No. 2310. Zondag 21 Juli 1895. 20ste Jaargang Leerplicht en nog wat. aghte ma non agitate. BUITENLAND. BUREAU: St. Jaasstraat. Haarlem. Zij zoekt den schuldige België. Japan. Duitscliland. Dr. August Reichensperger. Frankrijk. Bulgarije. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland s 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. Een der liberale stokpaardjes, de Leer plicht, wordt nog druk bereden. In deze dagen, nu de uitbreiding van het kies recht nog steeds op de parlementaire agenda staat, komen de liberalen met vernieuwden aandrang vragen om de in voering van een dwangmaatregel, waar door de ouders genoodzaakt worden om hun kinderen op de school onderricht te laten ontvangen, onverschillig of zjj van dat onderwps voor bun kinderen gediend zjjn ja dan neen. Dezer dagen kwam ons een afdruk in hauden van eene redevoering, door Mr. A 8 s c h e r in de Amstsrdamsche kies vereniging Burgerplicht uitgesproken ter aanbeveling van den leerplicht. Deze wees er op, dat z. i. de beweging ten gunste van leerplicht eene bijzondere actualiteit verkrjjgt, wanneer men haar beschouwt onder het licht der politieke omstandig heden. «Zg behoort beweert Mr. A s- s c h e r samen te gaan met de bewe ging tot uitbreiding der politieke rechten welke zonder verhooging van het intel lectueels niveau des volks gevaarlijk kan worden, omdat eene politieke meerderja- rigverklaricg tij geestelijke onmondig heid een gevaarljjk experiment is. Het volk, dat zjjn aandeel wil hebben in het bestuur van stad en land, moet in staat zjjn zich ten volle bewust te worden van de verantwoordelijkheid, die het daarmede aanvaardt. Daar, waar het zich geen re kenschap weet te geven van de verhou ding tusschen recht en plicht, daar, waar het niet doordrongen ia van de waarheid dat de laatste noodzakelijk voortspruit nït de eerste, daar is een gezond politiek leven onmogeljjfe, daar loopt het volk ge vaar te worden verlaagd tot marionetten in de handen van hen, die waar zjj heeten waarachtig volksgeluk te beoogen, inder daad slechts eigenbelang najagen.» Men ziet hieruit, dat de geleerde schrg- ver, die de noodzakelijkheid dar invoering van den leerplicht tracht te betoogen, een zjjner argumenten ontleent aan de uitbreiding van het kiesrecht. In korte woorden zegt bij, dat, wil men het kies recht uitbreiden, meneerst moet overgaan tot da invoering van den leerplicht, want als het volk geen kennis genoeg bezit, dan is het niet in staat om zelfstandig zjjn kiezersplicht te vervullen. Uit deze bekentenis omtrent de politieke onmondigheid van het volk zou naar onze meening logisch moeten volgen, dat men dan ook nog niet er aan denken kan om aan het kiesrecht zoodanige uitbreiding te geven, dat alle standen der samenle ving, ook de minst ontwikkelden, door hun stem invloed uitoefenen op de samenstel- der Volksvertegenwoordiging. Waar een voorstander van de kiesrechtuiibreiding op zulk eene wjjze als Mr. A s s c h e r meent te moeten waarschuwen voor hen die in plaats van het waarachtig volks belang te beoogeninderdaad slechts eigenbelang cajageD, daardunkt ons zon het van meer vaderlandsliefde ge tuigen, wanneer bjj adviseerde om voors hands maar niet aan zulk eene kolossale kiesrechtnitbreidiDg te denken. Maar dat zon nu eenmaal niet in de FEUILLETON. Vervolg.) 15 ./Omdat deze dolk Benno toebehoort, moet hij daarom ook den stoot gegeven hebben?// vroeg zij. „Ik heb den moordenaar gezien, het was de man dien ik beschreven heb.