NIEUWE 20ste Jaargang M 2271 Vrijdag 12 April 1895 Weg met Hem! BUITENLAND. Pel S maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,08 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AQITE MA NON AGITATE. PRIJS DER advertentien; Van 16 regels 50 Cent* Elke regel meer7V« Groote lettere worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie it Contant. Advertentien worden niterljjk Maandag-, Woensd ag on V r jj d a g-a vond voor 6 nur ingewacht. Redacteu r-U itgaver, W. K P P E R S. Weg met Hem! Roept de satanische we reld in deze week van rouw en droefheid, waarin de Kerk ons de treffende gebeurte nissen van het lijden en den dood van den Godmensch voor oogen stelt. Da ziel des Christen echter gevoelt eene onweerstaan bare neiging om eene treurige overeenkomst te vinden tusschen dat lijdensverhaal en de gebeurtenissen onzer dagen. Toen de beloofde Verlosser, op den tijd door de profetieën bepaald, het vleesch aan nam en in armoede geboren werd, was hg weldra het voorwerp van njjd en het eerBte land, dat zjjn kinderlijk oog aanschouwde, was het land der ballingschap. De woede, waarmede de wereld Hem reeds in den aanvang zijns levens vervolgd had, hield aan en al wat Jerusalem machtigs be zat door rijkdom, stand of wetenschap, dat is: de schriftgeleerden, farizeën, ouderlingen des volks, priesters en opperpriesters, viel met ongehoorde wraaklust op hem aan. Weldra weerklinkt de eisch zjjns doods voor de rechtbanken van Herodes, Caïphas en Pilatns; de verschrikkelijkste wreedheden en walgelijkste beleedigingen worden den God mensch aangedaan en op een rechterlik verhoor, dat eerder den naam verdient van bespotting, volgt binnen eenige nren krui siging en dood. Maar wat bad de Gekrui sigde dan gedaan? Hg was al weldoende rondgegaan, had aan dooven het gehoor, aan blinden het gezicht, aan zieken de gezondheid terugge schonken; bjj had de wet en de profeten aangevuld door de verkondiging eener nieu we zedeleer, welker goddelijkheid Hg staaf de door de wonder teekenen zjjns levens. Ziedaar in korte samenvatting de gehei men van het leveD, van den menscbgewor- den God. De vreeseljjke feastjjding, door Christus aan het godsmoordend volk voorzegd, is vervuld; de joodsche natie, eeuwige getuige van ons geloof, is verstrooid. Tallooze apos telen hebben hunne plaats vervangen en nn doorschouwt men het plan der Voorzienig heid met de stichting van het zoo ontzaglijk groote Romeinsche keizerrijk. Het Christen dom bestaat, het kruis neemt op het Ka- pitool de plaats in van het keizersvaandel, het prjjfet op de kroon der vorsten en zegent elk plechtig nur van het leven van denmensch en der volkeren. Voortdurend stggt de glorie van het kruis, zoo zelfs, dat zij in onze dagen nog meer schittert dan toen C o n- s t an t jj n het gebied over Rome afstond aan den Stedehouder des goddelgken Gekruiste. FEUILLETON De samenzweerder. Een waarljjk goddelgk bewjjs van de waarheid der Christelijke leer is, dat zjj door onwetenden gepredikten door geleerden aan genomen is. Een Augustinus, Ori- genes, Thomas van Aquino, New ton, Leibnitz hebben haar beleden met liefde, en al de aanvallen der goddeloos heid van C e 1 s u s tot aan V o 11 a i r e en R e n a n, hebben geen enkel woord kunnea uitwisschen van den bewonderenswaardi- gen codex waarin zjj geschreven is. Van alle kanten wordt het goddelgk slachtoffer opnieuw aangevallen vooral in naam der «moderne wetenschap.» Hoe dan? Heeft zich de wetenschap soms gekeerd tegen Hem voor wien zjj eerst getuigde? Neen, zg is gebleven wat zjj was, maar men heeft haar verkleed en haar afschuwelijke woor den tegen God eu Christus in den mond gelegd. Dwaze en jjdele pogingenDe we tenschap zelve verzet zich hiertegen; zg ver oordeelt en beschaamt de spotters; natnnr en rede heiden logenstraffen de beweringen der vijanden van ons geloof. Vrjj kan dus de goddeloosheid haar gang gaan, vrjj