No. 2211.
Zondag 18 November 1894.
19de Jaargang
De Algeraeene Beschoa-
wingen.
KATHOLIEKEN GIDS,
Bericht,
Open brief betreffende den
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Ag nes.
mini
iiniiiYT.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
30 Cents.
5
jfrMAlN TIEND Rlf7
AGITE MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DA UBESf Co., JOHN F. JONES,Succ., Parijs 31 his Faubourg Montmartre.
Het geleidelijk vermeerderen van het
aantal onzer lezers en de uitbreiding
die wjj reeds aan ons Zondagsnummer
hebben gegeven en nog verder aan ons
blad denken te geven, heeft ons de ver
plichting opgelegd de advertentieprijs met
2Y8 cents per regel te verhoogen.
De prjjs van adverteeten is met de steeds
klimmende waarde van ons blad en het
vermeerderen onzer abonnenten te laag.
Ieder zal moeten toestemmen, dat 77a
cents per regel nog altjjd een prjjs blijft
die zeer goedkoop mag genoemd worden
voor een blad, dat zoowel in de beschaafde
als gewone kringen door geheel oas land
en zelfs over de grenzen een zeer uitge-
breiden kring van lezers heeft.
Bjj herhaalde plaatsing en bjj groote
advertentiën zal, gelijk te voren, korting
worden toegestaan. De ingevoerde ver
hooging van 27a cents per regel, heeft
geen invloed op de nog loopende con
tracten en overeenkomsten.
Dé Administratie.
Het schriftelijk overleg tosschen de
Regeering en de Tweede Kamer nopens
de Staatsbegrooting betrof, wat da alge
meens beschouwingen aangaat, voor een
gewichtig deel de door het Ministerie aan
hangig te maken voorsteller tot regeling
van het Kiesrecht.
Zoowel het verslag van de Commissie
van Rapporteurs als de Memorie van Ant
woord, is hoofdzakelijk ge wjj d aan de
bespreking van de beteekenis der Kies-
recht-quaestie en van de houding, door
de Regeeriug ten opzichte van dit vraag
stuk in te nemen.
Wp vreezeD, dat ook een groot deel
van het mondeling debat bp de openbare
behandeling der Staatsbegrooting door de
Tweede Kamer betrekking zou hebben op
dit vraagstuk. De radicale leden der Kamer
zullen niet nalaten telkens en telkens de
noodzakelijkheid der invoering van een
bjjna algemeen stemrecht te betoogen en
al de lichtzjjden van dit kiesstelsel breed
nit te meten, zoolang zelfs tot er van
eenedegeljjke bespreking van andere zaken,
waartoe de Staatsbegrooting aanleiding
geeft, niets kan komen, om de eenvou
dige reden, dat men den tjjd heeft zoek
gemaakt met het redeneeren over de zoo
genaamde hooge politiek.
Dat zulks niet in het belang van ons
vaderland zal zijn, behoeven wjj niet
breedvoerig te motiveerenvooral ver
dient znlks afkeuring, omdat er bp de
eventueels invoering-der Kiesrecht-ontwer
pen door de Regeering gelegenheid te
over zal wezen om te spreken over het
kiesstelsel, dat voor ons land het beste
moet worden geacht.
Om slechts een staaltje te geven van de
in ons oog nultelooze besprekingen, her
inneren wjj er aan, dat in het Voorloopig
FEUILLETON.
25.)
Vervolg.)
In het vuur van het gesprek liad Agncs niet
bemerkt, dat de deur geopend werd en de Di
recteur binnen trad. Toen de Barones zijn groet
boorde, wendde ze zich vlug om. U beeft ïuijn
oom het antwoord voorgesteld, dat gij mij geven
moetriep ze hem toe,zonder zijn groet te beant
woorden.
De oude man zag de jonge scboone dame
verbaasd aan, die hem den bedelaar ook
in tegenwoordigheid van een vreemdeling oom
noemde.
Siegfried antwoordde bedaardBarones, ik
wist niet, dat gij uw oom gingt bezoeken,dus kon
ik hem ook geen antwoord voorspellen.
Dit zal u zelf moeten bekennen. Veroorloof mij
uw oom deze papieren ter hand te stellen, dan zal
ik u niet langer storen.
De kalmte van den Directeur deed de opge -
wondenheid van Agnes geenszins bedaren.
