NIEUWE Se 2256 Woensdag 6 Maart 1895 20ste Jaargang. Vrije concurrentie. BUITENLAND. Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,08 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÜBBAIT: St. Janstraat Haarlem. Van 16 Elke regel meer 50 Cents 7Vi Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woeuid ag es V r ij d a g-a vond voor 6 unr ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. RüPPERS. In den tegenwoordigen tjjd is het woord concurrentie iets verschrikkelijks. Het sluit in zich een geweldigen strpd om het be staan, een heftigen ttrugle for live. Het sluit maar al te vaak iu zich de neiging tot roekelooze waaghalzerij. Op alle gebied, op elk terrein opeabaart zich tegenwoordig onder zeer verschillende omstandigheden de concurrentie; zjj is een eigenaardig kenmerk van onze dagen. Maar hoe kan dit ook anders? Immers, de vrjje concurrentie was één der grondslagen waarop men begonnen is het gebouw der 19e eeuw op te trekken, en dat gebouw, hetwelk thans zijne voltooiing nadert, is steeds op den grondslag der vrjje concur rentie gebleven. Wjj willen volstrekt niet de concurrentie onder eiken vorm bestrpdeo. In vele ge vallen achten wij haar nuttig en noodza kelijk maar in den vreeselijken vorm waarin zjj zich thans ontwikkeld heeft, knnnen wij haar allerminst voor nuttig houden. Neenin dien vorm verachten wjj baar als de oorzaak van naamloos veel ljjden, als de oorzaak van gedachten strijd, als de oorzaak van onbeschrpflpk groot verdriet, als de oorzaak van vreeseljjke ellenden. Wilt gij weten, waar tegenwoordig al niet concurrentie wordt gevonden en wat zjj heeft veroorzaakt? Gjj vindt concurrentie op den ledigen bodem van de schatkisten der koninkrjjken en vorstendommen. Immers, elke vorste- ljjke mogendheid tracht zooveel mogeljjk andere Staten voorbij te streven. Hiervoor worden de grenzen der bureaucratie steeds verder en verder uitgezet; hiervoor wordt de wetgeving op het onderwas steeds boo- ger en hooger, zelfs tot het toppunt van dwaasheid, opgevoerd; hiervoor wordt aan de legermacht steeds breeder omvang ge geven. En dat alles om wille der concur rentie! 't Spreekt van zelf, dat al deze maatregelen geld, schatten van geld vorde ren, waartegen zelfs de rjjkst gevulde schat kist niet is bestand. Daarom worden er leeningen, ontzagljjbe leeningen gesloten, tot welker aflossing alle burgers van den Staat krachtdadig moeten medewerken zoodat er eene zware belasting drukt op de burgers tengevolge der zoo hoog opge voerde concnrrentie. Zooals de mogendheid van den Staat doet, zoo handelen ook de provinciën on derling, zoo handelt ook het bestuur zelfs van eene stad. Eanalen en wegen worden FE UIL LE TON. 20 De samenzweerder. Vervolg.) Het is beter niet bij dat denkbeeld stil te staan zeide hij op gesmoorden toon Indien men in dit land zijn hart niet sloot voor al wat medelijden heet, hoe zou men dan nog een uur geluk ken nen Men hoeft zich slechts te herinneren hoe schier aan eiken haard een ledige plaats is hoe hij, die haar eens bekleedde, daar nooit weer zal keeren, omdat hij ofwel doodgemarteld werd, of wel wegkwijnt in de mijnen van Nertchinsk, in de kazematten van Akatonia, in het tuchtkorps van Orenburg. Gij zegt dit op eenen toon, als geluktet gij zelf er niet in, dat spook uit uwen geest te ver jagen sprak zij, de lichtkleurige oogen naar hem opslaande. Dat gelukt mij ook zelden. Op eenen dag zooals gisteren moge ik het gepijnigd vaderland uit het oog verliezen, spoedig daarna rijst het met dubbele kracht weer voor mij op, en vroeg of laat zal ik waarschijnlijk bezwijken voor de verzoeking, zijn keten te helpen afschudden. Zeg lievereen vooraf mislukte poging wagen die het nog zwaarder verdrukking zal