mogen de vijanden van Christus andermaal samenspannen, zg zullen het werk door hem op aarde gesticht niet ver nielen. De Kerk is onsterfeljjk en Christus heerscht in eeuwigheid; over het lot der Kerk in de toekomst hebben wjj ons al?oo niet te bekommeren, maar wel over het lot der volken, die haar verzaken en verlaten. Daar zjjn landen waar de vrjjmetselarjj, de verklaarde vjjandin vanChristus,openljjk hare aanvallen richt tegen zjjne bruid en niets onbeproefd laat om hetgeen de gewjjde litur gie ons voor oogen stelt tot eene werkelijk heid te maken, de tabernakels te openen, het krois te bedekken en de altaren te be- rooveu. O, die natiën ontrouw aau haar doopsel, welk lot staat haar te wachten? En hun die andermaal optreden als vervolgers van Christns? Vele regeeringen schjjnen het uiterste tegen de Kerk te willen beproe ven, maar hoelang nog zal Gods rechtvaar digheid die aanslagen ongestraft laten? Geljjk bjj den dood des Verlossers het voorhangsel des tempels zich in tweeën scheurde, zoo onderscheidt de Goede Week tegenwoordig nog de geloovigen en onge- loovigen. Deze week, met de grootste Ijjdens- gedacht9nis, welke zjj meebrengt, bestaat eigenljjk slechts voor hen, wien het kluis van Christus noch ergernis noch dwaasheid is. De berk zingt op Goeden Vrjjdag de aloude hymne «Het Koningsvaandel wap pert» en onder hare banier scharen zich de millioeuen welke hun heil zoeken bjj Hem die Zjjne anuen uitstrekte aau het kruis om allen tot zich te trekken. De worsteling, om het vaandel des Krai- ses overal als overwinuingsteeken te doen wapperen, vormt de geschiedenis van het Christendom. Talrjjk zjjn de vraagstukken naar welker oplossing de wereld zoekt maar het grootste vraagstuk, of het kruis over zjjne tegenstanders de overwinning zal behaleD, baheerscht za alle. In onze dagen komt dit duideljjker dan ooit ta voren aan het licht. Neem b. v. de oplossing van het maatschappelijk vraagstuk, dat tegenwoor dig zooveel denkers bezighoudt, zooveel pennen iu beweging brengt. Ware het mo gelijk de omstandigheden zoo te wjjzigen dat alles geregeld wierde volgens de eischen van den godsdienst des Kruiaes, dan zouden armoede, ellende en nood wel niet van het aardrijk verdwijnen, deze toch blijven de on vermijdelijke gevolgen der erfzonde, maar het zoogenaamd maatschappelijk vraagstuk zou toch zoo volkomen worden opgelost als het met menscheljjke krachten mogeljjk is. De Fransehe natie zien wjj zich meer en meer afwenden van het kruis; en als gevolg daarvao is het nationaal leven bwjjnend, zjjn allezedeljjke banden losgerukt,de revolution- naire hartstochten ontketend. Inderdaad, zoo gaat het met een volk dat het kruis verloochent. Hieruit worden zulke hopelooze toestanden geboren, en een volk dat het kruis des Verlossers niet meer dragen wil, laadt zich een ander krois op de schouders, met een schjjnglaus van goud, maar zwaar tot verpletterens toe. Ook de Italiaansche Regeering gaat niet, maar holt in onbesuisde vaart op dienzelfden weg voort. Nergens vertoont de haat tegen Jesus' Kruis eu leer zich driester dan daar, maar tevens, welk een verval, eene ellende en algemeene armoede! Christus stelt zich aau de wereld voor als de onsterfelijke Koning der eeuwen, als Vorst van bjjzondere personen en van volken, maar de regeerders verheffen zich tegen Hem en roepen als de godmoordende joden: weg met Hem! aan het Kruis met Hem 1 Hjj zjj gebannen nit onze staatsrege ling, onze wetten, onze scholen, ons open baar en bjjzonder leven. Wjj huldigen de rechten van den mensch, eu miskennen de rechten Gods. Niet dezenmaar Barabbasl Het krois des Verlossers predikt aan de wereld rechtvaardigheid en kuisehheid, aan de rjjken weldadigheid en zelfbedwang; aan de armen onderworpenheid en tevredenheid met hun lot, aan allen beteugeling der booze hartstochten. Maar de zucht naar woekerwinst, naar wellust, naar schatten en valsche