NIEUWE
No 2219
Vrijdag 7 December 1894,
I9cte JairgiMg.
Een wenk.
11 U IT II 1 LAM 0.
Van 1—6 regels 50 Cent»
Elke regel meerT^k
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant.
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensd ag-
en Yr jda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Agnes.
Frankrijk.
f
De bladen Petite Repuhliquej, Intransigeant
en Libre Parole worden beschuldigd van
door dik eu dun fce zgn meegegaan met
generaal Merrier.
Oostenrij k-Hongarij e.
Duitsohland.
Gisteren is de Duitsche Rgksdag door
keizer W i I h e I m geopend in het oade
gebouw, waarna op feesteljjke wgze het
nieuwe is ingewgd. De Keizer, vergezel!
ABONNEMENTSPRIJS
Pel 8 maanden voor Haarlem. 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUBBAH: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
ni mm.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Koud is het baiten oaze woningen. De
winterjassen, mantels, pelsen en met bout
gevoerde kleedingstukken komen voor den
dag, want de barre winter staat voor de
deur.
De tjjd van reizen en trekken voor plei-
zier is voorbjj. Da rijken dezer wereld
denken aan bals, concerten, schonwburg of
partgen; de borger aan zijne gezellige
avondjes, aan zgu kaartclub eu meer. Maar
onze armen, waaraan denken zij? Zjj denken
aan hun kommervol bestaao, aan de felle
koade en de sneeuwstormen die hun in
havenlooze kleedij geholde en slecht gevoede
lichamen zullen doen sidderen van koude.
Zeker de meer met aardache goederen
gezegende mag zich beschutten tegen wind,
regen en koude door warme kleeding, en
waarom zou hg niet genieten van de aard-
sche goederen die zyn deel ziju, als hjj zjjn
armen broeder niet vergeet. De rjjken moe
ten van hun overvloed een nuttig gebruik
maken, opdat ook uiet-rjjken iets aan do
meergegoeden kunnen verdienen, maar ook
de tijd van weldoen voor de door God be
voorrechten, voor de met stoffeljjke goederen
bedeelden, is meer dau op andera tjjdeu
aangebroken.
Een Fransch tijdschrift gaf dezer dageu
in een artikel een treffend behartigens
waardig middel aan de hand, omtrent de
wjjze waarop wjj onze arme broeders en
zusters bg het naderen van den winter,
zonder dat wjj het merken, goed kunnen
doen.
Naar aanleiding van dat artikel, eene
beschouwing van Christelyke Naastenliefde,
wenschen wij er op te wgzen hoe nuttig,
gemakhelgk en goed het is, de behoeftigen
bg te staan.
Immers wauneer meu de warme winter-
kleeren te voorschijn haalt, worden er ver
scheiden stukken ter zgde gelegd, omdat
ze versleten, verouderd, ia een woord: ons
niet goed genoeg meer zgn.
Bg dit jaarlgksch sorteeren en afdanken
moesten de armen altgd voordeel hebben
let wel: moesten!
Kleedingstukken zjjo in de huizen der
rgken onbruikbaar geworden, omdat de
eerste frischheid, de vroegere sierlijkheid,
de voormalige glans verloren zgn gegaan,
omdat de mode ze verzaakt.
Kleedingstukken /.(ju in de woningen der
bnrgers, die hnu tgd hebben gehad, alle
diensten hebben bewezen en die zeer duide
lijke sporen dragen van veelvuldig gebruik
en slgtage, die «afgedragen» zgn.
FEUILLETON.
36.)
Vervolg.)
Von Strehlen wist, hoe gaarne zijn vriend Rotheim
den Directeur bij zich zou gehouden hebben.Doch
hij wist ook, hoe zeer Siegfried de onafhankelijk
heid en zelfstandigheid beminde indien hij
eens in staat ware hem Strehlenhorst af te koo-
penDe Directeur moest vermogen bezitten. Bui
ten eene aanzienlijke jaarwedde had hij nog een
aandeel in de winst. Siegfried moest geld hebben,
want hij was ook spaarzaam. Indien Siegfried het
voorstel van den Vorst niet aannam, kon hij het
wel eens voorstellen. Strehlenhorst zou zeker in
goede handen wezen.
Zoo dacht de heer Von Strehlen.
De vorst Altmark had Siegfried reeds meer
malen het beheer over zijne goederen aangeboden.
