NIEUWE
Woensdag 6 Februari 1895
20ste Jaargasj.
Moderne tijdgeest.
V* 2244
UBlllHSdHE (DUIMT.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei S maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIE»
AGITE MA NON AGITATE.
Van 16 regels .50 Cents
Elke regel meer7%
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advert entiën worden uiterljjk Maandag-, Woensd ag-
en Vrjjds g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Bedacteu r-U itgever, W. KüPPEBS.
Na zingenot en uithuizigheid alle klas
sen der maatschappij beheerschea, en zich
als onverzoenlijke vjjaoden van eer en deugd
hebben opgedrongen bjj groot en klein, kan
tegen deze voor de samenleving verpestende
kwalen niet te veel worden gewaarschuwd.
De toenemende zucht naar zingenot en uit
spanning, die ontaardt in inspanning,brengt
tegenwoordig maar al te veel ontevreden
heid, ellende en verwildering in den huise-
lijken kring. Men is niet meer tevreden in
den stand waarin de goddelyke Voorzienig
heid, den men9ch heeft geplaatst, men wil
genieten van alles wat te genieten valt en
aan de groote uitgaven die worden gevor
derd om te kannen meedoen, is de ondergang
van menig huisgezin te wjjten.
Wanneer men niet raar de verleiding onzer
dagen had geluisterd, zou menigeen, zoo
rjjk als arm tevreden hebben kannen zjjn
in den stillen schoot van het huisgezin,
waar voor hem een geluk is weggelegd,
dat hg nooit op andere plaatsen vinden
zal, en ver verheven is boven alles wat de
wereld hem geven kan. De mensch moet
het genoegen in de ontspanning, welke hg
ontegenzeglijk noodig heeft, zoeken in
den kring zpner familie, hg moet het fami
lieleven liefhebben.
Doch de moderne tgdgeest tracht ook
deze liefde in zjjn hart te verstikken, stelt
de mensch geluk en oprecht genoegen voor
in de uithuizigheid, welke met recht eene
hoogst bedenkelijke en aanstekelijke ziekte
mag genoemd worden.
Hniseljjkheid is nit de meeste gezinnen
verdwenen, en niet alleen, dat de ouders
te veel uitgaan en zoodoende den kleinen
een voorbeeld ten kwade geveD, maar ook
de kinderen worden al vroeg naar allerlei
nitspanningen meegenomen, waar zjj zaken
zien en hooren, die de nieuwsgierigheid
opwekken en van de kinderen kleine men-
schen maken, met lusten en begeerlijkhe
den, welke al het kinderlgke in het kleine
hart verstikken»
Die geest is in het jongere geslacht het
ergste, en derhalve moet der jeugd een
andere geest worden ingeprent. Zij hoort
van den eenen kant niets anders meer dan
van uitspanningen en van den anderen kant
voortdurenden verbitterden en verbitteren
den strjjd om het loon, dikwjjls veroor
zaakt, dewjjl de verdiensten Diet meer toe
reikend zjjn, om de huishouding in stand
te knoDen honden, aan wier hoofd daarer-
F E V1LLET O N.
Ontmaskerd.
33.) Vervolg
XL
Het was een heerlijke Meidag.
In liet tentoonstellingsgebouw zou een der
groote jaarlijksche tentoonstellingen geopend
worden en een bonte menigte van kijklustige lie
den was samengestroomd om den Keizer en zijn
hofstoet te zien die de opening zouden bijwonen.
De menigte wilde bet oog verlustigen aan de
schoone uniformen en ridderorden der heeren en
aan de fraaie toilletten in bet gevolg der Keizerin,
terwijl een flink muziekkorps bet oor streelde
met zijn welluidende tonen.
Welk een tegenstelling vormde bet tooneel bier
met dat in het gerechtsgebouw. Een breede schare
beeft daar staan wachten tot de deuren voor bet
publiek geopend werden. Onder veel gedrang
zijn de lieden binnengekomen en wachten op de
slot-akte van een drama, dat drie maanden ge
leden de bewoners der hoofdstad ten zeerste had
ontroerd en dat nu weder op den voorgrond
kwam. Heden zou de rechtbank de aanklacht be
handelen die Valentine Zier beschuldigde van
vergiftiging harer gewezen meesteres, mevrouw
Bechling.
