I E W E 1 Ne. 2315 Vrfjihs 2 Augustas 1885 20ste Jaargang Een terugblik. "buitenland. Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr, p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlgke nummers 0,03 Dit blad varschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZAT BUBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. R D A G. Van 16 regels £0 Cent» Elke regel meer7Vs Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. A d e r t e n t i n worden aiterljjk Maandag-, W o e n sdag- n V r jj d g-a rond voor 6 uur ingewacht. Re d s c t e ur-Uit g e v r, W. KüPPERS. Duitschland's Katholieken hebben een tjjd doorleefd, die door een eigenaardigen samenloop van gebeurtenissen dezer dagen de berinnering heeft opgewekt door den grooten strjjd waarin de Dnitscbe Katho lieken hun heldenrol speelden en de meest brutale vervolging wisten te doorstaan. Drie dappere mannen werden dezer da gen genoemd. Te Rome vierde de vroegere aartsbisschop van Posen-Gnezen, kardinaal Ledocho ws k i zjju gouden priesterfeest, te Meppen werd een standbseld onthuld voor den dappersten der dapperen, den onvergetelgken en nooit volprezen Dr. Windthors t,en te Kmlen stierf in de vol heid zgner jaren Dr. AagustReicheas- p e r g e r, de staatsman en Maecenas, wiens zegen rjjke arbeid meer dan eene halve eeuw aan Duitschland ten goede kwam. Deze drie mannen hebben in hnn werken de vin ger Gods gevolgd, welke hun aanwees, waar zij te midden der orkanen en verdelgende golveD, de haven des behouds hadden te verdedigen, tegen het angstgbhuil, het ra deloos gekerm, de wanhopige vervloekin gen van de vijanden der Kerk. Zg hebban de machtelooze inspanning hunnervgauden aanschouwd, waar die belagers van de Roomsche kerk het onvernietigbare wilden vernietigen. Zg stonden dan ook pal in den strgd, terwijl anderen bg het aanzien van de ontzettende verdorvenheid met schrik en angst werden vervold. De namen Ledochowski, Windt- horst en Reiche naperger doen bet verleden herleven. Men denkt terug aan den tgd, die thans een twintigtal jaren achter ons ligt en voor het oog herrgzen al da groote figuren van die dagen. Voorop gaat prins 7oa Bismarck, die trotsche staatsmau, die zgn buitenge wonen invloed misbruikte, om de Kerk te beoorlogen, wiens verregaande earzucht de oorzaak was van zooveel ellende. Hem volgde een dichte drom van handlangers: de Pruisische minister V o n F a l k, da Beierscbe premier YonLntz en die schier eindelooze reeks van afgevaardigden en ambtenaren, allen bereid om op een wenk van den meester bet Catholicisms aan te val len. Maar wanneer wjj die vervolgers hebben zien voorbjjtrekken, dan dagen ds verde digers op. En het oog valt terstond op de heldhaftige mannen, die niets hebben ont zien om de vrijheid en de rechten der Kerk te verdedigen. Over hunne hoofden stortten alle groote en kleine Coltuurkampfer de fiolen van hun toorn nit. Intrekking van FEUILLETON. Zij zoekt den schuldige. 20. {Vervolg). //Ik zweer u, ik bezit dat nietige speeltuig, waarvan mijnbeer de Baron met zooveel ophef spreekt, niet meer,//antwoordde Giintber barsch, bijna onbeleefd, ik heb bet verloren." //Spijtig," zei de Baron, "'t was een klein kunstwerk. //'t Is te hopen, dat daarmee niet ook de spreuk is verloren gegaan noem ze ons toch, laat ons niet langer smachten!// bad men weer. //Ik zie ook in 't geheel niet in, waarom ik bet niet doen zou, lachte Lorcb, ik bega toch waarlijk geen indiscretie, zoo ik een gezegde openbaar, dat onze vriend Giintber vroeger zoo vrijgevig uitstrooide dat het tot een spreek woord geworden is „Liever slecht dan arm,// zegt Giintber.