// '/Hoe zou die in 't bezit van den dolk zijn gekomen?" Zij bield de band aan baar voorhoofd. //Dat weet ik niet; maar ik zal er achter ko men. Ik weet, dat Benno onschuldig is, en zweer bij God, bij het aandenken aan mijn vader, bij alles, wat mij heilig is, dat ik niet zal rusten, tot ik het bewezen heb! Heeft u mij nog vragen te doen?// zei zij tot denBechter. //Oogenblikkelijk niet//, antwoordde deze; //maar ik wilde nu even vrouw Göldner booren.// De oude dame draalde; 't was haar toch pijnlijk, in tegenwoordigheid barer dochter verklaringen te doen; maar Erna hernam: //Spreek moeder, zeg alles, wat gij weet; op wat meer of minder beschuldigingen komt het nu niet meer aan. De waarheid zal toch zegevieren//. Vrouw Göldner begon hare verklaringen, maar reeds na de eerste woorden stond Erna On vroeg om zich te mogen verwijderen; 'f Was haar toch onmogelijk, de geschiedenis barer eerste liefde en het aan haar gepleegd barer moeder te hooren verhalen. liberale kraam te pas komen. De libera len gaan van het dankbeeld uit, dat zjj in den tegenwoordigen tijd zich niet beter van da volksgunst meester kunnen maken dan door het algemeen of bjjna algemeen kiesrecht voor te staan, en daarom, welke bezwaren zij ook in de toepassing van dat beginsel zien, zg gaan voort met de kiesrechtuitbreiding in hun banier te handhaven. Doch hierdoor kamen zjj natuurljjk her haaldelijk met zich zelf in tegenspraak. De lofrede op den leerplicht, welke door Mr. A s s c h e r werd gehouden, verandert door de hierboven aangehaalde woorden in een veroordeelend vonnis voor de finale kiesrechtuitbreiding. Een van beiden toch, ons volk is ge noeg ontwikkeld om het algemeen stem recht deelachtig te worden maar dan is leerplicht een onding of leerplicht moet het middel wezen om het volk beter onderwijs deelachtig te doen worden maar dan is kiesrechtuitbreiding niet te rechtvaardigen. liet bljjkt hieroit ten duidelijkste, hoe de liberale beginselen eigenljjk geheel met elkander in tegenspraak zjjo. Maar niet slechts strjjden zjj met elkan der, die beginselen, zij zijn ieder op zich zelf ook te verwerpen. Mr. Asacher zelf levert in zjjn geschrift een sprekend voorbeeld er van, hoe de ondervinding het verkeerde van den leerplicht in het licht heeft gesteld. «Wat ge aan het onderwjjs uitgeeft, bespaart ge op de gevangenis sen» schreef dertig jaar geleden pro fessor O p z o o m e r, en als ware deze uitspraak niet kras genoeg, leert een Ita- liaaosche schrijver, dat voor elke school die geopend wordt, eene gevangenis kan worden gesloten. Doch Mr. Aaseher die wel moet toegeven, dat de ervaring deze uitspraken geheel te niet heeft gedaan bekent nu, dat het onderwijs niet alleen de tooverroede is, dia de criminaliteit ver mag te bezweren en dat het niet de talis man is, wiens aanraking gevangenissen slecbt, waar hjj scholen doet verrijzen. Volgens hem zjjn de erfeljjke belasting, aanleg, physische en psychische geaardheid eenerzijds en de sociale verhoudingen an- derzgds do constitutieve elementen der criminaliteit. In eenvoudige woorden overgezet, wordt hiermede bedoeld, dat het oude argument voor het beginsel van den leerplicht is vervallen, daar de ondervinding heeft aan getoond, dat de verbetering en vermeer dering van het onderwjjs volstrekt ciet heeft medegewerkt om het aantal misda den te beperken. Wij zouden op die wjjzen elk wapen, dat de liberalen en radicalen hanteeren om den leerplicht te verdedigen, hun nit de handen kunnen slaan en kunnen aan- wjjzen, hoe de leerplicht uitsluitend moet strekken om de openbare school meer te bevolkeD. De liberalen en radicalen kun nen den bloei van het bijzonder onder wijs niet met goede oog6n aanzien en daarom trachtea zg op alle mogelgke