No. 2301.
Zondag 30 Juni 1895.
20ste Jaargang
agite ma non agitate.
be H. Mis van den Paus.
BUITENLAMP.
ABONNEMENTSPRIJS
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Zij zoekt den schuldige
Frankrijk.
Duitschland.
Italië.
Engeland.
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10
Voor het buitenland 1)80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG.
Redacteu r-U itgever, W. KÜP PERS.
Van 1
ssraur
PRIJS DER ADVERTENTIES.
6 regels.
50 Cents.
Vlt
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij dag-avond
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdaqenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère
G. L. DA UBESf Co JOHN. F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre_
Hoewel het nauwelijks half acht ia,
brandt het uitgestrekte plein van Sint Pie-
ter reeds in de morgenzonhoog triom
feert de ontzaggelijke koepelkerk tegen het
diep blauw der lucht en als vergat zjj
in haar glorie niet de arme menschen-
wereld aan haar voeten zoo strekt zij in
twee reusachtige armen haar trotsche ko-
lonaden uit om allen te noodigen van elke
stam en natie te komen tot haar de
grootste der kerken, het vaderland van
allen die geteekend zjjn met het bruis zjj
roept hen tot zich als een teedere
moeder, zij wenkt hen nader te komen
want daBr binnen woont immers Hg,
ons aller Koning en Vader.
't Is nog stil op het plein, de fon
teinen werpen onvermoeid het kristal
van hun water omhoog, aan weers
zijde der obelisk eens het monument van
den Zonnegod thans gekroond met het
beeld van den Vorst der Apostelen. Uit
de onaanzienlijke, sombereBorgo del Santo
Spirito komeEd, vertoont zich de prach
tige piazza aan onze oogen als een boven-
aardsch vizioen van glans en majesteit.
Bö de Porta di Brouza aan het uiteinde
der rechtergalerg staan de ZwitserB in
hou schilderachtige bleeding van geel en
zwart, iets verder de guardi nobili, eenige
wachters van den maehtigsten koning, die
hoe cob onttroond regeert over het beste
en edelste der menschheid, wiens rgk
niet van deze wereld is, want hg voert
de oppermacht over zielen, zich vrijwillig
bnigeod onder zjjn scepter van geeit en
waarheid.
't Is daar ontzagwekkend van plech-
t:gen ernst in het Vaticaan; zwjjgeDd
wgst men ons de breeda hooge trappen
op, nadat wjj de Cortile di San Damaso, het
binnenplein van den H. Damaaiuszgn
overgestoken; hoog, hoog, eindeloos hoog
voeren die statige trappen met de kunstvolle
ijzeren balustrades de scharen naar boven.
Etndeljjk opsnen palefrinieridienaren in
donkerroode gebloemde zjjde gekleed, de
deoren, reusachtig groot en wjjd alt alles
in dit reuzenpaleis, wjj treden in een voor
kamer en van daar in een andere zaal
de vloer is van mozaïek, bet plafond met
schitterende fresco's bedekteenige heeren
en dames in de voorgeschreven ceremo-
nieele kleeding staan daar te wachten, de
dames met den kaden sluier bevallig over
het hoofd gedrapeerd, in s'emmig zwart
door geen klenr opgeluisterd, de heeren
in zwarte frak en witte das, allen zonder
handschoenen. De stemming is plechtig,
ernst g, men spreekt niet of fkmterend,
nu en dan gaat een prelaat in paarsche
kleeding of een hellebaardier langs; men
ziet hen vol spanning aan. Neen, nog
niet! Het lang verwaohte oogenblik ia
nog niet gekomea.
Eindelgk op een teeken van een der
hofbeambten staan allen op, stil geruisch-
loos gaan zjj een andere zaal door, aan
het einde een deur en van daar eindelgk
in de kapel. Neen, niet de kapel Een
ruime zaal behangen met gebloemde zjjde
van schitterend patrich rood, het plafond
versierd met het wapen der Barberini's
drie bjjen waartoe paus U r b a-
n u s VIII behoorde en niet anders ge-
FEU1LLETON.
6.
Vervolg
Het vertrek, dat reeds jaren als privaatkan
toor der Firma Treuenfeld en Göldner gediend
had, zag er nog net hetzelfde uit als vroeger.
Aan de muren hingen in gouden lijsten de
heelden der voorgangersin een hoek stond
een eikenhouten kast, waarin de geheimboeken
bewaard werden.