// De jonge heer maakte eene beweging als wilde hij zich op den Baron werpen en hem den mond dicht houden, maar zich dan echter bedacht. Nu stond hij daar met voor de borst gevouwen armen en met samengetrokken lippen, een spot tend lacben op'tbleeke gelaat en hoorde schijnbaar onverschillig de opmerking aan, welke de mede- deeling van den Baron ten gevolge had. //Dat is openhartig!// //Een heel fameuse levensregel //Een Rochefoucauld waardig!// //Neen, een Machiavelriep men door elkan- staatstoelagen, verbanning en gevangen schap, waren de middelen, waarmede men hen tot onderwerping poogt te brengen. Maar de breede phalanx van priesters en leeken, stond onwrikbaar. Welke middelen de Regeerirg ook mocht aanwenden, om haar vastgesloten rgeu te verbreken, zg kon daarin niet slagen. Hier schoot zelfs de macht te kort van den ko los, die twee keizerrijken had vernederd en in wilden overmoed uitriep, dat bij nimmer, nimmer naar Canossa zou gaan! Ja, op sommige plaatsen bezweek eeu enkele ongelukkige voor de verleiding der staatsgunst, maar het getal dier afvalligen was zoo gering, dat zelfs de schjju der overwinning den kerkvervolgers Diet werd gegund. De staatskerk, waarvan V o n Bis marck bad gedroomd, bleek een hersen schim te zgn, al spanden Reinkensen zgne gezellen burme uiterste krachten in, om zich als ware katholieken op te werpen en al overstelpte de Regeering hen met de grootste gunstbewijzen. Het katholieke volk schaarde zich met mannenmoed om zijne zielzorgers en om de leeken die met het woord en de pen den godsdienst verdedigden. Eu hier herleeft voor ons oog die door geloof en overtuiging sterk gepantserde schare van kampioenen, wier namen een ieder kent en die in bet Parlement, in Land- en Rijksdag tegen V ou Bismarck den strgd derven ondernemen. Vermetel scheen hun pogen. De man van jjzer en bloed stond op het toppunt zijner macht; bjj genoot het volste vertrouwen vau den Keizer; hg bad een leger van ge dwees ministers, afgevaardigden en amb tenaren ter zijner beschikking. Ea daarbjj kwam dat een sterke rationalistische wind over Duitschland woei. Proffessortn en leeraren verkondigden straffeloos de meest anti-katholieke stellin gen en terzelfder tgd werd gespeculeerd op don geloofshaat der protestanten cn tracht te men de meaning ingang te doen vinden dat het Duitsche rgk eerst daD op hechte grondslagen rusten zou, wanneer de ul- t ramen tanen waren verpletterd. Yon Bismarck ontzag zich niet in het Heereobuis en elders vau het Evange lische keizerrijk te spreken en dat daarin voor de katholieken geen plaats was, spreekt van zelf. In geen openbare betrekking van beteeke- nis werden zg toegelaten en zelfs in de meest katholieke streken moesten alle staats- posten door niet-katholieken worden bezet. der. Men lachte luid er waren er in den kring ook eenige, die elkaar verbaasd aankeken en afkeurend 't hoofd schudden. De heer Von San- den kon zich echter niet onthouden, zeer beden kelijk te zeggen //Ik feliciteer u, zoo gij die maxime vergeten zijt, zij is gevaarlijk //Ei, speelt nu toch niet de rol van fitter mijn heer Sanden,// was het overmoedig antwoord. //Uw vriend Göthe zegt immers reeds: "Grau ist alle Theorie.// „Maar hij voegt er bij //Griin ist des Lebens goldner Baum,// antwoordde de heer Yon Sanden bedenkelijk. //De heer Günther droeg zijn maxime zelfs als talisman bij zich //Hij heeft hem immers verloren,// viel hem de Baron in de rede; "Waarheen zoo haastig? Wilt gij hem zoeken De laatste woorden wer den aan Günther gericht, omdat deze weer zgn hoed genomen had, en aanstalte maakte, om zich uit de voeten te maken. Hij kon echter de grot niet verlaten. Een vreemdeling trad hem in den weg. Kort nadat de baron Lorch met Günther bin nengetreden was en hem aan zijne bekenden voorgesteld had, was een oude heer met wit haar in eenvoudige, wat oudmodische kleeding binnen gekomen hij begeleidde eene diep versluierde dame in eenvoudig rouwgewaad. Hij had eene verfrissching besteld