No. 2310.
Zondag 21 Juli 1895.
20ste Jaargang
Leerplicht en nog wat.
aghte ma non agitate.
BUITENLAND.
BUREAU: St. Jaasstraat. Haarlem.
Zij zoekt den schuldige
België.
Japan.
Duitscliland.
Dr. August Reichensperger.
Frankrijk.
Bulgarije.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10
Voor het buitenland s 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
Een der liberale stokpaardjes, de Leer
plicht, wordt nog druk bereden. In deze
dagen, nu de uitbreiding van het kies
recht nog steeds op de parlementaire
agenda staat, komen de liberalen met
vernieuwden aandrang vragen om de in
voering van een dwangmaatregel, waar
door de ouders genoodzaakt worden om
hun kinderen op de school onderricht te
laten ontvangen, onverschillig of zjj van
dat onderwps voor bun kinderen gediend
zjjn ja dan neen.
Dezer dagen kwam ons een afdruk in
hauden van eene redevoering, door Mr.
A 8 s c h e r in de Amstsrdamsche kies
vereniging Burgerplicht uitgesproken ter
aanbeveling van den leerplicht. Deze wees
er op, dat z. i. de beweging ten gunste
van leerplicht eene bijzondere actualiteit
verkrjjgt, wanneer men haar beschouwt
onder het licht der politieke omstandig
heden. «Zg behoort beweert Mr. A s-
s c h e r samen te gaan met de bewe
ging tot uitbreiding der politieke rechten
welke zonder verhooging van het intel
lectueels niveau des volks gevaarlijk kan
worden, omdat eene politieke meerderja-
rigverklaricg tij geestelijke onmondig
heid een gevaarljjk experiment is. Het
volk, dat zjjn aandeel wil hebben in het
bestuur van stad en land, moet in staat
zjjn zich ten volle bewust te worden van
de verantwoordelijkheid, die het daarmede
aanvaardt. Daar, waar het zich geen re
kenschap weet te geven van de verhou
ding tusschen recht en plicht, daar, waar
het niet doordrongen ia van de waarheid
dat de laatste noodzakelijk voortspruit
nït de eerste, daar is een gezond politiek
leven onmogeljjfe, daar loopt het volk ge
vaar te worden verlaagd tot marionetten
in de handen van hen, die waar zjj heeten
waarachtig volksgeluk te beoogen, inder
daad slechts eigenbelang najagen.»
Men ziet hieruit, dat de geleerde schrg-
ver, die de noodzakelijkheid dar invoering
van den leerplicht tracht te betoogen,
een zjjner argumenten ontleent aan de
uitbreiding van het kiesrecht. In korte
woorden zegt bij, dat, wil men het kies
recht uitbreiden, meneerst moet overgaan
tot da invoering van den leerplicht, want
als het volk geen kennis genoeg bezit,
dan is het niet in staat om zelfstandig
zjjn kiezersplicht te vervullen.
Uit deze bekentenis omtrent de politieke
onmondigheid van het volk zou naar onze
meening logisch moeten volgen, dat men
dan ook nog niet er aan denken kan om
aan het kiesrecht zoodanige uitbreiding
te geven, dat alle standen der samenle
ving, ook de minst ontwikkelden, door hun
stem invloed uitoefenen op de samenstel-
der Volksvertegenwoordiging. Waar een
voorstander van de kiesrechtuiibreiding
op zulk eene wjjze als Mr. A s s c h e r
meent te moeten waarschuwen voor hen
die in plaats van het waarachtig volks
belang te beoogeninderdaad slechts
eigenbelang cajageD, daardunkt ons
zon het van meer vaderlandsliefde ge
tuigen, wanneer bjj adviseerde om voors
hands maar niet aan zulk eene kolossale
kiesrechtnitbreidiDg te denken.
Maar dat zon nu eenmaal niet in de
FEUILLETON.
Vervolg.)
15
./Omdat deze dolk Benno toebehoort, moet
hij daarom ook den stoot gegeven hebben?//
vroeg zij. „Ik heb den moordenaar gezien, het
was de man dien ik beschreven heb.//
'/Hoe zou die in 't bezit van den dolk zijn
gekomen?"
Zij bield de band aan baar voorhoofd.