ma nieren de openbare school onmisbaar te maken. Dit zal hun echter niet gelukken. Zoo lang zij niet met degelijker motieven dan thans te berde komen, zullen zjj de voor- Ook vrouw Göldner zuchtte verlicht op, toen zich de deur achter hare dochter gesloten had. Zij vertelde nu breedvoerig, waarbij zij zich bemoeide, de handelwijze van den overleden heer Yon Rehfeld en ook de hare in een zoo veel mogelijk gunstig licht te stellen. Hoe duidelijker zij deze partijen schilderde, hoe donkerder de schaduwen werden, die op Benno Treuenfeld vielen. Volgens hare beschrijving was hijeenmensch die in zijne wilde hartstochten tot alles in staat was; en daarvoor haar kind te beschermen, rekende zij als hare heiligste moederplicht. Men vertelde wel, dat hij nu in 't bezit van een groot vermogen naar Europa teruggekeerd was; zij wilde echter niet onderzoeken, hoe hij het verkregen had. Zoo iets zal ook wel den heer Von Eehfeld gevreesd hebben en nu uit edelmoedigheid om Erna voor 't haar aan Benno's zijde drei gende noodlot te redden, heeft hij haar mis leid en; zich aan haar als echtgenoot tot be schermer voorgedaan. //Hij heeft zijn leven voor hem gelaten!// eindigde zij hare ver klaringen. Bestond hij den Rechter nog eenigen twijfel of Benno Treuenfeld den moordenaar was, zoo werd hij door vrouw Göldner's verklaringen en vooral door hare verklaringen over het te Rehfeld tusschen haar en Benno voorgevallene uit den weg geruimd. Hij beval nu: den ge- vangene te roepen. //Hij kan niet loochenen,// mompelde hjj, de bewijzen ziin overtuigend. Het kreeg ook den schijn alsof Treuenfeld reeds zelf den neteligen toestand inzag en van f MSTJEN PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 50 Cents. VU Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA UB E f Co. JOHN., F. JONES, Succ., Parijs 31 his Faubourg Montmartre standera van het bjjzonder onderwjjs niet knnoen overhalen tot den leerplicht. De vrgheid van onderwijs brengt noodzakelijk mede de vrgheid der ouders in de keuze der school, waar hun kinderen onderwijs zullen genieten. En deze vrgheid wordt illusoir gemaakt door de invoering van den leerplicht, omdat dan tal van ouders zullen genoodzaakt worden hun kroost te zenden naar eene school, waar het onder wijs niet in overeenstemming is met de beginselen, welke zg aan hun kinderen wenschen in te prenten. De vrijheid der ouders om hun kinderen te doen onder wijzen in den geest waarin zjj dat wen schen, zal men ban niet mogea ontnemen, zelfs niet al zouden liberalen en radicalen tneeneD, dat ons volk beter moest worden onderwezen om een der grootste gevaren vau het algemeen stemrecht te bezweren. Daarom blgven wij ten hoogste afkee- rig van den leerplicht, zoowel als wij dat zijn van het algemeen stemrecht. Is ons volk nog niet genoeg in politieken zin ontwikkeld, dat finale kiesrechtuit breiding is gerechtvaardigd, welnu, men wachte nog eenigen tijd om bet kiesrecht te geven aan hen, die het niet weten uit te oefenen, maar men besluite hiernit niet dat de invoering van den leerplicht on vermijdelijk is. En wat men als het schoone resultaat van den leerplicht voorstelt: da onschend bare koning der straten (de straatben gels) afstand doende van zjjn troon, zjjn scheptar inruilend tegen lei en griffel; dat ideaal verwachten wij niet van den leerplicht, maai enkel en alleen van den goeden invloed, dien het Christelijk onder wijs op de vaderlandsche jeugd kan en zal uitoefenen. Ta Antwerpen hebben de liberale kop stukken de politiek op straat gebracht in navolging van de sociaal-democraten. Begeleid door den Burgemeester en de