en met de dame toevallig plaats genomen op stoelen naast de heeren. Op deze wijze waren ze getuigen geworden van de zeer levendige onderhouding, zonder dat een uit den kring op 't stille onaanzienlijk paar gelet had. Evenmin had het iemand bemerkt, Inderdaad het moest wel vermetel schjj- nsn onder zulke omstandigheden den strgd te aanvaarden. Maar de katholieken sterk in hun recht en beginsel, hebben geen oogenblik geaar zeld. Geen schoolwet, g6en verbanningswet, geen broodkorven wet schrikten 'neD, of hucne priesters af. En in het Parlement ontplooiden zg eeu bracht, waartegen zelfs Von Bismarck op den duur niet was bestand. De schitterende redevoeringen vau een Mallinckrodt, een Windthors t, een Augnst ea Peter Reichens- p e r g e r, een Scborlemer Alsten zoovele anderen behoeven wij hier niet te niemoreerea. De nagalm ervan blijft blinken in onze ooren. Pfui! dat de «kleine Ex cellentie» zgn reusaehtigen tegenstander naar het hoofd slingerde bg diens perfide verdachtmaking van de katholieken. Wjj hooreo nog de machtige strgdleuzeu, die werden aangeheven op de Katholieken-da gen. Wij hooren nog de telkens herhaalde fiere verklaring, dat het Centrum niet rus ten zon alvorens de Kerk in bare vrgheid was hersteld. Het was een reuzenstrgd en een stigd, waarin niemand, die het thans nog ont kent de katholieken hebben gezegevierd. Von Bismarck zag zich gedwongen zij het ook in anderen vorm, het voorbeeld van keizer Hendrik te volgen. Ea al heeft men den «ultramontanen» nog niet in alle opzichten recht doen we dervaren, de meest knellende boeien waar in hunne Kerk geslagen was, zgn sinds laag geslaakt. De Kulturkampf behoort nu reeds eenige jaren tot het verleden en van de hd'en, die de hitte van dien strjjd bebbeD gedra gen, zgn Dog slechts enkelen in leven. Maar hoe velen hunner ook mogen zijn heenge gaan, wat zg voor hun geloof hebben ge leden ea verricht, zal nooit worden verge ten. Zij zjjn ouze leermeesters geworden en hun werk blijft voortbestaan in verre tjjden. Ook zonder standbeelden zullen de katho lieken van alle landen zich hunne daden blgverj herinneren en zich inspireeren op bnnne roemvolle worsteling. En al moeten wjj steeds den Kulturkampf betreuren, om de verwoestingen welke bg aanrichtte, van den anderen bant heeft hg althans dit voordeel opgeleverd, dat bij velen heeft wakker geschud uit eene vernietigende rust die ten verderve voert, dat bg aan de katho lieke wereld voorbeeldende aanschouwen gaf en daardoor de overtuiging beeft versterkt, dat de dame, toen de Baron Giinther's devise luid uitsprak, oprees, eenen zacbten kreet slaakte en haar de heer weer zaclit deed zitten. Des te grooter was echter de verwondering, toen de oude heer plotseling aan den ingang der grot verscheen, beleefd groette en op zachten bedees- den toon sprak //Ik vraag de heeren duizendmaal om ver schooning bij toeval en zonder opzet heb ik uw gesprek aangehoord." //Ei, deswege behoeft gij u niet te veront schuldigen mijn goede man, wij eischen ook geen eed, opdat gij het niet zult verraden,// lachte baron Lorch, wien de angst van de bekrompen kleinsteedsche lui amuseerde; Günther echter, die zich tot vertrekken verhinderd zag, voer tegen den oude uit: //Wat beteekent die bekrompen heid en wilde hem ter zijde duwen. Met den eenvoudigen burger was echter niet zoo goed klaar te komen. Hij posteerde zich op zulke energieke wijze hij den uitgang der grot, dat Günther hem niet voorhij kon en hervatte nog beleefder en ootmoediger. //Verschooning, mijne geachte heeren, ik heb vernomen, dat een der heeren iets verloren heeft en schat mij gelukkig tot de terugbezorging daarvan behulpzaam te kunnen zijn.// //Hebt gij misschien den talisman gevonden riepen eenige heeren. „Komt de beroemde schedel weder te voor schijn vroeg baron Lorch. //Gauw, laat hem ons zien, mjjoheer.