No. 2301. Zondag 30 Juni 1895. 20ste Jaargang agite ma non agitate. be H. Mis van den Paus. BUITENLAMP. ABONNEMENTSPRIJS BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Zij zoekt den schuldige Frankrijk. Duitschland. Italië. Engeland. Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland 1)80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U itgever, W. KÜP PERS. Van 1 ssraur PRIJS DER ADVERTENTIES. 6 regels. 50 Cents. Vlt Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdaqenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DA UBESf Co JOHN. F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre_ Hoewel het nauwelijks half acht ia, brandt het uitgestrekte plein van Sint Pie- ter reeds in de morgenzonhoog triom feert de ontzaggelijke koepelkerk tegen het diep blauw der lucht en als vergat zjj in haar glorie niet de arme menschen- wereld aan haar voeten zoo strekt zij in twee reusachtige armen haar trotsche ko- lonaden uit om allen te noodigen van elke stam en natie te komen tot haar de grootste der kerken, het vaderland van allen die geteekend zjjn met het bruis zjj roept hen tot zich als een teedere moeder, zij wenkt hen nader te komen want daBr binnen woont immers Hg, ons aller Koning en Vader. 't Is nog stil op het plein, de fon teinen werpen onvermoeid het kristal van hun water omhoog, aan weers zijde der obelisk eens het monument van den Zonnegod thans gekroond met het beeld van den Vorst der Apostelen. Uit de onaanzienlijke, sombereBorgo del Santo Spirito komeEd, vertoont zich de prach tige piazza aan onze oogen als een boven- aardsch vizioen van glans en majesteit. Bö de Porta di Brouza aan het uiteinde der rechtergalerg staan de ZwitserB in hou schilderachtige bleeding van geel en zwart, iets verder de guardi nobili, eenige wachters van den maehtigsten koning, die hoe cob onttroond regeert over het beste en edelste der menschheid, wiens rgk niet van deze wereld is, want hg voert de oppermacht over zielen, zich vrijwillig bnigeod onder zjjn scepter van geeit en waarheid. 't Is daar ontzagwekkend van plech- t:gen ernst in het Vaticaan; zwjjgeDd wgst men ons de breeda hooge trappen op, nadat wjj de Cortile di San Damaso, het binnenplein van den H. Damaaiuszgn overgestoken; hoog, hoog, eindeloos hoog voeren die statige trappen met de kunstvolle ijzeren balustrades de scharen naar boven. Etndeljjk opsnen palefrinieridienaren in donkerroode gebloemde zjjde gekleed, de deoren, reusachtig groot en wjjd alt alles in dit reuzenpaleis, wjj treden in een voor kamer en van daar in een andere zaal de vloer is van mozaïek, bet plafond met schitterende fresco's bedekteenige heeren en dames in de voorgeschreven ceremo- nieele kleeding staan daar te wachten, de dames met den kaden sluier bevallig over het hoofd gedrapeerd, in s'emmig zwart door geen klenr opgeluisterd, de heeren in zwarte frak en witte das, allen zonder handschoenen. De stemming is plechtig, ernst g, men spreekt niet of fkmterend, nu en dan gaat een prelaat in paarsche kleeding of een hellebaardier langs; men ziet hen vol spanning aan. Neen, nog niet! Het lang verwaohte oogenblik ia nog niet gekomea. Eindelgk op een teeken van een der hofbeambten staan allen op, stil geruisch- loos gaan zjj een andere zaal door, aan het einde een deur en van daar eindelgk in de kapel. Neen, niet de kapel Een ruime zaal behangen met gebloemde zjjde van schitterend patrich rood, het plafond versierd met het wapen der Barberini's drie bjjen waartoe paus U r b a- n u s VIII behoorde en niet anders ge- FEU1LLETON. 