Wethouders, doorkruiste een groote stoet van liberalen de stad ten einde eene be- toogiug te houden tegen het regeerings- voorstel betreffende het onderwjjs. De beraadslagingen over de schoolwet in de Belgische Kamer nemen intusschen eene opgewonden stemming aaö, doordat én liberalen én sociaal-democraten een heftigen strjjd tegen het onderwerp der Regeering aanbinden. Afdoeud zei de mi nister De B u r 1 e t dan ook: «ik beklaag de ouders die hunne kinderen laten ten ondergaan in den modderpoel van het atheïsme. Natuurlijk wierpen de socialisten nu den Minister vau Buitenlandsche zakeu allerlei grofheden naar het hoofd en tus schen leden van de linker- en rechterzijde kwam het tot bedreigingen. De Voor zitter zag zich genoodzaakt de vergade ring te schorsen. Nadat de vergadering heropend was, werd eene motie van den Brusselschen af gevaardigde Nerincx om dadelijk over te gaan tot de beraadslaging over de quaes- tie der subsidiën met 74 tegen 63 stem men verworpen. den beginne af elke uitvlucht vermeed, want hij beantwoordde alle vragen, die de Rechter hem deed, met de grootste openhartigheid: //Ik heb niets te verbergen//, sprak hij, 't hoofd stout verheffende;,,want de smaad, die op mijn naam rust, is afgewasschen door mijn handenarbeid." //Gij delgdet de schulden der Firma Treuen feld en Göldner en schaamdet u nietmet eene bloedschuld uwe ziel te bezoedelen, uwen naam met eenen nog veel grooteren smaad te be vlekken," sprak de Rechter met nadruk. //Ik!" riep Benno, "ik zou dat gedaan heb ben. Wie durft t wagen mij van zulk een daad te beschuldigen?// //Ik!// antwoordde de Rechter koud en scherp //de getuigen en uwe eigen verklaringen! „Wat heb ik verklaard?" vroeg Benno. //Gij hebt mij gevangen genomen op de verklarin gen van een oud wijf, gij hebt u door deze en nog van eene oude vrouw dingen laten ver tellen, die beter in het belang van den heer Von Rehfeld tot de eeuwige vergetelheid had den moeten gedoemd blijven, Van u verneem ik hetj eerst alle bijzonderheden van het aan mij gepleegd bedrog, dat ik tot nu slechts vermoed en geraden heb; noemt u dat eene volle be kentenis? //Gij bekent, in Rehfeld, de bedienden met den dood bedreigd te hebben?// „Zij stoven zoo bang als een haas schreiend weg-, toen ik de hand aan de revolver legde,// antwoordde Benno, onwillekeurig lachend. //Gij hebt gedreigd den heer Von Rehfeld i neer te schietenz/hernam deRgchter Tan instructie. 1 De socialist Van der Volde wilde de bepalingen betreffende de verbetering van den toestand der onderwijzers dade lijk in behandeling genomen zien, ter- wjjl de afgevaardigde Lorand uitstel van hot geheel ontwerp had gevraagd tot het volgende jaar, al kon hg zich vereeni gen met de motie Van der Velde, dat niet te min verworpen werd met 88 tegen 49 stemmen. Zjjn de berichten uit Hongkong te ver trouwen, dan hebben de Zwartvlaggen op Formosa do Japanners bjj Fokoham aan gevallen. Na een verwoed gevecht werden de Japanners gedwongen voor de over macht terug te trekken. Het volk van Formosa wil een onaf- haukeljjkeu staat en niet onder Japan geregeerd worden, onherroepelijk heeft het volk besloten om eer te sterven dan den vijand te dienen. Da Japanners hebban er handen vol werk. De geheele Duitsche pers is het er over eens, dat prins Ferdinand van Bul garije een voorbeeld van Süoode ondank baarheid is geweest jegens Bulgarije's «grooten staatsman,den vermoorden Stam boel o ff,» den man, die het voor bem mogelgk heeft gemaakt op een troon te zitten. Stam boe loff, zoo wordt ver der aangevoerd, is na Ferdinand's huwelijk onder den invloed van vrouwin, aan wier