NIEUWE
Mo 2224
Woensdag 19 December 1894
19do Jaargang.
Ontevredenheid.
BUITENLAND.
Ontmaskerd.
HAlRlEMSenË C0ITR4IT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem
AGITE MA NON AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cent*
Elke regel meer7Vs
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Advertentiën worden uiterlijk M a a n d a g-, W o e n s d ag-
en V r fl d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KüPPERS.
Zij, die zich met ingang van
1 Januari e.k. op dit blad abonneeren, ont
vangen de nummers, welke alsnog gedurende
deze maand verse li ij n en GRATIS.
Ook hebben de nieuwe abonnée's recht
op de premie: JULIUS, De Erfenis
eener Moedereené keurig geschreven
boeiende novelle tegen den geringen prijs
van 30 Cents.
Daar gaat over de wereld een storm van
gebrom, gemopper, geklaag, geschreeuw,
enz, Piet, die geen boterham heeft, is boos
op Klaas, die wel een boterham kas eten
Klaas ia ontevreden, omdat zijn buurman
kaas op zjjn boterham kan hebbeneen
ander kijkt nijdig naar een boterham met
vleesch,die voorzjjo overbuur bestemd is;leze
laatste wil het kalfsvleescb, dat zija broeder
gebruikt, liever dau zjja eigen koevlessch;
de baggerman is boos op den koetsier,
omdat deze altijd 'n hoogen hoed draagt;
de koetsier wil iu bet rijtuig zitten, liever
dan op deu bok, eaz. Overal, in alle krin
gen der samenleving heerscht ontevreden
heid, en Vereenigingeu worden opgericht
de eene na de andere, om de ontevredenheid
die den mensch in zich beeft opgenomen,
te verbreiden en aan den maa te brengen.
Gij ziet, lezer, oorzaken genoeg, heelt
men gevonden, om een orkaan van onte
vredenheid te doen ontstaau. Eu wjj, die
zulk een orkaan-periode beleven, weten,
dat er niet mtê te gekscheren valt. Dam
men en djjkeu dienen goed versterkt te
wordeD, de wachters trouw op hun post
te zjjn, de moedigst9n bereid om te steunen,
opdat het dreigend gevaar worde afge
wend.
En toch de storm is begonnen met een
zuchtje. En dat zuchtje kwam uit de borst
van slechts eeu paar ontevredenen. Maar
hoe gaat het in de wereld Zuchten doet
zuchten. De ontevredenen willen lotgeuoo-
ten hebben. Zjj deden en doen nog han
best om er zooveel mogeijjk te winnen
en we moeten het bekennen het is htm
maar al te zeer gelukt. Het leger der onte
vredenen ook in ons vaderland, is groot.
Of zij zich socialistenanarchisten of
nihilisten noemenhun werk verbreekt
de eenheid in het leger der zuchten
den niet, want ontevredenheid is de band,
die hen allen samenhoudt. Het zjjn niet
alleen de socialisten, anarchisten en nihilis
ten die ontevreden zjjn, neen de toestand
is veel ernstiger; er zijn VoibsboDden, Vak-
FEUILLETON.
2.)
Vervolg
Half tegen haar wil had Valentine aan de zijde
van mevrouw Keehling ongeveer de rol van die
rentemmer gespeeld. Zij had de lagere neigingen
dier vrouw onder bedwang gehouden en waar dit
niet mogelijk was, had zij ze toch weten te be
dekken, te verzachten, te effenen. Mevrouw Hech
ting had zich naar haar geschikt soms wel eens
met tegenzin, maar meestal zonder te bemerken
dat zij geleid werd.
Gedurende het jaar dat Valentine bij mevrouw
Redding geweest was, was zij zoowel voor Me
vrouw als voor de overige huisgenooten onmis
baar geworden toen kwam onverwachts de
breuk.
Koenraad Rechling was bij de pannenfabriek
blijven wonen, maar bij zijn moeder te Berlijn
waren een paar kamers voor hem ingericht, die hij
in gebruik nam zoo dikwijb hij in de stad ver
toefde.
En hij kwam dikwijls, telkens met kleine tus-
schenpoozen, want hij gevoelde zich machtig aan
getrokken tot het jonge meisje met niet bijzonder
fraaie, maar zoo innemende gelaatstrekken, tot
die kastanjebruine lokken en die bruine zachte
oogen dia zooveel verstand verrieden. Juist zoo
als men dat vanKoenraads bedaarden ietwat nuch-
teren aard en van Valentine's fijne terughouding
kon verwachten, had zich onder de oogen. zijner
vereeoigingen en wat alaieer opgericht
waaruit dag in en dag uit stemmen opgaan
die lotsverbetering niet vragen, maar eischen
voor den werkman, dien zij voorstellen als
de misdeelden in deze wereld.
