No. 2286.
Zondag 19 Mei 1895.
20ste Jaargang
Een nieuw voorwerp van
Staatszorg.
BUITENLAMP.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Ue samenzweerder.
Oostenrijk-Hongarije.
Duitsehland.
Engeland.
Italië.
China en Japan.
Een drenkeling.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
MAIN WEI
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIENJ
Van 16 regels. ^0 Cents.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrij dag-avond
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etranglre
G. L. DA UBEfy Co., JOHN. F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre
Wegens het feest van O. H.
Hemelvaart zal de N1EU WE HAAR-
LEMSCHE COURANT in plaats van
DinsdagWoensdag in het groote formaat
worden uitgegeven. Het dan eerstvolgend
nummer verschijnt Zaterdag 25 Mei e.k.
Dat wjj felle tegenstanders zjjn van uit
breiding der Staatsbemoeiing behoeven
wjj niet opnieuw aan onze lezers te ver
zekeren. Reeds herhaalde malen meenden
wij onze stem te moeten verheffen tegen
het zuiver radicale streven om maar overal
den Staat bjj te halen en de Overheid
verantwoordelijk te stellen voor de toe
standen in de samenleving-
De redenen, welke ons daartoe leiden,
zjjn even bekend als gegrond. Geen maat
schappij ban bloeien en welvaart genie
ten, indien er het persoonlijk initiatief is
gedood en alles moet geschieden door een
allesbedisselenden Staat, die het vrjje op
treden van enkele personen geheel onmo
gelijk maakt.
Ondanks die bekende en erkende waar
heid wordt toch maar voortdurend door
de radicalen op hetzelfde aambeeld geha
merd. Zjj rusten niet, voor de organisatie
vau den Staat is gewrongen in het keurs
lijf, dat door hen is pasklaar gemaakt,
maar dat weldra bljjken zal veel te eng
en te bekrompen te wezen, om geschikt
te zjjn voor de taak, welke het moet ver
vullen.
Te laat zullende radicalen ondervinden,
hoe hun ideaal van Staats-orgauisatie
niets meer mag heeten dan een jjdel
droombeeld, dat tijdelgk de hoofden van
onnadenkenden heeft vervuld, maar als
zoovele herschenscbimmen zal verdvijnen,
om teleurstelling en tegenspoed achter te
laten.
Weder moeten wjj gewagen van een
nieuw denkbeeld, dat in een radicaal brein
is uitgebroed en dat thans als een schoon
ideaal op het gebied der Staatsbemoeiing
door de radicalen wordt verheerlijkt.
Wjj bedoelen de aan de orde gestelde
vraag, of het geld van de Rijkspostspaar
bank gebruikt mag worden voor de be
vordering van den bouw van arbeiders
woningen.
Dat arbeiderswoningen van Staatswege
moeten aangebouwd worden, hierover be-
Btaat b{j de echte radicalen, evenmin als
bg de socialisten, niet eenmaal twijfel. Zjj
noemen het de natuurlijkste zaak van de
wereld, dat de Staat zorgt voor de wonin
gen van den arbeidsstand. In hun stelsel
is de overheid eigenijjk verplicht zich be
zig te houden met de geheele verzorging
van den handwerksman en zelfs voor het
dagelijkseh brood van den werkman zou
de Staat verantwoordelijk moeten wezen.
Ware er nu nog slechts sprake van een
toezicht van overheidswege bg den bouw
en op het bewonen van de arbeiderswo
ningen, dan zou daartegen we'nig zjjn in
te brengen. Maar dit ligt niet in de be
doeling der radicalen. Dan zon er nog te
veel vrijheid op dit gebied overbljjven en
dat ligt niet in hun Btelsel. NeeD, vol
gens hen moet de Staat rechtstreeks de
verbetering der woningen van de mindere
FEUILLETON.
33.)
{Slot.)
Er verliep een kwartier, zonder dat hij kracht
gevoelde, zich van hare zijde los te rukken.
Eindelijk keerde de herinnering aan zijne be
dreigde eedgenooten in hem weer en hief hij
zich pijnlijk overeind. Een oogwenk nog aarzelde
hij; zou hij zich nederwerpen aan de voeten
zijner vrouw en haar nog eenmaal om genade
smeeken?
