No. 2220. Zondag 9 December 1894. 19de Jaargang De graanrechten in de Kamer. B U IT E L A O. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. 37.) Agues. België. Duitschland. Frankrijk. MIEIIWE 1AAUH8MI (IIIKtVT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,10 Yoor het buitenland 1»80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1—6 regels. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 50 Cents. 7 Ho -.yfflffAlN xiëkdrTt-' AGITE MA NON AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DA UBEfy Co JOHN F. JONES,Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. Zijdie zicli met ingang van 1 Januari e. k. op dit blad alonneeren, ont vangen de nummers, welke alsnog gedurende dé z e ma and verse h ij n en GRATIS. Ook hebben de nieuwe abonnées recht op de premieJULIUS, De Erfenis eener Moedereené keurig geschreven boeiende novelle tegen den geringen prijs van 30 Cents. Veel werd er in de jongste dagen in 's Lands Raad<aal weder gesproken over den staatkundigen en economiachen toe stand van ons vaderland, over partijver houdingen, over homogeniteit van de Minis ters, over de urgentie van verschillends onderwerpen en over tal van andere zaken, doch tot ons leedwezen kunnen wjj nit al die redevoeringen weinig goede vooruitzichten voor ons land putten. Een der dsgelgkste adviezen achten wjj wel na die van den heer De Savor- nin Lobman, de rede van den Minister van Buitenlandsche Zaken, hoewel die toch ook op enkele punten veel teleurstelling in het land zal hebben gewekt. Om dadelijk tot de zaak te komen, wjjzen wjj er op, dat de minister Roël 1 zich een tegenstander heeft verklaard van de heffiog van een invoerrecht op buiten landsche granen, hetgeen toch, geljjk wij op het voetspoor van onderscheiden des kundigen hebben betoogd, een der nood zakelijkste maatregelen zou wezen, welke door deze Regeering kon worden ge nomen, De landbouwende stand zou door zulk een maatregel er weder boven op kunnen komen. De verbouw van granen zou niet meer met schade behoeven te worden gedreven en de bintienlaudache land bou wers zouden met succèi tegen den bu ten- landschen producent kunnen concurreeren. Neen, zegt het liberaal systeem, de heffing van zulk een invoerrecht zou ge ljjk staan met protectie, en protectie mag niet geduld worden, omdat zjj strjjdt niet de moderne economie. Daarom kan er niet aan gedacht worden, om in dit opricht den landbouwer tegemoet te komen. Door den Minister werd de aandrang tot heffing van een invoerrecht ook be streden met het argument, dat het brood voor den arbeider in prjjs zou vermeer deren. Die vermeerdering zou zelfs, indien het buitenlandsche graan met 12.50 per Hectoliter werd verhoogd, voor een arbei dersgezin f25 per jaar kunnen bedragen. Gesteld, dat dit het geval zou wezen, dan weegt zulk eeoe verhooging van uit gaaf nog niet op tegen den voorspoed, die in tal van kringen weder zon ont staan door den nieuwen bloei van een der takken van ons volksbestaan. Steeds hebben wjj er op gewezen, dat het onein dig beter mag heeten, dat het brood iets duurder wordt betaald, wanneer het gevolg daarvan is, dat duizenden in den lande arbeid hebben en dns brood kunnen koo- pen. Wat baat het toch den werkman, indien het brood iets goedkooper is, maar bjj geen geld bezit om het zich aan te schaffen FE UIL LET ON. Vervolg.) Dat wist ik wel. Laat mij u dan. heden ver zekeren, Barones, dat ik nooit vergeten zal, dat op het slot Rotheim zij woont, die mij het leven redde. Ik geef u mijn woord, dat, waar ik ook zijn moge, een wenk van u voldoende is om mij hierheen te roepen, indien u ooit de hulp of den bijstand van eenen man