Ik verzoek u, beer Directeur deze papieren
te willen meenemen, zei Agnes trotsch oom
Valentijn zal aan ons verlangen voldoen en eene
ssend i woning in Neder-iiotheim betrekken,
t'r.an bij niet meer voor u werken.
eur boog even. Ik ben zeer ver
en ommekeer, zei bij, veinzende
es' toon niet te voelen,en
Vecslag bedenkingen waren aangevoerd
tegen de samenstelling van het tegenwoor
dig Kabinet, dat nn reeds een half jaar de
leiding der zaken in handen heeft. Het
waren vooral de portefeuilles van Bin-
nenlandsche Zakeu en Financiën, waarop
men het oog had en die men gaarne aan
andereu had zien toevertrouwd.
Dat zulke besprekingen thans volstrekt
geen waarde meer bezitten, nu genoemde
Bewindslieden zich reeds laDg in hun taak
hebben ingewerkt en misschion reeds spoe
dig enkele vrachten van hun wetgevenden
arbeid zullen knnnen vertoonen, is iets,
dat nog al duideljjb moet heeten.
Toch heeft men in de Kamer-afdeelin-
gen deze zaak ernstig ter sprake gebracht
en de Regeering was dan ook wel ver
plicht daarop een antwoord te geven.
De repliek is zeer duideljjk en spreekt
voor zieh zelf. De Regeering autwoordde
Bij de samenstelling van een Ministerie be
hoort hoofdzakeljjk de vraag te worden
gesteld, op welke wjjze de taak, die meer
in het bizonder voor het Bewind is
weggelegd, in 's lands belang tot een
goed einde zal kunnen worden gobracht,
en het valt moeilpk vooralsnog aan te wjj-
zen, dat in gemeld opzicht zou zjju mis
getast. Dat de samensteller van het Kabinet
het Departement van Binnenlandsche
Zaken zou hebben behooren te nemen,
ware vleiend voor hem, maar kan slechts
beteekenis hebben, indien in de keuze
van den Minister van Binnenlandsche
zaken niet gelet ware op de eischen, welke
de stand van het kiesrechlvraagstuk stelt
aan het hoofd van dat Departement. Ove
rigens vraagt de Rsgeering, of er inder-
oaad voldoende grond bestaat om aan te
nemen, dat tosschen de Ministers van
Binnenlandsche zaken en van Financiën
en de Staten-Generaal vruchtbare samen
werking ter totstandbrenging van rege
lingen op wetgevend gebied, welke het
landsbelang naar aller oordeel op het
oogenblik meer in het bizonder vordert,
zou zpn uitgesloten?
Deze vraag zal wel een ieder outken-
nend moeten beantwoorden. Tot na toe
kan nog geen oordeel worden geveld over
de meerdere of mindere geschiktheid van
de Bewindslieden voor de door hen aan
vaarde taak, omdat zjj op wetgevend
gebied nog niets hebben geproduceerd.
Wat echter de keuze van de personen
voor de portefeuilles van Binnenlandsche
zaken en van Financiën betreft, men zal
moeten toegeven, dat, waar het juist de
heeren Van Houten en Sprenger
Van E jj k zpn geweest, die den arbeid
der vorige RegeeriDg hebben afgekeurd,
het zeor rationeel was om hun genoemde
portefeailles toe te vertrouwen en hun de
gelegenheid te schenken om te verbeteren,
wat door hun voorgangers was bedorven.
Wjj zijn volstrekt geen bewonderaars
van da tegenwoordige Ministers van Bin
nenlandsche zaken en van Finauciëo, maar
toch gelooven wjj, dat hun een woord
van hulde toekomt voor de kloeke aan
vaarding eener taak, welker uitvoering
door een vorig Bawind door hen zoo werd
afgekeurd.
De minister Tak van Poortvliet
toch bad geen vinniger bestrjjder dan den
heer VanHoutenende minister P i e r-
zal in het vervolg geene aanspraak meer maken
op de krachten van uw oom.
Agnes beet zich op de lippen. Moest deze man
altijd het laatste woord hebben?
Mijn vader zal natuurlijk schadevergoe-r
ding...
Siegfried hief de hand op. Barones, ik ver
zoek u daarover niet te spreken, zei hij afwijzend
en wendde zich tot den ouden Valentijn, die op
merkzaam geluisterd had.
Wanneer uwe woning in Neder-Rotheim
reeds klaar is.heb ik er niets op tegen, dat u van
daag of morgen aan het verlangen van den Baron
gevolg geeft, Sluit het huisje dicht en bewaar
den sleutelPaul zal hem wel halen.
