No. 2220.
Zondag 9 December 1894.
19de Jaargang
De graanrechten in de
Kamer.
B U IT E L A O.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
37.)
Agues.
België.
Duitschland.
Frankrijk.
MIEIIWE 1AAUH8MI (IIIKtVT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post>1,10
Yoor het buitenland 1»80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
50 Cents.
7 Ho
-.yfflffAlN xiëkdrTt-'
AGITE MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangére
G. L. DA UBEfy Co JOHN F. JONES,Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Zijdie zicli met ingang van
1 Januari e. k. op dit blad alonneeren, ont
vangen de nummers, welke alsnog gedurende
dé z e ma and verse h ij n en GRATIS.
Ook hebben de nieuwe abonnées recht
op de premieJULIUS, De Erfenis
eener Moedereené keurig geschreven
boeiende novelle tegen den geringen prijs
van 30 Cents.
Veel werd er in de jongste dagen in
's Lands Raad<aal weder gesproken over
den staatkundigen en economiachen toe
stand van ons vaderland, over partijver
houdingen, over homogeniteit van de Minis
ters, over de urgentie van verschillends
onderwerpen en over tal van andere
zaken, doch tot ons leedwezen kunnen
wjj nit al die redevoeringen weinig goede
vooruitzichten voor ons land putten.
Een der dsgelgkste adviezen achten
wjj wel na die van den heer De Savor-
nin Lobman, de rede van den Minister
van Buitenlandsche Zaken, hoewel die toch
ook op enkele punten veel teleurstelling
in het land zal hebben gewekt.
Om dadelijk tot de zaak te komen,
wjjzen wjj er op, dat de minister Roël 1
zich een tegenstander heeft verklaard van
de heffiog van een invoerrecht op buiten
landsche granen, hetgeen toch, geljjk wij
op het voetspoor van onderscheiden des
kundigen hebben betoogd, een der nood
zakelijkste maatregelen zou wezen, welke
door deze Regeering kon worden ge
nomen,
De landbouwende stand zou door zulk
een maatregel er weder boven op kunnen
komen. De verbouw van granen zou niet
meer met schade behoeven te worden
gedreven en de bintienlaudache land bou
wers zouden met succèi tegen den bu ten-
landschen producent kunnen concurreeren.
Neen, zegt het liberaal systeem, de
heffing van zulk een invoerrecht zou ge
ljjk staan met protectie, en protectie mag
niet geduld worden, omdat zjj strjjdt niet
de moderne economie. Daarom kan er niet
aan gedacht worden, om in dit opricht
den landbouwer tegemoet te komen.
Door den Minister werd de aandrang
tot heffing van een invoerrecht ook be
streden met het argument, dat het brood
voor den arbeider in prjjs zou vermeer
deren. Die vermeerdering zou zelfs, indien
het buitenlandsche graan met 12.50 per
Hectoliter werd verhoogd, voor een arbei
dersgezin f25 per jaar kunnen bedragen.
Gesteld, dat dit het geval zou wezen,
dan weegt zulk eeoe verhooging van uit
gaaf nog niet op tegen den voorspoed,
die in tal van kringen weder zon ont
staan door den nieuwen bloei van een
der takken van ons volksbestaan. Steeds
hebben wjj er op gewezen, dat het onein
dig beter mag heeten, dat het brood iets
duurder wordt betaald, wanneer het gevolg
daarvan is, dat duizenden in den lande
arbeid hebben en dns brood kunnen koo-
pen. Wat baat het toch den werkman,
indien het brood iets goedkooper is, maar
bjj geen geld bezit om het zich aan te
schaffen
FE UIL LET ON.
Vervolg.)
Dat wist ik wel. Laat mij u dan. heden ver
zekeren, Barones, dat ik nooit vergeten zal, dat
op het slot Rotheim zij woont, die mij het leven
redde. Ik geef u mijn woord, dat, waar ik ook
zijn moge, een wenk van u voldoende is om mij
hierheen te roepen, indien u ooit de hulp of den
bijstand van eenen man noodig heeft.
O heer Directeur, zwijg toch 1 riep Agnes
hartstochtelijk,we 3taan immers gelijkwant ook
gij hebt mij het leven gered en tot loon daarvoor
heb ik u gehaat, vervolgd en gekrenkt. Vergeef
mij, dat ik u zoo oneindig miskend heb.