noodig heeft. O heer Directeur, zwijg toch 1 riep Agnes hartstochtelijk,we 3taan immers gelijkwant ook gij hebt mij het leven gered en tot loon daarvoor heb ik u gehaat, vervolgd en gekrenkt. Vergeef mij, dat ik u zoo oneindig miskend heb. Het jonge meisje stond nu zoo dicht voor Siegfried, dat hij meende haren adeai te voelen Zachtjes vatte hij hare handen. Wees bedaard Barones, smeekte hij en leidde haar naar de bank terug, ik heb u niets te vergeven. Ik ontken niet, dat uw wantrou wen mij zeer gekwetst beeft, doch gij zegt zelve, dat het te doen was om mij te leeren kennen. u mij zeker beter en daarom zullen n maar laten rusten en als vrien- nes Agnes. U hebt geboord, an den Vorst aangenomen ertrekken we. Wie weet of n b rengt en daar- Tegen het gevoelen van de liberale staathuishoudkundigen iu, blijven wij daarom vasthouden aan onze meening, dat net eeuige middel tot opheffing uit den staat van verval, waarin zich thans de landbouw ten onzent bevindt moet ge zocht worden in de heffing van een matig invoerrecht op vreemde graansoorten. Alle andere middelen, als subsideering van landbouwscholen en cursussen enz., mogen op zich zelf niet verwerpeljjk wezen, maar ze zjja ontoereikend om aan ons land te geven, wat het behoeft. Wegens deze meaning moge men ons van achterlijkheid beschuldigen, men moge ons op stemmen in het buitenland wgzeu gelijk ook door den Minister werd gedaan die roepen om opheffing van alle beschermende rechten, wg gaan te rade met de ervaring in andere landen en met het gezond verstand, welke beiden ons zeggen, dat waar de binnenlandsche landbouwer heeft te kampen tegen eene ongelijke concurrentie, hg altgd in de minderheid moet big ven en ten slotte ge heel in den strijd zal ondergaan. Waar de eischen der practjjk zoo luide spreken, daar behoort aan alle theorie het zwggen te worden opgelegd, en eene Regee ring, die dit niet in het oog houdt, kan onmogelijk aanspraak maken op den dank van geheel de Natie, zelfs al mag zjj voor het overige zich zooveel zjj kan buiten het radicale vaarwater honden. Dat naar dit laatste door de tegen woordige Regeering wel wordt gestreefd, blijkt nit de redevoeringen, die de ver schillende Ministers in de vergadering van jongstleden Donderdag hebben gehonden. De Ministers van Buiteulandsche Zaken, van Binnenlandsche Zaken, van Justitie, van Financiën en van Oorlog zjjn aan het woord geweest en hebban allen, voor zoover dit door liberale Bewindslieden kon worden gedaan, een gematigd standpunt ingenomen. Vooral net standpunt waarop de Regse- ring zich heeft geplaatst met betrekking tot de kiesrechtregeling, verdient toejui ching, hoewel dit natuurlgk niet insluit, dat reeds nu onvoorwaardelijke instem ming kan wordeD geschonken aan het voorstel zelf, hetwelk door de Regeering wordt voorbereid. Tal van sprekers in de Kamer hadden de tegenwoordige Regee- ring voorgesteld als een Kabinet ad hoe voor de Kiesrechtregeling, zoodat door dit Kabinet geen enkele andere zaak van ge wicht zou kunnen worden ter hand geno men, zoolang de quaestie van het kiesrecht niet was opgelost. Hiertegenover zeide de minister Roël 1, dat het zoo inconstitutioneel mogelgk zon wezen, wanneer de Regeering zich met die leer vereeuigde. Indien dit zoo was, dan zonden het toch de kiezers zjjn, die moeten aaotoonen, welke de nooden zgo, waarin de Rageeriug moet voorzien. Dit zou eene miskenning wezen ook vau de macht, welke het Hoofd van den Staat bezit. Da Rageeriug behoort met de Ver tegenwoordiging te beslissen, wat in 's lands belang noodig is. Eu daar nu deze Regeering naast het kiesrecht ook de her ziening van de Personeele Belasting en de