Pardon,heer Directeur,zei de oude,ik denk,
dat ik in deze aangelegenheid ook een woord mag
meespreken. Hoezeer ik mij ook over het aanbod
der Barones verheug, kan ik het toch niet aanne
men. Zoolang u hier blijft, blijf ik ook. Laat mij
u een weinig dankbaar zijn.
Daarna wendde hij zich tot de Barones.
Als echter directeur Siegfried zal vertrok
ken zijn en ik niet meer werken kan, zal ik u
smeeken mij datgene toe te staan, wat ik heden
weigeren moet. Ik wil nergens dan te Itotheim
sterven. U is toen ni-it boos op mij Barones
vroeg de grijsaard na eene lange pauze.
Agnes reikte den ouden man de hand, die hij
met zijne linker omklemde. U heeft gelijk, oom
Valentijn, sprak ze lachende, blijf hier zoolang gij
wilt en kom dan tot ons en vraag, wat ik u van
daag aangeboden heb.
U zijt ons elk uur welkom. Zoolang gij hier
blijft, zal ik u vaak bezoeken, opdat gij mij in
son had geen strenger beoordeelaar dan
den heer Sprenger Van Eijk. Nu
de heeren Van Houten enVanEpk
zelf Minister zpn geworden, zal het blijken
of hun vroegere critiek voortkwam uit
vaderlandsliefde dau wel alleen uit zucht
tot bedillen.
Dat zij minder voor bon taak zouden
zpn opgewassen dan vroegere Ministers
ban evenmin worden volgehouden, omdat
zjj volstrekt eist in de politiek le premier
venu konden heeten.
Om al deze redenen is hot in ons oog
een vermorsen van den nationalen tjji
wanneer over de samenstelling van het
Bewind nog meer wordt beraadslaagd
dan reeds is gebeurd bp het schrifteljjk
overleg tusscheu Regeering en Kamer.
Laat men liever wachten op de daden
der Ministers.
Ook over die toekomstige daden werd
in de Memorie van Antwoord nog een
en ander gezegd, waarop wjj de aandacht
wenschen te vestigen, omdat eruitblpkt,
dat de Rsgeering haar taak lang niet zoo
eenzjjdig heeft opgevat als wel de raiicale
kiesrechthervormers hadden gewild.
De Regeering wjjst er op, dat het op
misverstand berust, indien men beweert,
dat tosschen de Openingsrede van 16 Mei
en de Troonrede van 18 September gebrek
aan overeenstemming zou zjju. De omstan
digheden, die tot de optreding van het
Kabinet hebben geleid en de beboetten op
wetgevend gebied, wezen op de onver-
mjjdeljjke noodzakeljjkbeid van regeliDg
van kiesrecht, personeele belasting en
Gemeente-financiën. Daarvan gewaagde
de Openingsrede, maar zjj zeide niet dat
de wetgevende arbeid der Regeering zich
tot deze drie onderwerpen moest bepaleo.
Dat ware ook ondenkbaar. Welke Regee
ring zou daartoe besluiten, welke Verte
genwoordiging dit gedoogen Dat de
Troonrede van andere onderwerpen ge
waagde, was dus niet in tegenspraak,
maar integendeel geheel in overeenstem
ming met het uitzicht, in de Openings
rede ontwikkeld. De genoemde andere
onderwerpen zullen ook de afdoening der
drie niet vertragenwel zon dat bet geval
kannen zpn met andere in het Verslag
genoemde onderwerpen. De Regeering ont
kent voorts, dat men zich ter wille van
de politieke moraliteit uitsluitend zou
moeten bepalen tot het kiesrecht. Haar
is van eene openbare of stilzwijgende ver
bintenis tegenover de kiezers te dien aan
zien niets bekend,eene verbintenis trouwens,
die in strjjd ware met het wezen vaudau
coustitutionneelen regeeringsvorm. Eu dat
andere onderwerpen aan eene nieuwe Ver
tegenwoordiging behoorden te worden
overgelaten is eene stelling, die door bet
vorig Kabinet zelf werd verworpen, daar
dit naast het kiesrecht vele andere her
vormingen aankondigde en tot stand braebt,
o. a. van de belastingen.
Deze repliek van de Regeering noemen
wjj zeer ad rem. Waar de radicalen
iederen dag schreeuwen, dat deze Verte
genwoordiging onbezorgd is om zich met
andere onderwerpen dan het Kiesrecht
bezig te houden, daar is een beroep op
hetgeen het vorig Ministerie deed en mis
deed, zeker niet ongepast, terwjjl de vorige
Kamer heel gewillig de toenmalige R -
het vervolg niet meer Barones maar Agnes
noemt.