Op de gewone plaats zat voor een lessenaar
een man op jaren, die in gebogen houding aan
t cijferen was.
Göldner, die steeds een statige, levenslustige
man was, scheen in den tijd, dat Benno op
reis was wel tien jaren ouder te zijn geworden,
toen de knecht hem de aankomst van Benno
meldde en deze reeds bij de deur verscheen,
reesGöldner verschrokken en bleek als een doode
°p, evenals had hij een spook gezien. Zjjn knieën
Wankelden, krachteloos zonk hij in zijn stoel
terug en eenige minuten lang heerschte een
doodsch zwijgen tusschen den voogd en zjjn
pleegzoon.
Wel rustten Benno'a oogen niet zonder mede
lijden op het bleeke gelaatook had hij zich
voorgenomen, hij al wat hij ook mocht verne-
men, kalm en bedaard te blijvenmaar een
■woord tot groet vermocht hij met over i
pon to kragen.
meubeld dan met gouden consoles aan den
muur ea op den vloer eenvoudige houten
banken bedekt met groene stofaan het
eene uiteinde de wjjd geopende deur van
een kleioe kapel, met eenvoudig altaar.
Alles knielt neer, ademloos, diep be
wogen; nauweljjks veertig mannen en
vrouwen zjjn hier vereenigd, hoog bevoor
rechten, wien het toegestaan is de H. Mis
bjj te wonen door Gods Stedehouder op
aarde Hem opgedragen. Vjjf, misschien
tien minuten verloopen, plotseling door
trilt een ongekende aandoening de kleine
gemeente, allen buigen het hoofd, heffen
medailles en rozekransen op maar dadeljjk
staren zjj in eerbiedig ontzag naar voren
want op den drempel der tusschendenr
is een grjjsaard verschenen.
Wit, alles witWit het gewaad, dat om
zgn slanke gestalte sluit, wit de zijden
sjerp, om zgn middel geslagen, wit de
baodeu in zegening opgeheven, wit het
volle rjjke baar slechts half door een wit
kapje bedekt, wit het ivoorblanke gelaat,
Daar ons gekeerd met een glimlach, vol
liefde en teederheid. Slechts de oogen
flonkeren diep zwart in al dat witde
gestalte is gebogen, de gang slepend lang
zaam maar toch! het lichaam geeft niet den
iidruk van afgeleefdheid Deen 't is de
lart der jaren niet alleen, die de eens zoo
kaarsrechte houdiDg heeft gebogen, 't is
de zwaarte der macht en der plichten op
die zwakke schouders gelegd, welke hen
ter nederdrnkt, maar moedig en dapper
wordt dat gewicht getorst. Telkens richt
hg zich op; in een gebaar van ma
jesteit icbjjnt hg te willen uitdrukken dat
hoe zwaar ook die last, hoe zwak ook
zgn lichaam er ten kracht is die hem onder
steunt, een macht die hem bezielt.
Vóór het altaar helpen twee prelaten
den Heiligen Vader zgn misgewaden aan
t« trekker; nog zwaarder schjjat het wit
zjjden met gouden bloemen overdekte ka-
suifel op de tengere gestalte te wegen
maar 't is of met het opperpriester-
ljjke kleed, nieuwe Bterkte over hem is ge
komen.
Het Heilig Misoffer begint, Hg, wien
alle macht is gegeven op aarde om te bin
den en te ontbinden stamelt met een stem
trillend van berouwvolle aandoening de
beljjd9nis zgoer zonden. Hg bekent zich
onwaardig den berg des Heeren te beklim
men. Steeds voller wordt zjjd stem, steeds
rechter zgn gestalte, «Kyrie Eleisou, Kyrie
Eleison» zoo roept hg Gods ontferming
in voor de kleine kudde hier vereenigd,
en voor dat groote huisgezin verspreid door
alle landen der wereld.
«Gloria in Excelsis Deo!» God in den
Hooge zjj eer! Eerbiedig luisteren wjj naar
hem, den Hoogstgeplaatste tusschen God en
de menschheid, Gode alleen eer en heer
lijkheid bewgzende.
De stem klinkt smeekend, zangerig met
haar Italiaansohe nitspraak zoo geheel ver
schillend van die waaraan wjj gewoon zjjn.
