No. 2286. Zondag 19 Mei 1895. 20ste Jaargang Een nieuw voorwerp van Staatszorg. BUITENLAMP. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Ue samenzweerder. Oostenrijk-Hongarije. Duitsehland. Engeland. Italië. China en Japan. Een drenkeling. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. MAIN WEI AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIENJ Van 16 regels. ^0 Cents. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etranglre G. L. DA UBEfy Co., JOHN. F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre Wegens het feest van O. H. Hemelvaart zal de N1EU WE HAAR- LEMSCHE COURANT in plaats van DinsdagWoensdag in het groote formaat worden uitgegeven. Het dan eerstvolgend nummer verschijnt Zaterdag 25 Mei e.k. Dat wjj felle tegenstanders zjjn van uit breiding der Staatsbemoeiing behoeven wjj niet opnieuw aan onze lezers te ver zekeren. Reeds herhaalde malen meenden wij onze stem te moeten verheffen tegen het zuiver radicale streven om maar overal den Staat bjj te halen en de Overheid verantwoordelijk te stellen voor de toe standen in de samenleving- De redenen, welke ons daartoe leiden, zjjn even bekend als gegrond. Geen maat schappij ban bloeien en welvaart genie ten, indien er het persoonlijk initiatief is gedood en alles moet geschieden door een allesbedisselenden Staat, die het vrjje op treden van enkele personen geheel onmo gelijk maakt. Ondanks die bekende en erkende waar heid wordt toch maar voortdurend door de radicalen op hetzelfde aambeeld geha merd. Zjj rusten niet, voor de organisatie vau den Staat is gewrongen in het keurs lijf, dat door hen is pasklaar gemaakt, maar dat weldra bljjken zal veel te eng en te bekrompen te wezen, om geschikt te zjjn voor de taak, welke het moet ver vullen. Te laat zullende radicalen ondervinden, hoe hun ideaal van Staats-orgauisatie niets meer mag heeten dan een jjdel droombeeld, dat tijdelgk de hoofden van onnadenkenden heeft vervuld, maar als zoovele herschenscbimmen zal verdvijnen, om teleurstelling en tegenspoed achter te laten. Weder moeten wjj gewagen van een nieuw denkbeeld, dat in een radicaal brein is uitgebroed en dat thans als een schoon ideaal op het gebied der Staatsbemoeiing door de radicalen wordt verheerlijkt. Wjj bedoelen de aan de orde gestelde vraag, of het geld van de Rijkspostspaar bank gebruikt mag worden voor de be vordering van den bouw van arbeiders woningen. Dat arbeiderswoningen van Staatswege moeten aangebouwd worden, hierover be- Btaat b{j de echte radicalen, evenmin als bg de socialisten, niet eenmaal twijfel. Zjj noemen het de natuurlijkste zaak van de wereld, dat de Staat zorgt voor de wonin gen van den arbeidsstand. In hun stelsel is de overheid eigenijjk verplicht zich be zig te houden met de geheele verzorging van den handwerksman en zelfs voor het dagelijkseh brood van den werkman zou de Staat verantwoordelijk moeten wezen. Ware er nu nog slechts sprake van een toezicht van overheidswege bg den bouw en op het bewonen van de arbeiderswo ningen, dan zou daartegen we'nig zjjn in te brengen. Maar dit ligt niet in de be doeling der radicalen. Dan zon er nog te veel vrijheid op dit gebied overbljjven en dat ligt niet in hun Btelsel. NeeD, vol gens hen moet de Staat rechtstreeks de verbetering der woningen van de mindere FEUILLETON. 