Het jonge meisje stond nu zoo dicht voor
Siegfried, dat hij meende haren adeai te voelen
Zachtjes vatte hij hare handen.
Wees bedaard Barones, smeekte hij en
leidde haar naar de bank terug, ik heb u niets
te vergeven. Ik ontken niet, dat uw wantrou
wen mij zeer gekwetst beeft, doch gij zegt
zelve, dat het te doen was om mij te leeren
kennen.
u mij zeker beter en daarom zullen
n maar laten rusten en als vrien-
nes Agnes. U hebt geboord,
an den Vorst aangenomen
ertrekken we. Wie weet of
n b rengt en daar-
Tegen het gevoelen van de liberale
staathuishoudkundigen iu, blijven wij
daarom vasthouden aan onze meening,
dat net eeuige middel tot opheffing uit
den staat van verval, waarin zich thans
de landbouw ten onzent bevindt moet ge
zocht worden in de heffing van een matig
invoerrecht op vreemde graansoorten. Alle
andere middelen, als subsideering van
landbouwscholen en cursussen enz., mogen
op zich zelf niet verwerpeljjk wezen, maar
ze zjja ontoereikend om aan ons land te
geven, wat het behoeft.
Wegens deze meaning moge men ons
van achterlijkheid beschuldigen, men moge
ons op stemmen in het buitenland wgzeu
gelijk ook door den Minister werd
gedaan die roepen om opheffing van
alle beschermende rechten, wg gaan te
rade met de ervaring in andere landen en
met het gezond verstand, welke beiden
ons zeggen, dat waar de binnenlandsche
landbouwer heeft te kampen tegen eene
ongelijke concurrentie, hg altgd in de
minderheid moet big ven en ten slotte ge
heel in den strijd zal ondergaan.
Waar de eischen der practjjk zoo luide
spreken, daar behoort aan alle theorie het
zwggen te worden opgelegd, en eene Regee
ring, die dit niet in het oog houdt, kan
onmogelijk aanspraak maken op den dank
van geheel de Natie, zelfs al mag zjj voor
het overige zich zooveel zjj kan buiten
het radicale vaarwater honden.
Dat naar dit laatste door de tegen
woordige Regeering wel wordt gestreefd,
blijkt nit de redevoeringen, die de ver
schillende Ministers in de vergadering van
jongstleden Donderdag hebben gehonden.
De Ministers van Buiteulandsche Zaken,
van Binnenlandsche Zaken, van Justitie,
van Financiën en van Oorlog zjjn aan
het woord geweest en hebban allen, voor
zoover dit door liberale Bewindslieden kon
worden gedaan, een gematigd standpunt
ingenomen.
Vooral net standpunt waarop de Regse-
ring zich heeft geplaatst met betrekking
tot de kiesrechtregeling, verdient toejui
ching, hoewel dit natuurlgk niet insluit,
dat reeds nu onvoorwaardelijke instem
ming kan wordeD geschonken aan het
voorstel zelf, hetwelk door de Regeering
wordt voorbereid. Tal van sprekers in de
Kamer hadden de tegenwoordige Regee-
ring voorgesteld als een Kabinet ad hoe
voor de Kiesrechtregeling, zoodat door dit
Kabinet geen enkele andere zaak van ge
wicht zou kunnen worden ter hand geno
men, zoolang de quaestie van het kiesrecht
niet was opgelost.
Hiertegenover zeide de minister Roël 1,
dat het zoo inconstitutioneel mogelgk zon
wezen, wanneer de Regeering zich met
die leer vereeuigde. Indien dit zoo was,
dan zonden het toch de kiezers zjjn, die
moeten aaotoonen, welke de nooden zgo,
waarin de Rageeriug moet voorzien. Dit
zou eene miskenning wezen ook vau de
macht, welke het Hoofd van den Staat
bezit. Da Rageeriug behoort met de Ver
tegenwoordiging te beslissen, wat in
's lands belang noodig is. Eu daar nu deze
Regeering naast het kiesrecht ook de her
ziening van de Personeele Belasting en de
regeling der Gemeente-Finaociën noodza
kelijk acht, was de Miuister van meening,
dat er geen reden bestaat om zich te be-
hebben een wenscb voor de toekomst uit te spre
ken U is zeer schoon, Barones, vreugde zul,
waar gij ook komt, uw deel zijn. Denk altijd, dat
vreugde noglniet het geluk is, en dat we slechts
leven, om het te zoeken.