vrjjheid, de zucht naar eene nimmer te verwezenlijken gelijkheid aller standen verzet zich tegen die leer en den Godmensch, die haar predikt van Zjju krnis. Uit duizend monden, nit dagbladen, tijd en vlugschriften weerklinkt het voortdu rend en luid: Weg met Hem\ Altijd eu door alle eeuwen heen was de Gekruiste tot een teekeu van tegenspraak; Zjjne getrouwen, wien het krnis niet ten vloek is, maar ter zegen, deelen Zjjn lot en worden mede gelasterd, bespuwd, hard beproefd, verrolgd, opgejaagd en gedood, volgens het woord des Meesters: ln de wereld zult gij verdrukking lijden. Maar het krnis zegeviert door de goddsljjba kracht des GekruistenHet geheim des kruises schittert. Daarom schaart de trouwe zoon der ljj- dende Kerk zich welgemoed onder den standaard des kruises, het zinnebeeld der victorie, wetende dat na den Goeden Vrjj dag de morgen van Paschen aanbreekt. Sljjt hjj al den korten tjjd van zgn aardsch bestaan in het nadragen van des Meesters kruis, er volgt een Pascha, dit weet bjj, en dat Paaschfeest daarboven eindigt nimmer. Deswege zjj het kruis, geljjk de Kerk zingt, ODze eenige hoop, onze opbeuring, onze toevlucht, de boom onder welks lom mer wjj veilig rusteD, en welks vrachten verkwikking en voedsel schenken. O Kruis, onze eenige hoop, wees gegroet! Frankrijk. Tegen het verbod der Fransehe regeering, ten spjjt van de wet en ten spjjt van het Hof vau Cassatie, heeft ten genoegen van de Fransehe soldaten voor de expeditie naar Madagascar bestemd, te Nimes een stie rengevecht plaats gehad, waarbjj zes stieren zjjn gedood. De stieren stierven voor het vaderland ten aanschouwe van 15.000 menschen, die zich verlustigden in het wreede spel.Paar- den-verminkingen hebben echter niet plaats gehad, daar de dieren aan de zjjden van een soort harnas voorzien waren, dat hen tegen de hoornstooten der stieren beschermde. De Prefect woonde de voorstelling bjj, doch verliet in streng officieele verontwaar diging de arena, zoodra de eerste stier neer geveld was. En de bevolking heeft het aan schouwd mooier dan ooit te voren, en dat wel ten spjjt van alle gestelde machten! HAAREEMSCHECOERAE ABONNEMENTSPRIJS 18.) {Vervolg.) En op Iwan's schrijftafel toetredende, ontsloot zij een der laden en haalde daaruit een brief te voorschijn. Ga zitten en lees, zeide zij kortaf. Nesdorff ontvouwde met bevende band bet pa pier, dat door eene vrouwenband geschreven was; het luidde als volgt «Gij hebt mij zoo goed als bet leven weerge- schonken, Alma, omdat gij reeds als een reddende engel tot mij gekomen waart om mijne kinderen Voor armoede te bewaren. Thans hebt gij Sterna ingekocht, mijn dierbaar Sterna, dat door de lichtzinnigheid van mijnen echtgenoot in vreemde handen was overgegaan. Hoe zal ik u ooit kunnen danken voor al wat gij reeds uit liefde tot mijn ongelukkigen broe der gedaan hebtO 1 dat ik in staat ware, bet hem te doen weten hoe trouw hij bemind wordt m het voor hem verloren vaderlandop welke Wijze gij voort wilt gaan de berinneringen aan al de zijnen in ons dierbaar ouderlijk huis te ver eeuwigen 1 Zijne ballingschap zou er door ver zacht worden en hij zon u zegenen, gelijk ik niet °phoud dat te doen. De wereld, die u miskent, is niet verbeven ge noeg om te raden welk een machtig gevoel u °nverschillig maakt voor elke andere teederheid, en beschuldigt u van wreede behaagzucht als gij de band weigert van den een of anderen. Maar zij, die u alles danken, zooals ik, zij die de teedere kieschbeid uwer ziel leerde kennen, welke ook verder de droefheid van bun lot moge zijn, achten zich gelukkig lang genoeg geleefd te hebben om u op bun pad te hebben ontmoet, om de wetenschap in zich om te dragen, dat er op deze donkere aarde nog wezens bestaan zoo als gij. Olga Texakoff.