No. 2211. Zondag 18 November 1894. 19de Jaargang De Algeraeene Beschoa- wingen. KATHOLIEKEN GIDS, Bericht, Open brief betreffende den BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Ag nes. mini iiniiiYT. ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 30 Cents. 5 jfrMAlN TIEND Rlf7 AGITE MA NON AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA UBESf Co., JOHN F. JONES,Succ., Parijs 31 his Faubourg Montmartre. Het geleidelijk vermeerderen van het aantal onzer lezers en de uitbreiding die wjj reeds aan ons Zondagsnummer hebben gegeven en nog verder aan ons blad denken te geven, heeft ons de ver plichting opgelegd de advertentieprijs met 2Y8 cents per regel te verhoogen. De prjjs van adverteeten is met de steeds klimmende waarde van ons blad en het vermeerderen onzer abonnenten te laag. Ieder zal moeten toestemmen, dat 77a cents per regel nog altjjd een prjjs blijft die zeer goedkoop mag genoemd worden voor een blad, dat zoowel in de beschaafde als gewone kringen door geheel oas land en zelfs over de grenzen een zeer uitge- breiden kring van lezers heeft. Bjj herhaalde plaatsing en bjj groote advertentiën zal, gelijk te voren, korting worden toegestaan. De ingevoerde ver hooging van 27a cents per regel, heeft geen invloed op de nog loopende con tracten en overeenkomsten. Dé Administratie. Het schriftelijk overleg tosschen de Regeering en de Tweede Kamer nopens de Staatsbegrooting betrof, wat da alge meens beschouwingen aangaat, voor een gewichtig deel de door het Ministerie aan hangig te maken voorsteller tot regeling van het Kiesrecht. Zoowel het verslag van de Commissie van Rapporteurs als de Memorie van Ant woord, is hoofdzakelijk ge wjj d aan de bespreking van de beteekenis der Kies- recht-quaestie en van de houding, door de Regeeriug ten opzichte van dit vraag stuk in te nemen. Wp vreezeD, dat ook een groot deel van het mondeling debat bp de openbare behandeling der Staatsbegrooting door de Tweede Kamer betrekking zou hebben op dit vraagstuk. De radicale leden der Kamer zullen niet nalaten telkens en telkens de noodzakelijkheid der invoering van een bjjna algemeen stemrecht te betoogen en al de lichtzjjden van dit kiesstelsel breed nit te meten, zoolang zelfs tot er van eenedegeljjke bespreking van andere zaken, waartoe de Staatsbegrooting aanleiding geeft, niets kan komen, om de eenvou dige reden, dat men den tjjd heeft zoek gemaakt met het redeneeren over de zoo genaamde hooge politiek. Dat zulks niet in het belang van ons vaderland zal zijn, behoeven wjj niet breedvoerig te motiveerenvooral ver dient znlks afkeuring, omdat er bp de eventueels invoering-der Kiesrecht-ontwer pen door de Regeering gelegenheid te over zal wezen om te spreken over het kiesstelsel, dat voor ons land het beste moet worden geacht. Om slechts een staaltje te geven van de in ons oog nultelooze besprekingen, her inneren wjj er aan, dat in het Voorloopig FEUILLETON. 25.) Vervolg.) In het vuur van het gesprek liad Agncs niet bemerkt, dat de deur geopend werd en de Di recteur binnen trad. Toen de Barones zijn groet boorde, wendde ze zich vlug om. U beeft ïuijn oom het antwoord voorgesteld, dat gij mij geven moetriep ze hem toe,zonder zijn groet te beant woorden. De oude man zag de jonge scboone dame verbaasd aan, die hem den bedelaar ook in tegenwoordigheid van een vreemdeling oom noemde. Siegfried antwoordde bedaardBarones, ik wist niet, dat gij uw oom gingt bezoeken,dus kon ik hem ook geen antwoord voorspellen. Dit zal u zelf moeten bekennen. Veroorloof mij uw oom deze papieren ter hand te stellen, dan zal ik u niet langer storen. De kalmte van den Directeur deed de opge - wondenheid van Agnes geenszins bedaren. Ik verzoek