No. 2293. Zondag 9 Juni 1895. 20ste Jaargang Oe Nieuwe Haarlemsche Courant, Abonneert U op Zondagsblad, Verdachtmaking en vrees. BUITENLAND. Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor liet buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Van 16 regels. 50 Cents. Elke regel meer7U3 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. DA UBE Sr Co., J OHN. F. J ONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre OtT Goedkoope Courant. De Nieuwe Haarlemsche Courant De tegenstand, welke de anti-radicalm steeds bieden tegen de invoering van het al gemeen stemrecht,wordt door sociaal-demo craten en radicalen hoofdzakeljjk toege schreven aan hun zucht om onrechtmatig verkregen privilegiën en voorrechten te behouden en aldus meesters te blij ren van den politieken toestand. Deze verdachtmaking verhindert niet, dat de anti-radicalen aan hun beginselen getrouw bljjven en trachten te beletten, dat het radicalisme en de sociaal-demo cratie op staatkundig gebied de overwin ning behalen. Eigenlek beproeven de radicalen door deze verdachtmaking hun tegenstanders te prikkelen en zoodoende hen tot eeue concessie te brengeD, waarvan de treurige gevolgen zich weldra, maar dan te laat, zouden openbaren. Het is de tactiek van de revolutie-predikers om de voorstanders van orde eu rust ia den Staat te tartan en hen te beschuldigen van geea vertrouwen te stellen in hun eigen beginselen, om daardoor te verkrjjgen, dat zjj tot toege ven worden geneigd en een kiesstelsel voor de Vertegenwoordiging zouden toelateD, dat aan de revolutie-mannen de vrge band zou geven. Herhaalde waarschuwingen tot de goed- gezinden zijn daarom noodzakelijk. Al stellen de radicalen het voor, dat hun tegenstanders worden gedreven door eigen baat en door vrees voor het volk, dit mag FEUILLETON. De zegepraal des Geloofs, V eene stem tot hem. Vast besloteni nep \t: „Nooit zal ik den rozenkrans verkoo- geen reden wezen om toe ts geven aan onverstandige eischen. Toch geschiedt dit maar al te dikwjjls. Overigens zeer ge matigde staatslieden, die de heerschappij van de groote menigte niet zouden dul den, hebben zich reeds laten verleiden om eene kiesrechthervorming goed te keuren, waarbjj de revolutionnaire richtingen, al is het niet onmiddellijk, dan toch zeker binnen een beperkt tjjdsverloop de Staats macht in handen zouden krjjgen. Bjj de behandeling der kiesrecht-ont werpen van de vorige Regeering in de Tweede Kamer is dit het duidelijkste gebleken. Uit vrees om bjj de toon gevers van bet radicalisme in ongenade te vallen, of uit verkeerd begrepen recht vaardigheidsgevoel hebben velen zich ver- eenigd met de voorschriften van den mi nister Tak van Poortvliet, niet denbeude aau de mogeljjkheid, welke deze wetten opendeo om de heerschappij vau de groote menigte op politiek terrein te doen zegevieren. Deze vrees of dit verkeerde reebtvaardigbeidsbegrip werd versterkt door de bovenbedoelde verdachtmaking van radicalistischen kant, waardoor het mogeljjk werd dat de vorige Regeering nog zulk een betrebkeljjk grooten steun in de Kamer vond. De tegenwoordige Regeering zal wel dra een nieuw ontwerp tot regeling van bet kiesrecht öjj da Kamer aanhangig maken. Reeds heeft de Raad van State de voorstellen onderzocht en zjjn ze bjj den Minister van Bmnenlandsche Zaken teruggekomen, die zeker niet zeer lang zal wachten voor ze bjj de Tweede Kamer in te dieneD. In welken geest deze nieuwe Kieswet zal wezen, is natuurljjk nog een geheim. Maar men kan er wel zeker van wezen, dat deze Regeering waarborgen in het leven zal roepen, waardoor de mog6ljjkheid aan wezig zal zijn om te