//Dat weet ik niet; maar ik zal er achter ko
men. Ik weet, dat Benno onschuldig is, en
zweer bij God, bij het aandenken aan mijn
vader, bij alles, wat mij heilig is, dat ik niet
zal rusten, tot ik het bewezen heb! Heeft u
mij nog vragen te doen?// zei zij tot denBechter.
//Oogenblikkelijk niet//, antwoordde deze;
//maar ik wilde nu even vrouw Göldner booren.//
De oude dame draalde; 't was haar toch
pijnlijk, in tegenwoordigheid barer dochter
verklaringen te doen; maar Erna hernam: //Spreek
moeder, zeg alles, wat gij weet; op wat meer
of minder beschuldigingen komt het nu niet
meer aan. De waarheid zal toch zegevieren//.
Vrouw Göldner begon hare verklaringen,
maar reeds na de eerste woorden stond Erna
On vroeg om zich te mogen verwijderen;
'f Was haar toch onmogelijk, de geschiedenis
barer eerste liefde en het aan haar gepleegd
barer moeder te hooren verhalen.
liberale kraam te pas komen. De libera
len gaan van het dankbeeld uit, dat zjj
in den tegenwoordigen tijd zich niet beter
van da volksgunst meester kunnen maken
dan door het algemeen of bjjna algemeen
kiesrecht voor te staan, en daarom, welke
bezwaren zij ook in de toepassing van
dat beginsel zien, zg gaan voort met de
kiesrechtuitbreiding in hun banier te
handhaven.
Doch hierdoor kamen zjj natuurljjk her
haaldelijk met zich zelf in tegenspraak.
De lofrede op den leerplicht, welke door
Mr. A s s c h e r werd gehouden, verandert
door de hierboven aangehaalde woorden
in een veroordeelend vonnis voor de finale
kiesrechtuitbreiding.
Een van beiden toch, ons volk is ge
noeg ontwikkeld om het algemeen stem
recht deelachtig te worden maar dan
is leerplicht een onding of leerplicht
moet het middel wezen om het volk beter
onderwijs deelachtig te doen worden
maar dan is kiesrechtuitbreiding niet te
rechtvaardigen.
liet bljjkt hieroit ten duidelijkste, hoe
de liberale beginselen eigenljjk geheel met
elkander in tegenspraak zjjo.
Maar niet slechts strjjden zjj met elkan
der, die beginselen, zij zijn ieder op zich
zelf ook te verwerpen. Mr. Asacher
zelf levert in zjjn geschrift een sprekend
voorbeeld er van, hoe de ondervinding het
verkeerde van den leerplicht in het licht
heeft gesteld. «Wat ge aan het onderwjjs
uitgeeft, bespaart ge op de gevangenis
sen» schreef dertig jaar geleden pro
fessor O p z o o m e r, en als ware deze
uitspraak niet kras genoeg, leert een Ita-
liaaosche schrijver, dat voor elke school
die geopend wordt, eene gevangenis kan
worden gesloten. Doch Mr. Aaseher
die wel moet toegeven, dat de ervaring
deze uitspraken geheel te niet heeft gedaan
bekent nu, dat het onderwijs niet alleen
de tooverroede is, dia de criminaliteit ver
mag te bezweren en dat het niet de talis
man is, wiens aanraking gevangenissen
slecbt, waar hjj scholen doet verrijzen.
Volgens hem zjjn de erfeljjke belasting,
aanleg, physische en psychische geaardheid
eenerzijds en de sociale verhoudingen an-
derzgds do constitutieve elementen der
criminaliteit.
In eenvoudige woorden overgezet, wordt
hiermede bedoeld, dat het oude argument
voor het beginsel van den leerplicht is
vervallen, daar de ondervinding heeft aan
getoond, dat de verbetering en vermeer
dering van het onderwjjs volstrekt ciet
heeft medegewerkt om het aantal misda
den te beperken.
Wij zouden op die wjjzen elk wapen,
dat de liberalen en radicalen hanteeren
om den leerplicht te verdedigen, hun nit
de handen kunnen slaan en kunnen aan-
wjjzen, hoe de leerplicht uitsluitend moet
strekken om de openbare school meer te
bevolkeD. De liberalen en radicalen kun
nen den bloei van het bijzonder onder
wijs niet met goede oog6n aanzien en
daarom trachtea zg op alle mogelgke ma
nieren de openbare school onmisbaar te
maken.
