N I E W E
Kt 231!
Woensdag 24 Jnll 1895
20ste Jaargang
Kiesplicht.
HttUÏT e fl L A 1).
Pei 3 maandeu voor Haarlem. f 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlgke nummer»0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B CT B E A ST: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels 50 Cent*
Elke regel meer7Vs
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertenti§n worden uiterlijk M a a n d a g-, Woenidsg-
n V r ij d a g-a v o u d voor 6 uur ingewacht.
Bed «et fii r-Uitge» er, W. K. P P K R S.
Er is al veel geschreven en gewreven,
reeds voordat de nu ingediende kieswet van
minister Van Houten was openbaar
gemaakt, over het wel ot niet invoeren van
kiesplicht, of zooals sommigen het noemen
kies dwang. Voor- en tegenstanders van kies
plicht hebben hunne argumenten ten beste
gegeven, in den breede uitgeweid over kies-
plicht, en met allerlei soort van bewijsvoe
ring is het voordeel van de invoering van
kiesplicht, maar ook het afkeurenswaardige
daarvan aangetoonden niettegenstaande
al die bewjjzen, al dat gepraat en geschar
rel is de zaak nog uiets gevorderd, allerminst
uitgemaaktadhuc sub judice lis est.» En
zoo zal bet zeker wel blijvan. Want ver
onderstellen we eens, dat de ingediende
kieswetregeling eo kiesrechtregeling van den
minister Van Houten wg zeggen
niet, zooals zg op 't oogenbiik voor ons
ligt maar eenigszins gewijzigd en vooral
met aankleve van kiesplicht, wordt aange
nomen en ingevoerd, dan zeilen we toch
nog jaren lang pleizier kunnen hebben van
het schetterend geraas, dat gericht wordt
vóór of tegen die wet.
Indien de kiesrechtregeling van den minis
ter Van Houten wordt aangenomen
en ingevoerd zonder «kiesplicht,» dan zullen
we nader kannen zien, welk esn ruim ge
bruik er tal gemaakt worden van het
zoo vurig begeerde stemrecht, hetwelk, vol
gens sommigen, in staat zoude zgn de groote
ontevredenheid, welke tagenwoordig heer-
schende is in sommige maatschappelijke
kringeD, voor het grootste gedeelte op te
heffen en uit den weg ie ruimeD.
Al wordt er nog zooveel geschreven over
het hooge voordeel, dat uit de invoering
van algemeen-kiesrecht zal voortvloeien;
de tegenstanders er van zullen toch niet in
voorstanders worden omgeschapen, eveomin
als de vurige voorstanders van totaal finale
kiesrechtuitbreiding door het wetsvoorstel
van minister Van Houten geheel en al
zullen voldaan zgnevenmin als de socia
listen, die sinds zoo langen tijd geschetterd
hebben over algemeen stemrecht, gesteld
eens dat hun eisch volkomen werd inge
willigd, den lof zouden verkondigen van
den maatschappeljjken toestand, ook slechts
voor een gedeelte.
Het is tegenwoordig een soort manie,
welk hoe langer zoo meer slachtoffers schgnt
te maken, steeds en immer het bestaande
af te keureD, alsof hier op deze aarde ooit
de volmaaktheid zoude te bereiken zijn.
Vandaar ligt het hoegenaamd nog niet
FE (ULLETON.
Zij zoekt den schuldige.
Ver alg
//Houdt uien misschien deze dame voor ruijne
medeplichtige? vroeg Benno met een verachtelijk
lachen, maar voegde er echter terstond vol diepe
beangstiging'bij: „Het is niet mogelijk, gij kunt
haar niet beschuldigd, niet gevangen genomen
hebben!"
„Nog niet, ik kpn u echter niet verzwijgen,
dat zij zich, door hare in het oog loopende be
moeiingen, u te redden en door uwe verstand
houding met haar zeer verdacht maakt; gij hadt
haar een beteren dienst bewezen, indien gij be
kentenis deedt."
//Erna weet, dat ik onschuldig ben; zij getuigt
voor wij; zij geloofc mij;// riep Benno en 'twas
als vielen zonnestralen op zijn bleek gezicht.
//Gij meent, ik zou om harentwil eene bekente
nis doen? maar ik zeg u: Om Erna's wil moet
ik mij verdedigen tot op 't uiterste, en de waar
heid moet en zal aan den dag komen. Mijne
eer is de hare, haar roem de mijne. Wederom
moet gestreden worden voor den goeden naam
van Treuenfeld en Göldr.er. God zal mij daarbij
beschermen, gelijk Hij mij reeds eenmaal bijge
staan heeft».