6. Vervolg Het vertrek, dat reeds jaren als privaatkan toor der Firma Treuenfeld en Göldner gediend had, zag er nog net hetzelfde uit als vroeger. Aan de muren hingen in gouden lijsten de heelden der voorgangersin een hoek stond een eikenhouten kast, waarin de geheimboeken bewaard werden. Op de gewone plaats zat voor een lessenaar een man op jaren, die in gebogen houding aan t cijferen was. Göldner, die steeds een statige, levenslustige man was, scheen in den tijd, dat Benno op reis was wel tien jaren ouder te zijn geworden, toen de knecht hem de aankomst van Benno meldde en deze reeds bij de deur verscheen, reesGöldner verschrokken en bleek als een doode °p, evenals had hij een spook gezien. Zjjn knieën Wankelden, krachteloos zonk hij in zijn stoel terug en eenige minuten lang heerschte een doodsch zwijgen tusschen den voogd en zjjn pleegzoon. Wel rustten Benno'a oogen niet zonder mede lijden op het bleeke gelaatook had hij zich voorgenomen, hij al wat hij ook mocht verne- men, kalm en bedaard te blijvenmaar een ■woord tot groet vermocht hij met over i pon to kragen. meubeld dan met gouden consoles aan den muur ea op den vloer eenvoudige houten banken bedekt met groene stofaan het eene uiteinde de wjjd geopende deur van een kleioe kapel, met eenvoudig altaar. Alles knielt neer, ademloos, diep be wogen; nauweljjks veertig mannen en vrouwen zjjn hier vereenigd, hoog bevoor rechten, wien het toegestaan is de H. Mis bjj te wonen door Gods Stedehouder op aarde Hem opgedragen. Vjjf, misschien tien minuten verloopen, plotseling door trilt een ongekende aandoening de kleine gemeente, allen buigen het hoofd, heffen medailles en rozekransen op maar dadeljjk staren zjj in eerbiedig ontzag naar voren want op den drempel der tusschendenr is een grjjsaard verschenen. Wit, alles witWit het gewaad, dat om zgn slanke gestalte sluit, wit de zijden sjerp, om zgn middel geslagen, wit de baodeu in zegening opgeheven, wit het volle rjjke baar slechts half door een wit kapje bedekt, wit het ivoorblanke gelaat, Daar ons gekeerd met een glimlach, vol liefde en teederheid. Slechts de oogen flonkeren diep zwart in al dat witde gestalte is gebogen, de gang slepend lang zaam maar toch! het lichaam geeft niet den iidruk van afgeleefdheid Deen 't is de lart der jaren niet alleen, die de eens zoo kaarsrechte houdiDg heeft gebogen, 't is de zwaarte der macht en der plichten op die zwakke schouders gelegd, welke hen ter nederdrnkt, maar moedig en dapper wordt dat gewicht getorst. Telkens richt hg zich op; in een gebaar van ma jesteit icbjjnt hg te willen uitdrukken dat hoe zwaar ook die last, hoe zwak ook zgn lichaam er ten kracht is die hem onder steunt, een macht die hem bezielt. Vóór het altaar helpen twee prelaten den Heiligen Vader zgn misgewaden aan t« trekker; nog zwaarder schjjat het wit zjjden met gouden bloemen overdekte ka- suifel op de tengere gestalte te wegen maar 't is of met het opperpriester- ljjke kleed, nieuwe Bterkte over hem is ge komen. Het Heilig Misoffer begint, Hg, wien alle macht is gegeven op aarde om te bin den en te ontbinden stamelt met een stem trillend van berouwvolle aandoening de beljjd9nis zgoer zonden. Hg bekent zich onwaardig den berg des Heeren te beklim men. Steeds voller wordt zjjd stem, steeds rechter zgn gestalte, «Kyrie Eleisou, Kyrie Eleison» zoo roept hg Gods ontferming in voor de kleine kudde hier vereenigd, en voor dat groote huisgezin verspreid door alle landen der wereld. «Gloria in Excelsis Deo!» God in den Hooge zjj eer! Eerbiedig luisteren wjj naar hem, den Hoogstgeplaatste tusschen God en de menschheid, Gode alleen eer en heer lijkheid bewgzende. De stem klinkt smeekend, zangerig met haar Italiaansohe