u, beer Directeur deze papieren te willen meenemen, zei Agnes trotsch oom Valentijn zal aan ons verlangen voldoen en eene ssend i woning in Neder-iiotheim betrekken, t'r.an bij niet meer voor u werken. eur boog even. Ik ben zeer ver en ommekeer, zei bij, veinzende es' toon niet te voelen,en Vecslag bedenkingen waren aangevoerd tegen de samenstelling van het tegenwoor dig Kabinet, dat nn reeds een half jaar de leiding der zaken in handen heeft. Het waren vooral de portefeuilles van Bin- nenlandsche Zakeu en Financiën, waarop men het oog had en die men gaarne aan andereu had zien toevertrouwd. Dat zulke besprekingen thans volstrekt geen waarde meer bezitten, nu genoemde Bewindslieden zich reeds laDg in hun taak hebben ingewerkt en misschion reeds spoe dig enkele vrachten van hun wetgevenden arbeid zullen knnnen vertoonen, is iets, dat nog al duideljjb moet heeten. Toch heeft men in de Kamer-afdeelin- gen deze zaak ernstig ter sprake gebracht en de Regeering was dan ook wel ver plicht daarop een antwoord te geven. De repliek is zeer duideljjk en spreekt voor zieh zelf. De Regeering autwoordde Bij de samenstelling van een Ministerie be hoort hoofdzakeljjk de vraag te worden gesteld, op welke wjjze de taak, die meer in het bizonder voor het Bewind is weggelegd, in 's lands belang tot een goed einde zal kunnen worden gobracht, en het valt moeilpk vooralsnog aan te wjj- zen, dat in gemeld opzicht zou zjju mis getast. Dat de samensteller van het Kabinet het Departement van Binnenlandsche Zaken zou hebben behooren te nemen, ware vleiend voor hem, maar kan slechts beteekenis hebben, indien in de keuze van den Minister van Binnenlandsche zaken niet gelet ware op de eischen, welke de stand van het kiesrechlvraagstuk stelt aan het hoofd van dat Departement. Ove rigens vraagt de Rsgeering, of er inder- oaad voldoende grond bestaat om aan te nemen, dat tosschen de Ministers van Binnenlandsche zaken en van Financiën en de Staten-Generaal vruchtbare samen werking ter totstandbrenging van rege lingen op wetgevend gebied, welke het landsbelang naar aller oordeel op het oogenblik meer in het bizonder vordert, zou zpn uitgesloten? Deze vraag zal wel een ieder outken- nend moeten beantwoorden. Tot na toe kan nog geen oordeel worden geveld over de meerdere of mindere geschiktheid van de Bewindslieden voor de door hen aan vaarde taak, omdat zjj op wetgevend gebied nog niets hebben geproduceerd. Wat echter de keuze van de personen voor de portefeuilles van Binnenlandsche zaken en van Financiën betreft, men zal moeten toegeven, dat, waar het juist de heeren Van Houten en Sprenger Van E jj k zpn geweest, die den arbeid der vorige RegeeriDg hebben afgekeurd, het zeor rationeel was om hun genoemde portefeailles toe te vertrouwen en hun de gelegenheid te schenken om te verbeteren, wat door hun voorgangers was bedorven. Wjj zijn volstrekt geen bewonderaars van da tegenwoordige Ministers van Bin nenlandsche zaken en van Finauciëo, maar toch gelooven wjj, dat hun een woord van hulde toekomt voor de kloeke aan vaarding eener taak, welker uitvoering door een vorig Bawind door hen zoo werd afgekeurd. De minister Tak van Poortvliet toch bad geen vinniger bestrjjder dan den heer VanHoutenende minister P i e r- zal in het vervolg geene aanspraak meer maken op de krachten van uw oom. Agnes beet zich op de lippen. Moest deze man altijd het laatste woord hebben? Mijn vader zal natuurlijk schadevergoe-r ding... Siegfried hief de hand op. Barones, ik ver zoek u daarover niet te spreken, zei hij afwijzend en wendde zich tot den ouden Valentijn, die op merkzaam geluisterd had. Wanneer uwe woning in Neder-Rotheim reeds klaar is.heb ik er niets op tegen, dat u van daag