Plotseling reikte hij den Yorst zijne rechterhand
en zei
Ik neem uw aanbod aan en zal zoodra mijne
gezondheid het toelaat, de betrekking aanvaar
den, de jongste zoon van Sonndorf kan mijne
plaats innemen.De heer FransjSonndorf was reeds
met uw aanbod bekend, en ik heb mijn ontslag ge
vraagd en gekregen, zocdat ik heden een vrij
man ben.
Hartelijk drukte de Vorst de hand van den
Directeur.
Ik dank u, beste Siegfried, dat gij mijnen
wensch vervult. Van de betrekking te aanvaar-
In het laatste zoowel als ia het earste
geval kunnen die afgedankte kleederen nog
een lange eu nuttige loopbaan hebben
maar op voorwaarde, dat ze wordeu opge
flikt, opgeknapt, versteld. Zjj moeten ge
ëigend worden, naar de behoeften van hen,
wier lichaam zg zullen beschutten tegen
de strenge koude. Zij moeten geplaatst
wordeu in het kader van den stand, waar
toe zg, wèldoende, zullen afdalen. Da be
hoeftige mag niet potsierlijk worden opge
tuigd en opgedirkt, zoodat hg de prooi
wordt van den lachlust en den spot
Geen hoeden bgv. aan arme vrouwen en
meisjes geven met verlepte bloemen, out-
krulde of gehavende vaeren, geen rokken
met volante, plooisels of garneersels. Niets
toch is weerzinwekkender dau het ellendige
schouwspel van een ongelukkige, die ge
scheurde, gerafelde, verfrommelde strooken
door de modder sleept!
Zorgvuldig moet alles worden nagezien,
opdat orde en zindelijkheid bij de armen
mogen worden aaugeüweekt, die machtige
hefboomen om wat hooger te rjjzen op de
ladder van den maatsohappelgken stand.
Da kuoopen bgv. moeten in orde wordeu
gemaakt; baken eu oogen nog eens ter
doge vastgehecht, de zoom of kraag op
nieuw geboord. Zoodoende geeft men eea
passend en fatsoenlijk aanzien aan de
afgedankte zaken eu verlengt men haren
duur.
Hebben de schoenen maar weinig gele
den, laat ze opknappen door een arm schoen
lappertje, wiens kinderen misschien hunke
ren naar brood. Erg versleten, geeft men
het schoeisel weg zooals het is: gedurende
enkele dagen kan het de voeten van een
ongelukkige nog beschutten tegen sneeuw
en halfbevroren sljjk, ook do weinige
aren van verpoozing van lgden zgn kost
baar.
Niets versmaden, niets weggooienalles
kan dienst doen, al is het maar voor
korten tgd.
Kousen, op het punt om bg de vodden
te worden geworpen. Niet doen 1 Er is
nog veel partjj vau te trekken. Overleg
gende vrouwen weten uit twee paar oude
kousen soms één paar goede te makeD.
Vier afgedankte kousen geven nog een
onderj irkje voor een arm kind van 1 jaar
een warm kleedingstuk voor bet kleine
schepseltje, dat aan alles gebrek heeft.
Hemden, hoe afgesleten ook, kunnen
nog groote diensten bjj de armen bewjj-
zenzjj kannen van onschatbare waarde
zgn bij ziekten en de zindelijkheid bevor
deren, die waardigheid *au hel mensche-
den is nog geen sprake, ik neem u mee, opdat
gij te Altmark eenigen tijd zoudt kunnen uit
rusten. De dames en heeren mogen mij wel fili-
citeeren.
Eenstemmig wenschte men den Vorst geluk, be
halve Agnes deze sprak geen woord.
Wat zou de trotsche jonge dame zich ook
met zulke zaken inlaten, we vervelen haar mis
schien, dacht de Vorst, toen hij Agnes zoo on
verschillig in den leuningstoel zag zitten. En
om den dag van heden waardig te vieren, zullen
we een uitstapje maken in het bosch, riep hij
vroolijk, we zijn van plan u, heer Directeur te
ontvoeren.
Te ontvoeren herhaalde Siegfried lachende,
en waarheen zal de reis gaan.
Dat pleegt men diegenen niet te zeggen,
die ontvoerd worden, schertste de Vorst. Houd
u gereed na het diner, waarde heer Von Strehlen,
moet ook mee.
Ik beloof u zorg te dragen, dat we vroeg
eten, zei mevrouw Von Balten opstaande, terwijl
ze vergezeld van Agnes het paviljoen verliet. De
Vrijvrouw ging in het slot, Agnes bleef in den
tuin achter.