Dit zal hun echter niet gelukken. Zoo
lang zij niet met degelijker motieven dan
thans te berde komen, zullen zjj de voor-
Ook vrouw Göldner zuchtte verlicht op, toen
zich de deur achter hare dochter gesloten had.
Zij vertelde nu breedvoerig, waarbij zij zich
bemoeide, de handelwijze van den overleden
heer Yon Rehfeld en ook de hare in een zoo
veel mogelijk gunstig licht te stellen. Hoe
duidelijker zij deze partijen schilderde, hoe
donkerder de schaduwen werden, die op Benno
Treuenfeld vielen.
Volgens hare beschrijving was hijeenmensch
die in zijne wilde hartstochten tot alles in staat
was; en daarvoor haar kind te beschermen,
rekende zij als hare heiligste moederplicht.
Men vertelde wel, dat hij nu in 't bezit van
een groot vermogen naar Europa teruggekeerd
was; zij wilde echter niet onderzoeken, hoe hij
het verkregen had.
Zoo iets zal ook wel den heer Von Eehfeld
gevreesd hebben en nu uit edelmoedigheid
om Erna voor 't haar aan Benno's zijde drei
gende noodlot te redden, heeft hij haar mis
leid en; zich aan haar als echtgenoot tot be
schermer voorgedaan. //Hij heeft zijn leven
voor hem gelaten!// eindigde zij hare ver
klaringen.
Bestond hij den Rechter nog eenigen twijfel
of Benno Treuenfeld den moordenaar was, zoo
werd hij door vrouw Göldner's verklaringen
en vooral door hare verklaringen over het te
Rehfeld tusschen haar en Benno voorgevallene
uit den weg geruimd. Hij beval nu: den ge-
vangene te roepen. //Hij kan niet loochenen,//
mompelde hjj, de bewijzen ziin overtuigend.
Het kreeg ook den schijn alsof Treuenfeld
reeds zelf den neteligen toestand inzag en van
f MSTJEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
50 Cents.
VU
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij dag-avond
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DA UB E f Co. JOHN., F. JONES, Succ., Parijs 31 his Faubourg Montmartre
standera van het bjjzonder onderwjjs niet
knnoen overhalen tot den leerplicht. De
vrgheid van onderwijs brengt noodzakelijk
mede de vrgheid der ouders in de keuze
der school, waar hun kinderen onderwijs
zullen genieten. En deze vrgheid wordt
illusoir gemaakt door de invoering van
den leerplicht, omdat dan tal van ouders
zullen genoodzaakt worden hun kroost te
zenden naar eene school, waar het onder
wijs niet in overeenstemming is met de
beginselen, welke zg aan hun kinderen
wenschen in te prenten. De vrijheid der
ouders om hun kinderen te doen onder
wijzen in den geest waarin zjj dat wen
schen, zal men ban niet mogea ontnemen,
zelfs niet al zouden liberalen en radicalen
tneeneD, dat ons volk beter moest worden
onderwezen om een der grootste gevaren
vau het algemeen stemrecht te bezweren.
Daarom blgven wij ten hoogste afkee-
rig van den leerplicht, zoowel als wij
dat zijn van het algemeen stemrecht. Is
ons volk nog niet genoeg in politieken
zin ontwikkeld, dat finale kiesrechtuit
breiding is gerechtvaardigd, welnu, men
wachte nog eenigen tijd om bet kiesrecht
te geven aan hen, die het niet weten uit
te oefenen, maar men besluite hiernit niet
dat de invoering van den leerplicht on
vermijdelijk is.
En wat men als het schoone resultaat
van den leerplicht voorstelt: da onschend
bare koning der straten (de straatben
gels) afstand doende van zjjn troon, zjjn
scheptar inruilend tegen lei en griffel;
dat ideaal verwachten wij niet van den
leerplicht, maai enkel en alleen van den
goeden invloed, dien het Christelijk onder
wijs op de vaderlandsche jeugd kan en
zal uitoefenen.
Ta Antwerpen hebben de liberale kop
stukken de politiek op straat gebracht
in navolging van de sociaal-democraten.
Begeleid door den Burgemeester en de
Wethouders, doorkruiste een groote stoet
van liberalen de stad ten einde eene be-
toogiug te houden tegen het regeerings-
voorstel betreffende het onderwjjs.