of morgen aan het verlangen van den Baron gevolg geeft, Sluit het huisje dicht en bewaar den sleutelPaul zal hem wel halen. Pardon,heer Directeur,zei de oude,ik denk, dat ik in deze aangelegenheid ook een woord mag meespreken. Hoezeer ik mij ook over het aanbod der Barones verheug, kan ik het toch niet aanne men. Zoolang u hier blijft, blijf ik ook. Laat mij u een weinig dankbaar zijn. Daarna wendde hij zich tot de Barones. Als echter directeur Siegfried zal vertrok ken zijn en ik niet meer werken kan, zal ik u smeeken mij datgene toe te staan, wat ik heden weigeren moet. Ik wil nergens dan te Itotheim sterven. U is toen ni-it boos op mij Barones vroeg de grijsaard na eene lange pauze. Agnes reikte den ouden man de hand, die hij met zijne linker omklemde. U heeft gelijk, oom Valentijn, sprak ze lachende, blijf hier zoolang gij wilt en kom dan tot ons en vraag, wat ik u van daag aangeboden heb. U zijt ons elk uur welkom. Zoolang gij hier blijft, zal ik u vaak bezoeken, opdat gij mij in son had geen strenger beoordeelaar dan den heer Sprenger Van Eijk. Nu de heeren Van Houten enVanEpk zelf Minister zpn geworden, zal het blijken of hun vroegere critiek voortkwam uit vaderlandsliefde dau wel alleen uit zucht tot bedillen. Dat zij minder voor bon taak zouden zpn opgewassen dan vroegere Ministers ban evenmin worden volgehouden, omdat zjj volstrekt eist in de politiek le premier venu konden heeten. Om al deze redenen is hot in ons oog een vermorsen van den nationalen tjji wanneer over de samenstelling van het Bewind nog meer wordt beraadslaagd dan reeds is gebeurd bp het schrifteljjk overleg tusscheu Regeering en Kamer. Laat men liever wachten op de daden der Ministers. Ook over die toekomstige daden werd in de Memorie van Antwoord nog een en ander gezegd, waarop wjj de aandacht wenschen te vestigen, omdat eruitblpkt, dat de Rsgeering haar taak lang niet zoo eenzjjdig heeft opgevat als wel de raiicale kiesrechthervormers hadden gewild. De Regeering wjjst er op, dat het op misverstand berust, indien men beweert, dat tosschen de Openingsrede van 16 Mei en de Troonrede van 18 September gebrek aan overeenstemming zou zjju. De omstan digheden, die tot de optreding van het Kabinet hebben geleid en de beboetten op wetgevend gebied, wezen op de onver- mjjdeljjke noodzakeljjkbeid van regeliDg van kiesrecht, personeele belasting en Gemeente-financiën. Daarvan gewaagde de Openingsrede, maar zjj zeide niet dat de wetgevende arbeid der Regeering zich tot deze drie onderwerpen moest bepaleo. Dat ware ook ondenkbaar. Welke Regee ring zou daartoe besluiten, welke Verte genwoordiging dit gedoogen Dat de Troonrede van andere onderwerpen ge waagde, was dus niet in tegenspraak, maar integendeel geheel in overeenstem ming met het uitzicht, in de Openings rede ontwikkeld. De genoemde andere onderwerpen zullen ook de afdoening der drie niet vertragenwel zon dat bet geval kannen zpn met andere in het Verslag genoemde onderwerpen. De Regeering ont kent voorts, dat men zich ter wille van de politieke moraliteit uitsluitend zou moeten bepalen tot het kiesrecht. Haar is van eene openbare of stilzwijgende ver bintenis tegenover de kiezers te dien aan zien niets bekend,eene verbintenis trouwens, die in strjjd ware met het wezen vaudau coustitutionneelen regeeringsvorm. Eu dat andere onderwerpen aan eene nieuwe Ver tegenwoordiging behoorden te worden overgelaten is eene stelling, die door bet vorig Kabinet zelf werd verworpen, daar dit naast het kiesrecht vele andere her vormingen aankondigde en tot stand braebt, o. a. van de belastingen. Deze repliek van de Regeering noemen wjj zeer ad rem. Waar de radicalen iederen dag schreeuwen, dat deze Verte genwoordiging onbezorgd is om zich met andere onderwerpen dan het Kiesrecht bezig te houden, daar is een beroep op hetgeen het vorig Ministerie deed en mis deed, zeker niet ongepast, terwjjl de vorige Kamer heel gewillig de toenmalige R - het vervolg niet meer Barones maar Agnes noemt. Eer de oude man aan zijn gevoelen kon lucht geven, had Agnes haar hoedje opgezet en ging voor het kleine portret staan. Wat is dit eene slechte photographie, zei ze. 