Alma, begon hij, er is nog een laatste
zaak tusschen ons te regelen: het geld.
Onnoodig, antwoordde zij hooghartig. Wij
hebben nog ongeveer dertig duizend gulden
Jaarlijks over. Gij zult er mij maandelijks dui
zend van doen toekomen door middel van uwen
lankier aan wien ik mijn toekomstig adres zal
opgeven.
Zelfs in haar vernedering kon hij haar tot
geen enkele laaghartigheid dwingen, schonk zij
hem meer, dan zij voor zich zelve en het kind
behield.
Hebt gij voor het oogenblik genoeg?
klonk bet op gebroken toon.
Volkomen genoeg.
Vaarwel dan, Almabij durfde de
oogen niet meer tot haar opslaan.
Vaarwel, prins Karoskine.
Zoo gij misschien tot den volgenden mor
den zoudt willen wachten
klasse ter hand nemen en zelf optreden
om de toestanden, waar die verkeerd moch
ten zgn, te wjjsigen.
Dit na vormt eene uitbreiding der Staats
bemoeiing, welker grenzen op dit oogen
blik met geen mogelijkheid zgn te bepa
len, en dau ook zoo sterk mogelgk ont
raden moet worden. Indien de Staat zich
aan dezen tak van philaotropie gaat wij
den, komt hij van kwaad tot erger. Zal
men zich aanvankolgk tot dea bonw van
woningen bepalen, allengs zal men verder
gaan eu op de inwendige inrichting der
huizen gaau letten. De woningen zullen
dau vau Staatswege worden gemeubeld,
totdat eindelijk alle behoeften den werk
man uit de Staatskas zulleu worden be
taald eu alles door Staatsambtenaren zal
worden beheerd.
Dat zooveel op dit oogenblik nog niet
wordt geëischt, zal men wel hieraan kun
nen tosschrjjven, dat het radicale ideaal
omtrent deu bouw van arbeiderswoningen
door den Staat vooreerst nog ver van haar
verwezenlijking verwijderd is als gevolg
van de buitengewone sommen, die hier
voor zouden vereiseht worden. De Veree-
nigiDgen in sommige steden van ons vader
land, welke zich de verbetering der wonin
gen vau den hand wei ksstand tot doel heb
ben gesteld, zouden er van mede kunnen
spreken, welke offers er noodig zgn om
op betrekkelgk kleine schaal iets goeds
tot stand te brengen. Wat zou er dus
niet vereiseht worden om den Staat alge
meen de verplichting op te leggen tot het
verbeteren der arbeiderswoningen.
Zoowel nit esn politiek als financieel
oogpunt moet dit radicale denkbeeld ten
hoogste worden afgekeurd. Doch de radi
calen weten overal raad voor. Bestrijden
zij het staatkundig bezwaar door het als
een plicht van den Staat voor te stellen
dat hg zorgt voor goede arbeiderswonin
gen, de financieele moeieljjkheden tellen
zjj evenmin heel zwaar. Mea gebruike
maar het geld, dat bij de Rijkspostspaar
bank is ingelegd en, volgens de radicalen,
is men dan klaar.
Daargelaten nu, of deze inlagen te zameu
voldoende zouden wezen ter bereiking van'
het doel, moet hier in de allereerste plaats
de vraag ter sprake komen, of de Staat
verantwoord zou zgn, indien hg dat geld
daarvoor besteedde. Ej dau ant voorden
wij beslist ontkennend. De verschillende
bouwmaatschappijen hier te lande kunnej
over het algemeen niet zooveel winst be
halen, dat bg het eventueel gebruiken der
gelden van de Rijkspostspaarbank voor
den bouw van arbeiderswoningen de rente
van de inlagen voldoende verzekerd zou
wezen. En daarenboven moet de Rijks
postspaarbank gereed wezen om de ge
vraagde bedragen terug te betalen, bet
geen niet zon kunnen geschieden, indien
het geld in woningen was belegd, terwjjl
het dan nog de vraag zou wezen, of de
gezamealgke waarde der woningen gelij k
zon wezen aan de gezamenljjke inlagen.