regeling der Gemeente-Finaociën noodza kelijk acht, was de Miuister van meening, dat er geen reden bestaat om zich te be- hebben een wenscb voor de toekomst uit te spre ken U is zeer schoon, Barones, vreugde zul, waar gij ook komt, uw deel zijn. Denk altijd, dat vreugde noglniet het geluk is, en dat we slechts leven, om het te zoeken. Ik wensch Barones, dat gij het geluk moogt vinden, dat ligt in de tevredenheid met ons zei ven. Siegfried zweeg en bleef eene poos Agnes aanstaren, Teeder en met weemoed rustte nog zijn oog op het blonde hoofd, toen hij verder sprak Ik heb gedaan, Barones, cn veroorloof mij nu ook u vaarwel te zeggen. In het bijzijn van vreemden kan ik dat niet en wellicht spreek ik u niet meer voor mijn vertrek. Geef mij de hand Barones en zog mij, dat geene bittere gedachte achterblijft in uw hart aan den vreemdeling, die vaak gedwongen was, u leed te doen. Zeg mij, dat ge nog soms vriendelijk mijner gedenken zult. Langzaam reikte Agnes hem hare hand, die hij vast met de zijne omklemde, doch geen woord kwam over hare lippen. Siegfried wachtte vergeefs op de woorden, waarom hij gesmeekt had. Toen Agnes bleef zwijgen, liet hij hare hand los. Vaarwel Agnes, herhaalde Siegfried en keerde zich om, om heen te gaan. O ga niet weg ga nietriep het meisje, dat opnieuw zijne hand vatte en hem met tranen in de oogen aanzag. Weet ge dan niet reeds lang, dat ik sterf, wanneer ge weg gaat I Agneshernam de Directeur verschrikt. Het meisje hoorde het niet. Zijn arm hield hare schouwen, enkel geroepen te agn om met de Kamer eene nieuwe Kieswet te maken. Waar door den Minister en natuurlgk de geheels Regeering dus duidelgk op den voorgrond is geplaatst, dat nog ande re zaken zullen worden behandeld in de tegenwoordige parlementaire periode, daar zon het dunkt ons aanbeveling verdienen, indien door de Regeeriug niet zoo beslist partg werd gekozen tegen de heffing van een invoerrecht op granen. Het thans bestaande Kabinet zal, te oordeelen naar het door den Minister van Buitenlandsche Zaken ontwikkelde werk programma, nog wel een paar jaren het bewind blgven voeren, en gedurende dien tgd zou het dus,indien zjj aan haar meening ten deze bleef vasthouden,onmogelijk wezen, dat een door zoovelen geweuscht invoer recht op buitenlandsch graan werd inge voerd. Ia dien tgd zou aan den binnen- landschen landbouw onherstelbare schade bunnen worden toegebracht. Daarom achten wjj het zeer verstandig van den beer Dobbelman, dat hij eene poging heeft aangewend om ten op zichte van de bedoelde protectie eene uit spraak van de Kamer nit te lokken, en hopen wij, dat de meerderheid der Kamer zich vereenigen zal met de op een nader tjjdstip te behandelen motie van den heer Dobbelman, strekkende om te verklaren, dat de Kamer van oordeel is, dat eene herzieniog en uitbreiding van ons tarief van invoerrechten, tot verbete ring van den toestand vaD landbouw, industrie en iD bet belang van de schat kist, dringend wordt vereischt. In zjjn» toelichting tot deze motie wees de heer Dobbelman er op, dat door het verlaten vau het vrghandelstelsel meu tot inkomsten kan komen, waaruit aUe uitgaven voor Oorlog en Marine kunnen worden bestreden. Behalve dus vooruitgang van verschil lende takken van volkswelvaart, zou de door zoovelen gewensente maatregel ook een gunstig gevolg hebben voor de toch al niet rooskleurige financiën van ons land, zoodat da voordeelen buitengewoon mogen heeten en de mogelgke nadeelen van het beschermend stelsel geheel zonden verduisteren. Hopen wjj daarom, dat de Regeering niet eenzgiig de moderne economische begrippen blijft volgen, maar iu het be- laDg van vaderland en