grooten invloed vao sociaal-democratischen en radicalistischen kant te weien. Dat is de tegenwoordige Regeering aan haar optreden verplicht en dat kan ook worden Terwacbt van de mannen, die ten vorigen jare met zooveel volharding de radicale wetten van het toenmalige Kabinet hebben bestreden. Stelden zjj de ordelievende burgers daarin te leur, dau zou het naar onze meening ook thans weder de plicht wezen van alle anti-radicalen om de kiesrecht-ontwerpen van dit Ministerie, met al de kracht die in hen is, te bestrjjdeo. Wij moeten evenwel afwachten en wil len niet doen als de radicalen, die thans reeds weeklagen over de vasthoudendheid van dit Kabinet en reeds vooruit afkeu ren, wat hun nog niet bekend if. Geljjk wjj reeds vroeger opmerkten, trachten de radicalen met deze voorbarige afkeuring de Regeering en de Kamer vrees in te boe zemen en hen daardoor te brengen tot een toegeven op sommige punten. Men zegt nu reeds, dat de nieuwe kieswet wederom «alleen aan een zekere kaste» het kiesrecht zal geven en er weder ver- scheideuen zullen worden buitengesloten. Men beklaagt zich reeds over het capaci teiten-stelsel, dat misschien in de wet zal worden opgenomen en men betreurt het, dat de kiezer minstens 25 jaar oud zal moeten wezeD. Hoe zoo lazen wij in 6en der radicale organen waar ieder man nelijk ingezetene op 23-jarigen leeftjjd volgens de wet meerderjarig is en op 19-jarigen leeftjjd met wapens mag om gaan, is men dan op het gebied der kies bevoegdheid eerst op 25-jarigen leeftjjd rijp? Niet alzoo. Wjj zullen toonen ook wat te zeggen te hebben en door samen werking bewjjzen, dat wjj volstrekt niet terreden zjjn, Uitbreiding op groote schaal, dat is onze weuscb. Dan zullen wjj mannen van de praktjjk naar de Ka mers zenden, die den werkman willen geven wat hem toekomt.» Op dergeljjke wjjzen wordt in de radi cale dringen de beweging tegen de nog niet eenmaal ingediende kieswet opgewekt en ontevredenheid gezaaid, waar nog vol strekt geen reden tot misnoegen aanwe zig kan zjjn. Eigeuljjk moest van zulk gescbrjjf vol strekt geen nota worden genomen, maar de drukpers verbreidt die onzionige woor- ken in zoovele kringen, dat het werkeljjk noodig is om de menigte er op te wjjzen, dat men baar tracht te misleiden. Vooral de bewering, dat de tegenwoor dige wetgevers het kiesrecht slechts «aan zekere kaste» willen schenken is eene verdachtmaking, die niet onbestreden mag big ven. Degenen die zulks schrjjven doen zelven hetgeen zjj aan anderen verwijten. Zjj zjjn het, die den haat tusschen de verschillende standen in de samenleving trachten op te wekken en aan te wakke ren en dia verdeeldheid zaaien tusschen de burgers van hetzelfde vaderland. Eu wjj achten het juist goed, dat beproefd wordt om zulke personen van de uitoefe ning van het kiesrecht uit te sluiten. In dien zjj invloed krjjgen op de samenstel ling van de Volksvertegenwoordiging, dan zullen zjj dien invloed niet aanwenden in het algemeen belang, maar uitsluitend in dat van het radicalisme en de sociaal-demo cratie. Wat er van ons goede vaderland, waar helaas reeds zooveel verdeeldheid heerscht, zon worden, indien deze richtingen in de regeercolieges de overhand hadden, weten wjj niet, maar wjj vermoeden het, en wel op g08de gronden. Met orde en rust zou het gedaan we zen. Allereerst zouden nieuwe wetten wor den gemaakt, waardoor de rustige burger jj afhankelj]k zoa worden van een troepje volksleiders, die op hun beurt elkander weder zouden gaan bestrijden, en zoo zon er geeu denken meer wezen aan eene kalme en voortgaande ontwikkeling van de maat schappelijke toestanden. Bovenal zouden