Hieruit bljjkt onzes inziens voldoende,
dat de Staat voor zulk eene proefneming
op Bociaal gebied volstrekt niet bevoegd
is de gelden, in de Rijkspostspaarbank
belegd, te bestsden. De kleine burgers,
die hun spaarpenningen aan den Staat
afstaan, in de meening, dat zjj hun geld
nergens beter kunnen beleggen, mogen
Neen, als gij huiswaarts keert, zult gij
ons niet meer vinden. Ik neem uw vonnis naar
de letter op. Gij zelf hebt het gewild. Indien
ik u niet zoo grenzenloos minachtte, zou ik u
zelfs in deze uren nog beklagen, want uw leven,
uw behoud, uw naam, al wat u dierbaar was,
berustte bij mij. Van het oogenblik af, waarop
ik van uwe zijde verjaagd ben, zijl gij verloren.
Ga thans, uwe benden hebben u noodig.
Zonder haar maar een blik toe te werpen,
snelde hij van daar. Zij bad gelijk, zijn broe
ders behoefden zijn steun; zij alleen die trotsche
vrouw had hem niet meer noodig!
Verloren! dat woord bleef hem achter
volgen als een vonnis in het laatste oordeel,
terwijl hij z ch voortspoedde door Dublin's
donkere straten. Verloren? Hij trachtte er mede
te spotten en tot zich zelf zeggen, dat zij
slechts een nieuwe Cassandra was, dat de voor
spelling dier hooghartige rouwprofetes leugen
zou blijken. Zoo ook had men gemeend in de
dagen van Priamus, en toch was het machtige
Troye gevallen!
Maar zij zou zich bedenken en niet heengaan;
hij zelf zou spoed maken met zijne zending,
desnoods de helft der taak aan den ondervoor
zitter opdragen; zoodoende zou hij tijdig ge
noeg weer keeren, om haar vertrek te belet
ten Hij zou zich verootmoedigen voor haar,
al ware het dan slechts ter wille van het kind
dat hem zoo dierbaar wasl Dn steeds haastig
snelde liij voort.
Reeds anderhalf uur later bereikte hij ge
heel verhit zijne woning.
Het was nacht, maar toch was alles ver
niet worden blootgesteld aan de risico van
zulk eeoe onderneming.
Dat de voorstanders van bet principe
«eigendom is diefstal» er volstrekt geen
verkeerdheid in zien om het bespaarde
geld van kleine burgers, van weduwen,
van kinderen aan te wenden ten einde eene
zaak te beproeven, waarvan de levensvat
baarheid volstrekt niet bewezen is, en
waarvan de ongerijmdheid bg nader in
denken telkens duidelgker aan den dag
treedt, daarover verwonderen wjj ons niet,
maar zjj, die prijs stellen op het behoud
van orde en regelmaat in de samenleving,
zullen ons moeten toegeven, dat bet toch
wel het toppunt vau verkeerde Staatsin
menging zou wezen, wanneer de Staat op
de door de radicalen gewenschte wjjze
optrad.
Voortdurend worden de eischen van het
radicalisme zwaarder en telkens weten zij
een nieuw terrein voor de werkzaamheid
van den Staat aan te wjjzen. Waar most
het heen? vragen wij on9 wel eens af,
indien het op deze manier voortgaat. De
persoonljjke eigendom wordt aangetast,
de persoonljjke vrjjheid tracht men door
dienstplicht, leerplicht en andere plichten
tot nul te reduceeren en het persoonlijk
optreden wordt bjjna geheel onmogelijk
gemaakt. Dit alles moet leiden tot eene
verwarring op staatkundig en maatschap
pelijk gebied waaraan slechts met geweld
een einde zal gemaakt kunnen worden.
Wil men dien chaos ontgaan, dan is
het eenige middel daartoe: beperking van
den invloed van den Staat, door eerbiedi
ging van den persoonlijken eigendom en
de persoonljjke vrjjheid en door aanmoe
diging van het persoonlijk initiatief.