// //Ellendige goochelaar en grappenmakker riep Günther, //laat mij doorik hen niet ge stemd, uwe domme schertsen mee aan te hooren.// dat de katholiekeu onoverwinnelijk zjjc, wanneer zg met volle overtuiging en be langloos strijden voor de rechten hunner Kerk. Duitschland. Over den verschrikkeljjben brand die Hamburg geteisterd beeft, schrijft een aldaar versebgneud blad de Hamburgische Bijrsen- halle het navolgende: Da oorzaak van den brand op Steinwar- der is nog niet volkomen bekend, ofschoon men aanneemt dat bjj bet zoeken naar een lek in een der spiritustauks de veiligheids- lamp door een straal der wegspuitende vloeistof getroffen, en zoo de ontplof fing ontstaan is waardoor eeu opzichter brandwonden aau gelaat en bandeu bekwam. Hg liep naar buiten en riep een andereu opzichter te hulp, maar toen deze verscheen, stond alles reeds i.v volle vlam.Het vuur tastte twee naburige gebouwen aau, in een waar van 50.000 zakken suiker, 20.000 vaten vet, ebbenhout, waren opgeslageuspoedig vormde het blok gebouwen tnsscbeu de Nor- dersandstrasse, het kanaal, eu het Norder- loch eene zee van vlammeD. Maar weldra waren ook de spuiten aangerukt en werd de brand uit 31 trompen bestreden. Het kantoor en daarachter liggende entrepots met 120.000 zakken suiker, verder de«spnt»- en boutbergplaatsen, moesten vooral be schermd wordendit gelakte slechts met ontzagijjk veel moeite, en groot levensge vaar voor bet personeel der brandweer. De brandende jenever dreef over straat en hin derde bet tlusKcfcingswerk. Ted;ie uur was het gevaar voor de kantoren der Export- maatschappjj zoo ernstig gewordeu, dat men ue voornaamste boeken in veiligheid bracht; twee uren later was men echter den brand zoover meester dat geen verdere ou- heilen meer te vreezeD waren. De jenever- en wga-entrej6ts zgn geheel vernield: slechts de muren rijzen nog uit de rdine op. Italië. Prinses H 1 n e vau Orleans gemalin vau den Hertog van Aosta, heeft de influ enza. Gaar toestand is niet zorgwekkend. Zij heeft nu tgd om in baar ziekte eons te overwegen wat een genoegen zjj gesmaakt heelt toen zg als katholieke Prinses zich liet huldigen in het Quirinaal doorkoning U m b e r t o, terwjjl zjj nog niet lang gele leden onder een vloed vau tranen den Paus had bezocht. Aller blikken waren vol verwondering op den jongen man gevestigd, op wiens gelaat binnen eenige seccnden eene merkeljjke verandering ge komen was. Het bloed scheen er uit geweken, en bleek waren de trekken geworden. De blauwe oogen staarden uit hunne holten krampachtig trilden de lippen en vol vertwijfe ling poogde hij zich van den vreemdeling los te maken, die hem met eene kracht, die men bij diens ouderdom niet zou vermoed hebben, met de eene hand vasthield, terwijl hij met de andere aan baron Lorcb den kleinen schedel overhandigde. "Bij God, uw verloren breloque, Günther hoe wonderlijkriep Loreh, terwijl hij den ivoren schedel in de hand nam en hem den nieuwsgierigen dichter bij dringende heeren voorhield!// //Gemeen bedrog Onbeschaamde opdringer \n raasde Günther vol angst, en ter zeerste verlegen wordende. „Die oude bedelaar wil mij een drinkgeld aftroggelenik ben nooit in 't bezit geweest van zulk een breloque, en kan dus nooit zoo een verloren hebben.// //Maar ik heb immers den schedel meer dan eenmaal aan uw horlogeketting gezien,// riep de Baron //waarom wilt gij dat dan loochenen Uwe naamletters staan er immers ook op, T. G. Theodor Giintber.// //En met behulp eener loup leest men ook de woorden Liever slecht dan arm,// sprak de oude heer, en zijn toon klonk nu werkelijk vaster en zekerder. {Wordt vervolgd.) iRLM ABONNEMENTSPRIJS AQTTE MA HON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIES,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1