Altaar en Troon het moeten ontgelden en de vreeselijkste verdrukking „e wachten zjjn voor alleD, die in den godsdienst heil en troost zoeken in den moeilijken strjjd des levens. Zulk eene maatschappijdoor de so ciaal-democraten een heilstaat genoemd wenschen wjj niet, en als men ons daarom beschuldigt van vrees voor het algemeen stemrecht, dan geven wjj toe wel vrees te koesteren, doch eene vrees, die gerechtvaar digd wordt door het heilloos drjjven van de revolationnaire richtingen. Met angst en vrees zouden wjj de toekomst inzieo, wanneer het algemeen stemrecht pur et simple werd ingevoerd. Wel weten wjj, dat in het eind de goede, beproefde be ginselen ook op staatkundig gebied weder de overhand zonden krjjgen, maar zeker is het toch, dat eerst een tjjdperk van eindelooze verwarring eu wanorde bjj de invoering van het algemeen stemrecht zou moeten worden doorworsteld en dat de vreeseljjkste uitspattingen van revolution- nairen en godloochenaars heel wat onhei len over ons geliefd vaderland zouden brengen. ons En daarvoor beware. hopen wg', dat de Hemel China en Japan. In plaats van het eiland Formosa voor de Japanners te ontruimen, had de Chi- nee8che Gouverneur zich tot president der Republiek van dat eilaud laten uitroepen. Hg liet de Chineesche strijdkrachten zich vereenigeu om 's lands onafhankelijkheid tegen de Japanners, die bezit wilden nemeD van het eiland hun bjj het sluiten van den vrede met China afgestaaD, te ver dedigen. Na eerst weggevaren te zjjo, toen de Japanners zagen dat de Chiueeeche bezet ting zich tegen de landing verzette, zjjn de Japanners met grootere macht terug- gebeerd. Onmiddelljjk openden zjj toen het vuur op de rebellen, die in opstand waren gekomen, na de overdracht van het eiland tegen het wettig gezag. Na een paar uur vechtens sloegen de opstandelingen op de vlucht, verbrandden de gebouwen en plun derden waar iets te grjjpen viel. De republiek is verongelukt, de presi dent is op de vluchthg zal wel ergens gegrepen worden en met ben die zich bljjven verzetten, ter dood worden ge' bracht. De Japauners zallen nog veel moeite hebbeu om hun gezag op Formosa te vestigen. De kuststreken leveren de groot ste bezwaren niet, hoewel het klimaat er verre vau gezond moet zjju. Maar met de bergstreken zullen de veroveraars nog moeite genoeg hebben. Een keten strekt zich over 200 mjjlen midden door het eiland nit en bevat toppen van 10 en 12 duizend voet. Zjj is bewoond door wilde Maleische stammen, koppensnellers en kan nibaleD. Hun aantal is groot en zjj znllen zeker eerst onderworpen moeten worden, alvorens de grond die zeer rjjk aau delfstof fen is, kan worden geëxploiteerd. Zelfs de kamferboomen bevinden zich voor een groot deel in het binnenland. De Chinee- zen bemoeiden zich maar liefst niet met die wilden in hun onherbergzame nordeu, maar bet is niet waarschjjnljjk dat Japan hen met rust zal laten. in den grond geboord. Een der booten liep bjj de botsing die plaats had vol water. De heer V onRichthofeD, pre sident van politie te Berljjn, is aldaar plotseliog overleden. Vod Richtho- fe n slond in hooge gnnst aan het Hof en dreef Von Caprivi dwars die hem tevergeefs ten val dacht te brengen. De overledene bezat invloedrjjke beschermers, onder wie de gewezen minister graaf Eulenburg, die naar men weet ook tot Caprivi's heftigste tegenstanders behoorde, wel de voornaamste was. Bjj de Berljjosehe bevolking was de overledene weinig bemind; ternggetrokken en ge sloten van aard, vertoonde bjj zich zelden in het openbaar. Keizer Wilhelm is niet gelukkig met het schenken van de orde tpour le méritenu na de Frauschman