nitspraak zoo geheel ver schillend van die waaraan wjj gewoon zjjn. Het epistel, het Evangelie, duUeljjk vallen die woorden in ons oor, als hamerslagen, waarrau de klank nooit, nooit ons meer zal verlaten. Na het CredoGods plaats vervanger op aarde beljjdt zgn geloof, betzelfde, waarvoor zgn groole voorgan gers zgn gestorveD, dat martelaren jui chend beleden te midden der gruwelijkste folteringen, het geloof, dat hg tracht to verspreiden te handhaven met al het licht hem van Boven verleend, met al de macht van zgn genie. Van alle kanten schittert de ster door den H. Malachias in profetisch visi oen aanschouwd a tegen in het Vati caan, in het ontheiligde Rome, in de basilieken; men moge de echtheid dezer voorspelling betwijfelen op goede gronden, zeker is het dat geen symbool helderder 6n juister onzen grooten Pans weergeeft dan dit in de hooge hemelen schitterende licht. Daar staat Hg als op den grens van twee werelden, de menschheid heft in haar ellende smeekend de handen naar hem op. Lumen in Coelo, terwjjl hg het offer van verzoening en vergeving opdraagt, klinkt zijn stem steeds droeviger en kla- gender als drukten alle lasten, der zonde op zgn reiue ziel Sursum Cordx en allen heffen de harten omhoog, allen bidden met hem nu het ontzagwekkend oogen- blik nadert, waarop de Koning des Hemels zal nederdalen op het woord van zjjo Opperpriester; fluisterend maar nog dui- deljjk onderscheiden wjj de woorden der Consecratie en alles zinkt weg in aan bidding Verhevene tweespraak tnsiehen God en Zgn dienaar, waarvan geen klank tot ons doordringt welke geheimen hoort hg daar, diep gebogen vol liefde en eerbied op het altaar, waarop de H. Hostie ruit? Hg is 't wien het heil der wereld ii toe vertrouwd, welke nieuwe wegen wjjit de H. Geest hem aan om haar ten hemel te voeren, haar op te heffen uit den afgrond van twgfel, zonde, oageloof en ellende, waarin zjj verzonken ligt? Pax vobisl Vrede zjj u Ja, den vrede dien de wereld niet geveu kan, de eerste vrucht der onderwerping en gehoorzaamheid, maar eerst is het Pater noster gebeden, helder, krachtig; hoe aandoenlijk treft dat tJFiat voluntas tuaen wij den ken aan het droevige lot van dezen Koning- gevangene, in zgn palais gesloten, gebogen door onderdom, slechts levend voor zjjn verheven taak, en zoo God hem niet bjj- stond, schier verpletterd onder de plich ten van bet Pausschap die wellicht uooit zoo zwaar en veelomvattend zijn geweest als jaist nu. Slechts eokelen is het geoorloofd de H. Communie te ontvangen uit zjju baud Maar hoe krachtig is thans zjjn trsd, verdwenen icbjjDt de druk der jaieu nu hg het Lichaam des HeereD, hoog opge richt houdend in zgn hand, neerdaalt tot die gelukkigen en hen voedt met bet Brood des eeuwigen Levens. Eu dan is het Offer geëindigd; meteen breed gebaar vol allesomvattende liefde geeft hg Zjjn zegen maar dien zegen strekt hjj uit,verre boven deze kleine schare,verre bni- ten de moren van deza zaal, dit paleis links, rechts, de aarde over tot haar uiterste grenzen overal waar Christenen, Katholieken leven, die in hem hon vader, hun herder, hun Opperhoofd vereeren. Nog een plicht bljjft hem over, de ge beden door Hem zelf voorgeschreven; hg knielt weder op de treden van het altaar en bidt de Drie Weesgegroeten, het Salve Regina,het gebed voor den Paus.Wat klinkt Bleek, met saamgetrokken wenkbrauwen en met vastgesloten lippen, stond hij voor den diep gebogen man. //Benno, gij hier!" stamelde Göldner einde lijk, //wij hadden u nog niet verwachtik dacht, dat gij van uwe komst zoudt kennis geven.