33.) {Slot.) Er verliep een kwartier, zonder dat hij kracht gevoelde, zich van hare zijde los te rukken. Eindelijk keerde de herinnering aan zijne be dreigde eedgenooten in hem weer en hief hij zich pijnlijk overeind. Een oogwenk nog aarzelde hij; zou hij zich nederwerpen aan de voeten zijner vrouw en haar nog eenmaal om genade smeeken? Alma, begon hij, er is nog een laatste zaak tusschen ons te regelen: het geld. Onnoodig, antwoordde zij hooghartig. Wij hebben nog ongeveer dertig duizend gulden Jaarlijks over. Gij zult er mij maandelijks dui zend van doen toekomen door middel van uwen lankier aan wien ik mijn toekomstig adres zal opgeven. Zelfs in haar vernedering kon hij haar tot geen enkele laaghartigheid dwingen, schonk zij hem meer, dan zij voor zich zelve en het kind behield. Hebt gij voor het oogenblik genoeg? klonk bet op gebroken toon. Volkomen genoeg. Vaarwel dan, Almabij durfde de oogen niet meer tot haar opslaan. Vaarwel, prins Karoskine. Zoo gij misschien tot den volgenden mor den zoudt willen wachten klasse ter hand nemen en zelf optreden om de toestanden, waar die verkeerd moch ten zgn, te wjjsigen. Dit na vormt eene uitbreiding der Staats bemoeiing, welker grenzen op dit oogen blik met geen mogelijkheid zgn te bepa len, en dau ook zoo sterk mogelgk ont raden moet worden. Indien de Staat zich aan dezen tak van philaotropie gaat wij den, komt hij van kwaad tot erger. Zal men zich aanvankolgk tot dea bonw van woningen bepalen, allengs zal men verder gaan eu op de inwendige inrichting der huizen gaau letten. De woningen zullen dau vau Staatswege worden gemeubeld, totdat eindelijk alle behoeften den werk man uit de Staatskas zulleu worden be taald eu alles door Staatsambtenaren zal worden beheerd. Dat zooveel op dit oogenblik nog niet wordt geëischt, zal men wel hieraan kun nen tosschrjjven, dat het radicale ideaal omtrent deu bouw van arbeiderswoningen door den Staat vooreerst nog ver van haar verwezenlijking verwijderd is als gevolg van de buitengewone sommen, die hier voor zouden vereiseht worden. De Veree- nigiDgen in sommige steden van ons vader land, welke zich de verbetering der wonin gen vau den hand wei ksstand tot doel heb ben gesteld, zouden er van mede kunnen spreken, welke offers er noodig zgn om op betrekkelgk kleine schaal iets goeds tot stand te brengen. Wat zou er dus niet vereiseht worden om den Staat alge meen de verplichting op te leggen tot het verbeteren der arbeiderswoningen. Zoowel nit esn politiek als financieel oogpunt moet dit radicale denkbeeld ten hoogste worden afgekeurd. Doch de radi calen weten overal raad voor. Bestrijden zij het staatkundig bezwaar door het als een plicht van den Staat voor te stellen dat hg zorgt voor goede arbeiderswonin gen, de financieele moeieljjkheden tellen zjj evenmin heel zwaar. Mea gebruike maar het geld, dat bij de Rijkspostspaar bank is ingelegd en, volgens de radicalen, is men dan klaar. Daargelaten nu, of deze inlagen te zameu voldoende zouden wezen ter bereiking van' het doel, moet hier in de allereerste plaats de vraag ter sprake komen, of de Staat verantwoord zou zgn, indien hg dat geld daarvoor besteedde. Ej dau ant voorden wij beslist ontkennend. De verschillende bouwmaatschappijen hier te lande kunnej over het algemeen niet zooveel winst be halen, dat bg het eventueel gebruiken der gelden van de Rijkspostspaarbank voor den bouw van arbeiderswoningen de rente van de inlagen voldoende verzekerd zou wezen. En daarenboven moet de Rijks postspaarbank gereed wezen om de ge vraagde bedragen terug te betalen, bet geen niet zon kunnen geschieden, indien het geld in woningen was belegd, terwjjl het dan nog de vraag zou wezen, of de