De Staat trede dus ook niet als bouw
meester van arbeiderswoningen op en denke
er nog minder aan om nit de inladen
bg de Rijkspostspaarbank eene gevaarlgke
sociale proefneming te betalen. Op geheel
andere wjjze kan de Staat medewerken om
goede woningen voor den handwerksman
te krjjgen. Door een scherp toezicht en
door strenge maatregelen bjj den bouw
kan hier veel goeds van overheidswege
worden gedaan en evenmin als de voor
standers van een Staatstoezicht op de qua-
liteit der levensmiddelen zouden kuDnen
eischen, dat de Staat zelf de levensmid
delen verschafte, kunnen de voorstanders
van goede en gezonde arbeiderswoningen
en daartoe zal 6en ieder wel behoo-
ren verlangeD, dat de Staat zelf die
woningen zal doen bouwen.
Ia het Hongaarsche Huis vau Magna
ten zal het wets-aMikel strekkende tot
erkenning van den Joodschen eeredienst
worden aangenomen. Graaf Z i c h y mag
zich al boos gemaakt hebben in het Huis
der Magnaten, het zal hem niet helpen,
daar even als elders triomfeert de partjj
der brutaliteit.
Graaf Kalnoky, de Oostenrijk-
sche minister van Buitenlandsche Zaken,
de hoogst verdienstelijke Minister, die
machtig veel heeft bijgedragen tot de
handhaving van den vrede in Europa, heeft
opnieuw keizer Frans Jozef zgn
licht en vond hij de dienstboden reeds op.
Waar is do Prinses? riep hij hijgend uit.
Mevrouw is een kwartier geleden wegge
reden met den jonker.
Groote gerechtigheid! En waar heen?
Dat mogen wij u niet zeggen, luidde het
beslist.
HoeGij durft mij dat weigeren,
schreeuwde Iwan. Zoo gij het volhoudt, jaag
ik u allen op staan den voet weg.
Zooals de Prins het verlangt. In dat
geval zal mevrouw ons in dienst nemen.
Hij karste van machtelooze woede op de
tanden. Wederom had hij vergeten dat Alma
alleen rechten op haar hart bezat.
En hij vluchtte zijne kamer binnen om zich
in de eenzaamheid te herstellen van het doo-
dend bewustzijn, dat hij voortaan alleen was,
door eigen schuld, door eigen wil voor immer
verlaten.
Geluk en liefde hadden hem staande ge
houden. Hij gevoelde weldra, dat de miskende
vrouw gelijk had gehad; met haar heengaan
was hij verloren
Hij poogde in zijne bitterheid tegen haar,
te toonen, dat hij dezelfde was gebleven en
wijdde zich meer dan ooit aan zijne vergcl-
dingstaak; maar de wanhoop doodde hem; in
al wat hem omringde zag hij haar beeld te
rug, vond liij none herinnering aan hare vroe
gere teederheid, aan hare vergoding weer; zij
alleen wasdood voor hom en met die wetenschap
werd ook de zelfzuchtige liefde die hij haar
had toegedragen, herschapen in eene hartstoch
telijke vereering, een onmetelijk verlangen naar
ontslag aangeboden, en de Keizer liet
hem gaan door het ontslag aan te nemen.
De edele Graaf heeft niet langer willen
verdragen, dat baron B a n f f y de Hon
gaarsche kerkvervolger en calvinist die
ook nu weer heeft uitgestrooid dat de
Pauseljjke nuntius Mgr. Agliardi
zou worden teiuggeroepen, tegenover hem
staat. Hat is wel treurig in onze dagen,
dat mannen van karakter da baan moe
tan ruimen voor de gewetanloozen. Het
aan Kalnoky verleende ontslag, in
speciale editiën der bladen bekend ge
maakt, verwekt dan ook niet ten onrechte
eene zeer groote baweging.
Graaf Kalnoky sedert 1881 in functie
is ernstig ontstemd, hg had te veel ver
trouwen in het Hongaarsche rainistarie
gesteld en moest ondervinden, dat de Re-
geeringsmaunen te Buda-Pest, de onbe
scheidenheid ta ver drjjven. Het ontslag
van de Hongaarsche ministers B a n f f y en
J o s i c a wordt dan ook niet ontnogeljjk
geacht.
Het Weener Vaterland geeft te ken
nen dat de Hongaarsche minister B a n f-
f i, misbruik heeft gemaakt van vertrou
wen, door in de Pester Lloyd eene voor
barige ruchtbaarheid te geven, met het
kennelijke doel om eene schikking te verg-
delen. De Pester Correspondenten het Wee
ner Fremdenblatt houden eene warme
lofrede op graaf Kalnoky.
