelheid, haren haat tegen den
indringer Hoe durfde ze hem een geschenk
aanbieden. De schilderij hing nu reeds in zijne
kamer.
Snel was Agnes opgestaan en liet zich door
Milka helpen aankleeden. De Barones wilde aan
niets meer denken en hem vooral niet meer ont
moeten.
Aan het ontbijt vertelde Agnes haren vader en
tante in hoofdtrekken, wat ze van den Directeur
Siegfried vernomen had.
De Baron was sprakeloos van verrassing over
het weervinden der juweelcn, maar ook sprakeloos
van toorn, toen hij de dieven leerde kennen. Nadat
de eerste verwondering voorbij was,vroeg deBaron,
hoe men zich in het vervolg tegenover Sahlberg te
verhouden had.
De zaak openhaar te maken zou groot opzien
verwekken en Agnes had ook geheimhouding be -
loofd. Men besloot voorloopig de zaak te laten rus
ten, Louis echter zou zoodra mogelijk uit het slot
verwijderd worden.
Agnes had toegeluisterd en zei eindelijk:
Zeker we moeten de dieven sparen, wijl
we ons zelf moeten sparen. Wat zou het een heer
lijke stof zijn voor een rechtsgeding De bruide
gom van Agnes Von Rotheim een dief, de ont
dekker een bedelaar, de bedelaar haar oom. De
lastertongen der heele omstreek hadden stof ge
noeg voor eene maand. U kunt niet eens Louis
uit het slot jagen, daar ge geen bewijs hebt.
Hij weet zeer goed, dat wij bang zijn voer een
schandaal. Voorloopig zijn we dus genoodzaakt hem
te houden,tot zich eene goede gelegenheid aanbiedt.
Er ontstond eene onaangename stilte, die Ag
nes eindelijk afbrak door te vragen En hoe
denkt gij te handelen jegens oom Valentijn, Papa
Deze opmerking verbaasde de Baron Von Rot
heim ten hoogste. Dat Agnes de afstamming van
Valentijn herkende, deed den Baron reeds pijn
lijk aan.
Hoe denkt de wijze heer Directeur, dat ik
mij tegenover den ouden Valentijn gedragen moet,
hernam de Baron misnoegd. Het is toch waarlijk
mijne schuld niet, datdat Valentijn de onwet
tige zoon mijns vaders is
Valentijn kan het ook niet misgelden, zei me
vrouw Von Balten en de arme man heeft reeds zijn
heele leven moeten boeten.
Ja, zou ik wellicht den oude plechtig als
mijn broeder erkennen en hem de helft van
mijn vermogen afstaan riep de Baron hevig.
Dat kon alleen een dweeper als Rolf Siegfried
verlangen, die van plichten van den adel geen be
grip heeft. Wanneer hij in mijne plaats stond,kreeg
hij zulke grillen niet.
Ik geloof toch, zei de vrijvrouw zacht, dat de
directeur Siegfried het geen gril zou noemen, het
onrecht te herstellen, dat een bloedverwant gele
den heeft. De directeur Siegfried verlangt voor
den ouden Valentijn die toch uw broeder is
niets dan recht. Nu is het wel onmogelijk
hem geheel recht te laten wedervaren in onzen
stand.
Beste Lona, hernam de Baron, terwijl hij
een vluggen blik op zijne dochter wierp, die met
't theelepeltje speelde, u spreekt net alsof de
Directeur achter u stond en u de woorden in
fluisterde. Ik geef toe, dat hij een aangenaam
man is. Ik acht zijn karakter hoog, maar zijne
onbuigbaarheid, ik zou zeggen halsstarrigheid
bevalt mij niet. Men ziet zoo vaak iets wat men
niet goedvindt, doch dan zwijgt men eenvoudig
en kwetst niemand door aanmatigende berispin
gen. We zijn niet de zedepreekers onzer even
naasten, ieder kan zijne daden aan zijn geweten
toetsen.
Papa, zei Agnes, we dwalen af, spreken wij
over Valentijn. Ik wil niet, dat de Directeur
nog langer de verzorging van den ouden man op
Valentijn niet in den molen laten, maar hem eene
plaats in het kasteel aanwijzen,waar hij zijne dagen
in lust kan slijten.
Het aangezicht van den Baron werd vuurrood,
toen zijne dochter sprak.
Neen, neen, mijn kind, hernam hjj, dat zal
niet gebeuren. Ik erken uwe edelmoedigheid,
doch men kan ook te ver gaan. Wat zou de oude
man hier in het slot uitvoeren? Welken stand
zou hij innemen tegenover ons en het dienstper
soneel, die hem zagen bedelen en hem vaak aal
moezen gaven. Hij zou ons in verlegenheid bren
gen. Ik ben gaarne bereid hem te ondersteunen,
zelfs ook hier, indien hij niet wil vertrekken, doch
in het slot komt hij niet.
Agnes keerde zich misnoegd om.
Agnes, zei mevrouw Von Balten, ik kan uw
Papa g3en ongelijk geven; ook de Directeur zal het
beter vinden, den ouden man in zijne gewone om
geving te laten.
Beste hemel, alweer de Directeur
Ik smeek u, lieve tante, laat dien toch uit
het spel, riep Agnes hevig de Directeur is voor
mij nog lang geen onfeilbaar persoon. We zijn
den ouden Valentijn in elk geval voldoening
schuldig. Daarom zal ik vandaag nog mijn oom
ze drukte op dit woord in den zaagmolen
bezoeken en hem zeggen, dat gjj hem een jaargeld
toegekend hebt. Hiermee neemt ge toch genoegen
Papa
Vergeet maar niet in uwe grootmoedigheid,
hervatte de Baron wrevelig, dat ik in den tegen-
woordigen toestand niet te vrijgevig mag zijn.