Is er dan geen reden om tevreden to zjjn
Neen en nog eens, neen Want onte
vredenheid is een geneesmiddel, dat juist
werkt als bruine boonen, aangewend om
eene zwakke maag te genezen.
Ontevredenheid is een oorlog, dien da
mensch voert.... met zich zei ven. Eu, dat
is geen kleinigheid. Immers heb ik twist
met mjjn buurman, dat kan de eerste uit
barsting zeer ernstig zjjn. Doch in de
dagen, dat ik den man niet zie, heeft mg n
gramschap rnim den tjjd om wat te be
koelen en dientengevolge zal de hevigheid
van den twist spoedig afnemen. Maar zjja
eigen ik draagt den mensch nu eenmaal
al tjjd bjj zich. En wie met dat «eigeu ik,»
den strjjd begint, zal het juist gaan, als
iemand, die dag en nacht zijn bullebak van
'a buurman voor den neus heeftvati woor
den komt het tot daden, van bedreigingen
tot moord en doodslag. E j wat het
lee'gkat is niet de baurmau, wion het
eerlijk toekwam, maar jaist de tegenpartij
zal het hachje er bjj inschieten. Och, de
meeste ontevredenen veehten tegen de bier-
ka ie.
«Dat is laf,» hooren wjj de socialisten
en wie al niet meer ons toeroepen. «We
zjjn in ons recht! En al zegt gjj, dat de
strijd vrachteloos zal zjjo, wjj znllen vol
houden! En al vinden wij overal tegen
werking, we zullen oua niet laten ontmoe
digen Wjj zullen voortgaan de kwalen dér
Maatschappij aan t3 wjjzen Altjjd en overal
zjju we bereid, om oagelakkigen de oogen te
opeuen Gjj wilt ze aan han lot overlaten
wjj zullen ons over hen ontfermenGjj
verplettert het volkwjj zullen het volk
redden.»
ReddenJa de grootsprekers in ver
gaderingen en op straat zullen het volk
redden! zjj brengen het van den wal iu de
sloot.
Daar loopeu ze, de honderden werksta
kers; daar wandelen de oproermakers, die
gedaan kregen omdat za ontevreden ge
maakt zjjo. Wat hebben ze gewonnen met
han opstand tegen de patroons? Niets. Voor
hunne zwakke maag had de z. g. geneesheer
brnine boonen voorgeschrevenze hebban
het middel gebruikt en kunnen nu in het
geheel niets meer eten.
Waar zjjn de bluffers uu ze steenen in
plaats van brood den bedrogeoen kunnen
aanbieden
moeder allengs eene neiging tusschen de jonge
lieden ontwikkeld. Koenraad geloofde dat zijne
moeder zijne keuze billijkte. De twee jonge lieden
hadden elkaar hunne liefde heieden en Koenraad
begreep niet waarom Valentine hem nog immer
terughield het geheim aan ziin moeder te open
baren. Het meisje beoordeelde de moeder juister
dan baar zoon dit deed zij wist dat er een hevige
strijd zou moeten gestreden worden en deze
bleef niet lang uit.
Het zij dat men oprecht te werk ging, hetzij
men minder edele bedoelingen had, genoeg zij
het te weten, dat mevrouw Rechling door beken
den geluk gewenscht werd met dc aanstaande
verloving van haar zoon met haar bevallige gezel
schapsjuffrouw. Toen zij beslist tegensprak werd
haar gezegd, dat toch onmogelijk voor haar ver
borgen kon zijn gebleven, wat voor andoren duide
lijk te zien was. Woedend was zij naar huis terug
gekeerd,hac! de niets kwaads vermoedonde Valen
tine overstelpt met de gemeenste beschuldigin
gen enhaar gelast onmiddellijk haar koffer te pak
ken en het huis te verlaten. Valentine had dat
gedaan en was reeds naar haar vader te Wilmers-
dorf teruggekeerd, voordat Koenraad thuiskwam.
Hij was wel te Berlijn, maar dineerde dien dag
met eenige vrienden buitenshuis.
Het kwam nu tot een heftig tooneel tusschcn
moeder en zoon. Koenraad verklnarde, dat Valen
tine zich met hem verloofd had en hij trachtte
zijn moeder duidelijk te maken, dat het meisje niet
van geriugeren stand was dan hij cn hun huwe
lijk in alle opzichten passend mocht hoeten, al
hield men volstrekt geen rekening met hun weder-
zijdsche genegenheid.