Als opvolger van graaf Kalnoky,
totOostenrgk's minister van BuitaDlandsche
Zaken zie laatste berichten is be
noemd, graaf AgenorVon Goln-
ch o w s k y, vroeger Oostenrijksch gezant
te Boekarest.
Prins V o n Bismarck heeft in zjjoe
jongste lofspraak tot de Silezischa dames
een geestig woord gesproken over de Um-
sturz- Vorlage. Hjj was er niet rouwig
om, zeide h|j, dat de wet was gevalleD.
Ware zjj aangenomen, dan zon zij bjj hen,
van wie men in het land hulp verwacht,
de gedachte hebben kunren doen worte
len, dat zjj nn iets bereikt hadden en nu
op hunne lauweren konden gaan rosten.
Dat zou eene verkeerde gedachte, eene
dwaling geweest zgn. Eu daarom ben ik,
zei Von Bismarck er maar bigde
om, dat dit sluimerkussen aao de heereu
is afgenomen. Er waren bovendien heel
wat bedenkelijke bepalingen in de wet.
Hg wil de vrouwen niet naar het stem
bureau jagen ook wil hg niet dat zjj rede
voeringen houden maar zjj kunnen een
gunstigen invloed uitoefenen op de mannen.
Bjj de Polen en bjj de Centrums leden
spelen de vrouwen een rol van beteeke-
nis. Hjj meende als de vrouw van den
sociaal-democraat wat meer te zeggen bad,
dan zouden immers de moeders niet dul
den, dat haar man tot zulk eene partg
behoorde. Ik weet wel, liet Y o n Bis
marck er op volgen, dat er uitzonde
ringen zgn maar wanneer zulks al ge
schiedt, en de vrouw zich mengt in de
sociaal-democratische beweging, dan zjjn
dit figuren, die van bet gewoon Dnitseh
begrip van vrouwelijkheid en van dat, wat
men algemeen onder vrouwelijkheid ver
staat, zgn vervreemd.
Het alleraardigste is ditPrins V o n
Bismarck kon vroeger geen rokken-
haar, dat niet bevredigd kon worden, want
een ieder bewaarde het stilzwijgen omtrent Alma
en haar verblijfplaats.
Drie maanden later werd liij bedlegerig.
Herhaalde bloedspuwingen namen zijne laatste
krachten mee; hij was opgegeven door zijne
geneesheeren, die hem nog slechts enkele da
gen levens beloofden, en nog durfde hij haar
niet tot zich roepen.
Maar op een avond, dat hij, alleen met zijn
knecht die hem verpleegde, in koortsachtige
sluimering verzonken lag, ontwaakte bij door
het zachtjes1 openen dor deur en op den
drempel herkende hij de vrouw, die hij ver
jaagd had, met het kind in de armen.
Stanislas komt zijn vader omhelzen, was
alles wat zij zeide, want hare stem beefde en
zij voelde hare krachten te kort schieten. Zij
had geweten dat het einde naderde en hem
deze laatste vreugde niet willen onthouden.
Onstuimig omhelsde hij den knaap. Daarop
wenkte hij den bediende hem weg te brengen
en toen zij alleen waren gebleven, strekte hij
ook naar Alma de handen uit en fluisterde:
Genade. Ik was een ellendeling, meer
dan dat een cerlooze; maar gij die zoo verhe
ven zijt, weiger mij op den drempel der Eeu
wigheid uwe vergiffenis niet, rijk mij nog een
laatste maal inve hand.
In het volgend oogenblik knielde zij aan
zijne zijde en zijn hoofd zacht naar zich toe
trekkend, drukte zij als eenig antwoord hare
lippen op de zijne.
Nog twee weken verpleegde zij hem
nacht en dag en toen stierf hij in hare armen.
om
invloed, waurook, uitstaan en uu gaf bg
aan een honderdtal knappe Silezischa
vrouwtjes lessen van levenswijsheid, op
eeu gebied, dat ook hg op zgn ouden dag
der bemoeiing waard acht.
Ia het Eagelsche Lagerhuis heeft eena
scène plaats gehad.