Het epistel, het Evangelie, duUeljjk vallen
die woorden in ons oor, als hamerslagen,
waarrau de klank nooit, nooit ons meer
zal verlaten. Na het CredoGods plaats
vervanger op aarde beljjdt zgn geloof,
betzelfde, waarvoor zgn groole voorgan
gers zgn gestorveD, dat martelaren jui
chend beleden te midden der gruwelijkste
folteringen, het geloof, dat hg tracht to
verspreiden te handhaven met al het licht
hem van Boven verleend, met al de macht
van zgn genie.
Van alle kanten schittert de ster door
den H. Malachias in profetisch visi
oen aanschouwd a tegen in het Vati
caan, in het ontheiligde Rome, in de
basilieken; men moge de echtheid dezer
voorspelling betwijfelen op goede gronden,
zeker is het dat geen symbool helderder 6n
juister onzen grooten Pans weergeeft dan
dit in de hooge hemelen schitterende
licht.
Daar staat Hg als op den grens van
twee werelden, de menschheid heft in haar
ellende smeekend de handen naar hem op.
Lumen in Coelo, terwjjl hg het offer
van verzoening en vergeving opdraagt,
klinkt zijn stem steeds droeviger en kla-
gender als drukten alle lasten, der zonde
op zgn reiue ziel Sursum Cordx en
allen heffen de harten omhoog, allen bidden
met hem nu het ontzagwekkend oogen-
blik nadert, waarop de Koning des Hemels
zal nederdalen op het woord van zjjo
Opperpriester; fluisterend maar nog dui-
deljjk onderscheiden wjj de woorden der
Consecratie en alles zinkt weg in aan
bidding
Verhevene tweespraak tnsiehen God en
Zgn dienaar, waarvan geen klank tot ons
doordringt welke geheimen hoort hg
daar, diep gebogen vol liefde en eerbied
op het altaar, waarop de H. Hostie ruit?
Hg is 't wien het heil der wereld ii toe
vertrouwd, welke nieuwe wegen wjjit de
H. Geest hem aan om haar ten hemel te
voeren, haar op te heffen uit den afgrond
van twgfel, zonde, oageloof en ellende,
waarin zjj verzonken ligt?
Pax vobisl Vrede zjj u Ja, den vrede dien
de wereld niet geveu kan, de eerste vrucht
der onderwerping en gehoorzaamheid,
maar eerst is het Pater noster gebeden,
helder, krachtig; hoe aandoenlijk treft
dat tJFiat voluntas tuaen wij den
ken aan het droevige lot van dezen Koning-
gevangene, in zgn palais gesloten, gebogen
door onderdom, slechts levend voor zjjn
verheven taak, en zoo God hem niet bjj-
stond, schier verpletterd onder de plich
ten van bet Pausschap die wellicht uooit
zoo zwaar en veelomvattend zijn geweest
als jaist nu.
Slechts eokelen is het geoorloofd de H.
Communie te ontvangen uit zjju baud
Maar hoe krachtig is thans zjjn trsd,
verdwenen icbjjDt de druk der jaieu nu
hg het Lichaam des HeereD, hoog opge
richt houdend in zgn hand, neerdaalt
tot die gelukkigen en hen voedt met bet
Brood des eeuwigen Levens.
Eu dan is het Offer geëindigd; meteen
breed gebaar vol allesomvattende liefde geeft
hg Zjjn zegen maar dien zegen strekt hjj
uit,verre boven deze kleine schare,verre bni-
ten de moren van deza zaal, dit paleis
links, rechts, de aarde over tot haar
uiterste grenzen overal waar Christenen,
Katholieken leven, die in hem hon vader,
hun herder, hun Opperhoofd vereeren.
Nog een plicht bljjft hem over, de ge
beden door Hem zelf voorgeschreven; hg
knielt weder op de treden van het altaar
en bidt de Drie Weesgegroeten, het Salve
Regina,het gebed voor den Paus.Wat klinkt
Bleek, met saamgetrokken wenkbrauwen en
met vastgesloten lippen, stond hij voor den
diep gebogen man.
//Benno, gij hier!" stamelde Göldner einde
lijk, //wij hadden u nog niet verwachtik dacht,
dat gij van uwe komst zoudt kennis geven.//
«/Waartoe dat?" antwoordde de jonge man
kortaf. //Wat zou ik op het verpletterend tele
gram een ander antwoord gegeven hebben, dan
dat ik zelf kwam Kondt gij iets anders ver
wachten, dan dat ik met het eerste schipdat
zeilree lag naar Europa overkwam om mij
te overtuigen ol de mare waarheid bevatte,
waarheid, óf het werk eens vijands was?//
//Zij berust op waarheid//, zuchtte Göldner.