Paste nr, ook de Engelschman Herbert Spen cer het Duitsche onderscheidingsteeken voor hooge verdiensten op wetenschappe lijk gebied hsett geweigerd. Te Barljjn heeft deze weigering een allerpij olp ksten indruk gemaakt, de meeste bladen laten echter aan Spencer's beweegredenen recht wedervaren. De National Ztg- tee kent er bg aan: «Tegen de redenen de zer weigering zou, in tegenstelling met Pasteur's beweegredenen, niets in te brengen zjjn, indien de weigering te rech ter tjjd, d. w. z. vóór de officieele open baarmaking, had plaats gehad. Of zon men den heer Spencer de orde verleend hebben zonder hem eerst langs den ver- tronweljjken weg te polsen of bjj ha«*r aannemen zou? Io dat geval zon het ver keerde vau zulk eene wjjze van handelen nu bewezen zgu.» Dit laatste vermoeden der National Zt. wordt door andere bla den als een jfeit beschouwd, en de Vossische Ztg. vindt dit verzuim eenvoudig onbe- grjjpeljjk. De Berliner Neuesten Nachrich- ten verlangt dat men in het vervolg, na het geval Pasteur en het geval Spen cer, niet langer volgens de bepalingen der statuten de orde aan buitenlanders zal verleenen, tenzjj men bepaald zeker is dat zjj haar zullen aannemen. Het is toch een zeer ongewenscht verschijnsel dat de hoogste wetenschappelijke onderschei ding die door Dnitschland verleend kan worden, in Frankrjjk en Eagelaud wordt afgewezen. België. de Duitschland. De ambtenaren van het openbaar mi nisterie F 1 g g e en de handelsraad Bosch uit Charlottenbarg hebben in den omtrek van Berljjo, geduelleerd op het pistool. Er was niet veel gevaar bg, 't waren slechte schatters waardoor het tweegevecht zonder bloedvergieten afliep. In de Flensburger Fohrde, hebben vier torpedobooten der Duitsche marine bg nachtelgke manoeuvres bjjua elkaar De Burgemeester greep hem bij den arm en zeide met halver stem: //Rudolf, er mocht u een ongeluk overkomen, doe geen poging tot redding, bovendien zijn deze menschen niet waard, dat gij uw leven waagt.// Op Tweeden Pinksterdag hebben Christen-democraten te Ninove eene ma nifestatie gehouden, waaraan de broeder van den abbé Da ens met zjjue partjj- genooten deelnam. Er werden groene pa piertjes rondgestrooid met de ironische vraag: «Waar is pastoor Daens?» Er werd gescholden dat het een lost was op de tegenstanders. Men juichte de scheldwoorden van uitzuigers, enz.» vrouwen die meededen aan het pret maken schreiden van aandoening, 's Avonds lie pen tal van groepen door de stad, zin gende: «Vivat pastoor Daens»; hon derden droegen het portret van den abbé op den hoed. De abbé was kalm te huis gebleven, zoo. bjj vertelde om zjjne tegenstanders geen gelegenheid te geven, zjjoe aanwe- ABONNEMENTSPRIJS .1 fiji A1N HEN DXUX7" MA NON AGITATE. CÖIR41T. PRIJS DER ADVERTENTIEN. die niet alleen in Haarlem, maar ook in de omstreken een groot aantal lezers telt. verschijnt Driemaal'# weeks-, des Dinsdags, Don derdags en Zaterdags met een onderhoudend dat met pleizier gelezen wordt, geest en hart krachtig voedsel biedt en eene aangename, afwis selende lectuur bevat voor de Huiskamer. De inhoud van DE NI EU WE HAARLEM SCHE COURANT is rijk, degelijk en interessant en bevat de gewichtigste quaestiën en gebeurtenis sen van den dag. Beleefd vragen wij onzen lezers nieuwe lezers aan te werven, overtuigd als wij zijn, dat een iederdie de EI EU WE HAARLEMSCHE COURANT leert kennen, als abonné zal toe treden en blijven zal, omdat deze courant wer kelijk de goedkoopste is onder de verschillende bladen en zij zich steeds beijvert de vele vra gen betreffende de sociale vraagstukken, zoo duidelijk mogelijk toe te lichten en op te helderen. De prijs van DENIEÜ WE HAARLEMSCHE COURANT, driemaal 's weeks verschijnende be draagt per drie maanden f 0.85, buiten de stad per post f 1.10. De prijs van het ZONDAGSBLAD bedraagt per drie maanden, voor abomé 's op DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT t 0.25, buiten de stad per post fü.85. Voor niet-geabonneerden op de Courant 35 Cents, per post 45 Cents. 