volk moge beslui ten een maatregel voor te stellen, die misschien strjjdt tegen de theorie, maar door de praktjjk wordt aanbevolen. In de Belgische Kamer laten de socia listen zich hoqrea. Bjj de beraidslagin g over de dotatiëu hebben zjj eene verkla - ring doen voorlezen, waarin geprotesteerd wordt tegen de civiele ljjat en de dotatie aan den graaf van Vlaanderen, en dit wel uit naam van hunne repubfikein- Sche overtuigingen. Na eene heftige dis cussie, waarbij de chef vau het kabinet de Kamer uituoodigde te roepea leve de Koningwerd hieraan door de rechte- zijde met groote instemming voldaan. De linkerzjjde der liberalen en de progres sisten sloten zich bjj deze betooging ten slanke gestalte omkneld en zij weende hartstoch telijk aan zijne borst. Siegfried streelde hare blonde lokken, zij voel de niet, boe zijne hand beefde. Innig zag bij bet meisje aan, dat in zijne armen rustte, zij wist niet, hoe vochtig zijne oog'en werden en hoeveel moeite het hem kostte bedaard te blijven. Eindelijk kwam ze een weinig tot bedaren, zachtjes beproefde Siegfried haar naar de bank terug te voeren, doch zij schudde bet hoofd. Ik smeek u, laat mij, alles is goed. Na eene wijle opende zij de oogen. Niet waar, ge gaat nu niet meer weg, Rolf? Siegfried antwoordde niet dadelijk,boe zoet en verlokkelijk klonk deze bede, slechts één woord en de fiere scboone maagd, die zoo gelaten aan zijne borst rustte, was de zijne. En toch,dit woord durfde bij niet spreken ofschoon bet hem onein dig zoet toescheen, die bekoorlijke wangen eens te mogen kussen. Het was een hevige strijd, die de sterke man in zijn hart voerde. Hij was doods bleek geworden toen hij zeide Ik bid u, barones Agues, wees bedaard, gij hebt gesproken onder de hevigste ontroering. Agnes schrikte bij deze woorden. Barones Agnes herhaalde ze langzaam. Mijn God, wat zijt gij wreed Agnes, ik smeek u, hoor mij bedaard aan, hernam Siegfried, terwijl hij haar naar de bank voerde eu naast de Barones ging zitten. Onze toestand is zonderling en daarom zullen we beiden openhartig zijn Toen ik naar Rotheim kwam, ontwaakte bij de eerste ontmoe ting der fiere barones Von Rotheim, de herin nering aan het blonde kind, dat ik eens uit de i gunste van het koningschap aan, doch de socialisten antwoordden met den kreet: leve hei volk weg met de kapitalisten Het Handelsblad vanAntwerpen bevat de volgende mededeeling «De Tentoonstelling van Brussel iD 1897 zal een clou hebben, en nogal een clou, verschuldigd aan eenen pater jezuïet, den heer E. P. C a 8 t e 1 e i n, der residentie van Gent. «Het ontwerp van P. C a s t e 1 e i n, waarvan eene maquette van 6 meters sedert eenige weken in het ministerie is geplaatst tot onderzoek door M. d e B u r- 1 e t, bestaat in het maken van een gra fiek plan in relief, van ons vaderland, ter grootte van l/2000ste. «'t Is te zeggen dat ge België zondt zien, in gekleurd staf en dit op eene oppervlakte van eene hectaar. «Deze reusachtige landkaart met monu menten, huizen, bergeu ook in betrekke lijke hoogte, zou op 10 meters afstand doorsneden zijn met gangen, in welke men tot de minste bizonderheden zou afzien. «Het gedacht is onbetwistbaar grootscb en iedere Belg zou zeker komen zien of de plaatsen 6n streken die hg kent, goed zijn weergegeven.» De eerste zitting van den DuitscheD Rgksdag in het nieuwe gebouw, waar eene ongewone praal heerscht en electrisch licht in vollen kleurenrgkdom de schitte rende verguldsels verlicht, was meer dan onstuimig, eene ecèaa werd er afgespeeld die nog nooit in een Duitsch parlement is beleefd. Toen de Voorzitter, de hear Level- z o w, de vergadering met eene korte toespraak, waarin