//Ik heb het gezien aan de gesloten bureaux;
ik merk het aan de stilte die in 't heele huis
heerscht," antwoordde Benno. //Nu vraag ik
u echter, hoe is dat gekomen? Hoe kon zoo
iets gebeuren?//
//Benno" smeekte Göldner, //nu niet, niet op
dit uur; gij zult, gij moet alles weten, maar
niet dadelijk.//
„Dadelijk! nu op 't oogenblik!// riep Benno,
en reeds zwol zijn ader aan het voorhoofd op;
„meent gij, ik zou kunnen rusten, ik zou geen
heet kunnen gebruiken voor dat ik vernomen
heb, hoe het gekomen is, dat mijn naam bevlekt
is, en ik niet vrij over straat gaan mug?
//Gjj, Benno, gij?// antwoordde Göldner, //gij
zijt onschuldig,//
„Heet ik dan niet Treuenfeld?'/ spotte de
jonge man; „hen ik dan niet de erfgename
der Eirma, die nu nu op de lijst der
gefailleerde^ sta,// komt ook niet alles op mij
neer; ik wil het niet op mij laten zitten; maai
vooreerst moet ik alles in de kleinste bijzon
derheden weten.//
//Dat zult gij ook Benno; gij moogt de hoe
ken vrij inzien, gij zult bemerken, dat ik in
uw voordeel gewerkt hebt; gij staat als een
der hoofdschuldeischers te hoek.//
//Ik!// riep Benno.
//Zeker. Gij waart minderjarig Uw vermo
gen werd door mij beheerd.//
//Ook dat nog!« riep de jonge man in
toorn ontstoken, maar hij bedwong zich.
//Daarover later,/-sprak hij bedaard, „voor het
inzien der boeken zal ik later wel tijd vinden;
nu echter wil ik van u vernemen, wat gjj van
het huis Treuenfeld en Göldner gemaakt hebt//
Hij nam aan den anderen kant van den les
senaar plaats, waar steeds een Treuenfeld ge
zeten had, maar die nu sinds den dood zijns
vaders onbezet was gebleven, en die hij hoopte
in eere in te nemen.
//Spreek!// gebood hij kortaf.
Nog talmde Göldner. //Benno, ik kan niet,
heb medelijden," had hij.
De jonge man werd door medelijden getroffen,
toen hij de smeekende, klagende stem van den
man hoorde, dien hij nooit anders dan trotsch
en zelfbewust gekend had; reeds wilde hij toe
gevend zjjn, toen zjjn blik op de portretten
zijner voorvaderen viel, op het ernstige ge
laat zijns vaders, wiens portret de lange rij
sloot.
Ik sta hier in hun naam, sprak hij tot zich
zeiven, en ik moet doen wat zij zouden gedaan
hebben, zonder zwakheid, zonder verschooning.
dat treffend! Oremusniet pro pontifice
Leone XIII maar pro mei Niemand weet
meer dan hg zelf, de machtige Opper
priester, hoezeer hg Gods hulp en verlich
ting uoodig heeft en hg roept ze in, zacht,
vertrouwelijk als een kind dat tot zgn
vader spreekt. Drie kwartier heeft de
H.Mis geduurd.
Wg vertrekken weder, zacht, eerbiedig,
door de ruime zalen en langs de breede
trappen, de hooge poort door «n wg staan
opDienw op het piein van Sint-Pieter,dank
baar, gelukkig, met de oveituigiDg dat wij
een grootsch momeDtdoorleefden het II.
Misoffer opgelragen door onzen roemrjj-
ken Paus Leo XIII. Lumen in Coelo.
Da gemeenteraad van LyoD heeft 40,000
(rs. beschikbaar gesteld voor een gedenk-
teeken voor presideut C a r n o top te
richten op de Place de la République
aldaar.
Te Parjjs is onder voorzitterschap
van den Minister van landbouw de con
ferentie bijeengekomen ter beraming van
maatregelea tegen het uitroeien der nut
tige rogels. V a u T h i e 1, de Daitiche ver
tegenwoordiger, dankte namens de ver
schillende vertegenwoordigde staten (waar
onder ook Nederland), voor het door
Frankrjjk genomen initiatief.