Eer de oude man aan zijn gevoelen kon lucht
geven, had Agnes haar hoedje opgezet en ging
voor het kleine portret staan. Wat is dit eene
slechte photographie, zei ze.
't Is beter, dat ik ze meeneem en u eene be
tere stuur.
Valentijn keek den Directeur aan, die hem een
wenk gaf haar verzoek niet in te willigen.
Ik bid u, laat mij dit portret houden,
smeekte de arme grijsaard ik heb er zoo dik
wijls troost in gevonden, dat ik ze niet gaarne
missen wil.
Doch wanneer u mij een portret wilt geven, zoo
schoon als ge nu zijt, Barones, Agnes dreigde
schertsend met den vinger als ge nu zijt, Agnes,
verbeterde de oude.zult gij mij eene groote vreug
de verschaffen.
Gij zult een mijner nieuwste portretten
krijgen oom Valentijn, hernam de Barones vrien
delijk. Agnes was verheugd, dat ze recht en edel
gehandeld had.
Na Valentijn vriendelijk gegroet en voor den
Directeur gebogen te hebben, ging Agnes naar
buiten, waar de knecht met het paard wachtte.
Siegfried hielp de dame bij het opstijgen. Eene
seconde rustte haar voet in zijne hand en hier
mee verdween ock de vroolijkheid van haar
gelaat.
De bediende moest nog eens terug om de rij -
zweep tc balen. Siegfried reikte haar de teugels,
waarbij zijne hand de hare raakte en na hem voor
I zijn hulp bedankt te hebben vroeg ze Is u te -
1 vreden over mij, heer Directeur,
geeriug ter zjjde stond om allerlei her
vormingen in het leven te roepen, die
later volstrekt niet alle met verbeterin
gen konden worden geljjk gesteld.
En wanneer de tegenwoordige Regee
ring zich aan haar toezegging houdt,
dat voor zooveel van haar afhangt, de
Tweede Kamer nog in dit zittingsjaar
in de gelegenheid zal wezen haar Kies
wet-voorstellen te onderzoeken, dan kan
van baar gezegd worden, dat zjj in werk
zaamheid haar voorgangster nog verre
overtreft, die heel wat langer met de
indiening van haar kiesrecht-ontwerpen
heeft gewacht.
Alles te zamen genomen, gelooven wjj,
dat bij de behandeling der Staatsbegroo
ting het houden van langdurige algemee-
ne beschouwingen volstrekt niet gemoti
veerd wordt door den po'itiekeu toestand
van het oogenblik noch door de verkla
ringen, welke de Regeering heeft afgelegd.
Zjj zullen enkel kannen dienen om de
regeertaak van dit Ministerie te bemoei
lijken en daardoor de werkelpke belangen
van het vaderland te schaden.
In zijn tweeden
schreef de Zeereerw. en geleerde Priester P. M.
Bots, aan den Redacteur van de NIE O WE
SCHIEDAMSCBE COURANT van gisteren,
het volgende
Amicissime,
In het vervolg op mijn schrijven van eer
gisteren, moet ik thans de medewerkers van
den Katholieken Gids gedenken. Natuurlijk
verwacht gij, Amice, hier slechts een vluchtig
overzicht over die breede schare, ongeveer
ahof wij vroeger uit de Rotterdamsche rectors
woning in de Eendrachtstraat, onze blikken
lieten gaan over de wandelende menigte langs
Ecndrachtsweg en Singel.
In de eerste jaren dan van zijn bestaan heb
ben de corypheëen onzer katholieke literatuur
hunne bijdragen aan den Gids geschonken.
