NIEÜ W E
N* 2259
Woensdag 13 Maart 1895
20ste Jaargang.
Schulden.
BUITENLAND.
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummer» 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B TT B E A TI: St. Janstraat Haarlem.
PBIJS DEB advertentien:
Van 16 regels
Elke regel meer
50 Cents
7Vs
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentien wordon uiterljjk Maandag-, Woensa ag
es* V r g d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Eedacteu r-U itgever, W. KüFPETtS.
Wat zgn schalden?
Scholden zgn de kankers, knagend aan
volkswelvaart en hoiseljjk geluk, de ko
gels aan het been, die het grootste ver
stand, de hoogste begaafdheid met geweld
naar omlaag trekken, de dood van alle vrij
heid,de beulen van het vertrouweD,de schok
kers van het crediet, de vernietigers van
menscheuwaarde, het onkruid alle edele hoe
danigheden verstikkend en overwoekerend,
de ondergang der huisgezinnen de oneer
lijkheid gemaskerd, de moordenaars van ze
delijk gevoel, de draaikolken waarin eer,
deugd, geluk jammerljjk ten gronde gaan.
Er wordt zoo lichtzinnig over gesproken:
hjj heeft schallen, hjj zit er diep in, hg
zet de tering niet naar de nering, hij ver
teert meer dan hg uitgeeft en men haalt
er de schouders voor op, het ljjkt zoo iets
heel gewoons dat schulden maken, het zit
in de lucht, in het bloed, schgnt |het in
onze dagen. Ieder maakt scholden, staten
zoowol als particulieren; het staat zelfs ge
kleed, en is iets geniaals, iet» nobels bijna
in zich hoog boven de eischen van het alie-
daagsche verheven te achten, er zich niet
over te bekommeren of men een nadeelig saldo
in zgn kas heeft, nog beter er over te lachen,
of er op te pochen.Hen,die geregeld hun reke
ningen afdoen, dié niets koopen waarvoor zg
het geld niet hebben «liggen», zien zjj met
voorname minachting aan, dat zgn krui
deniers, philisters, ploerten. De rechtmatige
fierheid van degenen, die liever met een
betaalde onde jas loopen dan met een pels
mantel waarvoor zij het geld nog schuldig
zgn is voor hen iets onbegrijpelijks, iets
laags, iets belachelijks. Schaamte om hun
schuldeischers onder de oogen te komen,
voelden zg nooit, hen door allerlei schoone
beloften voor het oogenblik tevreden te
stellen is voor ben een pikante, grappige
bezigheid.Dan komt er natuurlijk een oogen
blik dat het niet langer zoo gaan kan, dat
de eischen te luid en de banden te druk
kend worden. Ja, wat dan? Het gaat zoo
het kan, men biedt een accoord aan, men
schrgft wanhopende pathetische brieven aan
familie en vriendeD, van wie men weet
dat zgboe rgk of hoe arm ook een
rechtmatige afkeer voor schulden koes
teren en dus wat zjj bezitten veel of
weinig hun eigen kunnen hoemen, zjj
worden geholpen voor het oogenblik maar
een ommezien en zg zitten er nog dieper,
nog vaster iu; zg zakken reddeloos in den
poel van ellende, misdaad, zelfmoord.
Wg spreken hier niet eens van kooplieden,
FEUILLETON.
De samenzweerder.
5.) (Verve Ig.)
Ja, liefde had mijn behoud kunnen zijn. In
mij ook brandde een onleschbare dorst naar gelnk,
en ik zou van geen hooger geluk gedroomd heb
ben dan het leven te slijten aan de zijde eencr
beminde vrouw, voor hare vreugde, haar welzijn
te zorgen dan en ook dan alleen zou ik alle
staatkunde hebben prijsgegeven, uit vrees de mij
nen in mijn ongeluk mede te slepen maar zooveel
zomneschijn was voor mij niet weggelegd, mij blijft
nog alleen mijn plicht over.
Die plicht kan wachten, waartoe zoo over
ijld gehandeld
"Wilt gij het waarlijk weten
Ik smeek u, het mij te zeggen.
"Welnu dan, omdat ik vergetelheid ga zoe
ken in het gevaaromdat zelfs de Katorga mij
nog barmhartig zal toeschijnen, zoo zij stilling
aanbrengt van pijn. Wat zijn de smarten van het
lichaam, in vergelijking met die der ziel
Hebt gij dan zoozeer geleden vroeg zij op
gesmoorden toon.