Er wordt te Pargs hartelijk gelachen
over het oprichten «ener Mohammedaan-
sche moskee. En toch kuDnen de lachers
juist door hun lachen en niets doen er vaD
verzekerd zjjn, dat de Tempel er komen
zal. Het lafhaitig niets doen, het niet dur
ven optreden der Katholieken, het de ver-
draagzamen spelen, geeft het heidendom
kracht en te laat zal men juist als over. 1
moeten erkennen Wij hebben schuld.
Te Görlitz is een gedenkteeken onthuld
ter eere van den maarschalk V a n Rood.
De Keizer ontving van de commissie die
er mede belast waB een telegram van hulde.
- Het Italiaansche pantserschip Sar-
degna is op de ;erugreis van Kiel iu den
grooten Belt vastgeraakt, zoodat een
Duitsch en een DeeESch oorlogsschip hulp
moesten vtrleenen.
Da eerste prjjs voor het ontwerp-
standbeeld voor prins Von Bismarck
ie toegekend aan den beerF ritz Schnei
der, zoon van een herbergier te Rusten
burg en doofstom.
Het kruitmagazijn nabjj Straats
burg gelegen is in de lucht gesprongen.
Ruim 100 militairen en een groot aantal
burgers die zich in de nabgheid bevonden,
worden zwaar en minder ernstig gewond.
In da Ilaliaausche Kamer gaat het er
zeer heftig aan toe. De afgevaardigde
C a v a 11 ot t i viel dezer dagen den pre
mier Crisp i allerheftigst aan en ver
weet hem in zijne geschriften en met
woorden de leeljjkste dingen, zoodat de
bijeenkomst der Kamer moest worden
geschorst. In eene later gehouden verga-
//Antwoordt, nu//, herhaalde hij: maar zijn
stem klonk zachter.
„Ik wil niet streng zijn. maar ik moet we
ten wat voorgevallen is. Begrijpt gij niet, dat
ik gedurende de reis door onrust als gefolterd
ben? Eindelijk wil ik van die onzekerheid ver
lost worden. Maak het kort, de bijzonderhe
den zal ik later vernemen.
//Welnu, 't zij dan!" zuchtte Göldnei; in
ziende dat hij een verhoor niet ontgaan zou,
legde hij met zachte bevende stem eene vol
ledige bekentenis af.
Gedurende de lange reis, zelfs 's nachts, wan
neer hij niet kon slapen, peinsde Benno over
den toestand der zaken. Hij, op de hoogte van
't koopmansvak, kon maar niet begrijpen, wat
toch zulk een zwaren slag aan zijn huis had
toegebracht. Hij was er zeker van, dat Göldner
verkeerde en groote speculaties gedaan had,
maar dat kon toch den val van 't huis niet ver
oorzaakt hebben. De oorzaak moest ergens an
ders te vinden zijn.
Göldner had zijn vermogen en dat van zjjn
pleegzoon niet door handel, maar op cle beurs
verloren. Reeds sinds jaren had hjj daar zjjn geluk
gezocht, eerst met goed gevolg, maar later tot
zijn grootste nadeel. Hoe meer de tijd naderde,
dat Benno zou terugkeeren, des te meer be
gon Göldner te wagen, hij wilde Benno een
groot vermogen nalaten maar helaas, al zijne
ondernemingen mislukten,zijne speculaties wa
ren verkeerd; het lot was hem ongunstig, het
geluk keerde hem den rug en zoo ging eer,
vertrouwen, en de goede naam van het huis
Treuenfeld verloten.
dering was het weer even rumoerig. Eerst
verwekte de hertog van Sermoneta
heftige protesten, toen hg op veelzeg?0Qdeu
toon sprak van de noodzakelijkheid voor
alle eerlijke lieden, om zich te vereenigen,
C a v a 11 o 11 i trachtte daarna zijne hou
ding te verdedigen, maar ook nu ontstond
er zulk een geweld dat hij zjjne rede met
kon voortzetten. Met C o s t a ging h0'
evenzoo.