Droevig wandelde ze tusschen het ontluikende
groen, de minuten schenen haar dagen toe.
Hij had //ja« gezegd, hij vertrok wellicht
zag ze hem nooit terug. Goddank, dat ze nu
alleen kon zijn, alleen in de milde lentelucht.
Hier zag niemand, hoe vast ze de handen op het
kloppend hart drukte.
Wilt u alleen zijn, Barones vroeg plot
seling eene volle mannenstem dicht m hare na
bijheid.
Agnes keek verschrikt om Zijt gij hier, heer
Directeur, ik dacht, dat niemand dit eenzaam
plekje zou gevonden hebben.
Ik heb u gezocht, Barones, daarom moest
ik deze mooie plek wel vinden, doch u heeft
mijne vraag niet beantwoord of u alleen woudt
zijn. Ik neem uw stilzwijgen voor een bevestigend
antwoord aan, maar ik moet u toch eenige oogen-
blikken gehoor verzoeken.
Agnes scheen alleen de eerste woorden ik
heb u gezocht gehoord te hebben.
Wat wilde hij nu van haar, daar hij toch weg
ging
Wilt u niet gaan zitten, heer Directeur
vroeg ze aarzelend, u is ziek geweest.
Ik dank u, Barones ik ben, God zij dank,
genezen. U veroorlooft mij dus hier te blijven
Agnes knikte toestemmend, spreken kon ze niet
en indien ze kon, had ze toch slechts aan hare
bitterheid kunnen lucht geven. Hij weigerde aan
hare zijde plaats te nemen, dus was hij onver
zoenlijk.
Eenige seconden stond de ernstige man tegen
een sering geleund. Tegenover hem zat de Ba
rones.
Houdt u mij niet voor den ondankbaarsten
mensch van de wereld, Barones, dat ik u nog niet
mijnen dank betuigde? begon hij.
Uw dank vroeg Agnes.
Ja mijn dank. Gij, de barones Von Rotheim
hebt mij het leven gered, zonder u stond ik niet
hier en kon niet meer genieten van al hetgeen
het leven ons aanbiedt, zonder u kon ik niet meer
nuttig zijn. Dit alles ben ik aan u verschul
digd, Barones en vele weken heb ik laten voor-
Ijjk lichaam. Zoo is het ook met oude
lakens, servetten, kortom met alles wat
tot de linnenkast behoort. Het linnen in
zgne nadagau geeft nog zeer zachte hemd
jes voor de pasgeboren kindertjes, wier
huid teer is eu fjjn als het tozeblad. Zelfs
met den afval vau oud linnen, tot wind
sels en pluksel gemaakt, kan men iugeval
van ziekte de armen dienen, aaa wie deze
onmisbare zaken immer ontbreken.
Dit zij herhaald: de weg te geven klee-
dingstakken kebbea alleen groote waarde,
ja hebbea sleehts waarde, indien zg in
staat zgn om dadelijk te worden gebruikt.
De meeste armen toch bezitten noch mid
delen, noch handigheid om zelf te veran
deren en ta verstellen. De havelooze wordt
meer haveloozer met kleederen in haveloozen
staat. En ocb, een arm, handig naaistertje
wil ook gaarne eenige dubbeltjes verdienen 1
Eene zeer kiesche en nuttige wjjze van
liefdadigheid is het schoonmaken derklae-
ren, die men weggeeft aan hen, wier on
zindelijkheid hen nog op een lager peil
van ellenda brengt. In alle omstandigheden
is zuinigheid eervol, hier is zij een deugd,
wijl zij de middelen om wel te doen ver
tienvoudigt.
Laten de kasten en laden zich das niet
vallen met afgedankte zaken. Oude kleeren
lokken muizen en motten, en brengen ook
de betere in groot gevaar. Het huis dus
uit met den «rommel», het pad naar de
verblijven der armoede op, geleid door
praetische vindingrijkheid en de ware Chris
telijke naastenliefde.
Want de barre winter staat voor de
deur 1
Na het Panama-schandaal en nog meer
andere schandalen is nu ook een Journa
listen-schandaal in Frankrjjk aan de orde.
Men beschuldigt enkele journalisten, dat
zij zich door groote sommen hebben laten
omkoopen om zekere partgen te dienen.