hg o. a. eden genialen bouwmeester W a 11 o t» holde bracht, over Keizer en vaderland sprak, en ein delijk deze eerste rede in de nieuwe zaal besloot met eea<Leve de Keizen stonden alle aanwezigen op; alleen op de, toen nog zeer ledige, banken der sociaal-de mocraten bleven ongeveer een halfdozgn socialistische afgevaardigden zitten. De Voorzitter hierover ten hoogste veront waardigd, gaf onder levendige bgval de socialisten te verstaan, dat zoo'n gedrag niet overeen stemde met de zeden vau Duitsche mannen, noch met de gawoonte van den Rgksdag. Toen de partggenooten der socialisten, die nog niet in de zaal waren, dat hoorden kwamen zjj haastig aangeloopen, en plotseling ontstond een verschrikkelijk lawaai De conservatieven en nation aal-libera len schreeuwden den zitten gebleveuen toornig toe: foei! er uitl enz. Daar springt Liebknecht op en roept aan de rech terzijde iets onverstaaobiars toe, hierbjj met de handen een gebaar van verachting makende. Da uationaal-liberalen slaan nn ook aan het schreeuweo, en de uit de voorhal binnenstormende socialisten komen met louter krijgsgeschreeuw het kleine hoopje hunner partggenooten te hulp. Van de tribune af ziet men een dicht opeengepakten hoop van in het rond springende,brulleude, woedende, menschen. waarait enkele kreten als ongehoordl <.lafheid\<schaamt uh *er uxt\> en zoo meer omhoog stjjgen. Rotheimbeek gered had. Dit kind zag ik nu als volwassen maagd, hoogmoedig en ongenaakbaar. Het scboone meisje verbitterde mij menigmaal doch het bleef mij niet onverschilligen toen ik met Kerstmis naast Agnes stond, voelde ik, dat ik haar oneindig beminde. Een lachje van geluk gleed over Agnes'ge laat. Ze had het wel vermoed en nu zei hij het, wat was het zoet dit vermoeden uit zijn mond te hooren bevestigen. Nu was alles goed, mocht ge beuren wat wilde. Doch ook verried mij menig woord, ging Siegfried voort, dat barones Agnes haren adel trots gebruikte als een wapen om de ontkiemen de neiging voor een burger te bestrijden en te overwinnen. Ik wist reeds lang Agnes, dat uw hart mij behoorde. En nu begon vcor mij een leven vol kwel ling. Ik mocht het meisje, dat ik beminde, waar aan heel miju hart hing, niet in mijne armen drukken ik mocht haar niet vragen Wilt gij mijne vrouw worden, Agues? Waarom niet vroeg de Barones bijna bits. Wijl de barones Von Rotheim zich nooit in een eenvoudig, burgerlijk leven zou kunnen schikken,wijl ze altijd aan hare adellijke geboorte zou terugdenken, wijl het haar eens zou berou wen haren stand en rang verloochend te hebben en geen toegang meer te hebben tot hooge kringen Daarom zou dan de barones Von Rotheim nooit de vrouw van een burger worden Op de tafel bij oom Valentijn lag een boek, waarin ik las, dat de liefde niet trotsch is, dat ze alles verduurt, zei Agnes met half- sl?kende stem. De jood Singer springt op en roept met luider slemme: «Uit naam mijner partg verklaar ik, dat wij nu noch ooit er toe zullen komen ons te laten dwingen om een hij level toe te roepen voor iemand, die gezegd heeft dat hg...», verder kan Singer het niet brengen. Van alle kan ten ter rechterzijde en in het midden barsten stormachtige uitroepingen toe. De Voorzitter maakt zich met groote krachts inspanning verstaanbaar: «Ik kan niet toelaten,» roept hg, «dat gij den persoon van Zjjne Majesteit in bet debat brengt.» Singer, omringd door partggenooten, roept nog lnider: «Ik moet mg schikken naar den wensch des Voorzitters, maar tegenover het feit dat in het vooruitzicht is gesteld dat, ODder zekere omstandighe den, de soldaten, dus de zonen des volks, in uniform op hunne vaders en broeders zullen moeten