Onder hen waren bijvoorbeeld rector Klönne,
pastoor Scheiberling, ridder Thompson, doctor
Schaepman enz., ja zelfs sommigen, die nu het
tijdelijke reeds met het eeuwige hebben ver
wisseld, zooals de zeereerwaarde heeren Yan
der Horst, Brouwers en anderen. De weledele
heeren Th. A. Koelman en Eug. Gompertz
vormden in die dagen de redactie, en zij be
schouwden die redactie geenszins als eene sine
cuur de heer Koelman vooral, aan wiens
inyloed de oprichting van den geheelen Gids
voor geen klein gedeelte is toe te schrijven,
hij heeft den heer Klippers, na de oprichting
van den Gids nog jarenlang aan menig blaadje
copic geholpen. Alle de bovengenoemde heeren
waren zoodoende den jeugdigen Gids tot mede-
pionniers en baanbrekers, en er was vreugde
en opgewektheid bij dat nieuwe werk. Gij
zelf, dierbare Verhoeve, kwaamt mij indertijd
verhalen, hoe de oprichters en uitgever van
den Gids eerst ter plechtige audiëntie bij Zijne
Doorluchtige Hoogwaardigheid, onzen bisschop
van Haarlem waren geweest, en hoe bemoedi
gend de zegening van den bisschop op uitgever
en redactie, ja, op alle medewerkers bleef rus
ten. Indien dus verschillende omstandigheden
thans de eerste Gidsbroeders reeds tot andere
functiën hebben gevoerd dan tot die van Gids-
schrijvers, nooit zal toch, naar mijn gevoelen,
uit het hart dier verdienstvolle lieden het vol
gend getuigenis verdwijnen Ons werk van '89
Zeer tevreden meer dan ik u zeggen
kan Barones, hernam Siegfried zoo veelbetee-
kenend, dat Agnes hare hand terugtrok, die hij
nog vasthield. Vlug nam ze de rijzweep en in een
oogwenk vloog ze daarheen. Directeur Siegfried
oogde de schoone amazone na, tot ze in het den
nenbosch verdween.
XI.
Oom Valentijn heeft ons aanbod voorloopig
afgeslagen en wil het eerst aannemen, als direc
teur Siegfried weg is. Oom meent aan hem ver
plichtingen te hebben.
Dit was het bericht dat Agnes over haar be
zoek in den zaagmolen aan haar vader en tante
Lona gaf.
De Baron was ontevreden, dat zijn edelmoe
dig voorstel ook maar voorloopig geweigerd was.
Toen Agnes een paar dagen later tegenover
den Directeur aan tafel zat, waagde ze nauwe
lijks te spreken om niets te verraden wat er in
haar omging. Met schaamte en berouw dacht ze
aan de opdracht, die ze Louis gegeven had. Zoo
vaak de deur openging, keek ze bevreesd om,
in de verwachting, dat de bediende zou terug
zijn. Agnes kwam haar zelve verachtelijk voor
had de Directeur dit van haar verdiend
Siegfried daarentegen scheen de oogenblikke-
lijke verandering van Agnes niet op te merkm.
Hij praatte zeer opgewekt, zoodat de heer Von
Strehlen veel genoegen aan zijn onderhoud had.
Na het diner gingen de heeren in de rookka
mer. Van hier kwam men in de bibliotheek en
deze grensde aan de kleine zaal der barones Von
Rotheim.
in Haarlem is een goed werk geweest, een
werk, hetwelk den volgenden wensch verdiende
van dichter Schaepman
De Vaan omhoog, het kinia in top
Steeds vrij van vreeie, en vrij van blaam,
Steeds waardig (zijn) gekozen naam.
Steeds leidend nieuwe scharen voort
Langs veil'gen weg naar hooger oord.
Vires acquirit eundo, al voortgaande ver
werft hij zijne krachten, zoo luidde het oor
spronkelijk devies van den Gids. Welnu ook
ten opzichte zijner latere medewerkers is dit
devies aan den Gids volbracht. Indien wij ons
slechts bij de vluchtige vermelding der feitelijk
opgetredene mede-arbeiders van den schier ge-
ëindigden jaargang '94 bepalen, dan erkennen
wij aanstonds een ferm gezelschapLaat ik
ze u, Amice, maar eventjes in herinnering
brengen, dan behoeft gij de oude afleverin
gen van den Gids niet te gaan opzoeken.
Eerst herinner ik u de dames Mathilde en
Elisezij deden reeds jaren lang het moeie -
lijkst werk voor den Gids, namelijk verhalen.
Elise heeft dit jaar slechts een klein schetsje
over de Kathedraal geschreven, maar Mathilde
heeft wederom een keurig verhaal gegeven uit
de Revolutie der vorige eeuw.
Julius is een pas aangetreden soldaat der
nieuwe garde. Ik herinner mij, hoe gij Amice,
hem eenmaal juist hebt beoordeeld met zijn
verhaal de Erfenis eener moeder in de hand.
Vlug zoo zeidet gij en veel belovend,
maar hij moet zijn stof op Hollandschen bodem
zoeken. En zoo is het. Julius kan en moet
oorspronkelijk en Hollander zijn.