Uit alle kringen der maatschappij waren zoo
veel aanvragen ingekomen om een plaats op de
publieke tribune bij de behandeling dezer zaak,
dat slechts aan een zeer klein deel dier aanvragen
kon voldaan wordenOfschoon de grootste zaal
boven meaigmaal nog eene vrouw staat,
die van huishoudelijke zaken geen kennis
heeft. Wg willen hier stilzwjjgend voorbij
gaan, welke gevolgen hieruit op stoffelijk
gebied voortspruiten, maar hoe treurig is
het gesteld in de huisgezinnen, waar der
gelijke geest heersaht, welke de huiselijke
samenleving geheel ondermgnt. Telkens
hoort men klachten over kwjjaing en ach
teruitgang van vele familiën, over twisten
tweedracht in menig huisgezin, over verwil
dering en ongebondenheid der jeugd, o /er
misnoegen en verdriet van zeer vele ouders
wegens het wangedrag hunner kinderen,
over honderd andere treurige voorvallen
en gebeurtenissen, te lang om hier op te
noemen. Men zal niemand aantreffen,
eenigszins bekend met den treurigan toe
stand onzer zeden, die niet weet boe ge
ring de plichten des huisgezias door den
tgdgeest geschat worden.
Het huisgezin is tegenwoordig slechts
een schaduw, iets doodscb, dat de menscheu
om zoo te zeggen, niet meer bjj het ge
moed, bjj den geest of het hart grjjpt, en
dat hen niet geheel en al bezit geljjk het
eertgds deed. De gevoelens, welke door het
huisgezin opgewekt worden, die men na
tuurlijke gevoelens noemt en voor altjjd in
bet hart geprent waant, verzwakken met
den dag.
Weinigen worden er gevonden, die begrjj-
pen en gevoelen wat het vaderschap is,
die de plichten trachten te beoefenen, welke
het oplegt, en da verantwoordelijkheid op
zich nemen, die het medebrengt. Hoe vele
vaders toch verlaten het hnis zoo dikwjjls
ze kunnen, om hun vermaken en uitspan
ningen elders te gaan zoeken. Zjj loopen
naar bjjeenkometen in Bonden en Vereeni-
gingen, waar zjj niets anders hooren dan
jammeren over hun lot, en ontevreden
komen zulke vaders thnis. Zij hakeu met
ongeduld naar het einde van den arbeid,
geven toe aan slechte ingevingen, en ver
teren voor het grootste gedeelte, in kroegen
en in herbergen de opbrengst van hun
arbeid, welke het gansche huisgezin moest
onderhonden.
In zulk huisgezin zal geen geluk en vrede
heerscheD, daar is men getuige van twist
en tweedracht, van scheldwoorden en ver-
wjjtingen, daar aanschouwt men kommer
en gebrek, terwjjl de vader i<i lichtzinnige
verkwistingen onder luid getier, dikwjjls in
overdaad en dronkenschap en zelfs in de
schandelijkste ongebondenheden, wil verge
ten, hoe diep ellendig en rampzalig bg
van bet gebouw in gebruik was genomen, was
deze reeds lang voor het begin der zitting gebeel
gevuld.
Na herbaalde aanmaningen werd het eindelijk
stil in de zaal, toen de leden van de rechtbank
binnentraden, de openbare aanklager en de ver
dediger hun plaats innamen en bet oproepen,
loten en beëedigen der gezworenen begon. Dit
vorderde betrekkelijk weinig tijd, want de aan
klager en de verdediger maakten geen van beiden
gebruik van bun reebt om een of meer gezwo
renen te wraken. Zij, die wisten boe nauwlettend
Lageman in den regel toezag op de keuze der
gezworenen, oordeelden dit geen gunstig teeken
voor de beschuldigde.
Hij acht de zaak nu reeds verloren hij
hecht er geen waarde meer aan, wie als gezwore
nen bet oordeel zullen vellen, fluisterde men en
tevens zocht men op het gelaat van den beroem
den verdediger de bevestiging van dit vermoe
den te lezen.
Zijn trekken verrieden echter niets van wat in
hem omging. Slechts eenmaal schitterden zijn
oogen dat was toen een kleine bevallige dame
in eenvoudige grijze kleedij en zwaar gesluierd,
op een gereserveerden stoel plaats nam. Doch
onmiddellijk stond zijn gelaat weer ernstig zijn
blik rustte doordringend op de getuigen, die
binnentraden om den vereischten eed af te leggen.
De toeschouwers vestigden bet meest bun aan
dacht op Koenraad Bechling en op Constance
Zier; deze laatste was in zwaren rouw. Leunen
de op den arm van een donkerblonden beer
kwam zij langzaam binnen, meer voortgesleept
dan zelf loopende. Als een automaat scheen zij
zich naar hem te richtenevenals bij deed zij
den êed zonder zich te storen aan de voorafgaande
zjjne vrouw en kinderen gemaakt heeft.