O antwoordde de jongeling niet zonder
bitterheid, niemand draagt daaraan de schuld als
ik alleen, ik kreeg lief en zonder mij af te vragen,
of dit gevoelen geen waanzin was, waaromtrent
alles mij zeide, dat ik niets te hopen had, schonk
ik mijn gansche hart weg, zette ik al mijn levens
die zaken doen van andermansgeld en die
door wisselruiterij, valsche balansen en an
dere praktgken hun crediet trachten op te
houden totdat de krach komt, zg zich fail
liet moeten aangeven en dan na vele men
sehen van goed vertrouwen bedrogen te
hebben met schoone bladen opnieuw begin
nen; wjj hebben alleen het oog op diegenen
voor wie het schulden maken als het ware
een ziekte, een niet te overwinnen hebbe-
iglsheid, een levensbehoefte is. In het dage-
ijjksche leven beeten zij hartelgk, joviaal,
gastrrg, weldadig, men betreurt bet alleen
van hen dat zjj geen grooter inkomen te
verteren hebben, zg zouden er zoo aange
naam van leven voor henzelf niet alleen
maar ook auderen er van laten genieten.
En men vergeet dat al hadden deze gulle,
royale menschen het kapitaal vat» een
Rothschild of Van der Bildt
zij nog niet toe zoodon komen met
bun inkomsten. Met hetgeen zg bezitten
worden ook hun eischen en begeerten groo
ter, totdat zjj eindelgk door Diets meer te
stillen zgn.
Onlangs las men ia de couranten dat een
der prinsen van Orleans,zooals men weet
de rijkste vorsten van Earopa zjja eeni-
gen zoon onder curatsele had moeten zet
ten. Zalk een schande zou een vader in het
aansebjjn der geheele wereld zeker niet op
zgn stamhouder laden als hg niet vast over
tuigd was dat het jongemensch vroeg of
laat betgebeele fortuin, hoe ontzag] jjk groot
ook, zjjner ouders zou verslinden.
Afschuwwekkend voorbeeld voor de schul
denmakers is zeker de zooveel opzienbarende
zaak J o n i a u x. Het proces heeft genoeg
aangetoond hoe een vrouw van deftige
afkomst, kooge beschaving en groote ont
wikkeling zich in een warnet van schulden
wikkelde, waaruit zjj zich niet redden kon dan
door een dried ubbelen moord. Haar weg
naar het schavot liep over valsche wissels,
onbetaalde rekeniugen en leenbrieveo; zoo
verduisterd is reeds haar zedeljjk gevoel
dat zjj in den brief waarin zjj haar on
schuld betuigd, nog dorft spreken van haar
vlekkeloos verleden, en in al dat geknoei
en gemodder met andermans geld niets
onteerends meent te vinden.
Groote genieën, die hun talent bedierven,
hun karakter verlaagdenhnn beginsels
verloochenden, hnn roem verduisterden, hun
geest verbitterden, zgn allen onverbeterlijke
schuldenmakers geweest. Han leven was
hoogst ongelnkkig, net eindigde in armoede,
gebrek, dikwjjls schande en de schold daar
van moet in geen andere oorzaak gezocht
worden dan in hun ongeneeslijke zucht tot
geluk op die ééne kaart. Ik heb verloren en het
recht met mij te beklagen.
Eene huivering voer Alm» door de leden zij
scheen een oogwenk te aarzelen en vervolgde toen
bijna onhoorbaar
Hebt gij u niet vergist omtrent bet gevoelen,
dat die vrouw u toedroeg Hebt gij haar ten
minste van uwe liefde gesproken
O 1 wat hare gevoelens voor mij betreft,
daaromtrent liet zij mij geen twijfel over. Mijn
weggaan zal haar geen leed doen.
"Wat weet gij daarvan Is het hart van de
vrouw geen doolhof, waarin zij zelve slechts bij
vluchtige bliksemflikkeringen kan lezen Zeg mij
wie zij is, prins, en wellicht zal ik u beter dan gij
kunnen vertellen, of gij u niet vergist.
Het ware toch te laat. Ik bid u, laat mij mijn
geheim meenemen.
En zoo zij zelve u er om vroeg
Waartoe martelt gij mij noodeloos riep hij
uit, ten prooi aan eene hevige ontroering. Zoo gij
het niet sedert lang geraden hebt, welnu, hoor
het dan, omdat gij het wiltIk heb u lief gekre
gen, Alma Podnawska, en van wie ik toch wist,
dat geen zachter gevoel ooit uwe ziel zou binnen
sluipen.
En. en gij hebt uwe besluit genomen
na gisteren hijgde zij.
Ja. Misschien had ik nog kunnen voortle
ven met uwe onverschilligheid; uw haat kon ik
niet dragen.