De beraadslagingen over de schoolwet
in de Belgische Kamer nemen intusschen
eene opgewonden stemming aaö, doordat
én liberalen én sociaal-democraten een
heftigen strjjd tegen het onderwerp der
Regeering aanbinden. Afdoeud zei de mi
nister De B u r 1 e t dan ook: «ik beklaag
de ouders die hunne kinderen laten ten
ondergaan in den modderpoel van het
atheïsme.
Natuurlijk wierpen de socialisten nu
den Minister vau Buitenlandsche zakeu
allerlei grofheden naar het hoofd en tus
schen leden van de linker- en rechterzijde
kwam het tot bedreigingen. De Voor
zitter zag zich genoodzaakt de vergade
ring te schorsen.
Nadat de vergadering heropend was,
werd eene motie van den Brusselschen af
gevaardigde Nerincx om dadelijk over
te gaan tot de beraadslaging over de quaes-
tie der subsidiën met 74 tegen 63 stem
men verworpen.
den beginne af elke uitvlucht vermeed, want
hij beantwoordde alle vragen, die de Rechter
hem deed, met de grootste openhartigheid:
//Ik heb niets te verbergen//, sprak hij, 't
hoofd stout verheffende;,,want de smaad, die op
mijn naam rust, is afgewasschen door mijn
handenarbeid."
//Gij delgdet de schulden der Firma Treuen
feld en Göldner en schaamdet u nietmet eene
bloedschuld uwe ziel te bezoedelen, uwen naam
met eenen nog veel grooteren smaad te be
vlekken," sprak de Rechter met nadruk.
//Ik!" riep Benno, "ik zou dat gedaan heb
ben. Wie durft t wagen mij van zulk een
daad te beschuldigen?//
//Ik!// antwoordde de Rechter koud en scherp
//de getuigen en uwe eigen verklaringen!
„Wat heb ik verklaard?" vroeg Benno. //Gij
hebt mij gevangen genomen op de verklarin
gen van een oud wijf, gij hebt u door deze
en nog van eene oude vrouw dingen laten ver
tellen, die beter in het belang van den heer
Von Rehfeld tot de eeuwige vergetelheid had
den moeten gedoemd blijven, Van u verneem
ik hetj eerst alle bijzonderheden van het aan mij
gepleegd bedrog, dat ik tot nu slechts vermoed
en geraden heb; noemt u dat eene volle be
kentenis?
//Gij bekent, in Rehfeld, de bedienden met
den dood bedreigd te hebben?//
„Zij stoven zoo bang als een haas schreiend
weg-, toen ik de hand aan de revolver legde,//
antwoordde Benno, onwillekeurig lachend.
//Gij hebt gedreigd den heer Von Rehfeld i
neer te schietenz/hernam deRgchter Tan instructie. 1
De socialist Van der Volde wilde
de bepalingen betreffende de verbetering
van den toestand der onderwijzers dade
lijk in behandeling genomen zien, ter-
wjjl de afgevaardigde Lorand uitstel
van hot geheel ontwerp had gevraagd tot
het volgende jaar, al kon hg zich vereeni
gen met de motie Van der Velde,
dat niet te min verworpen werd met 88
tegen 49 stemmen.
Zjjn de berichten uit Hongkong te ver
trouwen, dan hebben de Zwartvlaggen op
Formosa do Japanners bjj Fokoham aan
gevallen. Na een verwoed gevecht werden
de Japanners gedwongen voor de over
macht terug te trekken.
Het volk van Formosa wil een onaf-
haukeljjkeu staat en niet onder Japan
geregeerd worden, onherroepelijk heeft het
volk besloten om eer te sterven dan den
vijand te dienen. Da Japanners hebban er
handen vol werk.
De geheele Duitsche pers is het er over
eens, dat prins Ferdinand van Bul
garije een voorbeeld van Süoode ondank
baarheid is geweest jegens Bulgarije's
«grooten staatsman,den vermoorden Stam
boel o ff,» den man, die het voor bem
mogelgk heeft gemaakt op een troon te
zitten. Stam boe loff, zoo wordt ver
der aangevoerd, is na Ferdinand's
huwelijk onder den invloed van vrouwin,
aan wier hoofd de jeugdige Vorstin stond,
gevallen, omdat hg zich niet gedwee buk
ken kon, en omdat men aan het hof
hoopte dat na zga verdwijnen de verge
ving van Rusland verkregen zou kunnen
worden. «De doodsklok voor Stamboe-
1 o f f,» zegt o. a. de radicale Volks-Zei-
tung, «zal wel tevens de onafhankelijkheid
van Bulgarije ten grave luiden.» In ge
lijken geest, alleen wat minder doideljjk,
laten zich de bladen uit die nu en dan
voeling hc-bben met het ministerie vau
buitenlandsche zaken le Berljjn.Zg spreken
ouverholen hunne afkenriDg uit over prins
Ferdinand en diens tegenwoordige
regearing.