Ik wensch Barones, dat gij het geluk moogt
vinden, dat ligt in de tevredenheid met ons
zei ven.
Siegfried zweeg en bleef eene poos Agnes
aanstaren, Teeder en met weemoed rustte nog
zijn oog op het blonde hoofd, toen hij verder
sprak
Ik heb gedaan, Barones, cn veroorloof mij
nu ook u vaarwel te zeggen. In het bijzijn van
vreemden kan ik dat niet en wellicht spreek ik
u niet meer voor mijn vertrek. Geef mij de hand
Barones en zog mij, dat geene bittere gedachte
achterblijft in uw hart aan den vreemdeling, die
vaak gedwongen was, u leed te doen. Zeg mij,
dat ge nog soms vriendelijk mijner gedenken
zult.
Langzaam reikte Agnes hem hare hand, die
hij vast met de zijne omklemde, doch geen woord
kwam over hare lippen.
Siegfried wachtte vergeefs op de woorden,
waarom hij gesmeekt had. Toen Agnes bleef
zwijgen, liet hij hare hand los.
Vaarwel Agnes, herhaalde Siegfried en
keerde zich om, om heen te gaan.
O ga niet weg ga nietriep het meisje,
dat opnieuw zijne hand vatte en hem met tranen
in de oogen aanzag. Weet ge dan niet reeds
lang, dat ik sterf, wanneer ge weg gaat I
Agneshernam de Directeur verschrikt.
Het meisje hoorde het niet. Zijn arm hield hare
schouwen, enkel geroepen te agn om met
de Kamer eene nieuwe Kieswet te maken.
Waar door den Minister en natuurlgk
de geheels Regeering dus duidelgk op den
voorgrond is geplaatst, dat nog ande
re zaken zullen worden behandeld in
de tegenwoordige parlementaire periode,
daar zon het dunkt ons aanbeveling
verdienen, indien door de Regeeriug niet
zoo beslist partg werd gekozen tegen de
heffing van een invoerrecht op granen.
Het thans bestaande Kabinet zal, te
oordeelen naar het door den Minister van
Buitenlandsche Zaken ontwikkelde werk
programma, nog wel een paar jaren het
bewind blgven voeren, en gedurende dien
tgd zou het dus,indien zjj aan haar meening
ten deze bleef vasthouden,onmogelijk wezen,
dat een door zoovelen geweuscht invoer
recht op buitenlandsch graan werd inge
voerd. Ia dien tgd zou aan den binnen-
landschen landbouw onherstelbare schade
bunnen worden toegebracht.
Daarom achten wjj het zeer verstandig
van den beer Dobbelman, dat hij
eene poging heeft aangewend om ten op
zichte van de bedoelde protectie eene uit
spraak van de Kamer nit te lokken, en
hopen wij, dat de meerderheid der Kamer
zich vereenigen zal met de op een nader
tjjdstip te behandelen motie van den
heer Dobbelman, strekkende om te
verklaren, dat de Kamer van oordeel is,
dat eene herzieniog en uitbreiding van
ons tarief van invoerrechten, tot verbete
ring van den toestand vaD landbouw,
industrie en iD bet belang van de schat
kist, dringend wordt vereischt.
In zjjn» toelichting tot deze motie wees
de heer Dobbelman er op, dat door
het verlaten vau het vrghandelstelsel meu
tot inkomsten kan komen, waaruit aUe
uitgaven voor Oorlog en Marine kunnen
worden bestreden.
Behalve dus vooruitgang van verschil
lende takken van volkswelvaart, zou de
door zoovelen gewensente maatregel ook
een gunstig gevolg hebben voor de toch
al niet rooskleurige financiën van ons
land, zoodat da voordeelen buitengewoon
mogen heeten en de mogelgke nadeelen
van het beschermend stelsel geheel zonden
verduisteren.
Hopen wjj daarom, dat de Regeering
niet eenzgiig de moderne economische
begrippen blijft volgen, maar iu het be-
laDg van vaderland en volk moge beslui
ten een maatregel voor te stellen, die
misschien strjjdt tegen de theorie, maar
door de praktjjk wordt aanbevolen.