Met een doffen kreet liet zij zich aan zijne voe
ten zinken en strekte met hulpeloos gebaar de
handen naar hem uit.
Waarom straft gij mij zwaarder dan ik v»t
schulden maken.
Hebban de brieven van M a 11 a t u 1 i
ons wel iets anders opgeleverd dan het
weinig verkwikkelijk schouwspel van een
hoogbegaafd man, levenslang strgdend
tegen zgn schulden, lijn ongelukkig leven?
Zgn scherpe uitvallen, zgn treurige incon-
sequentiën waren meest allen het gevolg
van zgn onverbeterlgke sohuldenmakerg.
Kunstenaars vooral *gn met die groote
zorgeloosheid aangaande het mjjue en dijne
behept; zjj schpnen te meenen, dat die ver
achting van fioautieele beslommeringen het
onvermijdelijk gevolg is van hnn genie.
Dikwjjls zgn zg dan ook volkomen te goe
der trouw in hun opvattingen en dient
men met hun bjjna kinderachtige onbe
holpenheid waar bet geldzaken betreft
medelijdeo te hebben, maar dit medelijden
kan ook te ver gaan en men bewjjst hun
zelf en vooral de maatschappij daarmede
geen dienst; te kostbare hoogere goederen
gaan er immers mede verloren.'tEerste gevolg
is nataurljjk dat zg, die gaarne poseereu
willen voor beroemdheid, beginnen met
schulden te maken, hopende dat het genie
wel later komen zal en intnsschen bezorgen
zjj niet alleen hun schuldeischers maar ook
hun veel burgerlijker gezinde familiebe
trekkingen menig moeilgk oogenblik; zg stel
len zich bloot aau beleedigingen,vernederin
gen en onaangenaamheden zonder tal,zjj ma
ken zich vjjanden, doch waarom hier langer
over uit te weiden? Er is wel niemand
die niet bet twijfelachtige voorrecht
heeft in zgn omgeving dergeljjke hoogge
zinde exemplaren te bezitten, die gaarne
van ons geld g09de sier maken, den wel
dadige, gastvrjje, edelmoedige, kunstmin
nende enz. spelen en ons bsschouweu als het
toppunt van krenterige zuinigheid om met
te zeggen gierigheid daar wjj het kind bjj
den naam durven noemen en schulden maken
eenvoudig gelijk stellen met stelen.
De overdreven zucht tot genot en weelde,
het verlangen meer te schijnen dan men
is, zgn de eerste oorzaken van het schulden
maken, maar hierbjj voegt zich ook de
algemeene toegevendheid waarmede mendeze
kwaal aanziet. En dit vooral is zeer verkeerd;
ouders moeten hun kinderen het voorbeeld
geven niet alleen van alles te betalen wat
zg koopen en niets te koopen wat zjj in
de onmogelijkheid zgn te betalen, maar
tevens hun een heilzame schrik inboezemen
voor het maken van schulden, van jongsaf
hen overtnigen dat er niets poëtisch of
geniaals in steekt, te berekenen hoeveel
men billijkerwijze kan verteren zonder zjjne
inkomsten te overscbrjjdeD, en anderen te
diende prevelde zij op gebroken toon. Ik was
schuldig gisteren, het was onvergeeflijk u tc be
handelen zooals ik deed vooral wat gij voor mij
en ook voor mijn armen vader gedaan liadtmaar
er komen uren in liet leven, waarop men krank
zinnig wordt van vertwijfeling en men het dier
baarste wat men bezat met verwijten zou overladen.
Hij poogde liaar op te heffen met de woorden:
Ik wil u niet in deze houding voor mij
zien. Neen, Alma, gij hoeft mijne vergiffenis niet
te vragen. Hoeveel pijn gij mij ook deedt, mijne
liefde pleitte u reeds vrij. Alleen zeide het mij
slechts al te goed hoe weinig ik in uw bestaan
meetelde.
Zij had geweigerd op te staan en snikte on-
ituimig
Weinig zegt gij, weinig Maar hebt gij dan
niet geraden fdat zoo ik u noodeloos pijnigde,
ik mij zelve daarmee eene harde boete oplegde
Dat zoo ik u op het oogenblik verfoeide, het niet
anders geschiedde dan omdat ik mijzelve beschul
digde gedurende de laatste oogenblikken van het
bestaan mijns vaders te veel aan u gedacht te
hebben.
Alma riep Karoskine uit, haar bij (1e fijne
handen grijpende en haar dwingend naar hem op
te zien, moet ik daaruit opmaken, dat ook gij?...