kosten en u zelf het lot der broeders zal doen deelen. Alleen de gedachte aan mijn moeder houdt mij voorloopig daarvan terug. Laat ons dan hopen, dat zij nog lang voor aangelegd; aanzienlijke subsidiëa worden verleend, meestal enkel en alleen om eene naburige provincie voorbij te streven, le overtreffen, om te kannen concarreeren. Gaan wjj thans over naar het terrein van handel en industrie, dan vinden wp daar het stelsel van overdreven concur rentie op jammerlijke wpze toegepast. Daar legt men het er enkel opaan, zon men zeggen, om elkander den kop in te drukken, om zpn confrater onder den voet te krij gen en te vertrappen. Of moet men het schier eiken dag niet aanschouwen, hoe de eene fabrikant, de eene grossier, de eene winkelier nog bespottalpker aanbie dingen doet dan de audei? Men hondt ook schier het geheele jaar door uitverkoopin- gen in verkooplokaleu tegen zeer vermin derde prjjzeD, hetzij wegens plaatsgebrek, hetzij wegens verhuizing, hetzp wegens ver bouwing, hetzp wegens Maar och, het zpn altemaal titels en redenen, die grootendeels in de verbeelding, geenszins in werkelijkheid bestaan. Want na de uit- verkoopen, ziet of hoort men in de meeste gevallen niets van verbouwing, noch van verhoizmg en zoo verder. Maar kan men dit eerlijke concur rentie heeten? Is het niet, in meerder of minder mate zwendel, wanneer wagens vol met goederen zoo 't heet van zaken die liquideeren beneden de prpzen worden te koop aangeboden, waa tegen de handelaar niet is bestand? Is dit niet groote knoeierij, welke, 't is waar, onmogelpk langen tjjd kan worden volgehouden, maar welke in- tuaschen, zoo lang zjj duurt, eenige en dikwpis vele slachtoffers maakt onder de eerljjke winkeliers? Want het valt niet te loochenen, bp honderdtallen zpn ze te tel len, de kleine winkeliers, de ambachten en bedrpven van allerlei aard, in elke stad of streekdie tengevolge van de knoeierp en zwendel der confraters zpn gedaald en dikwijls geheel zpn verdwenen. Een ander gevolg van de overdreven concnrrentie is, dat het werk, dat geleverd moet worden natuurljjk voor zeer lagen prps, er allesbehalve beter op wordt. Lage prpzen veroorzaken, zooals van zelf spreekt, geringe verdiensten en daaruit volgt lo gisch: dat men slechter werk gaat afle veren. Is het dan niet allerbespotteljjkst, dat wjj ons zoo stevig vasthechten aan het alles vernielende stelsel der vrije concur rentie? Znllen wjj dan nooit ofte nimmer geleerd worden door de droevig opgedane ervaringen? Uit duizenderlei omstandighe den is het ons gebleken, dat het bestaan u gespaard blijve, lang genoeg om u ook andere banden te doen aanknoopen, die u op hunne beurt zullen beletten een edelmoedige dwaasheid te be gaan. Gij spreekt van wat men beweert, dat gij zelve niet licht zult nakomen. Het huwelijk, sprak zij lachend. Zegt men waarlijk dat ik daartegen ben' Voor u zelve, ja. Heeft men daaromtrent ongelijk Niet geheel en al. Ik zal er niet spoedig toe overgaan. Het is eene zaak, even ernstig als de dood. Men kan zijn hart slechts eenmaal weg schenken, en daarom ook zou ik veel te veel vragen misschien. Gij zijt zeer oprechtna u dat te hebben hooren zeggen, zal iemand het niet spoedig wagen zich zelf de noodige hoedanigheden toe te ken nen om uwe liefde te winnen, Ik zal het niet betreuren. Niets is zoo pijn lijk als een afwijzend antwoord te moeten geven. Geloof echter niet, dat ik, die zelve niet volmaakt ben, alleen een volmaakt wezen zou vragen neen, maar ik zou alles willen zijn in het leven, dat mij dierbaar was; zelfs het vaderland zou slechts een tweede plaats in zijne ziel mogen innemen; ik zou het hem niet vergeven ons beider geluk op te offeren aan het nastreven van een droom - beeld gelijk het verheffen van