hoofd de jeugdige Vorstin stond, gevallen, omdat hg zich niet gedwee buk ken kon, en omdat men aan het hof hoopte dat na zga verdwijnen de verge ving van Rusland verkregen zou kunnen worden. «De doodsklok voor Stamboe- 1 o f f,» zegt o. a. de radicale Volks-Zei- tung, «zal wel tevens de onafhankelijkheid van Bulgarije ten grave luiden.» In ge lijken geest, alleen wat minder doideljjk, laten zich de bladen uit die nu en dan voeling hc-bben met het ministerie vau buitenlandsche zaken le Berljjn.Zg spreken ouverholen hunne afkenriDg uit over prins Ferdinand en diens tegenwoordige regearing. De overleden Dr. Reichensperger was bij zijn overlijden 87-jaren oud. Hij was een ver maarde centrumsman en een van die Duitsche helden welke palstaan in den strijd, voor de Kerk en het Vaderland. Te Coblenz geboren, studeerde hij in de rechten en behaalde den graad van doctor juris. Op 40-jarigen leeftijd werd hij lid van het Erankforter parlement, twee jaar later van het Erfurter en van de Pruisische Kamer. In 1884 trad hij wegens ziekte uit den Rijksdag. Dr. Reichensperger heeft in de moeilijke tijden van den Cultuurkamp zijn volk sterkte en steun verschaft. Hij had samen geleefd en gestreden met zijne groote vrienden den aartsbisschop Clemens August, den beroemden G r- r e s en Mgr. Von Ketteler en met hen het Duitsche Katholieke volk geschikt gemaakt om den Cultuurkamp te strijden, en zegenrijk te strijden, onder aanvoering van Dr. Windt- horst en Mallinckrodt. De Duitsche Katholiekendag telde August Reichensperger onder zijne voornaamste woordvoerders, verleden jaar te Keulen was hij eere-voorzitter. Op kunstgebied was hij een gothieker in merg en been, zeer veel heeft hij gedaan tot opluistering van den Keulschen //Dat heb ik," antwoordde Treuenfeld, diep ademhalend, „en ik zou 't gedaan hebben, ware mij een ander niet te gauw geweest.// De Rechter maakte eene afwerende bewe ging- „De dolk scheen n toch zekerder dan het schiettuig. „Ik heb geen dolk gebruikt.'/ „Wij zullen er aanstonds over spreken. Gij zijt den heer Von Rehfeld gevolgd." //Ja." „Gij hebt hem tevergeefs gezocht?" //Door heel Italië//. „Waar hebt gij zijn spoor ontdekt?" //Te Venetië. Van daar volgde ik hem naar Weenen en kwam op 't laatste oogenblik, maar had nog even tijd om in een coupe van den trein te springen, waarmee hij vertrok.// "Gij hadthet goed overlegd; de coupe stond met dien, waarin de heer Von Rehfeld had plaats genomen, door eene deur in verbinding.// //Dat ontdekte ik eerst later." //Dat doet niets ter zake, gij maaktet er ge bruik van om uw wraaklust te koelen.// //Neen, zeg ik, en duizendmaal neen//, riep Benno. „Houdt gij mij voor een ellendigen laf aard, die zijn tegenpartij in den slaap over valt en vermoordt?// De Rechter haalde de schouders op. //Ik ontdekte onderweg, dat de heer Rehfeld in de coupé naast mij zat," vervolgde Benno; „eindelijk had ik hem dan gevonden. Nu wil de ik hem aanspreken, hem rekenschap vragen en hem dwingen met mij te duelleeren, zoo gauw het dag zou zijn. Niet levend zou hij Raadsheer in het de stad waar hij Dom. Jarenlang was hij G erechtshof te Keulen, overleed. Hij heeft een testament aan zijn volk achter gelaten TJtomnes unum, „dat allen een zijn." De Kölnische Zeitung het blad van zijn tegen standers schildert den overleden staatsman met deze woorden //staatkundige tegenstanders had hij velen, persoonlijk echter had hij geenen vijand. Voor het vertrek van het Italisanscbe smaldeel te Portsmouth heeft de Hertog van Genua met zjjne officieren een bal gegeven aan boord van het oorlogsschip Re Umberto. Een van de