't Is beter, dat ik ze meeneem en u eene be tere stuur. Valentijn keek den Directeur aan, die hem een wenk gaf haar verzoek niet in te willigen. Ik bid u, laat mij dit portret houden, smeekte de arme grijsaard ik heb er zoo dik wijls troost in gevonden, dat ik ze niet gaarne missen wil. Doch wanneer u mij een portret wilt geven, zoo schoon als ge nu zijt, Barones, Agnes dreigde schertsend met den vinger als ge nu zijt, Agnes, verbeterde de oude.zult gij mij eene groote vreug de verschaffen. Gij zult een mijner nieuwste portretten krijgen oom Valentijn, hernam de Barones vrien delijk. Agnes was verheugd, dat ze recht en edel gehandeld had. Na Valentijn vriendelijk gegroet en voor den Directeur gebogen te hebben, ging Agnes naar buiten, waar de knecht met het paard wachtte. Siegfried hielp de dame bij het opstijgen. Eene seconde rustte haar voet in zijne hand en hier mee verdween ock de vroolijkheid van haar gelaat. De bediende moest nog eens terug om de rij - zweep tc balen. Siegfried reikte haar de teugels, waarbij zijne hand de hare raakte en na hem voor I zijn hulp bedankt te hebben vroeg ze Is u te - 1 vreden over mij, heer Directeur, geeriug ter zjjde stond om allerlei her vormingen in het leven te roepen, die later volstrekt niet alle met verbeterin gen konden worden geljjk gesteld. En wanneer de tegenwoordige Regee ring zich aan haar toezegging houdt, dat voor zooveel van haar afhangt, de Tweede Kamer nog in dit zittingsjaar in de gelegenheid zal wezen haar Kies wet-voorstellen te onderzoeken, dan kan van baar gezegd worden, dat zjj in werk zaamheid haar voorgangster nog verre overtreft, die heel wat langer met de indiening van haar kiesrecht-ontwerpen heeft gewacht. Alles te zamen genomen, gelooven wjj, dat bij de behandeling der Staatsbegroo ting het houden van langdurige algemee- ne beschouwingen volstrekt niet gemoti veerd wordt door den po'itiekeu toestand van het oogenblik noch door de verkla ringen, welke de Regeering heeft afgelegd. Zjj zullen enkel kannen dienen om de regeertaak van dit Ministerie te bemoei lijken en daardoor de werkelpke belangen van het vaderland te schaden. In zijn tweeden schreef de Zeereerw. en geleerde Priester P. M. Bots, aan den Redacteur van de NIE O WE SCHIEDAMSCBE COURANT van gisteren, het volgende Amicissime, In het vervolg op mijn schrijven van eer gisteren, moet ik thans de medewerkers van den Katholieken Gids gedenken. Natuurlijk verwacht gij, Amice, hier slechts een vluchtig overzicht over die breede schare, ongeveer ahof wij vroeger uit de Rotterdamsche rectors woning in de Eendrachtstraat, onze blikken lieten gaan over de wandelende menigte langs Ecndrachtsweg en Singel. In de eerste jaren dan van zijn bestaan heb ben de corypheëen onzer katholieke literatuur hunne bijdragen aan den Gids geschonken. Onder hen waren bijvoorbeeld rector Klönne, pastoor Scheiberling, ridder Thompson, doctor Schaepman enz., ja zelfs sommigen, die nu het tijdelijke reeds met het eeuwige hebben ver wisseld, zooals de zeereerwaarde heeren Yan der Horst, Brouwers en anderen. De weledele heeren Th. A. Koelman en Eug. Gompertz vormden in die dagen de redactie, en zij be schouwden die redactie geenszins als eene sine cuur de heer Koelman vooral, aan wiens inyloed