// «/Waartoe dat?" antwoordde de jonge man kortaf. //Wat zou ik op het verpletterend tele gram een ander antwoord gegeven hebben, dan dat ik zelf kwam Kondt gij iets anders ver wachten, dan dat ik met het eerste schipdat zeilree lag naar Europa overkwam om mij te overtuigen ol de mare waarheid bevatte, waarheid, óf het werk eens vijands was?// //Zij berust op waarheid//, zuchtte Göldner. //Ik heb het gezien aan de gesloten bureaux; ik merk het aan de stilte die in 't heele huis heerscht," antwoordde Benno. //Nu vraag ik u echter, hoe is dat gekomen? Hoe kon zoo iets gebeuren?// //Benno" smeekte Göldner, //nu niet, niet op dit uur; gij zult, gij moet alles weten, maar niet dadelijk.// „Dadelijk! nu op 't oogenblik!// riep Benno, en reeds zwol zijn ader aan het voorhoofd op; „meent gij, ik zou kunnen rusten, ik zou geen heet kunnen gebruiken voor dat ik vernomen heb, hoe het gekomen is, dat mijn naam bevlekt is, en ik niet vrij over straat gaan mug? //Gjj, Benno, gij?// antwoordde Göldner, //gij zijt onschuldig,// „Heet ik dan niet Treuenfeld?'/ spotte de jonge man; „hen ik dan niet de erfgename der Eirma, die nu nu op de lijst der gefailleerde^ sta,// komt ook niet alles op mij neer; ik wil het niet op mij laten zitten; maai vooreerst moet ik alles in de kleinste bijzon derheden weten.// //Dat zult gij ook Benno; gij moogt de hoe ken vrij inzien, gij zult bemerken, dat ik in uw voordeel gewerkt hebt; gij staat als een der hoofdschuldeischers te hoek.// //Ik!// riep Benno. //Zeker. Gij waart minderjarig Uw vermo gen werd door mij beheerd.// //Ook dat nog!« riep de jonge man in toorn ontstoken, maar hij bedwong zich. //Daarover later,/-sprak hij bedaard, „voor het inzien der boeken zal ik later wel tijd vinden; nu echter wil ik van u vernemen, wat gjj van het huis Treuenfeld en Göldner gemaakt hebt// Hij nam aan den anderen kant van den les senaar plaats, waar steeds een Treuenfeld ge zeten had, maar die nu sinds den dood zijns vaders onbezet was gebleven, en die hij hoopte in eere in te nemen. //Spreek!// gebood hij kortaf. Nog talmde Göldner. //Benno, ik kan niet, heb medelijden," had hij. De jonge man werd door medelijden getroffen, toen hij de smeekende, klagende stem van den man hoorde, dien hij nooit anders dan trotsch en zelfbewust gekend had; reeds wilde hij toe gevend zjjn, toen zjjn blik op de portretten zijner voorvaderen viel, op het ernstige ge laat zijns vaders, wiens portret de lange rij sloot. Ik sta hier in hun naam, sprak hij tot zich zeiven, en ik moet doen wat zij zouden gedaan hebben, zonder zwakheid, zonder verschooning. dat treffend! Oremusniet pro pontifice Leone XIII maar pro mei Niemand weet meer dan hg zelf, de machtige Opper priester, hoezeer hg Gods hulp en verlich ting uoodig heeft en hg roept ze in, zacht, vertrouwelijk als een kind dat tot zgn vader spreekt. Drie kwartier heeft de H.Mis geduurd. Wg vertrekken weder, zacht, eerbiedig, door de ruime zalen en langs de breede trappen, de hooge poort door «n wg staan opDienw op het piein van Sint-Pieter,dank baar, gelukkig, met de oveituigiDg dat wij een grootsch momeDtdoorleefden het II. Misoffer opgelragen door onzen roemrjj- ken Paus Leo XIII. Lumen in Coelo. Da gemeenteraad van LyoD heeft 40,000 (rs. beschikbaar gesteld voor een gedenk- teeken voor presideut C a r n o top te richten op de Place de la République aldaar. Te Parjjs is onder voorzitterschap van den Minister van landbouw de con ferentie bijeengekomen ter beraming van maatregelea tegen het uitroeien der nut tige rogels. V a u T h i e 1, de Daitiche ver tegenwoordiger, dankte namens de ver schillende vertegenwoordigde staten (waar onder ook Nederland), voor het door Frankrjjk genomen initiatief. Er