In de Belgische Kamer laten de socia
listen zich hoqrea. Bjj de beraidslagin g
over de dotatiëu hebben zjj eene verkla -
ring doen voorlezen, waarin geprotesteerd
wordt tegen de civiele ljjat en de dotatie
aan den graaf van Vlaanderen, en
dit wel uit naam van hunne repubfikein-
Sche overtuigingen. Na eene heftige dis
cussie, waarbij de chef vau het kabinet
de Kamer uituoodigde te roepea leve de
Koningwerd hieraan door de rechte-
zijde met groote instemming voldaan. De
linkerzjjde der liberalen en de progres
sisten sloten zich bjj deze betooging ten
slanke gestalte omkneld en zij weende hartstoch
telijk aan zijne borst.
Siegfried streelde hare blonde lokken, zij voel
de niet, boe zijne hand beefde. Innig zag bij bet
meisje aan, dat in zijne armen rustte, zij wist niet,
hoe vochtig zijne oog'en werden en hoeveel
moeite het hem kostte bedaard te blijven.
Eindelijk kwam ze een weinig tot bedaren,
zachtjes beproefde Siegfried haar naar de bank
terug te voeren, doch zij schudde bet hoofd.
Ik smeek u, laat mij, alles is goed. Na
eene wijle opende zij de oogen. Niet waar, ge
gaat nu niet meer weg, Rolf?
Siegfried antwoordde niet dadelijk,boe zoet en
verlokkelijk klonk deze bede, slechts één woord
en de fiere scboone maagd, die zoo gelaten aan
zijne borst rustte, was de zijne. En toch,dit woord
durfde bij niet spreken ofschoon bet hem onein
dig zoet toescheen, die bekoorlijke wangen eens
te mogen kussen. Het was een hevige strijd, die
de sterke man in zijn hart voerde. Hij was doods
bleek geworden toen hij zeide
Ik bid u, barones Agues, wees bedaard,
gij hebt gesproken onder de hevigste ontroering.
Agnes schrikte bij deze woorden. Barones
Agnes herhaalde ze langzaam. Mijn God, wat
zijt gij wreed
Agnes, ik smeek u, hoor mij bedaard aan,
hernam Siegfried, terwijl hij haar naar de bank
voerde eu naast de Barones ging zitten.
Onze toestand is zonderling en daarom
zullen we beiden openhartig zijn Toen ik naar
Rotheim kwam, ontwaakte bij de eerste ontmoe
ting der fiere barones Von Rotheim, de herin
nering aan het blonde kind, dat ik eens uit de i
gunste van het koningschap aan, doch
de socialisten antwoordden met den kreet:
leve hei volk weg met de kapitalisten
Het Handelsblad vanAntwerpen bevat
de volgende mededeeling
«De Tentoonstelling van Brussel iD
1897 zal een clou hebben, en nogal een
clou, verschuldigd aan eenen pater jezuïet,
den heer E. P. C a 8 t e 1 e i n, der residentie
van Gent.
«Het ontwerp van P. C a s t e 1 e i n,
waarvan eene maquette van 6 meters
sedert eenige weken in het ministerie is
geplaatst tot onderzoek door M. d e B u r-
1 e t, bestaat in het maken van een gra
fiek plan in relief, van ons vaderland, ter
grootte van l/2000ste.
«'t Is te zeggen dat ge België zondt
zien, in gekleurd staf en dit op eene
oppervlakte van eene hectaar.
«Deze reusachtige landkaart met monu
menten, huizen, bergeu ook in betrekke
lijke hoogte, zou op 10 meters afstand
doorsneden zijn met gangen, in welke
men tot de minste bizonderheden zou
afzien.
«Het gedacht is onbetwistbaar grootscb
en iedere Belg zou zeker komen zien of
de plaatsen 6n streken die hg kent, goed
zijn weergegeven.»
De eerste zitting van den DuitscheD
Rgksdag in het nieuwe gebouw, waar eene
ongewone praal heerscht en electrisch
licht in vollen kleurenrgkdom de schitte
rende verguldsels verlicht, was meer dan
onstuimig, eene ecèaa werd er afgespeeld
die nog nooit in een Duitsch parlement
is beleefd.