Wat zal er nu van znlk een huisgezin
worden? Zal de moeder de afwezigheid of
onverschilligheid van den vader in de op
voeding der kinderen kannen aanvullen
Neen, daartoe is zjj niet in staat, zg zal
de opkomende dri/ten harer zonen en doch
ters niet genoeg van verre overzien, noch
tegenstreven, noch verhinderen kunnen, zjj
kan de bezwaren der opvoediug niet alleen
op haar zwakke schouders dragen. Ea wat
zal er van de deerniswaardige jeugd ge
worden, als men haar natuurljjkeu afkeer
van alle tucht, haar vergetelheid vau iederen
plichthaar oneerbiedigheid voor ieder
gezag nagaat?
Het voorbeeld van den vader oefent den
noodlottigsten invloed op de kinderen
slechts eeue enkele begeerte bezielt de jeug
dige harten, en dat is het verlangen naar
volslagen onafhankelijkheidzjj haken naar
het oog8nblik, waarop zjj zich geheel aan
het oaderljjk gezag kunnen onttrekken,
waarop zg den schoot van het huisgezin
kunne?! ontvluchten, om op hun beurt ook
de vermaken te genieteü, welke de tgd
geest hun aanbiedt. Slechts een enkel aaa-
loksel verleidt hen, te weten het vermaak;
terwgl zelfs de gedachte aan plicht ban
onbekend is. Komt het tjjdstip om een
levensstaat te kiezen, en in zeer veie ge
vallen nog aanmerkelijk vroeger, dan stel
len de driften, welke den wispelturigen
geest beginnen te beheerscheD, en tevens
de onervarenheid der jeugd aan de groo'ste
gevaren bloot; men zoekt gewoonlgk ziin
genot en vermaak in eene onbezonnen,vroeg-
tjjdige verkeering, zonder eenig vooruitzicht
op een huweljjk, in een vertrouwelijke
omgang met personen van het andere ge
slacht, die al te vaak de vervulling der
godsdienstplichten reeds overboord hebben
geworpen, men neemt zgn toevlucht tot
huizen en plaatsen, tot nitspanningsloka-
len en vermakelijkheden, welke voor een
ieder de pest zgn, maar inzonderheid voor
de jengd ware raoordholen uitmaken. De
jeugd is niet meer onderlegen in de deugd,
los loopt men er overheen en nauweljjks
kan het kind lezen of het grjjpt naar vaders
of moeders godsdienstlooze z.g. nentrale
conrant, het drinkt een langzaam maar
zeker werkend vergift. Waarom zon de
jongeling en jongedochter niet genieten
van de bijeenkomsten, aangekondigd en
beschreven in vaders blad?
En als dan eenè moeder, die noch voor
zichtig, noch ongerust is voor de toekomst,
vermaning van den President, dat naaste bloed-
verwanten konden weigeren getuigenis afteleggen.
De getuigen verlieten de zaal en nu volgde een
aangrjjpend oogenblik de Piesident gaf bevel de
beschuldigde binnen te leiden.
Diepe stilte een licbt geruiscb
weder diepe ademlooze stilte. Geleid door twee
gevangenbewaarders in uniform, was Valentine
Zier binnengekomen en bad achter haar verde
diger plaats genomen op de bank der beschul
digden.
Zij was gekleed in een zeer eenvoudige japon
van zwart wollen stof en droeg een hoedje van j
zwarte crêpe. Het eenige witte dat men zag, was j
baar zakdoek en baar gelaat. Elke droppel bloed i
scheen uit wangen en lippen geweken te zijn j
haar oogen, waaronder don nero randen zichtbaar
waren, schenen onnatuurlijk groot. Zij hield de
oogen neergeslagen, zij wierp geen enkelen blik
op de toeschouwers, de rechters of de gezworenen,
zelfs den groet die baar verdediger baar toefluis
terde, beantwoordde zij slechts met een zwak
knikje.
De President liet baar opstaan en richtte tot
haar de gebruikelijke vragen, die zij op doffen
toon zoodanig beantwoordde dat men gedacht
zou kunnen hebben, dat de gebeele zaak baar
niets aanging, doch een ander persoon betrof.
Na afloop daarvan zonk zij weer op haar zitplaats
neer, doch al haar krachten inspannende, stond
zij een oogenblik later weer op en geleund tegen
de b 'iik, luisterde zij naar het voorlezen der akte
van beschuldiging.