Volgens VIntransigeant, heeft C a v i n e t,
van den Paris eea aanklacht ingediend
tegen L e f v r e-P o r t a 1 i s, die op zgn
beurt wordt vervolgd. Eu daar het onmo
gelijk is geweest P o r t a 1 i s die voort
vluchtig is in hechtenis te nemen, heeft
de heer D o p f f e r, rechter van instructie,
G i r a*r d doen vatten, den directeur-uit
gever van Le XlXe Siècledie vervolgd
wordt voor poging tot afpersing begaan
tegen de Transatlantische Maatschappij.
Dat er zeer leelgke dingen zjjn gebeurd,
bewjjst wel het oproepen als getuigen voor
den Rechter van instructie D o p f f e r, van
de Directeuren van 22 Pargsche bladen.
Volgens den Gil Bias, die het zegt te
hebben van een die de Ijjst onder de oogen
hesft gehad, komen als leden van een
verdacht syndicaat voor: FigaroMatin,
hemps, Echo de Paris, Gaulois, PaixRadical
Journal, Gil Bias, Paris, Cocardt. Nog
andere bladen volgden, maar de namen
ervan wist de genoemde persoon zich niet
meer te herinneren. De Figaro zou voor
25,000 frs. genoteerd staan.
De Fransche pers die niet in de zaak
betrokken is, bemoeit zich niet met deze
vuile historie.
Reeds brachten ons telegrafische berich
ten het nieuws, dat door het Hongaariche
Huis van Afgevaardigden zooal» wjj in
ons vorig nummer hebben medegedeeld
200.000 florjjnen waren toegestaan voor
dan bouw vau eeu vierden schouwburg te
Buda-Pest.
Het wets-ontwerp tot het toestaan van
dit bsdrag is later gebleken wel de klippen
van de eerste en tweede lezing in het Hnis
van Afgevaardigden te zgn gepasseerd, maar
bg de derde lezing is het gestrand, en met
eene meerderheid van twee stemmen ver
worpen. De pretmakers te Buda-Pest, die
nog niet genoeg aan drie schouwburgen
hadden, hebben te vroeg victorie gekraaid
en den volke verkondigd, dat het wets
ontwerp was aangenomen. Wie zou hebben
kunnen deuken, zeggen ze, dat de Katholie
ken ons konden overrompelen, want het
gebeurt nooit, dat een ontwerp in eerste
en tweede lezing aangenomen bjj derde
lezing wordt verworpen.
-Als de Hongaarsche Katholieken, veree-
nigd met hunne vrienden, die den godsdienst
nog hoog honden, zorgen, dat het ministerie
W e c k e r 1 in tjjds het onderst boven
tuimelt, dan bestaat er nog kan», dat de
afschuweljjke reads door keizer Frans
Jozef gesanctioneerde kerkeljjke wetten,
van de baan worden geschoven.
bijgaan, eer u ik daarvoor dankt zeide.
Gij zeil heer Directeur, hebt eens gezegd,
dat het vervullen van een plicht ons geen recht
geeft daarvoor dank te vorderen ik deed ook
slechts mijn plicht.
Zeker, toen gij in mijne kamer waart, of
schoon niet iedere vrouw zulk een moed en zelf-
beheersching bezit. Maar ik dank u, dat gjj mij
in mijne ziekte bezocht hebt en door uwe tegen
woordigheid een vreeselijk ongeluk voorkomen
hebt.
Ook mijne tegenwoordigheid was slechts
plicht.
Hoe toonloos trilde hare stem.
Neen, Barones, dat was niet uw plicht,
maar wanneer gij dat alles zoodanig opvat, dank
ik u ook daarvoor. Zeker, voor reine plichtsver
vulling mag men geen dank vorderen. Hjj echter,
die de weldaad geniet, is dubbel verplicht, dank
baar te zijn. Vergeef mij Barones, dat ik u niet
eerder dankte, ik kon het niet. Ik was niet zeker
van mij zelf. Licht ware mij een woord ontglipt,
dat ik niet mocht uitspreken, een woord, dat u
wellicht gekwetst had en dat wilde ik niet!
Agnes boog het hoofd nog dieper.
Ik heb altijd gemeend, dat u een meester
waart in de kunst van zelfbeheersching. En een
woord, dat mij zou gekwetst hebben Wat nog
meer? Het ware slechts eene vergelding geweest.
Agnes 1 riepSiegfried verwijtend, doch ze zag
niet op. Wel kan ik mij beheerschen, maar vol
maakt ben ik toch niet. U te kwetsen zou mij altijd
leed doen, en vergelden Acht u mij in staat eene
beleediging met eene beleediging te vergelden
Neen 1 {Wordt vervolgd}.