wordt te Pargs hartelijk gelachen over het oprichten «ener Mohammedaan- sche moskee. En toch kuDnen de lachers juist door hun lachen en niets doen er vaD verzekerd zjjn, dat de Tempel er komen zal. Het lafhaitig niets doen, het niet dur ven optreden der Katholieken, het de ver- draagzamen spelen, geeft het heidendom kracht en te laat zal men juist als over. 1 moeten erkennen Wij hebben schuld. Te Görlitz is een gedenkteeken onthuld ter eere van den maarschalk V a n Rood. De Keizer ontving van de commissie die er mede belast waB een telegram van hulde. - Het Italiaansche pantserschip Sar- degna is op de ;erugreis van Kiel iu den grooten Belt vastgeraakt, zoodat een Duitsch en een DeeESch oorlogsschip hulp moesten vtrleenen. Da eerste prjjs voor het ontwerp- standbeeld voor prins Von Bismarck ie toegekend aan den beerF ritz Schnei der, zoon van een herbergier te Rusten burg en doofstom. Het kruitmagazijn nabjj Straats burg gelegen is in de lucht gesprongen. Ruim 100 militairen en een groot aantal burgers die zich in de nabgheid bevonden, worden zwaar en minder ernstig gewond. In da Ilaliaausche Kamer gaat het er zeer heftig aan toe. De afgevaardigde C a v a 11 ot t i viel dezer dagen den pre mier Crisp i allerheftigst aan en ver weet hem in zijne geschriften en met woorden de leeljjkste dingen, zoodat de bijeenkomst der Kamer moest worden geschorst. In eene later gehouden verga- //Antwoordt, nu//, herhaalde hij: maar zijn stem klonk zachter. „Ik wil niet streng zijn. maar ik moet we ten wat voorgevallen is. Begrijpt gij niet, dat ik gedurende de reis door onrust als gefolterd ben? Eindelijk wil ik van die onzekerheid ver lost worden. Maak het kort, de bijzonderhe den zal ik later vernemen. //Welnu, 't zij dan!" zuchtte Göldnei; in ziende dat hij een verhoor niet ontgaan zou, legde hij met zachte bevende stem eene vol ledige bekentenis af. Gedurende de lange reis, zelfs 's nachts, wan neer hij niet kon slapen, peinsde Benno over den toestand der zaken. Hij, op de hoogte van 't koopmansvak, kon maar niet begrijpen, wat toch zulk een zwaren slag aan zijn huis had toegebracht. Hij was er zeker van, dat Göldner verkeerde en groote speculaties gedaan had, maar dat kon toch den val van 't huis niet ver oorzaakt hebben. De oorzaak moest ergens an ders te vinden zijn. Göldner had zijn vermogen en dat van zjjn pleegzoon niet door handel, maar op cle beurs verloren. Reeds sinds jaren had hjj daar zjjn geluk gezocht, eerst met goed gevolg, maar later tot zijn grootste nadeel. Hoe meer de tijd naderde, dat Benno zou terugkeeren, des te meer be gon Göldner te wagen, hij wilde Benno een groot vermogen nalaten maar helaas, al zijne ondernemingen mislukten,zijne speculaties wa ren verkeerd; het lot was hem ongunstig, het geluk keerde hem den rug en zoo ging eer, vertrouwen, en de goede naam van het huis Treuenfeld verloten. dering was het weer even rumoerig. Eerst verwekte de hertog van Sermoneta heftige protesten, toen hg op veelzeg?0Qdeu toon sprak van de noodzakelijkheid voor alle eerlijke lieden, om zich te vereenigen, C a v a 11 o 11 i trachtte daarna zijne hou ding te verdedigen, maar ook nu ontstond er zulk een geweld dat hij zjjne rede met kon voortzetten. Met C o s t a ging h0' evenzoo. Volgens den correspondent van het Berliner Tageblatt voegde de radicale afgevaardigde C a v a 1 lo 11 i de regeerings- paitjj toe: Gij zijt lafaardsellendelin gen, gespuis Toen C r i p i, nadat de zitting teu derden male was geopend, verklaarde, dat hg weigerde «vragen te beantwoor den, welke hg in strijd achtte met zgne eer», en vervolgens de ministerstafel ver liet, riep