Polen is. Op dat oogenblik werd hun gesprek afgebro ken men hield stil alvorens het boseh binnen te gaan, dat zich onmetelijk ver aan weerszijden van den weg uitstrekte. De duisternis zou hier spoedig invallen en men wilde vóóraf de fakkels opsteken. der vrjja concnrrentie het maatsehappeljjk leven ondermijnt, en toch wordt er zoo bitter weinig gedaan om die knoeierp en zwendel, welke uit het stelsel van vrpe concnrrentie voortvloeien, tegen te werken. In al'es de galden middelweg, is ook hier van toepassing. We geven gaarne toe, dat het gildewezen ten tjjde der Middel eeuwen geenszins zonder fouten en gebreken was; maar het systeem van onzen tpd is nog veel minder. Daarom moet het goede van beide stelsels worden uitgekozen, want in dat goede alleen is de veilige rust, de welvaart, de vrede der toekomst gelegen. Dan zal de welvaart, in de laatste jaren zoozeer geknakt, wederom opbloeien ten heil voor alle ledematen der maatschappij, en het vreeseljjke sociale vraagstuk zal daardoor niet minder spoedig en heilzaam worden opgelost. Frankrijk. Naar men verzekert, zal de Pransche regeering morsren ter kennis brengen van de Duitsche regeering, dat zjj de nitnoodi- ging van keizer Wilhelm aanneemt, om zich door een eskader bp de opening vao bet Noord-Oostzeekaoaal te laten vertegen woordigen. Deze mededeeling zal gedaan worden door tnsschenkomst van graaf Mun ster, den Duitichen gezant te Parjjs. Frankrjjk zal, vereenigd met Rusland deelnemen aan de feestelijke opening van het Noord-Oostzeekanaal. De Fransche- en Russische oorlogsvloot zal een even groot aantal schepen tellen en tegeljjk voor Kiel verschpnen. Beide es kaders zullen gesteld worden onder com mando van een hoofd-ofi&cier van denzelfden rang. De oorlogsschepen zullen zich te Kiel naast elkaar scharen en sameu vertrekken. Het doel van dat gemeenschappelijk optre den der beide eskaders is aan hunne tegen woordigheid bjj deze feestelijkheid het ka rakter te verleenen van solidariteit en eens gezindheid. Twee jongelieden te Parjjs hebben volgens de Gaulois, het plan opgevat om ter Wereldtentoonstelling van 1900 eene algemeene, Internationale expositie in te richten van het Christendom gedurende de 19 eenwen van zjjn bestaan. Zjj hebben hun plan aan Z. H. den Paus voorgelegd, die er hoogeljjk mede moet zjjn ingenomen. Een der Kardinalen heeft zjjne krachtige medewerking toegezegd; evenzoo de Kardinaal-aartsbisschop van Parjjs. Nu eerst wordt het fantastisch, riep Leontine uit, zich dichter in hare pelsen wikkelende. Ik zal nog bang worden in dat spookachtige bosch; prins Iwan, gij naoogt wel oppassen, dat de paar den geenen zijsprong maken, of ik val flauw van schrik. Lachend antwoordde de jonge man haar, maar vergaf het haar slechts met moeite dat zij hem aldus dwong zich met haar bezig te houden, ter wijl hij zoo gaarne zijn gesprek met Alma had voortgezet. Het duurde niet lang, of de twee vrouwen werden stil en gaven zich geheel en al over aan het grootsche schouwspel, dat voor hare oogen zich ontrolde; de eeuwenoude pijnboomen staken hunne takken omhoog om een sombere schaduw te werpen op de met sneeuw bedekte varens en struiken. Het was als een heerlijk droomgezicht: de vlammen der fakkels verspreidden een rossen gloed op het witte vloertapijt. Den volgenden morgen kwam een van Iwan's zusters hem zeggen Het spijt mij zeer, maar Alma Podnawska zal ons niet verder vergezellen. De jonge man zag schielijk op. Hoe dat Zij is toch niet ziek geworden? Neen, maar haar vader is door een zijner oude aanvallen van jicht aangetast en wil koste wat het koste huiswaarts keeren. Het spijt mij des te meer voor haar, omdat het een lange moeie- lijke weg is met eenen zieke en dat hare broeders er niet