Er is meer. De meesten dier ongelnk-
kigeu waren eens tevreden. Het was beu
tot zegen, als ze lid werden van Bonden
en vakvereeuigingen, meenden zjj en dach-
t;n er niet aan, dat'soeialistiscbe leeriugea
hun deel werden. Zjj hebben het oor geleand
aaa de holle theorieën der z. g. hervormers;
het wooidje «vrjj» heeft op de werklieden
zjjn bedriegeljjken invloed uitgeoetend met
welk gevolg? Zjj hebben hunne vrjjheid
roekeloos weggeworpen en zich bezwaard
met de slavenketenen, hen met eeu grjjns-
laoh geboden.
Wjj moeten die ongelukkigen beklagen.
Maar het is hard het te moeten zeggen
zjj hebben zich schuldig gemaakt aan
lafheid.
Wat is toch het geval? Iemand die uit
zich zeiven ontevreden is, zal men hiervan
geen verwjjt maken, voor de maatschappij
is zoo iemand echter niet aan te beve
len. Hjj staat immers op eigen beenen
hij west, wat hjj wil en moet dus zelf
de gevolgen dragen. Als hij nu zjjn schat van
ontevredenheid maar voor zich-zelveD be
houdt, dan zal zich Diamand over hem te
beklagen hebben. Da meesteu exploiteeren bjj
gebrek aan middelea hunne ontevredenheid
als kapitaal en verzoeken eerst, vragen ver
volgens en dwing en ten slotte anderen, een
deel van dat fraaie kapitaal over te nemen
om bovendien woekerwinst te betalen. En
wolk recht hebben zjj ertoe? Volstrekt geen
recht.
Wij kunnen dan ook niet anders dan
eiken fatsoenljjken werkman, die werken
wil en daardoor in zijn onderhoud voor
ziet, waarschuwen op zjjue hoede te zjjn
opdat hjj uiet het kind vau de rekening
wordt. Op hem vooral hebbeu het de woel
geesten geumut, getuige de velen die be
zweken zija.
Wees op uwe hoede iu vereeoigingen waar
steeds over de misdeelde werklieden, nooit
over de rechteu van den patroon wordt ge
sproken en waar den werkman niets anders
dan haat wordt ingeprent. Als de socialist,
het moga dan een echte of een vermomde
sociaal-democraat zjjn, n spreekt over uwe
aangelegenheden, sta hem dau te woord,
en duw hem onder den nens, dat dit uwe
en niet zijne zaken zjjn. Als hjj met zijn
z. g. medeljjden u wjjst op hetgeen u nog
ontbreekt, daa is 't evengoed, of hjj u eeu
domoor schelt; gjj hadt het gemis nog niet
gemerkt, hjj iu zjjn9 waauwjjsheid wel. Maar
dien hem van antwoord en zeg hem, dat
hjj u het ontbrekende niet kan verschaffen
en dat gjj zelf verstand genoeg bezit om
op de hoogte te zjjn van uw toestand.
Mevrouw schold Valentine uit voor bedelaar
ster en voor een slang, die ze aan haar boezem
gekoesterd had.Zij stelde zichaan als liet slachtoffer
van een schandelijk verraad en verklaarde het een
schande als een meisje, dat als dienstbode in haar
huis verkeerd had,baar schoondochter zou worden.
Zulke onverstandige praat maakte Koenraad
woedend, hij zwoer, dat hij nooit van Valentine
zou afzien.
Jelui beiden hebt dan van mij niets te wach
ten dan mijn vloek. Als ge met haar trouwt, zet
gij, noch zij hier ooit weer een voet over mijn
drempel en ik zal wel zorgen, dat ge na mijn dood
geen penning krijgt van al mijn geld.
Met deze woorden trok mevrouw Rechling zich
in haar kamer terug en Koenraad, die den vol
genden morgen voor zaken naar Zecka terugging,
kreeg haar niet meer te zien. Zij liet hem door
Hendrik zeggen, dat zij bleef bij hetgeen ze gezegd
had, dat hij terug kon komen als hij die bede
laarster uit zijn hoofd had gezet.
Nog dienzelfden avond was Koenraad naar Wil-
mersdorf gereden. Hij wilde den heer Zier spre
ken, zijn dochter ten huwelijk vragen en de ver
loving onmiddellijk bekend maken.
Valentine bezwoer hem echter van dit voorne
men af te zien, niet alleen om zijn moeder niet
tot het uiterste te brengen maar ook terwille van
haar vader, wiens hartkwaal thans zoo verergerd
was, dat elke hevige aandoening voor hem nood
lottig kon worden.