mede-eigenaars der Belle-Jardinière te Parjjs (eeD groote win kel van gemaakte kleeren enz.) beeft zijn geheele vermogen, geschat op 1,800,000 fraaks, behoudens vruchtgebruik asn de Assistance publique vermaakt. De correspondent van de Temps te Rome beweert, dat de Fransche katho lieke bladen een wenk uit het Vaticaan hebben ontvangen om zich te matigen in hun aanvallen op de Fransche regesriug in zake het droit d'accroissement. Zulke meeningen worden wel eens meer verkondigd door mensc hen die er belang bjj hebben. Heden heeft de begrafenis plaats van deu door sluipmoord gevallauBulgaarschen staatsman Stamboelolf. Hg is ge storven zonder een eukel woord te spre ken. Te voren waren hem nog beide han den geamputeerd. Tal van betuigingen van deelneming heeft mevrouw S t a m- boeloff ontvangen, vau keizer Frans Jozef, koningin Victoria, den Prins vauWales, de EngeDehe, Roemeausche en andere regearingan. Geen enkele vertegen woordiger van een vreemde mogendheid te Sofia is op de laatste receptie bg den minister vau Baitenlandscke Zaken ver schenen. Aan een redactaar van de frankfurter Zeitung heeft de vorst van Bulgarije, prins Ferdinand, zijn ernstig leed wezen betuigd voor het gebeurde en met verontwaardiging de verdachtmaking van zich geschoven, als zou hg of zjjue re" geering iets geweten hebben van het plau tot den eaDslag of dezen hebben beraamd. De Kölnische Zeitung ia van oordeel dat wel degelijk politieke berekeningen met de afschuwelijke misdaad iu verband staan. «Men heeft Stamboelolf mefc ongehoorde hardheid en wreedheid gewei gerd in het buitenland genezing voor zgne ziekte te zoeken men heeft de moord- zuchtigen vrjj laten rondloopen, en die zorgzame waakzaamheid der politie ont brak juist op het oogeublik waarop de sluipmoordenaars verschenen, om hun lan gen tjjd beraamde daad te volvoereo. Ja, de politie belemmerde Stam boeloife bediende bfl het vervolgen der moorde naars. Al deze toevalligheden zullen moe ten worden opgehelderd en we2 op eeer overtuigende wjjze.» De Daily Chronicle is van oordeel, dat prins Ferdinand's positie op den troon van Bulgarjje onhoudbaar is gewor den zijn val is een quaestie van tjjd. Men verwjjt den Vorst lafheid, omdat bg uit zjjn land afwezig was zoowel vroeger met de vrouw, die hij mij ontstal, bet huis zijner ouders bereiken. De pistolen droeg ik bij mij." //De dolk ook// schold de Rechter. "Gij vondt 't beter, u van dit wapen te bedienen. Hier is hij." Hij haalde den dolk met het gouden handvat te voorschijn en hield hem Benno voor. //Gij hebt gelijk, dat is mijn eigendom," antwoordde hij kalm. //Gij hebt hem in den zak van mijn overjas gevonden, dien ik uitgetrokken en in de coupe achtergelaten had//. //Wien wilt gij zoo'n sprookje vertellen", lachte de Rechter verachtelijk, //moet ik u zeggen dat de dolk naast het lijk gevonden is, en dat de vlekken daaraan van het bloed van den vermoorde komen.// De jonge man trad verbaasd eene schrede achteruit. //Met dezen dolk zou de moord gepleegd zijn?// //Wilt gij mij werkelijk doen gelooven, dat u dit treft?" "Dat treft mij niet enkel, dat verplettert mij, het slaat mij ter neer,// riep Benno en viel op een stoel, sloeg de handen voor het gezicht en liet een dof steunen hooren. De Rechter hield zich zwijgend en beschouw de hem aandachtig. Hij zag in zijne wijze van d0.ei) 'verplettering van den overtuigden misdadiger en wachtte op de volle bekentenis. „Gij bekent dus, dat het dwaas was, nog langer te loochenen", hervatte hjj eindelijk weer, daar Treuenfeld nog altjjd bleef zwijgen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1