6ÜF"~ Zij, die zich op een of beide bladen abonneeren, ontvangen tot 1 Juli. e. k., aanvang van een nieuw kwartaal, de tot dien datum ver schijnende nummers gratis. door Julius. 6. Vervolg.) Nog gisteren-avond in gezelschap van zijne vrienden pochte hij op zijn rijdom en beloofde "en en zijne vroegere werklieden morgen te vergasten op bier, wijn of andere dranken, al- es geheel ten zijnen koste. Na deze belofte Waren bij en zijne kameraden naar den Johan- Hesburcbt gegaan, waarbij den Burgemeester ontmoette. De verachtelijke blik, dien de Bur gemeester liem toen toewierp, bad Faber diep getroften. Hij bad zicb geschaamd, verwijtin gen waren in zijn binnenste opgekomen nog meer stak het hem, dat de Burgemeester hem m zijn dronken staat had gezien, dit vooral eed hem nadenken. Opnieuw en nog dieper werd Faber geschokt, toen hij tehuis kwam. Hi) sloot den geheelen nacht geen oog, zijn smaadvolle levensweg berouwde zijne ziel en Knaagde hem aan het geweten. Het gebed zij ner vrouw was niet vergeefseh geweest. De zilveren rozenkrans brandde den onge lukkige als gloeiende kolen in de hand. //Haar katst en dierbaarst kleinood ontneemt gij haar!// pen! //Faber's eerste schreden waren des mor gens naar Herbert Rigg. //Hij zal mij wel eenig geld leenen,// meende hij. Maar Rigg was niet tehuis. Wanhopig stond hij daar. Juist kwam de pastoor voorbij, die hem vriendelijk groette. Een straal van hoop verlichtte eensklaps zijn hart. //Wanneer mij iemand kan helpen dan is hij het 1// dacht hij hij zichzelf. Laten wij nu Eaber zelf het vervolg aan zijne vrouw ver tellen. „Zonder lang na te denken, volgde ik den pastoor en verzocht hem om een onderhoud. Hij noodigde mij uit met hem naar de pas torie te gaan, waar ik hem mijn toestand ge heel en al bloot legde. De pastoor verschafte mij het noodige geld zonder het kostbare stuk als pand te willen aannemen: Kom ik eens weer in goeden doen, dan eerst behoef ik het geld den pastoor terug te geven. Dadelijk na dit onderhoud spoedde ik mij naar het koffie huis waar mijne kameraden, volgens de af spraak van gisteren reeds lang op mij wachtten. Zij ontvingen mij met een luid gejubel. //Aan nemen, een flesch wijn! Mijnheer de fabrikant betaalt!// schreeuwden zij. Daar ik niets tegen zeide, kwam de flesch op tafel. Ik betaalde en stak haar kalm bij mij. Hierop vroeg ik naar mijne knechts. Zij wachtten reeds in eene zij kamer op mij. Nadat ik hunne verteringen had betaald, zeide ik hun, dat ik van mijn voor nemens afzag en hoe zij ook dreigden en schimp ten, dit alles liet mij koud. Ter voldoening liet'ik ieder een glas inschenken, waarna zij lang zamerhand bedaarden.Regelrecht wilde ik mij nu haar hui» begeven, nauw zagen zij echter mijn plan of een storm brak onder mijne her- bergvnenden los. De een nam mij bij den arm en trok mij naar de tafel terug, een ander hield mij een glas voor, mij tot drinken uit- noodigende. Ik wil niet verder vertellen, welk een tooneel er voorviel, voor ik mij eindelijk had losgerukt: genoeg, bet is gebeurd. Strijd kostte het mij, maar de band die mij aan mijne vroegere vrienden bond, is verbroken, ik zeg God lof en dank!