Met hoog opgeheven hoofd verliet hij de
verhoorzaal en liet zich naar de gevangenis te
rugbrengen; de Hechter keek hem bedenkelijk
in ons plaD, in dan breede uiteen te zetten
of wij al of niet beslist voor of tegen kies
plicht zjju, al zien wij het ontwerp Van
Houten tot wet verheffen. Slechts ééne
zaak stippen wg aan. Het verschgnsel, bat-
welk bg verschillende stemmiDg-gelegen-
hedeo tegenwoordig telkens en telkens zich
voordoet, dat er, niettegenstaande allerlei
aansporingen tot trouwe opkomst bij de
stembus, zoowel door kiesvereenigingen als
door de pers gedaaD, zoovele achterblijvers
en lauwe kiezers worden gevonden, die zich
den gang naar de stembus maar niet bun
nen getroosten, dat treurige verschijnsel
van tegenwoordig zal in de naaste toekomst
wel blgveu voirtbi staan.Wordt de Kieswet
Van Houten aangenomen, dan zullen
misschien bij de eerste etsmmicg-gelegen-
heden velen, dia alsdan voor de eerste maal
het zoo hoog op prgs gestelde stembil
jet in de gesloten bns mogen werpen, ge
bruik makenvan dit zoo vurig begeerde recht,
maar langzamerhand zal het daarmede
gaan als met zoovele andere zaken het
nieuwtje is er spoedig af, men doet alsof
men geen stembiljet bad, men vermeerdert
het aantal achterblijvers en trage kiezers,ter-
wijlden volksmenners een machtig wapen
in banden wordt gegeven.
Da voorstanders van kiesplicht-invoering
zgn van oordeel dat dit treurig verschgn
sel op doeltreffende wjjze uit den weg ge
ruimd ban worden door het invoeren van
kiesplicht. Daar is veel waars in en zjj die
kiesplicht betitelen met den hatelgken en als
zoodanig hatelijk bedoelden naam vaa kies-
dwang, openbaren zich reeds bg voorbaat
als tegenstanders van kiesplicht. Zjj, die
afkeer hebben van een of andereu plicht,
beschouwen zulk eeu plicht als een onus,
een zwaar drukbendan lasten daarom
worat de vervulling van zulk eeu plicht
maar aangeziea als een systeem vau dwang.
Maar als dan het stemrecht zulk een zwaar
drukkende lari, een oxusis, waarom dan
hemel en aarde bewogen, opdat toch die
last op de Bchouderen van allen zal worden
gelegd, niet in dien zin dat allen dien last
gezamenlijk zouden torsen, maar dat de efne
stand, die reeds met het stemrecht is be
deeld, bevoorrecht zou zgn boven een ande
ren stand, die zich nog niet verheugen mag
in het zoogeliefde stemrecht.
De tegenstanders van kiesplicht plegen
te zeggen: al zgn de kiesgerechtigden door
de wet verplicht den gang naar de stembus
te ondernemen, wat zal het baten Nie
mand toch kan verplicht worden zgn stem
biljet in te vullenderhalve ban men het
biljet blanco of beschreven met een wild-
na; hij voorzag dat deze stijfkop hem nog iets
te doen gaf.
VI.
't Huwelijk van den rijken heer Von Rehfeld
inet de jeugdige verwante Erna, die langen tijd
als eene dochter in zijn huis beschouwd werd,
had in den ganschen omtrek veel opzien ge
baard en aanleiding tot velerlei vermoedens en
gevolgtrekkingen gegeven. Maar wat beteekendo
dat alles in vergelijking tot de uitputtelijke stof
die het bericht verwekte, dat de ongelukkige
heer Von Rehfeld op zijne huwelijksreis door
een gruwelijk noodlot getroJi'en, niet meer
levend naar huis zou terugkeeren.
Voor dat de jonge weduwe met het lijk van haar
echtgenoot te Rehfeld was aangekomen, om het
in den familiegrafkelder te doen bijzetten, was
haar de Eama reeds vooruitgereisd en had de
waarlijk reeds treurige zaak met een heel net van
sagen omhuld. Men vertelde, Rehfeld en vrouw
Göldner hadden Erna tot het huwelijk gedwon
gen; deze zou Benno Treuenfeld tot hare be
scherming geroepen hebben, maar te laat ge
komen zijn, om het huwelijk te kunnen verhin
deren, en zou nu in gemeenschap met haar,
den moord aan den haar opgedrongen echtge
noot gepleegd hebben. Volgens anderen zou
Erna met den boezemvriend harer jeugd de trouw
hebben verbroken; deze zou daarom aan haar en
Rehfeld wraak genomen, maar zou bij het ple
gen der gruwelijke daad betrapt zijn, zoodat de
jonge vrouw als door een wonder den dood
ontgaan was.
vreemden naam inleveren. Zeker, antwoor
den wg: dit ban. Maar gebenrt dit thans,
nu kiesplicht nog niet is ingevoerd, niet
evengoed Bovendien, a posse ad esse non
valet conclusio Al kan het gebeuren dat er
zoo zal omgesprongen worden met het stem
biljet, daarom gebeurt het nog niet onfeil
baar zeker.