Die akte had een grooten omvang en was zoo
scherpzinnig samengesteld en met zooveel juist
heid werd van alle omstandigheden gebruik ge
maakt, dat den aanklager voor zijn redevoering
wil beproeven om haar kind een weinig in
toom te honden, zal het haar aanstonds
onder het oog brengen dat het reeds tjjd
is aan een lastig toezicht een einde te
maken: dat het oud genoeg is om zjjH
eigen meester te zgn, dat het de moeder
niet meer noodig heeft, eu bjjgevolg haar
vermaningen en waarschnwingen ook niet.
Het kind heeft te veel gehoord en gelezen.
Het ontzag voor ouders en overheden is
langzaam verdwenen.
Voor hen, die niet door het geloof leven,
bestaan er geen verplichtingenderhalve
zal de moeder gedwongen zgn de oogen te
sluiten, uit vrees van dien geest van onaf-
haukeljjkheid nog meer op te ruien, welke
dan bet kind nog aan grootere gevaren
zon blootstellen. En het zal haar niet meer
helpen haar teederheid en zorgen te ver
menigvuldigen, en er zich op toe te leggen
om het leven van haar kind zoo aangenaam
mogeljjk te maken, want zgn wispelturige
geest en daar heelt ook de lectuur,hot kind
in handen gegeven voor gezorgd, zal de
bovenhand behouden.
Den dag, waarop het kind voor zich zelf
zal kunnen zorgen, zal het met geen groo-
ter gevoel en verdriet uit de ooderljjke
woning gaaD, als de jongen der vogelen
hun nest verlaten. Ziedaar den toestand des
huisgezins op onze dagenhet vaderljjk
gevoel is niets meer dan eene schaduw, ea
het kinderlgke bestaat niet meer; er blgft
niets over dan de nataarljjke liefde der
moeders, die de weinige godvruchtigheid,
welke nog in sommige huisgezinnen aan
getroffen wordt, bewaard hebben. Doch
daarin zgu geen voldoende banden te vin
den, hecht genoeg om eene maatschappij te
vormeu.
Er zjjn wel is waar vaders, moeders en
kinderen, maar er bestaan niet veel huis
gezinnen meer waar oprechte tronw en
deugd onderling verbinden, het gevoel dat
vroeger al die wezens in eene eenige ge
dachte, in eene eenige liefde, in een eenig
verlangen vereenigde, dat gevoel bestaat
niet meerzelfs het denkbeeld des huisge
zins is verdwenen: de wederzgdsche plich
ten, welke men in het huisgezin heeft te
vervollen, om er geluk en vrede te smaken,
worden of wel over het hoofd gezieD, of
zgn onbekend, de vervulling van die plich
ten scbjjnt in onze dagen van hebzucht
en het plegen van onrechtvaardigheden,
aan velen slechts als eene dwaasheid toe.
Eu dit alles is het werk van den ramp
zaligen modernen tjjfgeest, waarmede helaas
niet veel overbleef. Wat zou de verdediger nog
ten gunste van zjjn cliënte kunnen aanvoeren
"roeg men zich at. Hoogstens zou bij ontoere
kenbaarheid in een oogenblik van drift ea ver
zachtende omstandigheden kunnen puiten, doch
op vrijspraak zou bij niet kunnen aandringen
Dat de beschuldigde bekenoe, was niet noodig,
de verklaringen der getuigen waren overbodig,
men was overtuigd van baar schuld. Gedurende
de behandeling konden alleen nog een paar pun
ten van minder belang opgekelde"d worden. Zoo
afgrijselijk bet geval was, zoo gemakkelijk te be
grijpen was bet ook.
Mevrouw Bechling bad ontdekt, dat baar juf
frouw van gezelschap in liefdesbetrekking stond
met haar zoon. 5Je bad zich daar krachtig tegen
verzet en volgens baar inborst daarbij niet altijd
de keurigste woorden gebezigd. Na een heftig
tooneel had Valentine Zier haar hu;s verlaten
en was naar haar vader te Wilmersdorf terugge
keerd. Mevrouw Bechling vermiste zeer korten
tijd daarna een halssnoer van kostbare paarlen
en meende, dat de gewezen juffrouw van gezel
schap dit halssnoer ontvreemd bad. Zij reed daar
om naar Wilmersdorf om verantwoording te
eiscben toen bleek, dat Mevrouw in dwaling
verkeerde. Het kwam tot een schijnbare ver
zoening tusscben de dames, zoodat mevrouw
Becbling, die zeer ontroerd was een verfrissching
vroeg. De beschuldigde baalde cognac en water
voor haar, zij dronk daarvan herhaaldelijk, reed
naar huis terug, werd onder zeer bedenkelijke
■verschijnselen ziek en stierf, nadat zij in baar
laatste oogenblikken herhaalde malen Valentine
Zier genoemd bad als haar moordenares.
{Wordt vervolgd.)