gezamealgke waarde der woningen gelij k zon wezen aan de gezamenljjke inlagen. Hieruit bljjkt onzes inziens voldoende, dat de Staat voor zulk eene proefneming op Bociaal gebied volstrekt niet bevoegd is de gelden, in de Rijkspostspaarbank belegd, te bestsden. De kleine burgers, die hun spaarpenningen aan den Staat afstaan, in de meening, dat zjj hun geld nergens beter kunnen beleggen, mogen Neen, als gij huiswaarts keert, zult gij ons niet meer vinden. Ik neem uw vonnis naar de letter op. Gij zelf hebt het gewild. Indien ik u niet zoo grenzenloos minachtte, zou ik u zelfs in deze uren nog beklagen, want uw leven, uw behoud, uw naam, al wat u dierbaar was, berustte bij mij. Van het oogenblik af, waarop ik van uwe zijde verjaagd ben, zijl gij verloren. Ga thans, uwe benden hebben u noodig. Zonder haar maar een blik toe te werpen, snelde hij van daar. Zij bad gelijk, zijn broe ders behoefden zijn steun; zij alleen die trotsche vrouw had hem niet meer noodig! Verloren! dat woord bleef hem achter volgen als een vonnis in het laatste oordeel, terwijl hij z ch voortspoedde door Dublin's donkere straten. Verloren? Hij trachtte er mede te spotten en tot zich zelf zeggen, dat zij slechts een nieuwe Cassandra was, dat de voor spelling dier hooghartige rouwprofetes leugen zou blijken. Zoo ook had men gemeend in de dagen van Priamus, en toch was het machtige Troye gevallen! Maar zij zou zich bedenken en niet heengaan; hij zelf zou spoed maken met zijne zending, desnoods de helft der taak aan den ondervoor zitter opdragen; zoodoende zou hij tijdig ge noeg weer keeren, om haar vertrek te belet ten Hij zou zich verootmoedigen voor haar, al ware het dan slechts ter wille van het kind dat hem zoo dierbaar wasl Dn steeds haastig snelde liij voort. Reeds anderhalf uur later bereikte hij ge heel verhit zijne woning. Het was nacht, maar toch was alles ver niet worden blootgesteld aan de risico van zulk eeoe onderneming. Dat de voorstanders van bet principe «eigendom is diefstal» er volstrekt geen verkeerdheid in zien om het bespaarde geld van kleine burgers, van weduwen, van kinderen aan te wenden ten einde eene zaak te beproeven, waarvan de levensvat baarheid volstrekt niet bewezen is, en waarvan de ongerijmdheid bg nader in denken telkens duidelgker aan den dag treedt, daarover verwonderen wjj ons niet, maar zjj, die prijs stellen op het behoud van orde en regelmaat in de samenleving, zullen ons moeten toegeven, dat bet toch wel het toppunt vau verkeerde Staatsin menging zou wezen, wanneer de Staat op de door de radicalen gewenschte wjjze optrad. Voortdurend worden de eischen van het radicalisme zwaarder en telkens weten zij een nieuw terrein voor de werkzaamheid van den Staat aan te wjjzen. Waar most het heen? vragen wij on9 wel eens af, indien het op deze manier voortgaat. De persoonljjke eigendom wordt aangetast, de persoonljjke vrjjheid tracht men door dienstplicht, leerplicht en andere plichten tot nul te reduceeren en het persoonlijk optreden wordt bjjna geheel onmogelijk gemaakt. Dit alles moet leiden tot eene verwarring op staatkundig en maatschap pelijk gebied waaraan slechts met geweld een einde zal gemaakt kunnen worden. Wil men dien chaos ontgaan, dan is het eenige middel daartoe: beperking van den invloed van den Staat, door eerbiedi ging van den persoonlijken eigendom en de persoonljjke vrjjheid en door aanmoe diging van het persoonlijk initiatief. De Staat trede dus ook niet als bouw meester van arbeiderswoningen op en