Wg zgn afhearig van dwang en zien vol-
strebt niet in dat kiesplicht behoeft te wor
den vooropgesteld. Wij herhalen wat wij
reeds in ons blad van 7 Juli schreven om
voor een minder snellen overgang tot ren
zeer uitgebreid kiesrecht te zgn gewaar
borgd, de opneming van het meervoudig
kiesrecht in de wet-V an Houten een
middel zou wezen tegen de overheersching
vau de omverwerpende richting. Het zou
ook niet voorzichtig zgn a priori den eisch
te stellen, dat kiesplicht iu de kieswet
Vaa Houten moet worden opgenomen,
op straffe van anders die wet zonder pardon
te verwerpen, onverschillig welke wijzigin
gen en verbeteringen daarin voor het overige
door Minister en Kamer mochten worden
aangebracht.
Frankrijk.
Te Parjjs is eergisteren overleden de heer
George Patinot, de directeur van het
Journal des Debats.
Da hear Patinot, die den leeftgd van
51 jareu bereikte, was sedert 1884 directeur
van het Journal des Debats. Vóór dien tgd
was hg prefect van het departement Saine-
et-Marne. Hij was gehuwd met mejuffrouw
Cécile Bapst, de achter-kleindochter
van den heer Bert in, den oprichter vaa
het blad. De heer Patinot was lid van
den raad van bestoar der Suez-kanaal-
maatsehappij ea officier van het Legioen
van Eer.
België.
Zondag opende koning Leopold in
de voorstad St.-Gillis de tentoonstelling,
die daar wordt gehouden. Toen de Koning
daarheen reed, riepen eenige socialisten
«Weg met de schoolwet!»
Bg de beraadslaging over de begroo-
ting in de Belgische Kamer had de socia
listische afgevaardigde A n s e e 1 e zich op
schimpende wijze uitgelaten over den beken
den Vlaamschen romanschrijver Hendrik
Conscience. De kleinkinderen van den
romanschrijver, Hendrik, Karei en
Bertha Anthennis zgn in een schrg-
Weer anderen verzekerden: Treuenfeld had
Erna verlaten en zou in toorn daarover Reh-
feld's vrouw geworden zijn; wat nu den waan
zinnigen ijverzuchtigen Benno tot zijn misdaad
zou aangespoord hebben; en eerst, eene vierde
zegswijze kwam de waarheid meer nabij volgens
welke Erna, als een offer van bedrog en als
onschuldige getuige van Rehfelds t erdiende straf
zou tegenwoordig geweest zijn.
Nieuwsgierigheid en deelname waren het die
de begrafenis waarlijk zoo grootsch maakten als
men nooit eene in de provincie gezien had. Wie
slechts eenige rede had om er aan deel te ne
men, die woonde haar hij. De kamers en zalen,
ja zelfs de wijde slothof van Rehfelde bleken
te klein te zijn, om het aanlal deelnemers te
bevatten; slechts een klein gedeelte der volks
massa vond in de kapel plaats, waar de lijkdienst
gehouden werd, en onoverzienbaar was de lijk
stoet, welke de zwartbehangen met kransen en
palmtwijgen rijkversierde lijkkist naar het graf
geleidde.
De jonge weduwe hield in rustige, waardige
houding, de treurige onderzoekende en twijfe
lende blikken vol, die men op haar gevestigd
hield; zij liet den stroom der deelnemingsbetui
gingen geduldig voorbijgaan, maar zoodra deze
zich onder den schijn van deelname in nieuws
gierige vragen veranderden, wist zij zich op ge
voegelijke wijze te onttrekken. In den beginne
had zij wel getracht, de beweringen, dat Benno
de moordenaar van haar echtgenoot was, te
weerleggen, zij had daarbij echter zooveel onge
loof gevonden en zooveel zinspelingen moeten
hooren, wier zin voor haar zoo diep beleedigend
ven aan eten afgevaardigde tegen diens
verdachtmakingen opgekomen; nuAnseele
zijoe houding niet heeft gerechtvaardigd,
is deze brief door hen openbaar gemaakt.