schieten, en tegenover het feit dat wg staan voor een wetsontwerp tegen de onwentelingspartgan, hetwelk rechtstreeks gericht is tegen onze partg, verklaar ik het met onze eer en waardig heid onvereenigbaar, dat wat spre ker (die in zijne eerste woorden doelde op de bekende toespraken des Keizers bij de eedsafleggingen door reernten) verder zeide, gaat verloren in den nn opnienw losbarstenden storm van verontwaardiging. Alle personen, aan de voorzitterstafel, op de banken der Ministers, en aan de tafel van den Bondsraad gezeten, zgu opge sprongen. Van alle kanten verneemt het oor slechts een woedend gedrnisch, ziet het oog slechts in wilden toorn omhoog gestoken armen, booze gezichten, en een onbeschrgfelgk misbaar dreunt er door de ganscbe, groote vergaderzaal. Wat men elkaar nu nog toeroept, om verachting nit te spreken of om aan te vuren, is iu het geheel niet meer te verstaan. Tegen de socialistische afgevaardigden G e r b e r t, Hirschel en Schippel zal eene vervolging worden ingesteld wegens ma- j esteitbeleediging. Het nieuwe Rgksgebouw is dus inge- wgd met eena stormachtige zitting, die niemand had verwacht. Te Parijs zgu dezer dagen een paar ge vaarlijke sujetten gevat. Eenige dagan geleden werd een diefstal met moordaan slag gepleegd in een goudsmidswinkel in Let Palais Royal. Het misdrgf werd ont- dakt voor het tot algeheele uitvoering was gekomen. Da daders waren twee jonge lieden, broeders uit eene welgestelde kleine burgerfamilie, die niemand verdacht van het snood bedrjjf, dat zg uitvoerden.Eene eerste huiszoeking had niets bizonders aan den dag gebracht, eene tweede doorsnnf- feling heeft geleid tot de ontdekking van allerlei inbrekingsmateriaal, maar tevens tot het vinden van verschillende voorwer pen en chemische stoffen, blgkbaar tot de vervaardiging van bommen bestemd. Eene belangrgke verzameling van anarchistische geschriften, door de broeders voorzien van tal van aanteekeningen, met scherps uit vallen tegen de bestaande maatschappij, leverde het nadere bawgs dat men hier de band heeft gelegd op een paar propagan disten door de daad. Bg deze daders van den diefstal met moordaanslag in hot Palais Royal moet Zeker Agnes, maar juist de gedachte, dat gij zoudt lijden, zou mijn leven verbitteren. .Mij ontbreekt de overtuiging, dat gij eens toch niet gelooven zult een offer gebracht te hebben. En wat moet ik doen om u die overtui - ging te geven? vroeg Agnes smartelijk aan gedaan. Ik weet het niet Agnes, dat is 't juist ik gevoel, dat ik het vertrouwen in de hoog geboren freule mis, waarin ik zoo graag mijne geliefde zou zien, maar ik kan niet zeggen, waar door ik dit vertrouwen kan krijgen. Gij zijt opgevoedin duizend vooroordeelen, die men niet afschudt als het stof van de schoenen. Maar genoeg Agnes heden wellicht doen u mijne woorden zeer, doch als ge later er bezadigd over nadenkt, zult gij mij gelijk geven. Vaarwel Agnes. De Barones voelde de brandende lippen op hare hand en ze was alleen. Peinzend boog zc het schoonc hoofd. Gij bemint mij dus Rolf, fluisterde zij, en dit bewustzijn geeft mij moed. Ik wil u vertrou wen winnen en de wil is almachtig. Het was nog vroeg in den namiddag, toen vorst Altmark, baron Rotheim en zjjne dochter naar den zaagmolen reden Rolf Siegfried, wien de arts het rijden verboden had, zat bij den heer Von Strehlen in een open rijtuig. Bij den zaag molen werd stilgehouden, de oude Valentijn stond i n de deur trillende van vreugde, eu stak den Directeur beide handen toe. Dat God mij dezen dag liet beleven lispelde de oude, toen Siegfried hem de ban drukte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1894 | | pagina 1