denke er nog minder aan om nit de inladen bg de Rijkspostspaarbank eene gevaarlgke sociale proefneming te betalen. Op geheel andere wjjze kan de Staat medewerken om goede woningen voor den handwerksman te krjjgen. Door een scherp toezicht en door strenge maatregelen bjj den bouw kan hier veel goeds van overheidswege worden gedaan en evenmin als de voor standers van een Staatstoezicht op de qua- liteit der levensmiddelen zouden kuDnen eischen, dat de Staat zelf de levensmid delen verschafte, kunnen de voorstanders van goede en gezonde arbeiderswoningen en daartoe zal 6en ieder wel behoo- ren verlangeD, dat de Staat zelf die woningen zal doen bouwen. Ia het Hongaarsche Huis vau Magna ten zal het wets-aMikel strekkende tot erkenning van den Joodschen eeredienst worden aangenomen. Graaf Z i c h y mag zich al boos gemaakt hebben in het Huis der Magnaten, het zal hem niet helpen, daar even als elders triomfeert de partjj der brutaliteit. Graaf Kalnoky, de Oostenrijk- sche minister van Buitenlandsche Zaken, de hoogst verdienstelijke Minister, die machtig veel heeft bijgedragen tot de handhaving van den vrede in Europa, heeft opnieuw keizer Frans Jozef zgn licht en vond hij de dienstboden reeds op. Waar is do Prinses? riep hij hijgend uit. Mevrouw is een kwartier geleden wegge reden met den jonker. Groote gerechtigheid! En waar heen? Dat mogen wij u niet zeggen, luidde het beslist. HoeGij durft mij dat weigeren, schreeuwde Iwan. Zoo gij het volhoudt, jaag ik u allen op staan den voet weg. Zooals de Prins het verlangt. In dat geval zal mevrouw ons in dienst nemen. Hij karste van machtelooze woede op de tanden. Wederom had hij vergeten dat Alma alleen rechten op haar hart bezat. En hij vluchtte zijne kamer binnen om zich in de eenzaamheid te herstellen van het doo- dend bewustzijn, dat hij voortaan alleen was, door eigen schuld, door eigen wil voor immer verlaten. Geluk en liefde hadden hem staande ge houden. Hij gevoelde weldra, dat de miskende vrouw gelijk had gehad; met haar heengaan was hij verloren Hij poogde in zijne bitterheid tegen haar, te toonen, dat hij dezelfde was gebleven en wijdde zich meer dan ooit aan zijne vergcl- dingstaak; maar de wanhoop doodde hem; in al wat hem omringde zag hij haar beeld te rug, vond liij none herinnering aan hare vroe gere teederheid, aan hare vergoding weer; zij alleen wasdood voor hom en met die wetenschap werd ook de zelfzuchtige liefde die hij haar had toegedragen, herschapen in eene hartstoch telijke vereering, een onmetelijk verlangen naar ontslag aangeboden, en de Keizer liet hem gaan door het ontslag aan te nemen. De edele Graaf heeft niet langer willen verdragen, dat baron B a n f f y de Hon gaarsche kerkvervolger en calvinist die ook nu weer heeft uitgestrooid dat de Pauseljjke nuntius Mgr. Agliardi zou worden teiuggeroepen, tegenover hem staat. Hat is wel treurig in onze dagen, dat mannen van karakter da baan moe tan ruimen voor de gewetanloozen. Het aan Kalnoky verleende ontslag, in speciale editiën der bladen bekend ge maakt, verwekt dan ook niet ten onrechte eene zeer groote baweging. Graaf Kalnoky sedert 1881 in functie is ernstig ontstemd, hg had te veel ver trouwen in het Hongaarsche rainistarie gesteld en moest ondervinden, dat de Re- geeringsmaunen te Buda-Pest, de onbe scheidenheid ta ver drjjven. Het ontslag van de Hongaarsche ministers B a n f f y en J o s i c a wordt dan ook niet ontnogeljjk geacht. Het Weener Vaterland geeft te ken nen dat de Hongaarsche minister