Toen de Voorzitter, de hear Level-
z o w, de vergadering met eene korte
toespraak, waarin hg o. a. eden genialen
bouwmeester W a 11 o t» holde bracht,
over Keizer en vaderland sprak, en ein
delijk deze eerste rede in de nieuwe zaal
besloot met eea<Leve de Keizen stonden
alle aanwezigen op; alleen op de, toen
nog zeer ledige, banken der sociaal-de
mocraten bleven ongeveer een halfdozgn
socialistische afgevaardigden zitten. De
Voorzitter hierover ten hoogste veront
waardigd, gaf onder levendige bgval de
socialisten te verstaan, dat zoo'n gedrag
niet overeen stemde met de zeden vau
Duitsche mannen, noch met de gawoonte
van den Rgksdag. Toen de partggenooten
der socialisten, die nog niet in de zaal
waren, dat hoorden kwamen zjj haastig
aangeloopen, en plotseling ontstond een
verschrikkelijk lawaai
De conservatieven en nation aal-libera
len schreeuwden den zitten gebleveuen
toornig toe: foei! er uitl enz. Daar springt
Liebknecht op en roept aan de rech
terzijde iets onverstaaobiars toe, hierbjj
met de handen een gebaar van verachting
makende. Da uationaal-liberalen slaan nn
ook aan het schreeuweo, en de uit de
voorhal binnenstormende socialisten komen
met louter krijgsgeschreeuw het kleine
hoopje hunner partggenooten te hulp.
Van de tribune af ziet men een dicht
opeengepakten hoop van in het rond
springende,brulleude, woedende, menschen.
waarait enkele kreten als ongehoordl
<.lafheid\<schaamt uh *er uxt\> en zoo
meer omhoog stjjgen.
Rotheimbeek gered had. Dit kind zag ik nu als
volwassen maagd, hoogmoedig en ongenaakbaar.
Het scboone meisje verbitterde mij menigmaal
doch het bleef mij niet onverschilligen toen
ik met Kerstmis naast Agnes stond, voelde ik,
dat ik haar oneindig beminde.
Een lachje van geluk gleed over Agnes'ge
laat. Ze had het wel vermoed en nu zei hij het,
wat was het zoet dit vermoeden uit zijn mond te
hooren bevestigen. Nu was alles goed, mocht ge
beuren wat wilde.
Doch ook verried mij menig woord, ging
Siegfried voort, dat barones Agnes haren adel
trots gebruikte als een wapen om de ontkiemen
de neiging voor een burger te bestrijden en te
overwinnen. Ik wist reeds lang Agnes, dat uw
hart mij behoorde.
En nu begon vcor mij een leven vol kwel
ling. Ik mocht het meisje, dat ik beminde, waar
aan heel miju hart hing, niet in mijne armen
drukken ik mocht haar niet vragen Wilt
gij mijne vrouw worden, Agues?
Waarom niet vroeg de Barones bijna bits.
Wijl de barones Von Rotheim zich nooit
in een eenvoudig, burgerlijk leven zou kunnen
schikken,wijl ze altijd aan hare adellijke geboorte
zou terugdenken, wijl het haar eens zou berou
wen haren stand en rang verloochend te hebben
en geen toegang meer te hebben tot hooge kringen
Daarom zou dan de barones Von Rotheim nooit
de vrouw van een burger worden
Op de tafel bij oom Valentijn lag een
boek, waarin ik las, dat de liefde niet trotsch
is, dat ze alles verduurt, zei Agnes met half-
sl?kende stem.
De jood Singer springt op en roept
met luider slemme: «Uit naam mijner
partg verklaar ik, dat wij nu noch ooit
er toe zullen komen ons te laten dwingen
om een hij level toe te roepen voor iemand,
die gezegd heeft dat hg...», verder kan
Singer het niet brengen. Van alle kan
ten ter rechterzijde en in het midden
barsten stormachtige uitroepingen toe. De
Voorzitter maakt zich met groote krachts
inspanning verstaanbaar: «Ik kan niet
toelaten,» roept hg, «dat gij den persoon
van Zjjne Majesteit in bet debat brengt.»