de oprichting van den geheelen Gids voor geen klein gedeelte is toe te schrijven, hij heeft den heer Klippers, na de oprichting van den Gids nog jarenlang aan menig blaadje copic geholpen. Alle de bovengenoemde heeren waren zoodoende den jeugdigen Gids tot mede- pionniers en baanbrekers, en er was vreugde en opgewektheid bij dat nieuwe werk. Gij zelf, dierbare Verhoeve, kwaamt mij indertijd verhalen, hoe de oprichters en uitgever van den Gids eerst ter plechtige audiëntie bij Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid, onzen bisschop van Haarlem waren geweest, en hoe bemoedi gend de zegening van den bisschop op uitgever en redactie, ja, op alle medewerkers bleef rus ten. Indien dus verschillende omstandigheden thans de eerste Gidsbroeders reeds tot andere functiën hebben gevoerd dan tot die van Gids- schrijvers, nooit zal toch, naar mijn gevoelen, uit het hart dier verdienstvolle lieden het vol gend getuigenis verdwijnen Ons werk van '89 Zeer tevreden meer dan ik u zeggen kan Barones, hernam Siegfried zoo veelbetee- kenend, dat Agnes hare hand terugtrok, die hij nog vasthield. Vlug nam ze de rijzweep en in een oogwenk vloog ze daarheen. Directeur Siegfried oogde de schoone amazone na, tot ze in het den nenbosch verdween. XI. Oom Valentijn heeft ons aanbod voorloopig afgeslagen en wil het eerst aannemen, als direc teur Siegfried weg is. Oom meent aan hem ver plichtingen te hebben. Dit was het bericht dat Agnes over haar be zoek in den zaagmolen aan haar vader en tante Lona gaf. De Baron was ontevreden, dat zijn edelmoe dig voorstel ook maar voorloopig geweigerd was. Toen Agnes een paar dagen later tegenover den Directeur aan tafel zat, waagde ze nauwe lijks te spreken om niets te verraden wat er in haar omging. Met schaamte en berouw dacht ze aan de opdracht, die ze Louis gegeven had. Zoo vaak de deur openging, keek ze bevreesd om, in de verwachting, dat de bediende zou terug zijn. Agnes kwam haar zelve verachtelijk voor had de Directeur dit van haar verdiend Siegfried daarentegen scheen de oogenblikke- lijke verandering van Agnes niet op te merkm. Hij praatte zeer opgewekt, zoodat de heer Von Strehlen veel genoegen aan zijn onderhoud had. Na het diner gingen de heeren in de rookka mer. Van hier kwam men in de bibliotheek en deze grensde aan de kleine zaal der barones Von Rotheim. in Haarlem is een goed werk geweest, een werk, hetwelk den volgenden wensch verdiende van dichter Schaepman De Vaan omhoog, het kinia in top Steeds vrij van vreeie, en vrij van blaam, Steeds waardig (zijn) gekozen naam. Steeds leidend nieuwe scharen voort Langs veil'gen weg naar hooger oord. Vires acquirit eundo, al voortgaande ver werft hij zijne krachten, zoo luidde het oor spronkelijk devies van den Gids. Welnu ook ten opzichte zijner latere medewerkers is dit devies aan den Gids volbracht. Indien wij ons slechts bij de vluchtige vermelding der feitelijk opgetredene mede-arbeiders van den schier ge- ëindigden jaargang '94 bepalen, dan erkennen wij aanstonds een ferm gezelschapLaat ik ze u, Amice, maar eventjes in herinnering brengen, dan behoeft gij de oude afleverin gen van den Gids niet te gaan opzoeken. Eerst herinner ik u de dames Mathilde en Elisezij deden reeds jaren lang het moeie - lijkst werk voor den Gids, namelijk verhalen. Elise heeft dit jaar slechts een klein schetsje over de Kathedraal geschreven, maar Mathilde heeft wederom een keurig verhaal gegeven uit de Revolutie der vorige eeuw. Julius is een pas aangetreden soldaat der nieuwe garde. Ik herinner mij, hoe gij Amice, hem eenmaal juist hebt beoordeeld met zijn verhaal de Erfenis eener moeder in de hand. Vlug zoo zeidet gij en veel belovend, maar hij moet zijn