C a v a 11 o 11 i: «Hg gaat op den loop!» Het ramoer werd toen zoo groot, dat de president Villa genoodzaakt was de vergadering te sluiteü. Een groot aantal aanhangers van Cavallotti wachtten hem voor het Kamergebouw op en ver welkomden Crisp i's tegenstander met laid gejuich. De heer C r i s p i heeft verklaard, dat hit vuil waar zgne tegenstanders mee gooien, hem niet deerde. Hg zou ondanks den tegenstand van de oppositie een einde maken aan den trenrigen geldelijken toe stand des lands. De heer Crispi vergeet, dat juist hg de man is die niets anders dan ellende heeft gebracht over het Italiaanfcbe volk en door zgn politiek drgven het volk heeft uitgeschut totdat de laatste pen ning in de bodemlooze schatkist is gistort. Bg de jongste Gemeenteraadsver kiezing te Rome hebben de Katholieken eene schitterende overwinning behaald, hun 32 candidaten zgn allen gekozen. Het Engelsch Ministerie is gevallen door eigen schuld omdat het zich verdiept had in min of meer radicale ontwerpen, die toch geen kans van slagen hebbende, vlakaf domme voorstellen kannen ge noemd worden. Zelfs de vriendeD ver vreemde het van elkander en ook nu, wat lord Rosebery betreftis dit het geval met het in wording zjjnde Kabi net. Hg betuigde zjjne grootste ver bazing, dat, terwgl het afgetreden minis terie beieid was de staatkunde, welke zg meende te moeten volgen, aan de goed keuring der kiezers te onderwerpen, het nieuwe kabinet niets anders wil doen dan de Kiezers, wat haar politiek betreft, een blanco biljet ter invulling aan te bieden. Lord Salisbury de nieuwe Pre®j®r heeft de oppositie die nu reeds zooals blgkt, vau zich doet hooren, te kennen gegeven, dat zg moet wachten tot dat het door hem te vor men ministerie officieel is geconstitueerd. LordR o s e b e r y,moest zich met die verkla ring tevreden stellen.In het nieuwe Kabinet treedt de heer Balfour als Eerste Lord van de schatkist op, terwgl C h a m b e r- 1 a i n de portefeuille van Koloniën zal aanvaarden. De heer G s c h e n werd weer Minister van Marine. De Markies van Salisbury neemt, nevens het Premier-schap, Buitenlandsche Zakep, de Dat was te veel voorden jongen man. Hoe stellig en vast hij zich voorgenomen had, zoo kalm en bedaard mogeljjk te blijven bij alles wat hjj zou vernemen, nu kon hjj zijn drilt niet meer bedwingen. Toornig stoof hij op en begon op Göldner hevig te sclielderl en m aakte hem de grootste verwijten. Van zijn schuld bewust liet Göldner zich aan vankelijk alles zeggen, en scheen de woede van Benno te koelen, maar toen Göldner trachtte zich te verontschuldigingen met te zeggen al les, uit zorg voor zijn pleegzoon gedaan te heb ben geraakte deze in de hoogste mate in toorn. Hij schold hem, voor zich zelf en zgne vrouw gewerkt te hebben, en daarbij alle gevoel van recht en billijkheid uit het oog verloren te hebben en dreigde hem zelfs ter verantwoor ding voor de Rechtbank te dagen. Dat was te veel, dat kon de ijdele koovaar dige Göldner niet verdragen van zulk eeu jon gen man, die hjj zelf had opgevoed. //Maak niet zooveel leven voor een paar duizend gulden die het erfdeel van uwen va der uitmaakten; ik zeide u reeds, dat zij voor u nog niet verloren zijn; gij waar; minderjarig en de hoofdschuldeischer.// „Ook dat nog!// spotte Benno. „Nadat gij mij het vertrouwen benomen hebt, mijne ouders in t graf beschimpt hebt, waagt gjj het ook nog om mij in 't slijk te trekken. //Razende 1/7 schreeuwde Göldner. //Schande over mij, indien ik mjj zoo iets niet zou aantrekken; ik zou van 't geld wille n leven, dat anderen behoort; neen ik za me

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1