Het beboeft uauwelgbs vermeld te wor
den, vau hoe warme sympathie en dank
baarheid voor hem, «die het volk leerde
lezen» dit schrg ven zeer terecht getnigt.
Bulgarije.
Allerlei geruchten zgn in omloop over
betgeen bij de receptie werd verhandeld,
die de Bulgaarsche depntatie heeft gehad
te St. Petersburg bg den Czaar.
Bekend i», dat prins Ferdinand, de
vorst van Bulgarge veel opoffert om de
vriendschap van Rusland te winnea, maar
ongeloofelgk komt het ons voor, dat deVorst
den Czaar heeft aangeboden, om zgn zoontje
den troonopvolger prins B o r i s, tot lidmaat
der Grieksche Kerk te laten herdoopeD,
indien de Czaar zich weer met de Bulgaar
sche regeering wil verzoenen. Te ongeloofe-
lgker komt ons dit gerucht voor, nu genoeg
bekend is, welke moeite de Vorst, die met
de katholieke prinses van Parma is gehnwd,
heeft gehad, om de wgziging te verkrggen
van de constitutie, welke noodig was om zgn
zoon iQ de Roomsch-Katholieke kerk te doen
opnemen.
Czaar N i c o 1 a a s zal geen laf misdrijf
van prins Ferdinand eischen, al zou
deze Vorst tot het plegen van zoo een
schandaal iu staat zjju.
Stamboeloff's begrafenis.
De begrafenis van dezen Bulgaarschen patriot
was zeer indrukwekkend. Deputaties uit ver
schillende steden woonden de treurige plechtig
heid bij. De leider der deputatie uit Varna hield
bij de lijkbaar eene toespraak en legde daar een
eed af, dat hij Stamboeloff's dood zou
wreken. Meer dan 300 kransen door de gemeen
tebesturen van alle Bulgaarsche steden gezonden,
werden gedragen door kinderen die in twee rijen
den lijkstoet volgden.
Achter den lijkwagen volgden Stamboe-
1 o f f' s bloedverwanten en vrienden, o. a. de
heer P e t k o f f, voorheen minister onder Stam
boeloff's bestuur, die bij den aanslag tegen
woordig was. Daarachter gingen te voet de leden
van het corps diplomatique, eenige journalisten,
de leden der deputaties en een aantal inwoners
uit de hoofdstad. De politie was niet vertegen
woordigd.
Toen de stoet de plaats had bereikt, waar
Stamboeloff werd. vermoord, werd een
oogenbiik opgehouden. De heer P e t k o f f nam
toen het woord en zeide: „Hier op deze plaats
viel de beste der patriotten, de man, die zooveel
voor Bulgarije heeft gedaan, door de dolken van
gehuurde moordenaars.//
Eene krachtige stem uit het volk riep toen.
//Gij liegt!» De kinderen, die de kransen droej
was, dat zij voortaan bleef zwijgen. Benno's on
schuld jegens iedereen te willen verdedigen,
scheen haar als een strijd tegen een windmo
len; maar des te vaster had zij zich voorgeno
men zich met al haar krachten er op toe te
leggen om de onschuld van fenno onweerleg
baar te bewijzen, doordat zij den waren misdadiger
zou opsporen.
Daags na de begrafenis verraste zij hare moe
der met de medefteeling; dat zjj Rehfeld ging
verlaten en zich te G, vestigen wilde, alwaar het
onderzoek tegen Benno zou plaats hebben.
Mevrouw Göldner verzette zich tegen dit
voornemen met alle geweld; maar hare dochter
bleef tegen al hare tegenwerpingen onverbiddelijk.
//Ik heb de plichten vervuld, die ik den
overledene schuldig ben,// verklaarde zij, //nu
behoef ik niets meer te ontzien; ik ken voor
taan slechts eene opgave voor mij; Benno's on
schuld aan het licht te brengen.//
„Erna//, waarschuwde de moeder, //bedenk,
wat gij doet! Past het voor de weduwe van den
vermoorde, zijn moordenaar te beschermen?"
//Wil ik dat dan doen? hervatte de jonge
*rouw; „ik wil Rehfeld's moordenaar opsporen
en hem in handen van 't gerecht leveren.//
//Hij is reeds m handen der justitie
//Neen!" riep Erna, //Benno is de moorde
naar niet: Terwijl men hem gevangen houdt,
verzuimt men 't spoor van den waren schul
dige ti zoeken.Hoe dikwijls moet ik u herhalen,
dat ik dien man met den rooden baard uit 't
raam zag springen
(Wordt vervolgd.)
siiin
IT.
ABONWEMEBTTSPBIJS
AÖITE MA NOBT AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIE1Ï.
1G.