De overleden Dr. Reichensperger was bij
zijn overlijden 87-jaren oud. Hij was een ver
maarde centrumsman en een van die Duitsche
helden welke palstaan in den strijd, voor de
Kerk en het Vaderland.
Te Coblenz geboren, studeerde hij in de
rechten en behaalde den graad van doctor juris.
Op 40-jarigen leeftijd werd hij lid van het
Erankforter parlement, twee jaar later van het
Erfurter en van de Pruisische Kamer. In 1884
trad hij wegens ziekte uit den Rijksdag. Dr.
Reichensperger heeft in de moeilijke tijden
van den Cultuurkamp zijn volk sterkte en steun
verschaft. Hij had samen geleefd en gestreden
met zijne groote vrienden den aartsbisschop
Clemens August, den beroemden G r-
r e s en Mgr. Von Ketteler en met hen
het Duitsche Katholieke volk geschikt gemaakt
om den Cultuurkamp te strijden, en zegenrijk
te strijden, onder aanvoering van Dr. Windt-
horst en Mallinckrodt.
De Duitsche Katholiekendag telde August
Reichensperger onder zijne voornaamste
woordvoerders, verleden jaar te Keulen was hij
eere-voorzitter. Op kunstgebied was hij een
gothieker in merg en been, zeer veel heeft hij
gedaan tot opluistering van den Keulschen
//Dat heb ik," antwoordde Treuenfeld, diep
ademhalend, „en ik zou 't gedaan hebben,
ware mij een ander niet te gauw geweest.//
De Rechter maakte eene afwerende bewe
ging-
„De dolk scheen n toch zekerder dan het
schiettuig.
„Ik heb geen dolk gebruikt.'/
„Wij zullen er aanstonds over spreken. Gij
zijt den heer Von Rehfeld gevolgd."
//Ja."
„Gij hebt hem tevergeefs gezocht?"
//Door heel Italië//.
„Waar hebt gij zijn spoor ontdekt?"
//Te Venetië. Van daar volgde ik hem naar
Weenen en kwam op 't laatste oogenblik, maar
had nog even tijd om in een coupe van den
trein te springen, waarmee hij vertrok.//
"Gij hadthet goed overlegd; de coupe stond
met dien, waarin de heer Von Rehfeld had
plaats genomen, door eene deur in verbinding.//
//Dat ontdekte ik eerst later."
//Dat doet niets ter zake, gij maaktet er ge
bruik van om uw wraaklust te koelen.//
//Neen, zeg ik, en duizendmaal neen//, riep
Benno. „Houdt gij mij voor een ellendigen laf
aard, die zijn tegenpartij in den slaap over
valt en vermoordt?//
De Rechter haalde de schouders op.
//Ik ontdekte onderweg, dat de heer Rehfeld
in de coupé naast mij zat," vervolgde Benno;
„eindelijk had ik hem dan gevonden. Nu wil
de ik hem aanspreken, hem rekenschap vragen
en hem dwingen met mij te duelleeren, zoo
gauw het dag zou zijn. Niet levend zou hij
Raadsheer in het
de stad waar hij
Dom. Jarenlang was hij
G erechtshof te Keulen,
overleed.
Hij heeft een testament aan zijn volk achter
gelaten TJtomnes unum, „dat allen een zijn."
De Kölnische Zeitung het blad van zijn tegen
standers schildert den overleden staatsman met
deze woorden //staatkundige tegenstanders had
hij velen, persoonlijk echter had hij geenen
vijand.
Voor het vertrek van het Italisanscbe
smaldeel te Portsmouth heeft de Hertog
van Genua met zjjne officieren een bal
gegeven aan boord van het oorlogsschip
Re Umberto.