stof op Hollandschen bodem zoeken. En zoo is het. Julius kan en moet oorspronkelijk en Hollander zijn. Verder behoef ik u nauwelijks te spreken over broeder Florentius, professor Rugten en Norbert van Reuth. Veel gaven deze drie geleerden ons in dit jaar weer te genieten, de twee eersten zelfs in proza en poezy. Maar wat al het werk dezer lieden zoo aangenaam maakt, is de fraaie bewerking. Wat leest het genoeglijk, reeds alleen om den stijl, zoo getuigt iedereen over hunne bijdragen. Voor het onbekende gaan wij naarRobertus Pullus. Laat Pullus schrijven over Rothschild, over Eeval, over Napoleon of over de II. Schrift, Pullus deelt altoos iets mede, wat een ander nog niet weet. Maar, waarom toch zoo'n ge leerde dien raren pseudoniem aanneemt Wat heeft Pulles, of het jong van pluimgedierte, hier te beteekencn Verschillende historisch-politische studieën, zooals Tilly door W. V., Enge'and in Zuid- Af rika door L. O. van de Sociëteit, de Bra- ziliaansche Omwenteling, van A. Nuyens, en eindelijk John Fisher, door G. Verax, zij sluiten zich, evenals Byzantiums val en Wier- d els Lentebeschouwing der Europeesche politiek, zeer wel bij den arbeid van Pullus aan. Toch wordt er aan de bijdragen van Verax en Wier- dels al te groote eer bewezen als men haar Studieën noemt. En toch juist studieën zijn in een Gids, een tijdschrift, hetwelk de opinieën leiden moet, zoo gewenscht Ik hoor u, Amice, hier zeggen Och, variïs modis bene fit, de een werkt zus en de ander zoo. Nu, ik antwoord, d la bonheur, volg uwe opinie. Maar ik voor mij boude het hier toch met een ietwat zwaar deren kost, waartoe bijv. de boekcritieken en de Sibyllen-studie van E. B. v. I., alsmede Van den Born's Opvoeding tot kuischheid behooren. Eerstgenoemde schrijver heeft kennelijk in zijn leven vrijwat classiek voedsel verorberd en nu komt die ferme klokspijs den Gids zeer te stade. De laatstgenoemde, de heer Van den Born, zoude mijns inziens, een kleine waar schuwing moeten hebben. Zijn artikel is hoogst verdienstelijk van strekking, het geeft een arse naal van wapenen tegen het bederf der jeugd, maar het moest niet zoo'n overladen voorko men hebben. Vergelijk er Stanserhom eens bij van prof. Ruyten, vooral die bladzijden welke de lastige béschrijving van een //bergfahrt// behelzen. Agnes was na tafel in hare kleedkamer gegaan, om eens gerust te kunnen nadenken.De toekomst scheen haar zco donker. Ze kon zich niet voorstellen, wat er gebeuren zou, wanneer de Directeur eens voor de vrouw zou staan, die hij eenmaal bemind had,voor Mag- delena Buchner. Wellicht kwam ze niet. Agnes sloot de oogen, ze had hoofdpijn van het nadenken. Ach, had ik niet naar Louis geluisterd, hadde ik hem niet bevolen of kwam Magde- lena maar niet Vergeefs, daarjuist had zieh Louis aangemeld en baar gezegd dat Magdalena Buchner met hem gekomen was en eerbiedig liet vragen, wanneer ze de Barones mocht spreken. Agnes verwaardigde den bediende, wiens ge wetenloosheid ze door den diefstal eerst had leeren kennen, geen blik. Milka mag de dame vragen of ze nu wil komen, dat Milka haar dan in mijne kamer brengt, beval ze en gaf een teeken dat Louis kon gaan. Het kostte Louis veel moeite, Magdalena over te halen met hem te gaan en na verschillende leugens opgedischt te hebben had liij haar ein delijk bewogen om op den derden Kerstdag met haar dochtertje naar Rotheim te gaan. Louis had haar verteld, dat Agnes den Ba ron Sahlberg hartstochtelijk beminde, ofschoon ze wist, welk een bedorven karakter deze man had, Hij had de Barones overgehaald, Magdalena te willen aauhooren, opdat ze door dit verhaal de kracht mocht erlangen, die noodlottige lief-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1