Toen de Voorzitter het voorstel deei
uiteen te gaan, zeide Dr. Tanner:
«Ik wensch te vragen of het waar is
dat Z. K. H. de Hertog van Cambridge
zgn ambt van opperbevelhebber zal neder-
leggen en plaats zal maken voor een meer
geschikte man.»
(Luide kreten: tot de orde!)
De Voorzitter: «Tot de orde I»
Dr. Tanner: «ik wilde vragen
(tot de orde of eeu lid yau de Konink
lijke familie (tot de orde!) die
reeds telang geprofiteerd heeft van de alge-
meene kas (tot de orde zjju ontslag
zal nemeu.»
De heer B a r 11 e y «Komen derge
lijke uitlatingen tegeu een lid der konink
lijke familie in dit Huis te pas?»
De Voorzitter «Dergeljjke opmerkingen
zjju te eenenmale buiten de orde.»
Dr. Tanner: Néémt zgn Koninklgke
Hoogheid zgn ontslag?» (allerlei kreten).
De Voorzitter«Tot de orde De quaes-
tie is of het Hais zal verdagen.»
De heer Mc. Hugh: «Ik stel voor,
dat niet op de vraag worde teruggekomen.»
Da Voorzitter: «Ook dat is buiten de
orde.»
Het Huis ging daarop uiteen.
Het gerucht door het Italiaausche blad
Italië verspreidt als zou Z. H. de Paus
de benoeming van Mgr. Riualdini
(gewezen internuntius te 's Gravenbage)
tot nuntius te Brussel intrekken, omdat
Z. Em. te veel zou overhellen tot de demo
craten, laten wjj voor rekening van bet
Italiaausche ministerieele leugenblad.Mgr.
R i n a 1 d i n i,de onder-secretaris van Staat
aan het Pauselgke Hof is volstrekt geen
democraat, zooals de pers van het Quirinaal
het doet voorkomen.
China is een troetelkind geworden van
Frankrgk, Duitscbland en Rusland. Hoe
lie van deze Mogendheden, zjj zullen
China helpen om geld te leenen voor het
afdoen der oorlogsschatting; dat wil niet
zeggen, dat ze zeiven het geld zullen voor
schieten, maar anderen zullen aansporen
zulks te doen.
Zjj dringen ook sterk b|j Japan aan
om het grondgebied van China zoodra
mogelijk en wel op een bepaalden datam
te ontruimen. Japan stoort zich daar ech
ter niet veel aan; eerst betalen, zegt de
Mikado en dan geven wjj zoover wgnoo
dig achten om den vrede te bewaren, terug
wat wjj in bezit hebben.
Spanje.
Dej regeeringstroepen zg'n te Guanta-
oamo slaags geweest met de opstandelin
gen. Het gevecht heeft 10 uur geduurd,
de opstandelingen hadden 47 dooden en
een zeer groot aantal gewouden waar
onder talrjjke aanvoerders. Vao de Span
jaarden sneuvelde een kolonel, éan kapi-
Zijne laatste woorden waren: Ga niet heen;
zoo gij mij verlaat, gij hebt het zelf gezegd,
ben ik verloren.
Toen zij hem
zelf heengegaan.
geruststellen wilde, was hij
Op den walkant verdringen zich honderden.
In een roeiboot zijn vier, vijf kerels. Een agent,
languit liggend op den grond, werpt een dreg
uit. Telkens groote aandacht ais hot tguw bin
nengehaald wordt.
Hij heit
Maar een
'm!,
groote mand
Hij heit 'm!
hangt aan een punt
van de dreg.
Je vangt bot, lachte er een uit den
hoop.
Hou je test dicht! schreeuwde er een
dikke slager: mot jc er mee spotten, als zoo'n
stumper verdrinkt!
Ga liever in de kroeg zitte, slungel,
zegt een vrouw kwaadaardig, terwijl ze den
spotter woest aankijkt: heb jij een
't Zal jou wel een zorg zijn, als
milie verdrinkt!
Er komt weer stilte.
De agent haalt weer voorzichtig het touw
op. liet is een half vergane kreng van een
hond. Een zwart slijkspoel kringt om het af
zichtelijk beest.
Durft d'r nou niemand in te springen,
schreeuwt een heer tot de mannen in liet kootje'
wurm, zeg!
jö hecle fa-