Volgens den correspondent van het
Berliner Tageblatt voegde de radicale
afgevaardigde C a v a 1 lo 11 i de regeerings-
paitjj toe: Gij zijt lafaardsellendelin
gen, gespuis
Toen C r i p i, nadat de zitting teu
derden male was geopend, verklaarde,
dat hg weigerde «vragen te beantwoor
den, welke hg in strijd achtte met zgne
eer», en vervolgens de ministerstafel ver
liet, riep C a v a 11 o 11 i: «Hg gaat op den
loop!» Het ramoer werd toen zoo groot,
dat de president Villa genoodzaakt was
de vergadering te sluiteü. Een groot aantal
aanhangers van Cavallotti wachtten
hem voor het Kamergebouw op en ver
welkomden Crisp i's tegenstander met
laid gejuich.
De heer C r i s p i heeft verklaard, dat
hit vuil waar zgne tegenstanders mee
gooien, hem niet deerde. Hg zou ondanks
den tegenstand van de oppositie een einde
maken aan den trenrigen geldelijken toe
stand des lands.
De heer Crispi vergeet, dat juist hg
de man is die niets anders dan ellende
heeft gebracht over het Italiaanfcbe volk
en door zgn politiek drgven het volk
heeft uitgeschut totdat de laatste pen
ning in de bodemlooze schatkist is gistort.
Bg de jongste Gemeenteraadsver
kiezing te Rome hebben de Katholieken
eene schitterende overwinning behaald,
hun 32 candidaten zgn allen gekozen.
Het Engelsch Ministerie is gevallen door
eigen schuld omdat het zich verdiept had
in min of meer radicale ontwerpen, die
toch geen kans van slagen hebbende,
vlakaf domme voorstellen kannen ge
noemd worden. Zelfs de vriendeD ver
vreemde het van elkander en ook nu,
wat lord Rosebery betreftis dit
het geval met het in wording zjjnde Kabi
net. Hg betuigde zjjne grootste ver
bazing, dat, terwgl het afgetreden minis
terie beieid was de staatkunde, welke zg
meende te moeten volgen, aan de goed
keuring der kiezers te onderwerpen, het
nieuwe kabinet niets anders wil doen dan
de Kiezers, wat haar politiek betreft, een
blanco biljet ter invulling aan te bieden.
Lord Salisbury de nieuwe Pre®j®r
heeft de oppositie die nu reeds zooals blgkt,
vau zich doet hooren, te kennen gegeven, dat
zg moet wachten tot dat het door hem te vor
men ministerie officieel is geconstitueerd.
LordR o s e b e r y,moest zich met die verkla
ring tevreden stellen.In het nieuwe Kabinet
treedt de heer Balfour als Eerste Lord
van de schatkist op, terwgl C h a m b e r-
1 a i n de portefeuille van Koloniën zal
aanvaarden. De heer G s c h e n werd
weer Minister van Marine. De Markies
van Salisbury neemt, nevens het
Premier-schap, Buitenlandsche Zakep, de
Dat was te veel voorden jongen man. Hoe
stellig en vast hij zich voorgenomen had, zoo
kalm en bedaard mogeljjk te blijven bij alles
wat hjj zou vernemen, nu kon hjj zijn drilt
niet meer bedwingen.
Toornig stoof hij op en begon op Göldner
hevig te sclielderl en m aakte hem de grootste
verwijten.
Van zijn schuld bewust liet Göldner zich
aan vankelijk alles zeggen, en scheen de woede
van Benno te koelen, maar toen Göldner trachtte
zich te verontschuldigingen met te zeggen al
les, uit zorg voor zijn pleegzoon gedaan te heb
ben geraakte deze in de hoogste mate in toorn.
Hij schold hem, voor zich zelf en zgne vrouw
gewerkt te hebben, en daarbij alle gevoel van
recht en billijkheid uit het oog verloren te
hebben en dreigde hem zelfs ter verantwoor
ding voor de Rechtbank te dagen.
Dat was te veel, dat kon de ijdele koovaar
dige Göldner niet verdragen van zulk eeu jon
gen man, die hjj zelf had opgevoed.
//Maak niet zooveel leven voor een paar
duizend gulden die het erfdeel van uwen va
der uitmaakten; ik zeide u reeds, dat zij voor
u nog niet verloren zijn; gij waar; minderjarig
en de hoofdschuldeischer.//
„Ook dat nog!// spotte Benno. „Nadat gij
mij het vertrouwen benomen hebt, mijne ouders
in t graf beschimpt hebt, waagt gjj het ook
nog om mij in 't slijk te trekken.
//Razende 1/7 schreeuwde Göldner.
//Schande over mij, indien ik mjj zoo iets
niet zou aantrekken; ik zou van 't geld wille n
leven, dat anderen behoort; neen ik za me