Verder behoef ik u nauwelijks te spreken
over broeder Florentius, professor Rugten
en Norbert van Reuth. Veel gaven deze drie
geleerden ons in dit jaar weer te genieten, de
twee eersten zelfs in proza en poezy. Maar wat
al het werk dezer lieden zoo aangenaam maakt,
is de fraaie bewerking. Wat leest het genoeglijk,
reeds alleen om den stijl, zoo getuigt iedereen
over hunne bijdragen.
Voor het onbekende gaan wij naarRobertus
Pullus. Laat Pullus schrijven over Rothschild,
over Eeval, over Napoleon of over de II. Schrift,
Pullus deelt altoos iets mede, wat een ander
nog niet weet. Maar, waarom toch zoo'n ge
leerde dien raren pseudoniem aanneemt Wat
heeft Pulles, of het jong van pluimgedierte, hier
te beteekencn
Verschillende historisch-politische studieën,
zooals Tilly door W. V., Enge'and in Zuid-
Af rika door L. O. van de Sociëteit, de Bra-
ziliaansche Omwenteling, van A. Nuyens, en
eindelijk John Fisher, door G. Verax, zij
sluiten zich, evenals Byzantiums val en Wier-
d els Lentebeschouwing der Europeesche politiek,
zeer wel bij den arbeid van Pullus aan. Toch
wordt er aan de bijdragen van Verax en Wier-
dels al te groote eer bewezen als men haar
Studieën noemt. En toch juist studieën zijn in
een Gids, een tijdschrift, hetwelk de opinieën
leiden moet, zoo gewenscht Ik hoor u, Amice,
hier zeggen Och, variïs modis bene fit, de een
werkt zus en de ander zoo. Nu, ik antwoord,
d la bonheur, volg uwe opinie. Maar ik voor
mij boude het hier toch met een ietwat zwaar
deren kost, waartoe bijv. de boekcritieken en de
Sibyllen-studie van E. B. v. I., alsmede Van
den Born's Opvoeding tot kuischheid behooren.
Eerstgenoemde schrijver heeft kennelijk in zijn
leven vrijwat classiek voedsel verorberd en nu
komt die ferme klokspijs den Gids zeer te
stade. De laatstgenoemde, de heer Van den
Born, zoude mijns inziens, een kleine waar
schuwing moeten hebben. Zijn artikel is hoogst
verdienstelijk van strekking, het geeft een arse
naal van wapenen tegen het bederf der jeugd,
maar het moest niet zoo'n overladen voorko
men hebben. Vergelijk er Stanserhom eens bij
van prof. Ruyten, vooral die bladzijden welke
de lastige béschrijving van een //bergfahrt//
behelzen.
Agnes was na tafel in hare kleedkamer gegaan,
om eens gerust te kunnen nadenken.De toekomst
scheen haar zco donker.
Ze kon zich niet voorstellen, wat er gebeuren
zou, wanneer de Directeur eens voor de vrouw
zou staan, die hij eenmaal bemind had,voor Mag-
delena Buchner. Wellicht kwam ze niet.
Agnes sloot de oogen, ze had hoofdpijn van
het nadenken.
Ach, had ik niet naar Louis geluisterd,
hadde ik hem niet bevolen of kwam Magde-
lena maar niet
Vergeefs, daarjuist had zieh Louis aangemeld
en baar gezegd dat Magdalena Buchner met hem
gekomen was en eerbiedig liet vragen, wanneer
ze de Barones mocht spreken.
Agnes verwaardigde den bediende, wiens ge
wetenloosheid ze door den diefstal eerst had
leeren kennen, geen blik.
Milka mag de dame vragen of ze nu wil
komen, dat Milka haar dan in mijne kamer
brengt, beval ze en gaf een teeken dat Louis
kon gaan.
Het kostte Louis veel moeite, Magdalena over
te halen met hem te gaan en na verschillende
leugens opgedischt te hebben had liij haar ein
delijk bewogen om op den derden Kerstdag met
haar dochtertje naar Rotheim te gaan.
Louis had haar verteld, dat Agnes den Ba
ron Sahlberg hartstochtelijk beminde, ofschoon
ze wist, welk een bedorven karakter deze man
had,
Hij had de Barones overgehaald, Magdalena
te willen aauhooren, opdat ze door dit verhaal
de kracht mocht erlangen, die noodlottige lief-