Singer, omringd door partggenooten,
roept nog lnider: «Ik moet mg schikken
naar den wensch des Voorzitters, maar
tegenover het feit dat in het vooruitzicht
is gesteld dat, ODder zekere omstandighe
den, de soldaten, dus de zonen des volks,
in uniform op hunne vaders en broeders
zullen moeten schieten, en tegenover het
feit dat wg staan voor een wetsontwerp
tegen de onwentelingspartgan, hetwelk
rechtstreeks gericht is tegen onze partg,
verklaar ik het met onze eer en waardig
heid onvereenigbaar, dat
wat spre
ker (die in zijne eerste woorden doelde
op de bekende toespraken des Keizers bij
de eedsafleggingen door reernten) verder
zeide, gaat verloren in den nn opnienw
losbarstenden storm van verontwaardiging.
Alle personen, aan de voorzitterstafel, op
de banken der Ministers, en aan de tafel
van den Bondsraad gezeten, zgu opge
sprongen. Van alle kanten verneemt het
oor slechts een woedend gedrnisch, ziet
het oog slechts in wilden toorn omhoog
gestoken armen, booze gezichten, en een
onbeschrgfelgk misbaar dreunt er door
de ganscbe, groote vergaderzaal. Wat men
elkaar nu nog toeroept, om verachting
nit te spreken of om aan te vuren, is iu
het geheel niet meer te verstaan. Tegen
de socialistische afgevaardigden G e r b e r t,
Hirschel en Schippel zal eene
vervolging worden ingesteld wegens ma-
j esteitbeleediging.
Het nieuwe Rgksgebouw is dus inge-
wgd met eena stormachtige zitting, die
niemand had verwacht.
Te Parijs zgu dezer dagen een paar ge
vaarlijke sujetten gevat. Eenige dagan
geleden werd een diefstal met moordaan
slag gepleegd in een goudsmidswinkel in
Let Palais Royal. Het misdrgf werd ont-
dakt voor het tot algeheele uitvoering was
gekomen. Da daders waren twee jonge
lieden, broeders uit eene welgestelde kleine
burgerfamilie, die niemand verdacht van
het snood bedrjjf, dat zg uitvoerden.Eene
eerste huiszoeking had niets bizonders aan
den dag gebracht, eene tweede doorsnnf-
feling heeft geleid tot de ontdekking van
allerlei inbrekingsmateriaal, maar tevens
tot het vinden van verschillende voorwer
pen en chemische stoffen, blgkbaar tot de
vervaardiging van bommen bestemd. Eene
belangrgke verzameling van anarchistische
geschriften, door de broeders voorzien van
tal van aanteekeningen, met scherps uit
vallen tegen de bestaande maatschappij,
leverde het nadere bawgs dat men hier de
band heeft gelegd op een paar propagan
disten door de daad.
Bg deze daders van den diefstal met
moordaanslag in hot Palais Royal moet
Zeker Agnes, maar juist de gedachte, dat
gij zoudt lijden, zou mijn leven verbitteren. .Mij
ontbreekt de overtuiging, dat gij eens toch niet
gelooven zult een offer gebracht te hebben.
En wat moet ik doen om u die overtui -
ging te geven? vroeg Agnes smartelijk aan
gedaan.
Ik weet het niet Agnes, dat is 't juist
ik gevoel, dat ik het vertrouwen in de hoog
geboren freule mis, waarin ik zoo graag mijne
geliefde zou zien, maar ik kan niet zeggen, waar
door ik dit vertrouwen kan krijgen.
Gij zijt opgevoedin duizend vooroordeelen, die
men niet afschudt als het stof van de schoenen.
Maar genoeg Agnes heden wellicht doen u
mijne woorden zeer, doch als ge later er bezadigd
over nadenkt, zult gij mij gelijk geven. Vaarwel
Agnes.
De Barones voelde de brandende lippen op
hare hand en ze was alleen. Peinzend boog zc
het schoonc hoofd.
Gij bemint mij dus Rolf, fluisterde zij, en
dit bewustzijn geeft mij moed. Ik wil u vertrou
wen winnen en de wil is almachtig.
Het was nog vroeg in den namiddag, toen
vorst Altmark, baron Rotheim en zjjne dochter
naar den zaagmolen reden Rolf Siegfried, wien
de arts het rijden verboden had, zat bij den heer
Von Strehlen in een open rijtuig. Bij den zaag
molen werd stilgehouden, de oude Valentijn
stond i n de deur trillende van vreugde, eu stak
den Directeur beide handen toe.
Dat God mij dezen dag liet beleven
lispelde de oude, toen Siegfried hem de ban
drukte.