Neen, het is niet mogelijk, het km niet zijn!
Ja, ik had u onbeschrijfelijk lief gekregen,
sprak zij fluisterend, ik heb u nog zoo lief, dat
gij mij vermoordt met uwen twijfel, met uw wreed
besluit.
Al het vorige vergetende voor de groote vreug
de, die zich plotseling van hem meester had ge
maakt, fluisterde hij haar toe.
laten ljjden voor hun buitensporigheden
en dat men niet gaetvrg, niet mild, zelfs
niet weldadig mag zgn zoolang men nog
schalden heeft.
Men zegt wel, dat het schulden maken
een aangeboren kwaal is door overerving
verkregen, doch zeker is het dat zulk een
kwaal als het een kwaal tenminste is en
geen treurig aanwendsel door een goed
voorbeeld, door e^n verstandige opvoeding
en desnoods door strenge maatregelen kan
worden beteugeld.
Iu de eerste plaats is hiertoe echter noo-
dig dat men zulk een afschuwelijke ge
woonte niet medelijdend behandelt als een
ziekte, maar eenvoudig den naam geeft die
haar toekomt een oneerlgk vergrgp
tegen andersmans goed, een schandelijke
diefstal. Tegen dieven kan men zich be
veiligen, zelfs verzekeren, tegen schulden-
makers riet.
Italië.
Markies B e r a r d i, een der Romein-
sche grootheden, is te Rome vermoord. Hg
was gewoon, als Voorzitter van den Pro
vincialen Raad, dagelijks de verbouwing
in oogenschonw te nemen van het krank
zinnigen-gesticht, toen hg j.l. Zaterdag, on
verwachts werd aangevallen dooreen krank
zinnige, die met een hamer op zgn hoofd
beukte. De Markies overleed aan de be
komen wonden den volgenden dag.
Ook te Napels is een moord gepleegd
op eene bejaarde dame, die een groot ver
mogen bezat. Eene aanzienlijke som aan
geld en eene groote waarde aan juweelen
en kostbaarheden werden ontvreemd. Het
gelukte der politie de moordenaars spoedig
op te sporen. Het bleek, dat de moord en
de diefstal gepleegd waren door een jongen
man van goeden hnize, die met de dame
bevriend was, in overleg met een juwelier.
Te Rome heerscht de influenza. Kar
dinaal R a m p o 11 a, staats-secretaris van
Z. H. L e o XIII, is o. m. ook door de
ziekte aaugetast.
DeEugelschestaatsman Gladstone
die te Nizza vertoeft, is aldaar plotseling
ongesteld geworden. De toestand van den
grand old man geeft echter geen reden tot
ernstige ongerustheid.
Engeland.
De influenza maakt te Londen nog maar
steeds den gezoudheidstoestaud ongunstig.
Het aantal der patienteD, dis door de in-
flaenza zijn aangetast, wordt nog steeds
Mijn liefde, mijn leven Het leven zal niet
lang genoeg wezen om u te danken voor het ge
luk, dat gij mij schenkt.
't Vrouwenhart had daarom het dreigende
zwaard niet vergeten, dat boven het dierbaar
hoofd opgegeven bleef.
Als gij mij wezenlijk liefkebt, dan zult gij
nu niet vertrekken, niet waar? smeekte zij.
Vertrekken herhaalde hij verward, terwjjl
hij met wanhopig gebaar de lokken van het voor
hoofd wegstreek.
Ja, ik vergat in mijne blijdschap mijne broe
der», de Polen, alles.
Gij zult niet gaan, Iwan zweer mij, dat gij
niet gaan zult.
En angstig staarde zij hem aan, alsof van ziju
antwoord ook haar leven moest afhangen.
Hij schudde zich uit zijne bedwelming wakker.
Op zijn gelaat verscheen eene uitdrukking van
groote vastberadenheid.
Neen, Alma, zeide hij, het zou onvergeef
lijk van mij zijn heel uw bestaan te verduisteren
door mijne roekeloosheid. Ik kan, helaas mijn
eens gegeven woord niet intrekken en op die verga
dering ontbroken, maar het zal de laatste wezen,
die ik ooit bijwoon, wees daaromtrent gerust, en
ik zal daarbij nog eene uiterste poging aanwen
den om mijne vrienden het hopeleoze van hun
streven te doen inzien.
O heb dank voor die belofte gij wentelt
mij daarmee een reuzenlast van de ziel, fluister
de zij. Maar is het wel noodig, dat gij er zelfs
voor dien éénen keer heengaat
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMENTSPRIJS
AÖITE MA NON AGITATE.