Een van de mede-eigenaars der
Belle-Jardinière te Parjjs (eeD groote win
kel van gemaakte kleeren enz.) beeft zijn
geheele vermogen, geschat op 1,800,000
fraaks, behoudens vruchtgebruik asn de
Assistance publique vermaakt.
De correspondent van de Temps te
Rome beweert, dat de Fransche katho
lieke bladen een wenk uit het Vaticaan
hebben ontvangen om zich te matigen in
hun aanvallen op de Fransche regesriug
in zake het droit d'accroissement.
Zulke meeningen worden wel eens meer
verkondigd door mensc hen die er belang
bjj hebben.
Heden heeft de begrafenis plaats van
deu door sluipmoord gevallauBulgaarschen
staatsman Stamboelolf. Hg is ge
storven zonder een eukel woord te spre
ken. Te voren waren hem nog beide han
den geamputeerd. Tal van betuigingen
van deelneming heeft mevrouw S t a m-
boeloff ontvangen, vau keizer Frans
Jozef, koningin Victoria, den Prins
vauWales, de EngeDehe, Roemeausche en
andere regearingan. Geen enkele vertegen
woordiger van een vreemde mogendheid
te Sofia is op de laatste receptie bg den
minister vau Baitenlandscke Zaken ver
schenen.
Aan een redactaar van de frankfurter
Zeitung heeft de vorst van Bulgarije,
prins Ferdinand, zijn ernstig leed
wezen betuigd voor het gebeurde en met
verontwaardiging de verdachtmaking van
zich geschoven, als zou hg of zjjue re"
geering iets geweten hebben van het plau
tot den eaDslag of dezen hebben beraamd.
De Kölnische Zeitung ia van oordeel
dat wel degelijk politieke berekeningen
met de afschuwelijke misdaad iu verband
staan. «Men heeft Stamboelolf mefc
ongehoorde hardheid en wreedheid gewei
gerd in het buitenland genezing voor zgne
ziekte te zoeken men heeft de moord-
zuchtigen vrjj laten rondloopen, en die
zorgzame waakzaamheid der politie ont
brak juist op het oogeublik waarop de
sluipmoordenaars verschenen, om hun lan
gen tjjd beraamde daad te volvoereo. Ja,
de politie belemmerde Stam boeloife
bediende bfl het vervolgen der moorde
naars. Al deze toevalligheden zullen moe
ten worden opgehelderd en we2 op eeer
overtuigende wjjze.»
De Daily Chronicle is van oordeel, dat
prins Ferdinand's positie op den
troon van Bulgarjje onhoudbaar is gewor
den zijn val is een quaestie van tjjd.
Men verwjjt den Vorst lafheid, omdat bg
uit zjjn land afwezig was zoowel vroeger
met de vrouw, die hij mij ontstal, bet huis
zijner ouders bereiken. De pistolen droeg ik
bij mij."
//De dolk ook// schold de Rechter. "Gij vondt
't beter, u van dit wapen te bedienen. Hier
is hij." Hij haalde den dolk met het gouden
handvat te voorschijn en hield hem Benno
voor.
//Gij hebt gelijk, dat is mijn eigendom,"
antwoordde hij kalm.
//Gij hebt hem in den zak van mijn overjas
gevonden, dien ik uitgetrokken en in de coupe
achtergelaten had//.
//Wien wilt gij zoo'n sprookje vertellen",
lachte de Rechter verachtelijk, //moet ik u
zeggen dat de dolk naast het lijk gevonden is,
en dat de vlekken daaraan van het bloed van den
vermoorde komen.//
De jonge man trad verbaasd eene schrede
achteruit.
//Met dezen dolk zou de moord gepleegd
zijn?//
//Wilt gij mij werkelijk doen gelooven, dat
u dit treft?"
"Dat treft mij niet enkel, dat verplettert
mij, het slaat mij ter neer,// riep Benno en
viel op een stoel, sloeg de handen voor het
gezicht en liet een dof steunen hooren.
De Rechter hield zich zwijgend en beschouw
de hem aandachtig. Hij zag in zijne wijze van
d0.ei) 'verplettering van den overtuigden
misdadiger en wachtte op de volle bekentenis.
„Gij bekent dus, dat het dwaas was, nog
langer te loochenen", hervatte hjj eindelijk weer,
daar Treuenfeld nog altjjd bleef zwijgen en