// De balling bad dezen brief tot bet einde toe gelezen. Toen bij hem weer aan de jonge vrouw overhandigde, stonden zijne oogen vol tranen. Ik ook, ik heb u te danken voor de vreugde waarvan Iwan's zuster spreekt, zeide bij op on- vasten toon. Maar ik heb u tevens vergiffenis te vragen, want ik ook, ik heb aan u getwijfeld. Alma reikte hem de hand. Ik heb u niets te vergeven, zeide zij, gij kendet mij zoo weinig en gij ziet, hoe zelfs de genen, die mij liefhadden, mij beoordeelen. En nu, zoo ging Alma met vaste stem voort, blijft mij nog slechts over eene gunst van u te vragenwoordelijk aan Iwan Karoskine te her halen wat gij geboord hebt, hem alles mee te deelen wat gij zaagt. Laat dit hem genoeg wezen Zeg hem dat ik hem zijn twijfel vergeef, maar dat die mijne liefde doodde. Wilt gij waarlijk dat ik hem dit laatste zeggen zal f vroeg Nesdorff, hare band eerbiedig grijpende. Mag hij niet sterven met die laatste begoocheling, welke bet verbaal van al wat ik zag en hoorde hem zal schenken Sterven, zegt gij Zou hij sterven Maar misschien is bij dan reeds dood bet moet lang geleden zijn, sedert gij Siberië verliet en indien bij toenmaals ziek was, zal bij been zijn gegaan van de aarde met die wreede verdenking. Neen, stel u gerust, bij zal nog den laat- sten troost genieten u onschuldig te weten en edel als gij zijt. Zegt gij dat niet enkel en alleen om mij eene zwakke boop voor te spiegelen Ik zweer u, dat ik bem over enkele dagen reeds zal weerzien. Maar dan, en zij greep zich aan een meu bel vast, om niet te vallen, dan is ook bij ont komen Paul Nesdorff' antwoordde eenvoudig Ik bad alles aan zijne ouders te danken en heb die hel niet willen verlaten zonder bem. In hetzelfde oogenblik klemden zich twee bran dende lippen op zijn hand. O Heb dankheb dank 1 stamelde zij. Gij weet niet wat het mij was, bem daarginds te weten. Laat mij u liever danken mij zoo welspre kend te bewijzen, hoe weinig uw gevoel voor hem gestorven is. Waar is hij was al wat zij uit kon brengen. In Berlijn waar ik bem achterliet om ge- boor te geven aan zijne dringende bede toch het wederzien van mijne vrouw niet uit te stellen. Waardoor is hij aangetast Door tering, vrees ik. Reeds te Nertcbink had bij eene bloedspuwing. Het was in het hos pitaal, dat ik bem voor bet eerst aantrof. Zoo- dra bij hersteld heette, ondernamen wij onzen tocht, die, ik behoef bet u nauwelijks te zeggen, gepaard ging met doodelijke vermoeienissent har- de ontberingen. Eenmaal in China, dachten wij alles gewonnen te hebben, doch wij hadden zoo goed als geen geld bij ons en konden niet ver der reizen. Karoskine was geheel en al uitgeput van zwakte en kon niets aanvangen om meê te helpen in ons onderhoud te voorzien Ik zelf zocht zoo lang, totdat ik eene plaatsing als onderge schikte klerk op een kantoor vonddaarmee hield ik ons beiden in bet leven, totdat het aan mijne ijverige nasporingen mocht gelukken een Poolscben ingenieur te ontdekken, die er in toe stemde ons de noodige som te geven tot de reis naar Europa. Gij begrijpt dat wij er ons wel voor gewacht hadden, bij het Russische consulaat aan te kloppen. Ziedaar, hoe wij eindelijk Duitsch- land bereikten. Iwan is niet bedlegerig, maar hoest veel en wordt door binnenkoortsen geplaagd. Hij zelf ziet zijn toestand volkomen in. Het is des te barder, omdat hij hoegenaamd geene for tuin overhoudt, en naar ik reeds door mijne vrouw vernam, ook de Texakoff's alles hebben verloren. Ja, zelfs bet deel, hun door Iwan's ouders toevertrouwd voor bet geval, dat hun ongeluk kige zoon ooit weer mocht keeren, sprak Alma op bitteren toon. Zoudt gij mij ook willen zeg gen, waar hij zich bevindt Voorloopig in het Hof van Engeland. Hij zou er mijn terugkeer af wachten en daarna eerst besluiten waw&heen te gaan. Hij nam een glas wijn en eenig versterkend voedsel dat zij zelf bem voordiende en daarop vertrok bij, tot de voordeur toe begeleid door Alma, die met ophield ,bem tot voorzichtigheid aan te manen. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1