// Zacbtkens vervolgde bij nu tot zijne vrouw: //In alle vroegte verzoen ik mij met den Schepper en dan heet het: Met God begonnen, op zijne hulp vertrouwt, opdat ik een man moge worden gelijk het be hoort en een vader voor ons huisgezin.// //Ons leven lang zullen wij den barmharti- gen God dankbaar zijn!" zeide Julia. Wij sluiten met den wenseh, dat God iederen lichtzinnigen man eene geloovige vrouw en onschuldige vrome kinderen schenke, die door de kracht hunner gebeden hem van de ketenen der boo ze hartstochten bevrijden. IV. BRAND. Terwijl dit alles bjj de familie Faber plaats vond, ging het ter feestplaatse der stad IJülau er druk en vrooljjk aan toe. Geschenken wer den aan de kinderen uitgedeeld, volksspelen en meer vermaken waren in vollen gang. De Burgemeester hield eene schitterende rede, waarin hij de opgroeiende jeugd als den trots der toekomst vierde. AI zijne woorden getuigden van zijn redenaarstalent maar ook van zijne libera' listischege voelens.Hijvoorspelde in het nageslacht een menschdom, dat zich ten laatste eens geheel verhellen zou boven alle duisteren zielen knechtschap van den tegenwoordigen tijd. Hij zeide dit zonder nadere verklaringen, maar men kon voelen, dat het doelde op de //knecht schap//der Kerk.De inwoners juichten hem toe, zooals dat gewoonte is. Mijnheer Kuno Stadanx was als bedwelmd door de eer en hulde hem allerwege gebracht. Zijn zoon Rudolf bevond zich met eenige studiemakkers ter feestplaatse. Ook zij deelden in het geluk van vader en zoon. Met de invallende schemering werd het feestterrein door veelkleurige lampions ver licht Een prachtig vuurwerk werd ontstoken en aan het gejuich en gejubel des volks scheen geen einde te zullen komen. Daar midden in de algemeene feestvreugde weerklonk het geroep: brand. Ontsteld richt ten zich aller oogen naar de stad. Een donkere rookkolom, hier en daar met een rooden gloed vermengd, steeg kaarsrecht omhoog. //Het Raadhuis staat in brand!" gilde de menigte dooreen. Allen ijlden en drongen naar de stad terug.De kinderen luid weenende. Rudolf wilde zjjn vader vooruit snellen, hem toeroepende: //Faber's huis staat in brand, laat mij gaan ter redding.// De smartelijke kreet van een kind, deed de heeren omzien; vele kinderen liepen hen even wel voorbij en toch gold die kreet de zooeven gesproken woorden. Het was namelijk Peter Faber, die aan de eene hand Hedwig en aan de andere den kleinen Frans hield, geweest, die de verbolgen woorden had gehoord en begrepen. Beide heeren vervolgden hun weg. Eene booze gedachte kwam in den Burgemeester op //De kerel zal in een roes zijn huis wel zeil in brand hebben gestoken," sprak hij- Aan de plaats des onheils gekomen, gaf mijnheer Sta danx voor alles bevel voor het Raadhuis te waken. Dan wendde hij zijne oogen naar het brandende buis zelf. De brand scheen boven in het huis uitgebroken. Het dak stond in vol le vlam, de twee onderste verdiepingen waren nog gespaard gebleven. Juist droegen w ee mannen de van angst en schrik bewustelooze Julia Faber er uit; hel waren haar man en de bode Klein. Eenige oogenblikken overtoog een lach van haat en boosaardige vreugde Kuno s gelaatstrekken. //Nu zijt gij volkomen vernie tigd, Julia! Al het ongeluk over u gekomen, is het loon voor het offer, dat gij in uw gods dienstwaanzin bracht,// siste hij tusschen de tanden. Marie kwam nu uit de huisdeur. Zij droeg de groote schilderij en het crucifix, waarvoor de fa milie zoo dikwijls had gebeden en dat zij den vlammen niet ten prooi wilde laten Angstig keek zij rond, waar zjj haar schat veilig kon hergen, zonder door de menigte te moeten heendringen. Want juist tegenover t- >~"r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1