B a n f- f i, misbruik heeft gemaakt van vertrou wen, door in de Pester Lloyd eene voor barige ruchtbaarheid te geven, met het kennelijke doel om eene schikking te verg- delen. De Pester Correspondenten het Wee ner Fremdenblatt houden eene warme lofrede op graaf Kalnoky. Als opvolger van graaf Kalnoky, totOostenrgk's minister van BuitaDlandsche Zaken zie laatste berichten is be noemd, graaf AgenorVon Goln- ch o w s k y, vroeger Oostenrijksch gezant te Boekarest. Prins V o n Bismarck heeft in zjjoe jongste lofspraak tot de Silezischa dames een geestig woord gesproken over de Um- sturz- Vorlage. Hjj was er niet rouwig om, zeide h|j, dat de wet was gevalleD. Ware zjj aangenomen, dan zon zij bjj hen, van wie men in het land hulp verwacht, de gedachte hebben kunren doen worte len, dat zjj nn iets bereikt hadden en nu op hunne lauweren konden gaan rosten. Dat zou eene verkeerde gedachte, eene dwaling geweest zgn. Eu daarom ben ik, zei Von Bismarck er maar bigde om, dat dit sluimerkussen aao de heereu is afgenomen. Er waren bovendien heel wat bedenkelijke bepalingen in de wet. Hg wil de vrouwen niet naar het stem bureau jagen ook wil hg niet dat zjj rede voeringen houden maar zjj kunnen een gunstigen invloed uitoefenen op de mannen. Bjj de Polen en bjj de Centrums leden spelen de vrouwen een rol van beteeke- nis. Hjj meende als de vrouw van den sociaal-democraat wat meer te zeggen bad, dan zouden immers de moeders niet dul den, dat haar man tot zulk eene partg behoorde. Ik weet wel, liet Y o n Bis marck er op volgen, dat er uitzonde ringen zgn maar wanneer zulks al ge schiedt, en de vrouw zich mengt in de sociaal-democratische beweging, dan zjjn dit figuren, die van bet gewoon Dnitseh begrip van vrouwelijkheid en van dat, wat men algemeen onder vrouwelijkheid ver staat, zgn vervreemd. Het alleraardigste is ditPrins V o n Bismarck kon vroeger geen rokken- haar, dat niet bevredigd kon worden, want een ieder bewaarde het stilzwijgen omtrent Alma en haar verblijfplaats. Drie maanden later werd liij bedlegerig. Herhaalde bloedspuwingen namen zijne laatste krachten mee; hij was opgegeven door zijne geneesheeren, die hem nog slechts enkele da gen levens beloofden, en nog durfde hij haar niet tot zich roepen. Maar op een avond, dat hij, alleen met zijn knecht die hem verpleegde, in koortsachtige sluimering verzonken lag, ontwaakte bij door het zachtjes1 openen dor deur en op den drempel herkende hij de vrouw, die hij ver jaagd had, met het kind in de armen. Stanislas komt zijn vader omhelzen, was alles wat zij zeide, want hare stem beefde en zij voelde hare krachten te kort schieten. Zij had geweten dat het einde naderde en hem deze laatste vreugde niet willen onthouden. Onstuimig omhelsde hij den knaap. Daarop wenkte hij den bediende hem weg te brengen en toen zij alleen waren gebleven, strekte hij ook naar Alma de handen uit en fluisterde: Genade. Ik was een ellendeling, meer dan dat een cerlooze; maar gij die zoo verhe ven zijt, weiger mij op den drempel der Eeu wigheid uwe vergiffenis niet, rijk mij nog een laatste maal inve hand. In het volgend oogenblik knielde zij aan zijne zijde en zijn hoofd zacht naar zich toe trekkend, drukte zij als eenig antwoord hare lippen op de zijne. Nog twee weken verpleegde zij hem nacht en dag en toen stierf hij in hare armen. om invloed, waurook, uitstaan en uu gaf bg aan een honderdtal knappe Silezischa vrouwtjes lessen van levenswijsheid, op eeu gebied, dat ook hg op zgn ouden dag der