van hooren willen mee terug te gaan. Ik moet dan ook bekennen, dat mijnheer Pod nawska zeer goed gehoor zou kunnen geven aan het dringend verzoek onzer gastvrouw om zoo De Figaro komt dikwpis zeer vermake lijk uit den hoek. Nu geeft het blad de volgende samenspraak. Voor het diner. X. bezig aan zpn toilet in gesprek met een schilder over het inzen den van schilderpen op de tentoonstelling te Berlijn. X. opgewonden: «Ik wil niets met Duitsch- land te maken hebben, absoluut uiets. Je mag niets zenden «Wat doe je daar op je zakdoek?» «Eau de Cologne, gaat voort) niets, niets met Duitschland.» «Waar ga ja van middag heen?» «O, ik ga ganw even eten in de brasserie Bavaroiseik zal er van die goede Frankfortsche worstjes nemen en wat Main- zer ham met een paar glazen Munchensch bier en een glas Rijnwpa. Van avond ga ik de Wallküre hooren.... Maar je moet je werkelpk nooit met Daitschland inlaten.» Chauvinva Engeland. Prof. John. Staart Blackie, een der meest bekende philologen welke En geland bezit, te Edinburgh, in 1809 te Glasgow geboren is op 86-jar'gen leeftjjd overleden. Hij was tot 1882 hoogleeraar in het Grieksch aan de Uaiversiteit te Edinburgh. De heer Blackie, was een bekend schrpver, van wiens hand tal van geschriften over Grieksche letterkunde en politieke quaesties van den dagvooral Schotland betreffende, het licht zagen. Zweden en Noorwegen. Koning Oscar is vergezeld van den Kroonprios uit Christiaoia naar Stockholm teruggekeerd en werd bjj aankomst aan het station met gejuich ontvangen. Dames boden Z.M. ruikers aan. Maar met dat al is de crisis in Noorwegen nog niet opgelost. De Koning bljjft weigeren om de eischen der radicalen in te willigen. Eene volle dige breuk tusschen de beide staten der Scandinavische Unie wordt als eene quaestie van tpd beschouwd. Italië. De oud-miuister G i o 1 i 11 i, sedert eeoi- gen tpd in Rome teruggekeerd, is nog niet in hechtenis geuomen. Zooals men weet heeft hjj zich te verantwoorden wegens de beschuldigingen door hem tegen den pre mier C r i s p i in zake de bank-quaestie en meer schandelpke praktpken van dezen held, openbaar gemaakt. Da heer Crispi scbpnt dat zaakje nu niet aan te durven. lang in deze woning te vertoeven, tot hij weer geheel en al hersteld was. Hij zou er zoo goed zijn als thuis, daar wij toch allen dezen namid dag vertrekken en alleen de dienstboden achter blijven, maar hij is niet te bepraten. Iwan dacht een oogenblik na, en daarop begaf hij zich rechtstreeks naar de kamer van den zieke, dien hij luid hoorde kermen van pijn. Op zijn herhaald getik opende Alma de deur. Haar gelaat droeg het spoor eener groote afmat ting en hij begon dan ook met haar te vragen, of zij zich ziek gevoelde. Neen, dank u, antwoordde zij, het is slechts wat uitputting. Vader riep mij om drie ure en wij waren juist pas gaan rusten maar dat be- teekent niets. Wij zullen spoedig op weg naar huis zijn en eenmaal daar kan ik mijne schade ruimschoots inhalen. Is uw vader niet te bewegen, hier te blijven. Neen, helaasHij vreest, dat hij ditmaal zwaar ziek zal worden en verlangt naar zijne eigene haardstee. Hoe laat vertrekt gij Binnen een uur. Hoeveel bedienden hebt gij bij u De koetsier alleen, want de stalknecht moet de slee mijner broeders vergezellen maar ik kan volkomen op hem rekenen, hij is reeds dertig jaren bij ons in dienst en sterk genoeg om mijn vader in en uit de slee te dragen. Toch is het niet genoeg. U kan immers ieder oogenblik iets op weg overkomen. Stel n slechts voor, dat er iets met de paarden gebeurt of dat uw vader minder wel wordt, hoe zult gjj u dan redden? Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERTENTIE»? AGITE MA NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1