Er bleef den jonkman dus niets over dan met
zijn geliefde de eeden van onwankelbare trouw te
hernieuwen en verder te Zecka den verderen loop
der dingen af te wachten.
Of gevoelt ge u uiet sterk genoeg tegen
over hem, laat hem dan praten, maar luister
niet naar hem. Hij is een wolf in schaaps
klederen. Hjj heeft het woord «vrjjheid»
meer loon en minder werken in den mond,
kau n zelf niets geven, en is in werkelijkheid
niets anders dan een slaveukoopman, die
het gemunt heeft op uw kostbaaretegoed;
hg is eeu roover van vrjjheid, een dief vau
uwe tevredenheid.
Bewaar en verdedig uw Godsdienst en
zelfstandigheid, uwe vrjjheid en tevreden
heid, roepen wjj den ordelievendeu werkman
toe, want zonder deze zal uw lot ondraag-
ljjk gemaakt worden.
Italië.
In de Italiaansche Kamer wordt het den
minister-president C r i s p i zeer benauwd
gemaakt. Zooals bekend is heeft de heer
G i o 1 i 11 i stukken omtrent de gepleegde
bank-schaodaleu overgelegd aan eene Com
missie van Afgevaardigden die den inhoud
heeft bekend gemaakt. C r i s p i moet zich
schuldig hebbeu gemaakt aau het nemeu
van geldeu en betrokken zjjn in de schan
dalen. Hem werden dau ook iu de Kamer
door de heeren Cavalotti en I m-
briani hevige verwjjten gedaan. Maar
C r i s p i, de brutale minister, antwoordde
op heftigen toon; dat de stukken van Gio-
1 i 11 i, al waren ze door eene Commissie
onderzocht, niets dan leugens bevatten.
In het nauw gebracht heeft .hg van den
Koning machtiging verkregen om de Ka
mer-zittingen voorloopig te schorsen.
Die schorsing van de Kamer kwam
's avonds nog in de Staatscourant.
De Minister-president was begonnen met
het instellen eener gerechteljjke vervolging
tegen eenige zjjner tegenstanders wegens
laster en nu die tegenstanders hem gaan
ontmaskeren, beneemt hjj han daartoe de
gelegenheid. De leden der oppositie in de
Kamer hebben echter terstond eene bjjeen-
komst gehouden, ten einde te beraadsla
gen, wat han in deze buitengewone omstan
digheden te doen staan.
Da heer C r i s p i, durft onbeschaamd te
zeggen; «Eenige onruststokers pogen schan
daal te verwekken en den parlementairen
arbeid te verstoren, alsof Italië nog niet
genoeg heeft geleden.»
Wat een onbeschaamde, wie laat Italië
ljjden, wie is de grootste knoeier, die na
bij dreigt ontmaskerd te worden naar zjjn
vriend Umberto loopt om de Kamer-
II.
De gepensionneerde luitenant Zier woonde reeds
sedert jaren te Wilmersdorf, zoowel om de gerin-
gere drukte als om het mindere dure l?ven.
Van jaar tot jaar breidde zicb deze plaats uit,
i zoodat het eindelijk een belangrijke voorstad van
Berlijn werd overal zag men fraaie villa's, die in
de laatste jaren verrezen waren. Het kleine tuin
mansbuis, waarvan de luitenant drie kamers in
buur bad, werd aan beide zijden begrensd door
mooie villa's met scboone bloementuinen, zoodat
het lieve huisje met zijn kleinen moestuin en
boomgaard wel wat onbeduidend voorkwam, al
maakte het geen onvriendelijken indruk.
Mijnheer Zier was reeds vele jaren weduwnaar,
zijn vrouw had de geboorte hunner dochter niet
lang overleefd. Sedert werd zijn huishouding be
stuurd door zijn eenige jaren oudere, nog onge
huwde zuster Constance, die zijn dochter Valen
tine met moederlijke zorgvuldigheid opvoedde.
Op zeventienjarigen leeftijd had Valentine het
vaderlijke huis verlaten om zelfs in haar onder
houd te voorzien als helpster in de huishouding
of als gezelschapsjuff er bij burgerlijke of adellijke
familien. Zij wilde haar vader niet langer bezwa
ren tante Constance kon den zieke wel verplegen
cn bovendien voor de huishouding zorgen.
Vader en dochter hielden veel van elkander
het scheiden viel hun zwaar, doch zij brachten
dit offer wegens dringende omstandigheden en
omdat de oude tante, die beider dankbaarheid
wel verdiend had, geen ander onderkomen hacl
kunnen vinden.
{Wordt vervolgd).