bemoeiing waard acht. Ia het Eagelsche Lagerhuis heeft eena scène plaats gehad. Toen de Voorzitter het voorstel deei uiteen te gaan, zeide Dr. Tanner: «Ik wensch te vragen of het waar is dat Z. K. H. de Hertog van Cambridge zgn ambt van opperbevelhebber zal neder- leggen en plaats zal maken voor een meer geschikte man.» (Luide kreten: tot de orde!) De Voorzitter: «Tot de orde I» Dr. Tanner: «ik wilde vragen (tot de orde of eeu lid yau de Konink lijke familie (tot de orde!) die reeds telang geprofiteerd heeft van de alge- meene kas (tot de orde zjju ontslag zal nemeu.» De heer B a r 11 e y «Komen derge lijke uitlatingen tegeu een lid der konink lijke familie in dit Huis te pas?» De Voorzitter «Dergeljjke opmerkingen zjju te eenenmale buiten de orde.» Dr. Tanner: Néémt zgn Koninklgke Hoogheid zgn ontslag?» (allerlei kreten). De Voorzitter«Tot de orde De quaes- tie is of het Hais zal verdagen.» De heer Mc. Hugh: «Ik stel voor, dat niet op de vraag worde teruggekomen.» Da Voorzitter: «Ook dat is buiten de orde.» Het Huis ging daarop uiteen. Het gerucht door het Italiaausche blad Italië verspreidt als zou Z. H. de Paus de benoeming van Mgr. Riualdini (gewezen internuntius te 's Gravenbage) tot nuntius te Brussel intrekken, omdat Z. Em. te veel zou overhellen tot de demo craten, laten wjj voor rekening van bet Italiaausche ministerieele leugenblad.Mgr. R i n a 1 d i n i,de onder-secretaris van Staat aan het Pauselgke Hof is volstrekt geen democraat, zooals de pers van het Quirinaal het doet voorkomen. China is een troetelkind geworden van Frankrgk, Duitscbland en Rusland. Hoe lie van deze Mogendheden, zjj zullen China helpen om geld te leenen voor het afdoen der oorlogsschatting; dat wil niet zeggen, dat ze zeiven het geld zullen voor schieten, maar anderen zullen aansporen zulks te doen. Zjj dringen ook sterk b|j Japan aan om het grondgebied van China zoodra mogelijk en wel op een bepaalden datam te ontruimen. Japan stoort zich daar ech ter niet veel aan; eerst betalen, zegt de Mikado en dan geven wjj zoover wgnoo dig achten om den vrede te bewaren, terug wat wjj in bezit hebben. Spanje. Dej regeeringstroepen zg'n te Guanta- oamo slaags geweest met de opstandelin gen. Het gevecht heeft 10 uur geduurd, de opstandelingen hadden 47 dooden en een zeer groot aantal gewouden waar onder talrjjke aanvoerders. Vao de Span jaarden sneuvelde een kolonel, éan kapi- Zijne laatste woorden waren: Ga niet heen; zoo gij mij verlaat, gij hebt het zelf gezegd, ben ik verloren. Toen zij hem zelf heengegaan. geruststellen wilde, was hij Op den walkant verdringen zich honderden. In een roeiboot zijn vier, vijf kerels. Een agent, languit liggend op den grond, werpt een dreg uit. Telkens groote aandacht ais hot tguw bin nengehaald wordt. Hij heit Maar een 'm!, groote mand Hij heit 'm! hangt aan een punt van de dreg. Je vangt bot, lachte er een uit den hoop. Hou je test dicht! schreeuwde er een dikke slager: mot jc er mee spotten, als zoo'n stumper verdrinkt! Ga liever in de kroeg zitte, slungel, zegt een vrouw kwaadaardig, terwijl ze den spotter woest aankijkt: heb jij een 't Zal jou wel een zorg zijn, als milie verdrinkt! Er komt weer stilte. De agent haalt weer voorzichtig het touw op. liet is een half vergane kreng van een hond. Een zwart slijkspoel kringt om het af zichtelijk beest. Durft d'r nou niemand in te springen, schreeuwt een heer tot de mannen in liet kootje' wurm, zeg! jö hecle fa-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1